St. Catharina Gasthuis te Leiden. Inventaris nummer 455. Cartularium A. Registers van alle brieven die het. St. Catharina gasthuis toebehoren

Vergelijkbare documenten
N A T I O N A A L A R C H I E F S G R A V E N H A G E F A M I L I E A R C H I E F C O U S E B A N T A A N V R A A G N U M M E R

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Leidse charters van de secretarie betreffende Zoeterwoude en Stompwijk. bewerkt door Anthonius van der Tuijn


Leidse charters van de gasthuizen betreffende Zoeterwoude en Stompwijk.

Het oudste het oudste Hofje binnen Leiden.

3. Ende wie dair porter wesen sal, die sal dair wesen met alre woenste, uutghenomen zes weken lenten ende zes weken oechste, sonder argheliste.

Klooster Sint Agatha te Leiden.

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

B E R N A D I T E N K L O O S T E R T E W A R M O N D R E G I O N A A L A R C H I E F L E I D E N K L O O S T E R A R C H I E V E N 5 0 3

De oudste generaties Stoel in Dordrecht

1398Albrecht, na 24 augustus Schwarzenberg Pag Albrecht geeft Friesland een Hollands landrecht.

NT00064_152. Nadere Toegang op inv. nr 152. uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64) H.J. Postema

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Charters welke betrekking hebben op Schoonhoven en omgeving,

A R C H I E F S T A T E N V A N H O L L A N D V Ó Ó R K O H I E R V A N D E 1 0 P E N N I N G V A N

Middeleeuwse namen van huizen aan de markt van Ekeren.

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Kohier van de tiende penning van Babberspolder anno 1557

De grote brand van Ekeren in 1492 of hoe een bierpruver zijn dorp in brand stak.

[C5v] Hoe Floris metten korve vol bloemen opten toren ghedraghen wert. [6]

Die coninc vraecht: Hoe comt dat men wint gevoelt ende niene sien en mach?

W E E S B O E K V L A A R D I N G E N O U D A D M I N I S T R A T I E F A R C H I E F I N V E N T A R I S N U M M E R 2 7 3

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

hertaling Albert Verwey (soms iets herschikt) [of een eigen variante] Hadewijch s 7e visioen

Begraafboek Dordrecht de vrouw van Jan Dierckse Stoel indt borge m[eeste]r poorthie [=burgemeesterspoortje]

DE FAMILIE-AANTEKENINGEN VAN ADRIAEN CLAESZ. [VAN ADRICHEM] TE DELFT ( )

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

SR : op een stede met huys, hove gest(aen) ende gel(egen) teekeren bide plaetse inde Steenstrate.

De oudste preken in het Nederlands

VAN DER VOORT. Gepubliceerd in De Navorscher, jg. 98 ( ), p , 155 Vooralsnog daar te raadplegen; de toe te voegen bijlagen volgen hier

Kohier van de tiende penning van Babberspolder anno 1555

7.10 Aanbesteding herbouw van spits in 1714

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

LANKVELD. Gegevens per perceel. Laatste verandering: Rekonstruktie van Veghel Martien van Asseldonk

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Die legende des heileghen bisscops Sinte Nyclaes

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

fo 1vo kinderen audt wesende seven jaeren, mitsgaeders van alle de peerden, ploegen, ende beesten, alles volgens het extract vuijt de instructie

Geschiedenis van Bakel en Milheeze Bakel 1503

De eigenaars van de scherven: reactie op de opgravingen aan het Kristus-Koningplein.

NT00067_42. Nadere Toegang op inv.nr 42. uit het archief van het. Stadsgerecht Wijk bij Duurstede, , (67) H.J. Postema

"+ S FLORENT[II DE BRABAN]TIA" luidt het omschrift van één van de

Overeenkomst uit de XVe eeuw betreffende het onderhoud van een krankzinnige in Haskerconvent,

Participeren inv. nr. 1

RAZE 3520 WAARDE schepenakten. (naar hoofdscherm Waarde)

Inventaris van het archief van het klooster Sint Anna

In deze akte wordt een priester genoemd: heer Merten de Corte. Over deze kapelaan vonden we het ondermeer het volgende testament.

Octroij verleent aen M(eeste)r Sijmon Douw op sijne inventie. gedurende den tijt van eenentwintich jaren.

Written by Yvonne Roeling Wednesday, 31 December :00 - Last Updated Tuesday, 06 January :24

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Sinte Barbare Gasthuis,

AKTEN VAN DE WEESKAMER VAN BEVERWIJK

Dossier Veltwijck deel 2: naar het eerste Hof van Ursele.

