Gemeente Kerkrade. Nota van toelichting

Vergelijkbare documenten
Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Parkstad Limburg

Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Parkstad Limburg

Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Parkstad Limburg

Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Parkstad Limburg (Wijziging van de regeling van 23 juni 2014; tekstversie 27 januari 2014)

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

Preambule gemeenschappelijke regeling Het Gegevenshuis

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM RIJNSTREEK EN LOPIKERWAARD

Gemeenschappelijke Regeling Het Gegevenshuis

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

UJ overwegende dat, < O omgevingsrecht wensen samen te werken;

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord (zoals gewijzigd op 11 maart 2016)

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING KOEPELORGANISATIE SAMENWERKING KEMPENGEMEENTEN

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Novatec 2006

STREEKARCHIEF LANGSTRAAT HEUSDEN ALTENA

dat het in het kader van het functioneren van deze regeling gewenst is te komen tot een nauwere samenwerking;

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000.

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2007 / 108. Naam Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Veluwe (2007) Publicatiedatum 22 augustus 2007

RAADSVOORSTEL. j c $ p : wijziging regeling GSV Westelijk Noord Brabant

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Matrix Gemeenschappelijke Regeling ReinUnie 2010 (eerste wijziging)

hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland te wijzigen.

Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid Limburg

dat op 1 oktober 2010 de Wet veiligheidsregio s in werking is getreden;

gelezen de brief van het Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland van 24 juni 2015;

Artikel 4. Samenstelling De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur.

Voorgesteld raadsbesluit: Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Dinkelland 2015

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar

gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011.

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

Gemeenschappelijk orgaan

Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten

wijziging Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

STAATSCOURANT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. Nr

Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEPUNT71

is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO OHSAS 18001

Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

OVERWEGENDE GELET OP. de Wet veiligheidsregio s, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet; BESLUITEN

in het veiligheids- en gezondheidsdomein is op uitvoerend niveau samenwerking tussen de gemeenten in de regio geboden;

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen

Gemeenschappelijke regeling Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland en Oostzaan (SPOOR-raad)

Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Delft-Rijswijk

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Inkoopbureau H-10 2 februari 2015

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

Concept 1.8 d.d GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Dat het noodzakelijk is de regeling aan te passen aan de wijziging van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;

HOOFDSTUK I BEGRIPS- EN INTERPRETATIEBEPALINGEN

Gemeenschappelijke Regeling Shared Service Center Zuid-Limburg

Gemeenschappelijke Regeling Werkgeversservicepunt Parkstad

AB punt 12 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MEERSCHAP PATERSWOLDE 2016

Gemeenschappelijke Regeling PAUW Bedrijven De Ronde Venen, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Vianen, IJsselstein

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM ALKMAAR

dat de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd waardoor de huidige gemeenschappelijke regeling aangepast moet worden;

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MEERSCHAP PATERSWOLDE 2016

(CONCEPT) Gemeenschappelijke regeling Regionale samenwerking leerlingenvervoer Maastricht, Meerssen, Valkenburg en Eijsden

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Doetinchem, gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

Aan de commissie Algemeen Bestuur en Middelen

Concept voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Servicedienst Midden Nederland in :

WIJZIGINGSBESLUIT Gemeenschappelijke regeling WNO-Bedrijven 2000

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Onderwerp : wijziging gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap OZL

GEMEENTEBLAD nr officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d

Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Westfriesland, wijziging 2016

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord- Nederland

>-y. iv v ^ e1 --' Beh. Ambt. Streefdat.: Afschr.> B.V.O.: O

Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Werkvoorziening Gennep, Mook en Middelaar

De gemeenteraad van de gemeente Zevenaar

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011

Gemeenschappelijke Regeling AV. Inhoudsopgave

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap West-Friesland

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Regio Midden-Holland

besluit van de gemeenteraad

Gelet op de artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 19 van de BESLUIT

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelVaststellen Verordening raadscommissie herbenoeming burgemeester

Onderwerp Verordening op de Vertrouwenscommissie gemeente Heusden 2011

Agendapuntnr.:4. Aan de gemeenteraad. Geachte raad,

Gemeenschappelijke regeling GGD Noord- en Oost-Gelderland 2016 Voorstel nieuwe tekst 5e wijziging

Onderwerp Wijziging gemeenschappelijke regeling Streekarchief Land van Heusden en Altena

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Gemeenschappelijke Regeling GEVUDO Gemeenschappelijke Vuilverwerking Dordrecht en omstreken

WGR - plus. Gemeenschappelijke regeling Parkstad Limburg

Transcriptie:

