Liturgie zondag 23 juli 2017 Morgendienst Andreaskerk Voorganger: ds. Reinoud Koning Organist: Cor Geskus Lector: Lieske Gijsbertsen Koster: Jan Hijmissen / Niels Kuijt ORDE VAN DIENST Welkom door de ouderling Stil gebed Intochtslied psalm 95 1) Steekt nu voor God de loftrompet, Hem die ons in de vrijheid zet. Komt voor zijn aanschijn met verblijden. Brengt Hem de dank van al wat leeft, Hem, die ons heil gegrondvest heeft. Viert Hem, de koning der getijden.
3) Komt, werpen wij ons voor den HEER die ons gemaakt heeft biddend neer, wij, die het volk zijn van zijn weide. Want onze God, Hij gaat ons voor, Hij trekt met ons de diepte door. Zijn hand zal ons als schapen leiden. Bemoediging en groet Klein gloria Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Als in de beginne, nu en immer - en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen. Leven uit de hoop Hebreeën 6:18 20 (NBV) Onze toevlucht is het vast te houden aan de hoop op wat voor ons in het verschiet ligt. Die hoop is als een betrouwbaar en zeker anker voor onze ziel, en gaat ons voor tot voorbij het voorhangsel, waar Jezus als voorloper al is binnengegaan, ten behoeve van ons: hij is hogepriester voor eeuwig, zoals ook Melchisedek dat was. Zingen gezang 118 1) Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen. Verlos mij van mijn bange pijn! Zie, heel mijn hart staat voor U open en wil, o Heer, uw tempel zijn. O Gij, wien aard' en hemel zingen, verkwik mij met uw heilge gloed. Kom met uw zachte glans doordringen, o zon van liefde, mijn gemoed! 2) Vervul, o Heiland, het verlangen, waarmee mijn hart uw komst verbeidt! Ik wil in ootmoed U ontvangen, mijn ziel en zinnen zijn bereid. Blijf in uw liefde mij bewaren, waar om mij heen de wereld woedt. O, mocht ik uwe troost ervaren: doe intocht, Heer, in mijn gemoed! Gebed van toenadering
Lezing leefregel - Matteüs 5:1 12 (NBG 1951) Toen Hij nu de scharen zag, ging Hij de berg op en nadat Hij Zich had nedergezet, kwamen zijn discipelen tot Hem. En Hij opende zijn mond en leerde hen, zeggende: Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden. Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven. Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Zalig de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden. Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien. Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden. Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil. Verblijdt u en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij de profeten vóór u vervolgd. Zingen gezang 463 1) O Heer die onze Vader zijt, vergeef ons onze schuld. Wijs ons de weg der zaligheid, en laat ons hart, door U geleid, met liefde zijn vervuld. 2) Geef dat uw roepstem wordt gehoord, als eenmaal bij de zee. Geef dat ook wij uw nodend woord vertrouwen, volgen ongestoord, op weg gaan met U mee.
4) Leg Heer uw stille dauw van rust op onze duisternis. Neem van ons hart de vrees, de lust, en maak ons innerlijk bewust hoe schoon uw vrede is. Gebed om de Heilige Geest Lied met de kinderen - "Ik stel mijn vertrouwen" (EL 188) 3x in canon Ik stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God, want in zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, zijn vrede woont in mij. 'k Zie naar Hem op en k weet Hij is mij steeds nabij. Lezing N.T. - Johannes 4:1 26 (NBV) 1 Toen Jezus hoorde dat aan de farizeeën verteld werd dat hij meer leerlingen maakte en er ook meer doopte dan Johannes 2 Jezus doopte overigens niet zelf, zijn leerlingen deden dat, 3 verliet hij Judea en ging weer naar Galilea. 4 Daarvoor moest hij door Samaria heen. 5 Zo kwam hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, 6 waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. 7 Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: Geef mij wat te drinken. 8 Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. 9 De vrouw antwoordde: Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse! Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. 10 Jezus zei tegen haar: Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven. 11 Maar heer, zei de vrouw, u hebt geen emmer, en de put is diep waar wilt u dan levend water vandaan halen? 12 U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee. 13 Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, zei Jezus, 14 maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft. 15 Geef mij dat water, heer, zei de vrouw, dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten. 16 Toen zei Jezus tegen haar: Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug. 17 Ik heb geen man, zei de vrouw. U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt, zei Jezus, 18 u hebt vijf mannen
gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar. 19 Daarop zei de vrouw: Nu begrijp ik, heer, dat u een profeet bent! 20 Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden. 21 Geloof me, zei Jezus, er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. 22 Jullie weten niet wat je vereert, maar wij weten dat wel; de redding komt immers van de Joden. 23 Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, hem aanbidt in geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden, 24 want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid. 25 De vrouw zei: Ik weet wel dat de messias zal komen (dat betekent gezalfde ), wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen. 26 Jezus zei tegen haar: Dat ben ik, degene die met u spreekt. Zingen gezang 225 1) Zingt voor de Heer een nieuw gezang! Hij laaft u heel uw leven lang met water uit de harde steen. Het is vol wondren om u heen. 2) Hij gaat u voor in wolk en vuur, gunt aan uw leven rust en duur en geeft het zin en samenhang. Zingt dan de Heer een nieuw gezang! 3) Een lied van uw verwondering dat nog uw naam niet onderging, maar weer opnieuw geboren is uit water en uit duisternis. 4) De hand van God doet in de tijd tekenen van gerechtigheid. De Geest des Heren vuurt ons aan de heilge tekens te verstaan. Verkondiging
Zingen gezang 305 1) Waar God de Heer zijn schreden zet daar wordt de mens, van dwang gered, weer in het licht geheven. Als 's Heren woord weerklinkt met macht wordt aan het volk dat Hem verwacht de ware troost gegeven. Zijn Geest weerstaat de valse schijn en schrijft in harten het geheim van 's Vaders grote daden. Zo leven wij om Christus' wil te allen tijd gerust en stil alleen van zijn genade. 2) O Heer, uw onweerstaanbaar woord drijft rusteloos de eeuwen voort wat mensen ook verzinnen. En waar de weg onvindbaar scheen mochten wij door geloof alleen de tocht opnieuw beginnen. Gij hebt de vaderen bevrijd en uit het diensthuis uitgeleid naar 't land van melk en honing. Hervorm, herschep ook ons geslacht, opdat het door de wereldnacht de weg vindt naar uw woning. Dank- en voorbeden, stil gebed en Onze Vader Collecte Slotlied gezang 300 1) Eens, als de bazuinen klinken uit de hoogte, links en rechts, duizend stemmen ons omringen, ja en amen wordt gezegd, rest er niets meer dan te zingen, - Heer, dan is uw pleit beslecht. 5) Mensen, komt uw lot te boven, wacht na dit een ander uur, gij moet op het wonder hopen dat gij oplaait als een vuur, want de Geest zal ons bestoken, nieuw wordt alle creatuur. 6) Van die dag kan niemand weten,
maar het woord drijft aan tot spoed, zouden wij niet haastig eten, gaandeweg Hem tegemoet, Jezus Christus, gistren, heden, komt voor eens en komt voor goed! Heenzending en Zegen