Lijste der persoonen, bestialen, schouwen ende ovens bevonden. den dorpe van Weijneghem

Eethen en Meeuwen (heerlijkheden), staat van beleningen deel v

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

1. Van enen brueder in welkes hande die kroemen verwandelt weren in peerlen

Stadsbestuur Rhenen, (152)

HISTORISCHE KRING D OUDE SCHOOL

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Stadsbestuur Rhenen, (152)

D e P o o r t e r s l o g e : e e n s t a p j e t e r u g i n d e t i j d

O Mdat het verhaal vergeten is

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

1530 januari / I,1v

Het Huis. en de Heerlijkheid

Haarlem, transcriptie gildeboek Schonenvaarders (deel 25 t/m 31)

Memoriael ende Resolutieboeck. der stede van Edam

Niclaes Peeters. Editie J.G.R. Acquoy

(vervolg van Vlaamse Stam, nov. 1981, blz. 509 tot 518)

N A T I O N A A L A R C H I E F S - G R A V E N H A G E I N V E N T A R I S N U M M E R S T A T E N V A N H O L L A N D

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Inventaris van het archief van de abdij Loosduinen,

Register van. protocolen en opdrachten, transporten, custingh ende. rentebrieven, te beginnen op. desen den tijt van. secretaris Boudewijn

3,2. Boekverslag door P woorden 25 juni keer beoordeeld. Toneelstuk, Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1500 Nederlands.

O U D R E C H T E L I J K A R C H I E F S C H I E D A M I N V E N T A R I S N U M M E R R E G I S T E R V A N W E E S A K T E N

O U D R E C H T E L I J K A R C H I E F S C H I E D A M I N V E N T A R I S N U M M E R t / m

N A T I O N A A L A R C H I E F S G R A V E N H A G E L A N D S A D V O C A A T V A N O L D E N B A R N E V E L T

Het stadsrecht van Goedereede

NATIONAAL ARCHIEF IN S GRAVENHAGE LOSSE AANWINSTEN AANVRAAGNUMMER INVENTARISNUMMER 64 REKENING KERKMEESTERS NOORDWIJK

Begraafboek Dordrecht NH den 30 dito Rijnier Stoel in de Marijbons straet [=Marienbornstraat] Laat kindere naa.

Pelgrimagie der menscherliker natueren

Transcriptiewerkgroep Regionaal Archief Alkmaar, 2018.

Wat die mensche es, ende vander bitterheyt der hellen, ende vander zuetecheyt des hemelrijcs. Cap. 43.

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

33054 vogel sijn vlucht gedaen heeft also dat men daer gheen teyken en siet daer die vogelen gheulogen hebben ende het wer-

Beschrijving van de grafzerken in de Adriaen Janszkerk in 1922

Rentmeesterrekening Merode, jaar 1417/1418, inv. nummer M 691

DIEPENSTEYN Transcripties van oude documenten

Stadsrekening Alkmaar

(De Guesen worden wel 8 maal genoemd, het woord [familie]wapen wel 14 maal)

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Transcriptie:

St. Catharina Gasthuis te Leiden Inventaris nummer 455 Cartularium A Registers van alle brieven die het St. Catharina gasthuis toebehoren 1397 1413 88 bladzijden, waarvan 85 met afschriften van eigendomsbewijzen 2 onbeschreven en 1 met aantekeningen B E W E R K I N G D O O R A N T H O N I U S V A N D E R T U I J N T E R H O O N