Gemeente Kerkrade Nota van toelichting Nummer.: 14Tİ012 Kerkrade, 20 februari 2014 Behorend bij ontwerpbesluit nummer 14RÒ012 Onderwerp Wijzigen gemeenschappelijke regeling Stadsregio Parkstad Limburg Beslispunten Uw raad wordt voorgesteld te besluiten I. tot opheffing van de Plusregio Stadsregio Parkstad Limburg en dit, op grond van artikel 110 juncto artikel 108, tweede lid, WCR mede te delen aan Gedeputeerde Staten van Limburg en aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; II. tot wijziging van de "gemeenschappelijke regeling Stadsregio Parkstad Limburg"(vastgesteld op 22 februari 2010) in een regeling die uitsluitend wordt getroffen door colleges van burgemeester en wethouders; III. toestemming te verlenen aan het college van burgemeester en wethouders en aan de burgemeester, op grond van artikel 1, tweede lid, WGR, tot het treffen van de onder IV genoemde regeling; IV. toestemming te verlenen aan het Algemeen Bestuur van de Stadsregio Parkstad Limburg, als bedoeld in artikel 25, tweede lid, WGR, voor het instellen van bestuurscommissies; V. tot wijziging van de "gemeenschappelijke regeling Stadsregio Parkstad Limburg" (vastgesteld op 22 februari 2010), door deze te vervangen door de bijgevoegde regeling: Inleiding I Waarom naar de raad Het onderhavige raadsvoorstel is een uitvloeisel van de besluitvorming van uw raad op 28 oktober 2013. In verband met het besluit van 28 oktober 2013 wordt aan uw raad voorgesteld te besluiten tot wijziging van de bestaande gemeenschappelijke regeling, welke wijziging tevens inhoudt dat de regeling nog slechts een regeling tussen colleges van burgemeester en wethouders zal zijn. De raden en de burgemeesters zullen geen deel meer uitmaken van de regeling. Verder wordt in dit verband aan uw raad voorgesteld om de (op grond van artikel 1, tweede lid, Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR)) noodzakelijke toestemming aan het college te verlenen om een regeling tussen colleges aan te gaan. Tot slot wordt aan uw raad voorgesteld om de (op grond van artikel 25, tweede lid, WGR) vereiste toestemming te verlenen tot het instellen van bestuurscommissies aan het algemeen bestuur, dat op grond van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling zal worden ingesteld. Doelstelling en beoogd meetbaar effect Verwerking conclusies evaluatie in gewijzigde gemeenschappelijke regeling

Gemeente Kerkrade In het raadsbesluit van 28 oktober 2013 is een viertal conclusies opgenomen die uit de evaluatie van het Pact van Parkstad zijn getrokken. Onderstaand wordt toegelicht hoe deze conclusies (zie de onderstreepte tekst) in de gewijzigde gemeenschappelijke regeling zijn verwerkt. Strekking conclusie 1: De huidige agenda van SPL heeft de goede focus en betreft onderwerpen waarvan de gemeenten van eikaars doen en laten afhankelijk zijn. Daarom is het noodzakelijk om daarover met zijn achten goede en bindende afspraken te kunnen blijven maken. Dit heeft in de gewijzigde GR vorm gekregen in de kernagenda-onderwerpen. Deze kernagenda wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Een onderwerp wordt pas door het AB aangewezen als kernagenda-onderwerp indien de colleges van alle deelnemende gemeenten: 1. ter zake bevoegdheden aan de GR hebben overgedragen en 2. hebben bepaald dat deze bevoegdheden behoren tot een onderwerp dat deel dient uit te maken van de kemagenda. Verder, aldus het raadsbesluit van 28 oktober 2013, moet ook onverplicht samengewerkt kunnen worden door een "coalition of the willing", dus door minder dan acht gemeenten. Dit is in de gewijzigde GR mogelijk ten aanzien van de keuzeagenda-onderwerpen. Hierop kunnen twee tot alle gemeenten samenwerken. Die samenwerking wordt vanuit het regiobureau slechts op basis van hierover te maken afspraken per onderwerp begeleid. Een onderwerp wordt door het AB aangewezen als keuze-agendaonderwerp indien de colleges van ten minste twee deelnemende gemeenten ter zake bevoegdheden aan de GR hebben overgedragen. De betrokken gemeenten dragen ook de kosten die hieraan zijn verbonden (artikel 20, aanhef en onder b, van de regeling). Strekking conclusie 2: Het is wenselijk om de portefeuillehouders meer in positie te brengen en zo de bestuurlijke verantwoordelijkheden daar terug te leggen waar ze thuishoren: bij de gemeenten. Ten aanzien van de kernagenda kunnen de portefeuillehouders in de toekomst bindende besluiten nemen; zij verantwoorden zich hiervoor naar de gemeenteraden toe via hun eigen colleges. De taken die in de samenwerking worden ondergebracht liggen hoofdzakelijk op tactisch niveau (bijv, programmering, monitoring). Derhalve zal de nieuwe GR een GR van colleges zijn. Collegebevoegdheden die aan een GR worden overgedragen, komen normaliter bij het Dagelijks Bestuur van die GR terecht. Het Dagelijks Bestuur zal echter bestaan uit de acht burgemeesters, aan wie een beperkte, niet inhoudelijke rol is toebedacht. Om het bestuurlijk primaat toch bij de portefeuillehouders te kunnen leggen, is in de GR opgenomen dat het Algemeen Bestuur zogenaamde bestuurscommissies kan instellen. Het AB regelt op grond van de wet de inrichting, de werkwijze enz. van de bestuurscommissies. Deze bestuurscommissies zullen bestaan uit portefeuillehouders. In de regeling is opgenomen dat het AB de door de colleges (aan het DB) overgedragen bevoegdheden zal overdragen aan deze bestuurscommissies. De werkzaamheden van de bestuurscommissies worden, in ieder geval voor zover deze betrekking hebben op onderwerpen van de kernagenda, ondersteund door het regiobureau. Vervolg conclusie 2 Incidenteel (1 tot 2 keer per jaar) zal er sprake zijn van beleidsontwikkeling, hetgeen een raadsbevoegdheid is. Of en zo ja, hoe dit bestuurlijk-juridisch kan worden vormgegeven, vormde nog onderwerp van onderzoek. Gebleken is dat het overdragen van (gemeente)raadsbevoegdheden naar een bestuursorgaan van een GR, aangegaan door colleges, juridisch niet mogelijk is.