Voor eventuele vragen, opmerkingen en verbeteringen (anthonius@alice.nl). Als u gegevens uit deze bewerking gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, dient een verwijzing naar deze bewerking vermeld te worden. Bij gebruikmaking van gegevens uit deze bewerking ten behoeve van publicaties, in welke vorm dan ook, moet een adequate bronvermelding naar deze bewerking worden vermeld. Hierbij gevoegd een stuk getiteld: Overdruk van het Nederlands Archievenblad. Wat een onderzoek in het archief van het St. Katrinen gasthuis te Leiden aan het licht bracht. Dit is een register van alle brieven die sinte Katrijnen (gasthuis) oft tot (.) toe behoren. Ende dat van der (..) (Haerlem) br. in hoir naem. als si gasthuijs meesters waren aenden. was van sinte Pieters daghe ad Vincula int jair ons heren duijsent driehondert seven ende tnegentich weder tot sinte Pieters daghe. Ende soe wes brieve den gasthuijsse hier na meer an comen die selmen hier na an teijkenen. Nr. 1 folio 1 d.d. 1329 maandag na St. Margrietdag. Eerst enen brief van Dirc Mathijsz. van allen renten die op Rapenburch legghen. Wi rechter, ghemene scepene ende raet van Leijden make cond ende kenlike allen luden dat Gherijd van Boschuijsen ende Jan van Brabant die vijtmeesters van den gasthuijsse van Leijden bi onsen rade ende goedenken virhuijrt hebben Dirc Mathijs soen enen camp lants die beleghen heeft Dirc die Wise mit sinen lande an die noertside ende an die zuijtside ( ) der poerte Burchwal, om twie ende twintich scellingen hollants vrijs ghelts tsiaers te rechte poertrechte. Ende dese renten jairlicx te betalen, die ene helfte tot Voirscoter marcke ende die ander helfte tot Valkenburgher marcket. Voirt wair dat sake dat dese camp lants voirsz. vijt worde ghegheven te hofsteden opte huijsen opdat dese camp lants binnen der vrihede van Leijden ghericet worde. Soe soude Dirc Mathijs soen alsoe veel renten meer den gasthuijsse van Leijden gheven als den ghemene rechte van Leijden die dan an den rechte wesen sullen redelic ende moghelic dencker wesen. In kennesse der wairheijt soe hebbe wi rechter, ghemene scepenen ende rait voirscr. desen brief opene beseghelt met onsen cleijne seghel van (der poert). Ghegeven int jaer ons heren duijsent driehondert neghen ende twintich smanendaghes na sinte Margrieten daghe. Nr. 2 folio 1v. d.d. 1395 woensdag na Onze Vrouwendag. Enen brief dair Claes Jan Colijnsz. mede gepant wort ende te renten op sijn huijs staet. Wi Dirc van der Speck ende IJsebrant Strevelant Willaems soon scepene in Leijden oirkonden dat voir ons quamen Jan Louwerijs soen ende Claes Jan Colijns soens ende belieden sculdich te wesen Harman Bitter ende Claes Willem Borts soen tot des gasthuijs behoef vier pont hollants paijments, te betalen tot Valkenburgher marct naest comende. Ende Jan Louwerijs soen loefde Claes Jans soen voirscr. hier of schadeloes te houden. In oirkonde desen brieve beseghelt mit onsen seghelen. Int jaer ons heren duijsent driehondert vive ende tnechentich des woensdagen na Onser Vrouwen dach assumptio. Nr. 3 folio 1v. d.d. 1396 dinsdag na St. Bavendag. Enen doersteecken brief doer desen brief van renten. Wi Gelijs van Zwieten ende Boijdijn Dircx soen scepene in Leijden oirkonden dat quamen in eenre pandinghe Sijmon Sijmons soen ende Harman Bitter nu ter tijt gasthuijs meesters van sinte Katrinen gasthuijsse tot Leijden ende panden van des gasthuijs weghen mit recht ende mid vonnesse alse recht is. Ende scepenen wijsden an Claes Jan Colijns soens soens huijs ende erve dat gheleghen is op Rapenburch ende heeft an die een side beleghen Jan Colijns soen ende an die ander side Jacop die gorter mid horen huijsen ende erven, streckende voir vander straet after an Andries die scoenmakers erve. Ende panden an mit enen scepene brieve dair dese scepen brief doersteken is drie ende vijftich scellinghen ende vier penninghen hollans comans paijment, den derden penninc beter. Die scout voir sijn boeten twie scellingen goets ghelts, die den derden penninc beter. Comt te zamen mids den derden penninc beter vier pond ende vier scellinghe hollants comans paijments. Daer scepene of wijsden van den ponde twie scellinghen maect an jairlixen renten achte scellinghe ende vier penningen hollans paijments tsiaers. Te betalen alle jaer up sinte Baven dach. Welke pande stonden hoirren vollen stal na dat scepene wijsden dair en tenden boden die gasthuijs meesters voirscr. Claes Bort dese pande soe hi een rechter vans sheren weghen dat hi him die pande eijghende of mit recht in hun hilde, dair die rechter voirnoemt den gasthuijs meesters die pande over gaf ende te goede scout tot des gasthuijs behoef alse recht is. In oirkonde desen brieve beseghelt mit onsen seghelen. Int jaer ons heren duijsent driehondert ses ende tnegentich tsdincxdaghes na sinte Baven dach. Nr. 4 folio 2 d.d. St. Clements avond 1345. Enen brief van Claes van Sevenhuijsen tot Wassenair.

Wi Sijmon cappellaen van sinte Laurens oirder in der kercke te Wassenair ende Gherijd Zueem maken cond ende kenlic allen luden dat wi dair jeghenwoirdich waren dair Claes van Sevenhuijsen cofte een pond hollandts jaers vri paijments ghelts te Walichsdorp jeghens Jan Claes soen op sijn lant ende op sijn woninghe dier up staet. Dat erve metten husen men verbeterse met nuwer tijmmeringhe. Dese woninghe heeft beleghen Florijs Jacops soen op die west side met lande ten weeghe toe, Ghered Macken soen op die oistside met lande ten weghe toe, opt suijtende met der wateringhe die noert wt loept tusken den jonghen Jagher ende Jacop Voeghel, upt noert ende vander Gheest met Jacops lande grote Macken soen. (Ghenelt) dat Claes voernoemt dit pont ghelts vircopen soude, soes out Jan voirseijt copen voir ijement diet copen woude, om dien coopt diet ghelden mochte. Dese renten zullen in comen half te Voirscoter marct ende half te Valkenburgher marct ghelt of pande den derden penninc beter alst seede ende woente es van den lande. In oirconde deser dinc up dat alle dese voirwaerde stade ende vast sullen bliven voirscr. Ende om bede van Jan Claes soen dies ons bat, soe heb wi desen brief beseghelt met onsen seghelen. Ghegeven int jair ons heren diemen screef duijsent driehondert ende vive ende vertich up sinte Clements avond. Nr. 5 folio 2v. d.d. Ponciaensdag 1330. Enen brief van scepen van 1 goets ghelts tsiaers up Claes Pijls huijs ende erve ende nu is Jan sniders. Wi Robbrecht veren Hildegaerde zone ende Gheret Rutghaers zone scepene in Leijden maken cond ende kenlicke allen luden dat Claijs Pijl voir ons quam ende bekende hem dat hi vircoft heeft Gheret van Boschuijsen ende Jan van Brabant die nu te tiden sien vijtmeesters van den gasthuijse van Leijden tote gasthuijs behoef van Leijden een pont hollants vrijs ghelts jairlixer renten op zijn huijs ende up zijn erve dair hi nu ter wilen in woent. Ende beleghen heeft Gherijt Aelwijns soen mit sinen huijse ende erve an die een side ende Dieric Kint Ghisen soen mit sinen huijse ende erve an die andre side. Ende die pont ghelts sel bliven staen te poirtrechte. Jairlixe te betalen tot Voirscoter marcker ende tote Valkenburgher marcker. Ende wair dat sake dat Claes Pijl dit pont ghelts of losen wilde van sinen huijse ende erve, soe soude hi copen binnen der vrihede van Leijden een pont ghelts hollants daert den rechter scepenen ende raet van Leijden zeker ghenoech dachte wesen tote des gasthuijs behoef van Leijden alset nu is. Ende op dat erve dan te bliven te poirtrecht sonder virlegghen. In oirkonde desen brieve beseghelt met onsen seglen. Ghegeven int jair ons heren dusent driehondert ende dertich op sinte Ponciaens dach. Nr. 6 folio 3 d.d. donderdag op Dertien avond 1335. Dese brieve die hier na