Gemeente Kerkrade Om die reden blijft beleidsontwikkeling en kaderstelling (vaststelling van beleid) in de gegeven constellatie een bevoegdheid die bij de afzonderlijke gemeenteraden ligt. Voor zover het onderwerpen van de kernagenda betreft, zullen de raden een advies krijgen van de bestuurscommissie. Strekking conclusie 3: Van het Regiobureau wordt een strategische processturing verwacht (op basis van generalistisch inhoudelijke kennis van de materie), waarbij op sommige thema's van onderlinge concurrentie of tegengestelde belangen sprake zal zijn. Om in deze omgeving zijn rol goed te kunnen spelen is onafhankelijkheid van het Regiobureau vereist, welke wordt gewaarborgd door het bureau aan de GR te koppelen. Het Regiobureau is en blijft ondergebracht bij de Stadsregio Parkstad Limburg, waarmee aan deze voorwaarde is voldaan. Vervolg conclusie 3 Bij samenwerking door een "coalition of the willing" wordt ervan uitgegaan dat de samenwerkende gemeenten de ondersteuning door het Regiobureau samen bekostigen door inzet van eigen personeel of bekostiging van de met die taak gemoeide kosten. De taken van het Regiobureau betreffen nu platform, beleid, programmering en projectondersteuning en -initiëring. De projecttaken komen in de nieuwe opzet te vervallen en gaan terug naar de gemeenten en/of zullen worden overgenomen door derden of afgebouwd worden (denk aan IBA of provincie). De bedrijfsvoering van het Regiobureau wordt aan één van de gemeenten aangehaakt, waardoor er slechts beperkt ondersteunende functies in de organisatie behoeven te worden opgenomen. De rol die het Regiobureau bij onderwerpen van de kern-agenda vervult, zal ten aanzien van de keuzeagenda moeten worden ingevuld door ambtenaren die door de deelnemende gemeenten ter beschikking worden gesteld, ingehuurde externen, of door het Regiobureau. Dit laatste op voorwaarde van voldoende capaciteit en met dien verstande dat de kosten niet ten laste van Stadsregio Parkstad Limburg komen, maar door de deelnemende gemeenten gedragen worden. Het Regiobureau wordt voor de facilitaire aspecten aangehaakt aan één van de deelnemende gemeenten en voorziet daar zelf niet in. Tekst Conclusie 4: De financiële middelen die nodig zijn voor deze vorm van samenwerking, kunnen aanmerkelijk worden beperkt omdat geen projectgelden meer beschikbaar worden gesteld. Wel zal het bureau over een werkbudget kunnen beschikken. De personele formatie van het Regiobureau wordt ingekrompen, doordat projectondersteuning en projectinitiatie, alsmede algemene lobby, fondsenwerving en fondsenbeheer wegvallen. Met de financiële- en personele inkrimping is een aanvang gemaakt. In de loop van 2014 zal geleidelijk aan de overdracht c.q. afbouw van taken concreter vorm krijgen. Mede om de personele frictiekosten zo veel mogelijk te beperken zijn door de gemeenten afspraken gemaakt voor wat betreft het openstellen van interne vacatures voor personeel van Parkstad Limburg. Afstand doen van de WGR+ status. Momenteel is een wetswijziging met betrekking tot WGR in procedure, waarbij de plusregio's zullen worden opgeheven. Het opheffen van de plusregio's past in het streven van het kabinet om bestuurlijke drukte terug te dringen. Afschaffen versterkt de bestuurlijke hoofdstructuur, het bestuurlijk eigenaarschap en de directe democratische legitimatie in het middenbestuur. Door de bestuurlijke context waarin het onderhavige wijzigingsvoorstel wordt gedaan, komt de relevantie van de plusstatus te vervallen. Derhalve wordt aan uw raad voorgesteld om, daarmee tevens vooruitlopend op bovengenoemde wetswijziging, te besluiten tot opheffing van de Plusregio Stadsregio Parkstad Limburg. Overigens zij opgemerkt dat opheffing van een plusregio (het "ontplussen") blijkens de wetsgeschiedenis niet hoeft te betekenen dat ook het gemeenschappelijk openbaar lichaam als zodanig wordt opgeheven.