volghen sien an 1 goets ghelts tsiaers dat (huij) Claes van Reijnsburch cureijt inden Coedijc den gasthuijsse bewijst heeft op Gherijd Groeters scuijr ende nu ter tijt Sijman Sijmans soens is ende staet after Sijmans Borts. Allen den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen maken wi Claijs van Reijnsburch cureijt inden Coedijc, Jan van Brabant, Jan Jansz. van Moilnaers soen ende Hughe sijn broeder cond ende kenlic dat ons heer Lijclaes van Reijnsburch, Jans Moilnaers zone dair god die ziel of hebben moet, in de hant gheset heeft een hollants vrijs ghelts siaers in ghedenkenesse sijns vaders ziele, sijnre moeder ziele ende sijns selve ziele, jairlixs hoir jarichtide mede te doene. Wilc jarichtide wi begheren ende willen datmen jairlixs houden zel in sinte Pieters kercke te Leijden ghestadelic des manendaghes na jaersdaghe in manieren als hier na ghescreven staet. Inden eersten sel die prochipape mitten cappellanen die gheproevend sien in sinte Pieters kerck te Leijden of die proevende vir dienen des avonds vighelien singhen ende als die vigelien ghesonghen is, zoe selmen gaen tote sijns vaders grave tote siere moeder grave ende te sinen grave ende ghedenken den zielen ende dan selmen gheven over heren Lijclaes graf den prochipape ende sinen gheselle ho..lijc ses penninghen hollants. Item elken cappellane van heren Pieters vier cappellanen van Leijden, Gherijt Aelwijns soens cappelrie, heren Jan Rutgairs soens capelrie, Gheret Heijnen soens cappelrie, Dijerix cappelrie van der Dobbe, heren..nghen twie cappelrien van Leijden ende Ghije Gobburghen soens cappelrie ende die persoenre vten gasthuijsse te Leijden elc van desen cappellanen selmen gheven drie penninghen hollants. Item den coster in dese selve kercke drie penningen hollants. Item soe selmen gheven elken priester die dair te vighelie coemd ende mede in dese kerck gheproevend en is enen hollansche penning. Ende des manendaeges te mistide soe sel die prochipape voirscr. zielmisse zinghen mitten cappellane voirscr. Ende als die misse ghesonghen is so selmen gaen te grave als men des avonds dede ende ghedenken den zielen ende dan selmen gheven den prochipape ende sinen gheselle den cappellanen ende den coster alsoe vele als men him des avonds te vighelen gaf. Ende soe wie van desen voirghenoemden priesters des avonds te vighelen niet en quamen ter eijrster lesse ende des ochtens ten zielmisse niet en quamen ten kijrieleijsen die en soude niet hebben. Ende wair dat sake dat in sinte Pieters kercke te Leijden meer cappelrien ghedoeteerd...den zo wond wi datmen hem gave gheliken den anderen cappelrien die nu in sinte Pieters kercke tot Leijden zien. Ende om dat wi willen dat dese commennatio vaste ende ghestade blive soe setten wi onder tgasthuijs van Leijden dat