Gemeente Kerkrade Het omzetten van een plusregio in een "gewoon" gemeenschappelijk openbaar lichaam wordt ook als opheffing van de plusregio gezien. Argumentatie en alternatieven Verwezen wordt naar bijgaand concept-wijzigingsbesluit met bijbehorende toelichting. Hoe gaan we dat bereiken en is er evaluatie nodig De huidige gemeenschappelijke regeling, vastgesteld op 22 februari 2010, wordt gewijzigd. Omwille van de continuïteit (arbeidsverhoudingen, rekeningen verantwoording, gemaakte afspraken) is in casu gekozen voor een wijziging van de bestaande regeling (in plaats van het intrekken en opnieuw vaststellen). De huidige regeling is een regeling van raden, colleges en burgemeesters. Dit betekent dat deze drie bestuursorganen, ieder voor hun deel, moeten instemmen met de wijziging van de regeling. De gewijzigde regeling zal een regeling van de colleges van burgemeester en wethouders zijn. Financiën De kosten verbonden aan het wijzigen van de regeling bestaan met name uit ambtelijke uren die opgenomen zijn in de begroting van de Stadsregio Parkstad Limburg respectievelijk de gemeenten die daaraan bijgedragen hebben. De gewijzigde taakstelling en de daarvoor beschikbaar te stellen middelen komen uiteraard tot uiting in de begroting. Communicatie Ingevolge hoofdstuk XI van de WGR dient het besluit tot opheffing van de plusregio toegezonden te worden aan gedeputeerde staten en aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (Het besluit tot opheffing treedt pas in werking na opneming van dit besluit in het door de Minister bijgehouden register, waarin alle gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen waarbij een plusregio is ingesteld). Het besluit tot wijziging van de GR dient op grond van artikel 26, eerste lid, WGR toegezonden te worden aan gedeputeerde staten en door de gemeente algemeen bekend worden gemaakt.