pont hollans siaers vijt te reken ende bewisen den gasthuijsse voirsz. die renten (up) Ghered Groeters scure daer een seekere brief of is. Ende van desen pont hollans siaers soe willen wi datter gasthuijs van Leijden heeft vijf scellingen hollans siaers ewelicken durende voir heren Lijclaijs ziele ende sienre ouders. Ende van desen vijf scellingen siaers zoe zullen die gasthuijs meesters die nu sien of die dan wesen sullen vigheli keersen berechten alse custume ende woonte is in sinte Pieters kercke voirscreven. Ende mitten vijftien scellingen hollans siaers zo zullen die gasthuijs meesters dese jarichtijt doen alse voirscr. staet bi raede vanden naesten vrienden daer of ghecomen is. Ende dat over die vijftien hollans siaers jairlixs blijft vanden jaerghetide dat saken die meesters vanden gasthuijsse gheven den armen dairt best an besteed is bi rade vanden naesten vrienden. Omme dat wi willen dat dit vaste ende ghestade bliven soe hebben wi Claijs van Reijnsburch cureijt op den Coedijc ende Jan van Brabant desen brief beseghelt mit onsen seghelen ende omme dat wij Jan ende Hughe Jans Moilnaers kinder voirsz. selve ghene zeghele en hebben, zo hebben wi ghebeden Ghered Aelwijns zone dat hi desen brief voir ons beseghelen wilde. Ende ic Ghered Aelwijns zone voirsz. om bede Jans ende Hughen Jans Moilnaers kinder voirsz. want si ghene zeghele en hebben, zo heb ic desen brief voir hem beseghelt mit minen seghele. Ende om die meerre zekerhede zo hebben wi ghebeden heren Dieric broeder in der Duijtscher oerde prochipape in sinte Pieters kercke te Leijden, Ghered Gorijs ende Ghered Gomer scepenen in Leijden dat si desen brief mit ons beseghelen willen. Ende wi heer Dirc broeder inder Duijtscher oerde ende prochipape in sinte Pieters kercke voirsz., Ghered Gorijs ende Ghered Gonter scepene in Leijden om bede heren Lijclaes van Reijnsburch cureijt op ten Coedijc, Jan van Brabant Jans ende Hughen Jans Moikiaens kinder voirsz. soe hebben wi desen brief mede beseghelt mit onsen seghelen. Ghegeven int jaer ons heren duijsent driehondert vij ende derich des donredaghes op den Dertienden avond. Nr. 7 folio 4 d.d. zaterdag na St. Mathijsdag apostel 1331. Noch van den selven. Wij Dammas Jans soen ende Hughe Wolbrants soen scepene in Leijden maken cond ende kenlicken allen luden dat Jan van Brabant ghecoft heeft ieghens Gheret den Groeter een pont hollans vrijs ghelts jaerlixser renten. Te virsien alle jare die ene helfte tote Voirscoter market ende die ander helfte tote Valkenburgher markte poertrechte op die huijs ende op dat erve dat beleghen heeft Aernt Hodde ende Haedewi Pieternelle Maes kinder ende Heijnric Spike rende Gheertruijd sijn moeder mit huijse ende mit erve an die noertside. Ende Colijn Ghered Groters sone, Williaem die poorter die hanscoemaker, Pieternelle Betteliaens weduwe ende hoir kinder, Hughe vander Bregghe ende Andries sien soene mit huijse ende mit erve an die zuijtside vander grafte, streckende toten middelweghe toe. Ende dese renten jairlixs te betalen alse voirscreven staet enen goede coninx tornoijen over achte penninghen gherekent. In oirkonde desen brieve beseghelt mit onsen seghelen. Ghegeven int jaer ons heren duijsend driehondert ene ende dertich saterdaghes na sinte Mathijs daghe apostele. Nr. 8 folio 4 d.d. zondag na Valentijnsdag 1335. Een doorsteken brief van den selven. Wij Ghered Gorijs ende Pieter Gouburgije zone scepene in Leijden maken cond ende kenliken allen luden dat Jan van Brabant quam voir gherechte ende droch op den gasthuijsse van Leijden twie brieve tote enen vrijen eijghen mit rechte ende mid vonnesse alse recht is. Ende scepene wijsden in manieren dat de meijsters van de gasthuijsse voirscr. die nu sien of wesen sullen jairlixs wittelikken ende trouweliken doen sullen ende houden alle poijnten ende voirwaerden die die twie brieve houden daer dese brief doir ghesteken is. In kennesse der wairheijt soe heb wi desen brief open beseghelt mit onsen zeghelen. Ghegeven int jaer ons heren duijsent driehondert vijf ende dertich sonnedagen na sinte Valentijns daghe. Nr. 9 folio 4v. d.d. woensdag na Odulphus dag 1344. Van Gherijd Groters huijse. Wij rechter, scepenen ende raet van Leijden maken cond allen luden dat wi (..) ons ghenomen hebbe een huijs ende een erve dat Ghered Groters plach te wesen ende gheleghen is in die Kercsteghe tot ere strate tot onser poerte behoef, dair Trude veren Machtelden dochter op hadde twie scellinghe hollants siaers. Wilke renten voirseijt wi Truden voirscr. bewisen in tenemen op onser poerte hofstede die gheleghen is int suijtende twisschen der Ameijde ende den wedde die Bertolmees Mande nu ter tijt jeghens den gherechte van leijden toit enen poertrechte ghehuijrt heeft, jairlix te betalen tote Voirscoter marcke. In kennesse der wairheijt soe hebben wi desen brief beseghelt mid onser ghemeenre poerte seghele. Ghegeven int jair ons heren duijsent driehondert vier ende vertich des woensdaghes na sinte Oedulfs daghe. Nr. 10 folio 4v. d.d. woensdag na Pouwelsdag in de winter 1349. Een brief van Wildijcken huijs van vijftien scellingen goets ghelts tsiaers ende staet alre naest Jans Gruters.