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 14Rb012 d.d. 26 februari 2014 Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Parkstad Limburg HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 begripsbepalingen 1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a. de Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen (Stb. 1984, nr. 667) zoals gewijzigd bij de wijzigingswet Wgr-plus (Stb 2005, nr. 666); b. de Regeling: de gemeenschappelijke regeling "Stadsregio Parkstad Limburg"; c. de Gemeente(s): een (of alle) aan de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Parkstad Limburg deelnemende gemeente(s); d. de Kern-agenda: onderwerpen die worden aangewezen door het Algemeen Bestuur, nadat de colleges van alle deelnemende gemeenten: i. terzake bevoegdheden hebben overgedragen en; ii. hebben bepaald dat deze bevoegdheden behoren tot een onderwerp dat deel dient uit te maken van de Kern-agenda; e. de Keuze-agenda: onderwerpen die worden aangewezen door het Algemeen Bestuur, nadat de colleges van ten minste twee deelnemende gemeenten terzake bevoegdheden hebben overgedragen; f. het Regiobureau: de organisatie die onder verantwoordelijkheid van de Secretaris werkt; g. Bestuurscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de Wet, ingesteld door het Algemeen Bestuur. 2. Waar in de Regeling een wet of regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in de plaats van de gemeente, de raad, het college, de burgemeester en de secretaris c.q. griffier onderscheidenlijk gelezen het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de Voorzitter en de Secretaris van het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg. Artikel 2 doelstelling 1. Stadsregio Parkstad Limburg heeft tot doel om op basis van de onderwerpen genoemd in de Kern-agenda en de Keuze-agenda de samenwerking tussen de deelnemende Gemeenten te faciliteren en te komen tot een samenhangend beleid en uitvoering daarvan op de gebieden van ruimte, mobiliteit, economie 8i toerisme, wonen 8i herstructurering, energie en duurzaamheid, sociaal domein/participatie, cultuur, onderwijs, arbeidsmarkt, milieu, en sport. 2. De vorm van de samenwerking kan verschillen. Aan de onderwerpen die deel uitmaken van de Kern-agenda nemen alle Gemeenten deel. Daarbij is het Regiobureau procesmatig en inhoudelijk verantwoordelijk. Aan de onderwerpen die deel uit maken van de keuze-agenda nemen alleen Gemeenten deel die daarvoor kiezen. Daarbij heeft het Regiobureau ten minste een monitorende en versterkende taak; de procesverantwoordelijkheid kan echter ook buiten Stadsregio Parkstad Limburg worden gelegd. 3. Tot de onderwerpen van de Kern-agenda behoren in elk geval: a. ruimte; Wijziging CR PSL februari 2014 nvt en regeling sec.docx

Pagina 2 van 9 b. mobiliteit; c. economie 81 toerisme; d. wonen 81 herstructurering. Artikel 3 deelname aan samenwerkingsvormen 1. Stadsregio Parkstad Limburg kan deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 93 tot en met 95 van de Wet. 2. Stadsregio Parkstad Limburg kan deelnemen aan een Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS), overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 [Publicatieblad L 210 van 31.7.2006]. 3. Het besluit daartoe wordt door het Algemeen Bestuur genomen. HOOFDSTUK 2 HET RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND LICHAAM Artikel 4 openbaar lichaam 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam in de zin van artikel 8, eerste lid van de Wet, genaamd: "Stadsregio Parkstad Limburg". Het is gevestigd te Heerlen. 2. Het rechtsgebied van de Stadsregio Parkstad Limburg omvat het grondgebied van de deelnemende Gemeenten. Artikel 5 bestuursorganen Het bestuur van de Stadsregio Parkstad Limburg bestaat uit het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de Voorzitter en Bestuurscommissie(s). Artikel 6 het Algemeen Bestuur 1. Het Algemeen Bestuur wordt gevormd door de burgemeesters van de Gemeenten. 2. De bevoegdheden van het Algemeen Bestuur volgen uit de Wet of de Regeling. Artikel 7 besluitvorming door het Algemeen Bestuur 1. Besluitvorming vindt plaats op basis van consensus, behoudens als: a. een of meerdere leden van het Algemeen Bestuur om stemming verzoeken; b. geen consensus wordt bereikt. 2. In het geval genoemd in het vorige lid onder a en b, stoppen de beraadslagingen en wordt de besluitvorming over het betreffende onderwerp verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur. 3. Aan het bepaalde in het vorige lid wordt geen toepassing gegeven als naar het oordeel van de Voorzitter het onderwerp waarover dient te worden besloten uit zijn aard geen uitstel duldt. In dat geval vindt onmiddellijk stemming plaats.

Pagina 3 van 9 4. Indien er sprake is van verdaging, stelt de Voorzitter na heropening van de beraadslagingen vast of consensus bestaat of dat stemming nodig is. 5. De leden van het Algemeen Bestuur hebben elk één stem, alsmede één stem voor elke 10.000 inwoners of een gedeelte daarvan. Het aantal stemmen per lid van het Algemeen Bestuur bedraagt nooit minder dan drie. 6. Voor de vaststelling van het aantal inwoners van een Gemeente wordt uitgegaan van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde cijfers per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarin de stemming plaatsvindt. 7. Er vindt geen stemming plaats als minder dan twee/derde van het aantal leden aanwezig is, of de aanwezige leden minder dan de helft van het aantal stemmen vertegenwoordigen. 8. Het vorige lid vindt geen toepassing als hetzelfde voorstel, na agendering, in een volgende vergadering wordt behandeld. 9. Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks tenminste vier keer en voorts zo vaak als de Voorzitter of het Algemeen Bestuur dit nodig acht, of ten minste drie leden daarom verzoeken. 10. De vergaderingen zijn openbaar. Datum, tijdstip en plaats van de vergadering worden door de Voorzitter bekend gemaakt. 11. Het Algemeen Bestuur kan besluiten dat een vergadering besloten is, indien meer dan een vijfde van de leden daarom verzoekt. Artikel 8 het Dagelijks Bestuur 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de Gemeenten. 2. De bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur volgen uit de wet, deze Regeling of zijn door de colleges overgedragen. Overgedragen bevoegdheden worden onverwijld door het Algemeen Bestuur, op voorstel van het Dagelijks Bestuur, aan bestuurscommissies overgedragen. Artikel 9 besluitvorming door het Dagelijks Bestuur 1. Besluitvorming vindt plaats op basis van consensus, behoudens als: a. een of meerdere leden van het Daglijks Bestuur om stemming verzoeken; b. geen consensus wordt bereikt. 2. In het geval genoemd in het vorige lid onder a en b, stoppen de beraadslagingen en wordt de besluitvorming over het betreffende onderwerp verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van het Dagelijks Bestuur. 3. Aan het bepaalde in het vorige lid wordt geen toepassing gegeven als naar het oordeel van de Voorzitter het onderwerp waarover dient te worden besloten uit zijn aard geen uitstel duldt. In dat geval vindt onmiddellijk stemming plaats. 4. Indien er sprake is van verdaging, stelt de Voorzitter na heropening van de beraadslagingen vast of consensus bestaat of dat stemming nodig is. 5. De leden van het Dagelijks Bestuur hebben elk één stem. 6. Er vindt geen stemming plaats als minder dan twee/derde van het aantal leden aanwezig is. 7. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo vaak als de Voorzitter of tenminste twee leden dit nodig oordelen. 8. Datum, tijdstip en plaats van een vergadering van het Dagelijks Bestuur worden door de Voorzitter aan de leden meegedeeld. De vergaderingen zijn besloten. 9. Het Dagelijks Bestuur kan besluiten dat een vergadering openbaar is.

Pagina 4 van 9 Artikel 10 de voorzitter 1. Het Algemeen Bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. 2. De Voorzitter vertegenwoordigt de Stadsregio Parkstad Limburg in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen. 3. De Voorzitter ondertekent de stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan. HOOFDSTUK 3 DE SECRETARIS EN HET PERSONEEL Artikel 11 de secretaris 1. Stadsregio Parkstad Limburg heeft een ambtelijke organisatie, met aan het hoofd de Secretaris. 2. De Secretaris wordt benoemd en ontslagen door het Dagelijks Bestuur. 3. Het Dagelijks Bestuur wijst een plaatsvervanger voor de Secretaris aan, die de Secretaris in geval van verhindering of ontstentenis vervangt. 4. Het Dagelijks Bestuur stelt de bezoldiging van de Secretaris vast. 5. Het Dagelijks bestuur stelt een instructie voor de Secretaris vast. Artikel 12 taken en bevoegdheden van de secretaris 1. De Secretaris staat het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de Voorzitter en de Bestuurscommissies terzijde. 2. De Secretaris is aanwezig tijdens de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur en draagt zorg voor de notulering daarvan. 3. Door de Secretaris worden alle stukken die van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur uitgaan (mee-) ondertekend. 4. De Secretaris is belast met de leiding van het Regiobureau en de ambtelijke organisatie. Artikel 13 rechtspositie 1. Op het personeel van het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg zijn de rechtspositie en de overige arbeidsvoorwaarden, geldend voor het personeel van de Gemeente Heerlen, van toepassing. 2. Het Dagelijks Bestuur kan, gehoord een vertegenwoordiging van het personeel, besluiten om van het bepaalde in het vorige lid af te wijken. Artikel 14 personeel 1. Het Dagelijks Bestuur stelt regels voor de bezoldiging van het personeel vast. 2. Het Dagelijks Bestuur stelt de formatieomvang vast.