Wi rechter, scepenen ende raet van Leijden maken cond allen luden dat Willedijc ende Alijt Williaems dochter vten Campe sijn wijf quamen voir gherechte machtich ende werende hoirre sinne ende gaven mid hoire vrien wille in rechter aelmisse ende zalichede hoirre zielen, den gasthuijsse van Leijden na hoirre beijder doet vijftien scellingen hollants vrijs ghelts siaers alle jaer. Te virsien op hoir huijs ende erve dair si nu ter tijt in woenen. Ende beleghen heeft Reijmburch Gosekiaens an die ene side ende Steffenie Gherijd Goeden an dander side. Ende dese renten jairlix te betalen tote Voirscoter marckt, den armen mede te laven die int gasthuijs legghen. Ende soe wie van him beijden langher leeft die sel dese renten voirscr. op heffen ende ghedencken des anders ziele alsoe langhe als hi leeft. In kennesse der wairheijt soe hebbe wi desen brief beseghelt mit onser ghemeere poerte seghele. Ghegeven int jaer ons heren duijsent driehondert neghen ende vertich des woensdaghes na sinte Pouwels daghe inden winter. Nr. 11 folio 5 d.d. Jaersavond 1356. Enen brief op Oetgods Commenduijrs soens huijs van sestien hollants siaers ende staet op den hoec vander steghe bi den Noirtpoirthuijs. Wi Gherijd Rijcken Hofland ende Williaem vander Dobbe scepene in Leijden doen cond allen luden dat quam voir ons Oitgod Commelduijers soen ende gheliede dat hi vircoft heeft Jan van Brabant ende Philips Kerstands soen nu ter wilen beraders des gasthuijse te Leijden tote des gasthuijs behoef, sestien scellingen hollants siaers, te betalen alle jaers op den meijen dach in paijmente alse onse lieve heeren die grave munt van sinen jairlixen renten op zijn huijs ende erve dair hi nu ter tijt in woent. Ende beleghen heeft an die ene zide Florijs Hughens soen mit huijs ende erve ende an dander side Oitgods steghe, streckende vander grote strate op de Rijn. Ende Oirgod heeft him belijet betaelt den lesten penning mitten eersten van dese renten. In oirkonde desen brieve beseghelt mit onsen seghelen. Ghegeven int jaer ons heren 1300 ses ende viftich op den Jairsavond. Nr. 12 folio 5v. d.d. St. Catharina avond 1318. Reijnier vir Gobburghen soens ende Badeloghen sijns wijfs testament. Allen den ghenen die dese letter sullen sien of horen lesen maken wi cond ende kenliken Reijnier vir Gobburghe soen ende Badeloge sijn wijf dat wi machtich ons lives wetende onser sinne ende redene bi onsen vrien wille om zalichede ende oirbair onser zielen in testamente ende in aelmosse simpelike om gods willen ende in die ere der maghet sente Katrinen hebben ghegheven ende gheven van onsen goede den gasthuijsse te Leijden een pond ghelts hollantscher penninghen jaerlicx ewelike te stane, also dat wie berechters ende meesters zien vanden voirnoemden gasthuijsse zellen voer wtnemen na onser beijder doet, tvoerseijde pond ghelts van onsen ghemenen ende ghereetsten goede dat wi na onser doet erven. Ende wanneer onser eene stervet zo zal den voirnoemden gasthuijsse volghen jaerlix tien scellingen hollants ende wanneer onser beijder onbreket zo zal den gasthuijsse voirsproken volghen een pond gjelts jairlixs, in allen manieren als hier es voirscreven vant ghenen wi den voirnoemden gasthuijsse na onser doet elkerlijc een goed bedde, een paer slaeplaken ende een deken dat men met eren gheven mach voeren vt nemen eer ijement enich goet moghen aenennaem van onser beijder erfnamen. Ende met desen voirseijden pont ghelts zellen die meesters van den voernoemden gasthuijsse copen elkes jaers linne laken slaeplakene of te maken die arme liede op te legghen. Ende hier bi zo begheren wi ende willen darme onser zielen ghedencke alle daghe voer den altare inden gasthuijsse te Leijden. In kennesse dere dinghe zo heb ic Reijnier voirnoemd dese lettre mit mijns selves seghel beseghelt. Ende ic Badeloghe voernoemt belove ende verbinde mi onder Reijnier mijns mans seghel alle dese voerscreven zaken ende testament stade ende vaste te houden. Ende om die meerre zekerhede zo hebbe wi Reijnier ende Badeloghe voernoemde ghebeden ende bidden den rechter ende den scepenen van Leijden dat si desen brief beseghelt hebben mettet poerte zeghel van Leijden. Ende wi rechter ende scepenen voerseijt om bede Reijniers ende Badeloghen hebben wi desen brief met onser poerte zeghel beseghelt. Ghegeven int jaer ons heren dusent driehondert ende achtiene op sinte Katrinen avond der maghet. Nr. 13 folio 6 d.d. St. Margrietdag 1329. Enen brief van Gherijt Rutghaers soen. Ic Gheret Rutghers sone make cond ende kenlike allen luden dat ic ghegeven hebbe in rechter aelmosse ende in oirbair mijns vader ziele ende mijere moeder den gasthuijsse van Leijden twie scellingen hollants tsiaers, die ic hadde op dat erve dair nu ter wijlen Dijrc Havix soen woent. Ende beleghen heeft Pieter Gobburghe met sinen huijse ende erve an die ene zide ende Jan van Berkenisse met sinen huijse ende erve an die ander side. Ende dese rente jairlix te betalen tote Valkenburgher marcket. In oirkonde desen brieve beseghelt mit minen zeghele. Ende omdat ic wille dat dit vaste ende ghestede blive, soe hebbe ic ghebeden Andries Hansoeten soen ende meijster Dammes scepenen in Leijden dat si desen brief mit mi beseghelen. Ende wij Andries ende meester Dammes scepenen voirsz. hebben om bede Gheret Rutghaers sone voirscr. desen brief opene