Pagina 5 van 9 3. Het Dagelijks Bestuur benoemt en ontslaat het personeel, gehoord de Secretaris. HOOFDSTUK 4 COMMISSIES Artikel 15 Bestuurscommissies 1. Het Algemeen Bestuur stelt, ter behartiging van de belangen die gemoeid zijn met de onderwerpen die deel uit maken van de Kern-agenda en de Keuze-agenda, Bestuurscommissies in. 2. Een bestuurscommissie is samengesteld uit één portefeuillehoudend collegelid per aan het onderwerp deelnemende gemeente, waaraan het Algemeen Bestuur de bevoegdheden overdraagt die het Dagelijks Bestuur van de colleges heeft ontvangen. Artikel 16 werkwijze van Bestuurscommissies De Bestuurscommissies worden ondersteund door het Regiobureau. HOOFDSTUK 5 FINANCIËN Artikel 17 organisatie van beheer en administratie 1. Het Algemeen Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van Stadsregio Parkstad Limburg. 2. De artikelen 212, 213 en 214 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur gaan geen geldleningen aan, tenzij het voornemen daartoe aan de deelnemende gemeenten is gemeld onder het stellen van een termijn van ten minste vier weken om blijk te geven van hun zienswijze. Artikel 18 de begroting Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks een ontwerp-begroting van inkomsten en uitgaven op, voorzien van een toelichting en zendt dit ontwerp uiterlijk 1 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft, toe aan de raden van de Gemeenten, die vervolgens binnen twee maanden na ontvangst aan het Algemeen Bestuur hun zienswijze kenbaar kunnen maken; een en ander overeenkomstig artikel 35 van de Wet. Het Algemeen bestuur stelt de begroting vast. Artikel 19 de jaarrekening 1. Het Dagelijks Bestuur biedt de rekening van inkomsten en uitgaven over het afgelopen jaar met alle bijbehorende bescheiden ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur aan.

Pagina 6 van 9 2. Deze gaat vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld overeenkomstig de ingevolge de Gemeentewet aangewezen deskundige, en van hetgeen het Dagelijks Bestuur overigens te harer verantwoording dienstig acht. 3. Het Algemeen Bestuur zendt de jaarrekening, met alle bijbehorende stukken, binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, ter mededeling aan Gedeputeerde Staten. 4. In de jaarrekening wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 20 van deze regeling, de door iedere Gemeente over het desbetreffende jaar verschuldigde bijdrage opgenomen. Artikel 20 inkomstenbronnen De begroting van Stadsregio Parkstad Limburg wordt gevoed uit: a. de bijdragen van de Gemeenten, tot de bedragen die jaarlijks bij de vaststelling van de begroting worden aangegeven, naar rato van het algemeen deel van de laatst definitief vastgestelde algemene uitkering uit het gemeentefonds, per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar. Uit deze bijdragen worden de vaste kosten, alsmede de kosten gerelateerd aan de Kern-agenda bestreden; b. de bijdragen van de Gemeenten voor de taken die op hun verzoek worden uitgevoerd. Uit deze bijdragen worden alle kosten gerelateerd aan de Keuze-agenda bestreden; c. subsidies; d. overige inkomsten. Artikel 21 betaling van bijdragen De Gemeenten betalen voor de vijftiende dag van de maanden januari, april, juli en oktober telkens een vierde deel van de voor het begrotingsjaar geraamde bijdrage. Artikel 22 borgstelling 1. De betaling van rente, aflossing en kosten van de door het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg aangegane geldleningen en op te nemen gelden in rekening -courant, wordt door de Gemeenten gegarandeerd. 2. De Gemeenten doen ter zake afstand van de voorrechten die het Burgerlijk Wetboek aan borgen toekent. 3. De verplichtingen voortvloeiend uit de vorenstaande leden gelden in verhouding tot het algemeen deel van de laatst definitief vastgestelde algemene uitkering uit het gemeentefonds, per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar. HOOFDSTUK 6 ARCHIEF Artikel 23 archivering 1. Het Dagelijks Bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg. 2. Hierop zijn van overeenkomstige toepassing de voorschriften omtrent de zorg, de bewaring, het beheer en het toezicht daarop van:

Pagina 7 van 9 a. de gemeente die zorg draagt voor de bedrijfsvoering van Stadsregio Parkstad Limburg; dan wel indien Stadsregio Parkstad Limburg zelfstandig functioneert: b. de gemeente Heerlen. 3. Bij opheffing van het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg worden alle archiefbescheiden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente als bedoeld in het vorige lid. 4. In afwijking van de vorenstaande leden kan het Dagelijks Bestuur besluiten dat archiefbescheiden, verband houdende met de uitvoering van diensten ten behoeve van de Keuze-agenda, worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van één van de aan het betreffende onderwerp deelnemende Gemeenten. HOOFDSTUK 7 INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN TERUGROEPING Artikel 24 inlichtingenplicht voor de gemeenten De besturen van de Gemeenten verstrekken op verzoek van het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur of de Bestuurscommissie(s) de benodigde inlichtingen en geven de medewerking, die voor de vervulling van de taken van het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg nodig is. Artikel 25 inlichtingen en verantwoording aan het Algemeen Bestuur 1. De leden van het Dagelijks Bestuur en van Bestuurscommissies zijn tezamen en ieder afzonderlijk aan het Algemeen Bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur. 2. Zij geven ongevraagd aan het Algemeen Bestuur alle informatie, die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks Bestuur en de Bestuurscommissies te voeren en gevoerde beleid nodig is. Deze informatie wordt verstrekt tijdens de vergaderingen van het Algemeen Bestuur. 3. Zij geven, tezamen dan wel afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur, wanneer dit of één of meer leden daarom verzoeken, alle gevraagde inlichtingen. Deze inlichtingen worden, behoudens strijdigheid met het algemeen belang, zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee maanden in een vergadering van het Algemeen Bestuur verstrekt. Artikel 26 inlichtingen door de leden van het Algemeen Bestuur 1. Een lid van het Algemeen bestuur of van het Dagelijks Bestuur verschaft de raad en het college van zijn Gemeente op de voor die gemeente gebruikelijke wijze alle inlichtingen, die door deze raad of dit college worden verlangd. 2. Deze inlichtingen worden, behoudens strijdigheid met het algemeen belang, zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden verstrekt. 3. De raad kan een lid van het Algemeen Bestuur, nadat de inlichtingen in een vergadering of schriftelijk zijn verstrekt of dienden te zijn verstrekt, ter verantwoording roepen voor het door hem in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid.

Pagina 8 van 9 Artikel 27 inlichtingen door de bestuursorganen De bestuursorganen genoemd in artikel 5 verstrekken aan de raden en de colleges van de Gemeenten de door één of meer leden van die raden of door de colleges gevraagde inlichtingen schriftelijk en zo spoedig mogelijk, voor zover dat niet strijdig is met het algemeen belang. HOOFDSTUK 8 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING VAN DE REGELING Artikel 28 toetreding Voor toetreding tot de Regeling wordt volstaan met een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de toetredende Gemeente, mits het Algemeen Bestuur het verzoek tot toetreden inwilligt. Een daartoe strekkend besluit kan slechts worden genomen met een meerderheid van twee/derde van het aantal stemmen. In het besluit van het Algemeen Bestuur kan de deelname aan de regeling afhankelijk worden gesteld van het voldoen aan bepaalde voorwaarden door de betrokken Gemeente. Artikel 29 uittreding 1. Een Gemeente kan uittreden door toezending aan het Algemeen Bestuur van het daartoe strekkende besluit van haar college. 2. De uittredende deelnemer betaalt de bijdrage als bedoeld in artikel 20 gedurende vijf jaren, met dien verstande dat met elk jaar het bedrag met 20 0 7o wordt verlaagd totdat de uittredende deelnemer in het zesde jaar niets meer hoeft te betalen. 3. De uittreding kan, behoudens een door het Algemeen Bestuur toe te stane afwijking, niet eerder plaatsvinden dan op 1 januari van het tweede jaar volgend op dat, waarin de in het eerste lid van dit artikel genoemde besluiten, na de vereiste goedkeuring, zijn opgenomen in het registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet. Artikel 30 opheffing 1. De Regeling wordt ontbonden en het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg daarmee opgeheven, indien de colleges van tenminste twee/derde van de deelnemende Gemeenten daartoe besluiten. 2. In geval van ontbinding van de Regeling en daardoor opheffing van het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg, stelt het Algemeen Bestuur, de Gemeenten gehoord hebbende, een liquidatieplan vast, waarin in elk geval een sociaal plan ten aanzien van het personeel is opgenomen. In het liquidatieplan kan van de bepalingen van de regeling worden afgeweken. 3. Zo nodig blijven de bestuursorganen van de Regeling ook na de ingangsdatum van de opheffingsbesluiten in functie, totdat de liquidatie is beëindigd.

Pagina 9 van 9 Artikel 31 wijziging De Regeling kan, tenzij deze regeling anders bepaalt, worden gewijzigd indien de bestuursorganen van tenminste twee/derde van de deelnemende Gemeenten daartoe besluiten. HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN Artikel 32 onvoorziene situaties In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het Algemeen Bestuur, zoveel mogelijk analoog aan of in de geest van de bepalingen van de Gemeentewet, de Wet en de Regeling. Artikel 33 inwerkingtreden 1. De wijziging van de Regeling treedt in werking op de dag nadat het besluit is opgenomen in het register als bedoeld in artikel 109 van de Wet en door de gemeenten algemeen bekend is gemaakt. 2. Zij wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 34 naam De Regeling kan worden aangehaald als "gemeenschappelijke regeling Stadsregio Parkstad Limburg". Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kerkrade d.d. 26 februari 20 4. De griffier, J.J.M. So