beseghelt met hem onsen zeghelen. Ghegheven int jaer ons heren dusent driehondert neghen ende twintich op sinte Margrieten dach. Nr. 14 folio 6 d.d. maandag na O.L.Vrouwendag 1361. Enen brief van Wouter van der Bregghe van 31 st. hollants tsiaers, te virsien op alle Wouters goede. Wi Sijman Willems soen ende Willem Vlaminc scepenen in Leijden doen cond allen luden dat voir ons quam Wouter van der Brugghe ende beliede sculdich te wesen Gheret Jans soen ende Jan Melijs soen, nu ter wilen beraders des gasthuijs te Leijden of den ghenen diet namaels wesen sullen toit de gasthuijs behoef, een ende dertich scellingen hollants tsiaers lanthuijer penninc, te betalen alle iair te Voirscoten ende Valkenburger marct. Te virsien op al Wouters goet, soe wair gheleghen is. Ende wair dat Wouter voirsz. dese rente virlegghen woude op ander goed of lande, soe sel hi die renten virlegghen bi den scout, scepenen ende raet der stede van Leijden ende bi den beraders des gasthuijs voirsz. die dan ter tijt wesen sullen, op sulke goede of lande dair gasthuijs zeker an is der renten voirnoemt. In oirkonde dese brief besegelt mit onsen seghelen. Ghegeven int jair ons heren 1300 een ende tsestich smanendage na Onser Vrouwen dach assumptionis. Nr. 15 folio 6v. d.d. zondag voor St. Martijnsdag in de winter 1343. Enen brief van meester Jan die bardemaker van 10 scellingen vrijs ghelts tsiaers. Wij Andries Hansoeten soen ende Diric Vrancken soe scepenen in Leijden maken cond allen luden dat meester Jan die bardemaker voir ons quam ende gheliede dat hi vircoft heeft Claes van der Burch ende jonghen Ghered den Smeder die nu ter wilen wtmeesters sien van den gasthuijsse van Leijden, tien scellingen hollants vrijs ghelts siaers tot gasthuijs behoef voirseit, op sijn huijs ende op sijn erve dat beleghen hebben Reijnsent, Bertolmees weduwe van der Bregghe ende Diric van der Dobbe mit horen erve an die een side ende Claijs die dregher mit sinen huijse ende erve an dander side. Ende dese renten voirseit jairlixs te betalen tote Voirscoter marcte. Ende meester Jan voirseit die heeft bekent betaelt den lesten penninc mitten eersten van desen renten voirscr. In oirkonde desen brieve beseghelt mit onsen zeghelen. Ghegeven int jaer ons heren duijsent driehondert drie ende vertich des sonnendaghes voir sinte Martijns daghe inden winter. Nr. 16 folio 6v. d.d. Margrietdag 1366. Enen brief van Gherijt Claes soen van vijftien (scellingen) goets ghelts tsiaers. Ende den gasthuijsse an quam van Kerstant Spronc. Wi Michiel Gherijts soen ende Gherijd Heerman scepen in Leijden doen cond alle luden dat voir ons quam Gherijt Claes soen ende bekende sculdich te wesen Gherijt van Oestgheest ende Hughe Claes nu ter tijt gasthuijs meesters in Leijden of diet namaels wesen sullen tot gasthuijs behoef vijftien scellingen hollants goets ghelts tsiaers tot jairlixen renten. Te betalen elkes jaers op den meije dach, te virsien ende staende op die sevendeel van enen erve mit twien cameren diere achter staende, mit horen erven. Ende gheleghen sien bi der Volres grafte ende beleghen heeft an die ene zide Heijn Zuarte mit sinen huijse ende erve ende an die ander side Fije van der Haer mit haren huijse ende erve, mit eenre ghemeenre steghe dier tusschen gaet, streckende voir vander strate tot achtere an Nellen erve van IJepen. In oirconde desen brief beseghelt mit onsen seghelen. Ghegeven int jair ons heren 1300 ende sestich op sint margrieten dach. Nr. 17 folio 7 d.d. zaterdag na midvasten 1312. Enen scepenen brief van 20 st. tsiaers goet gelt op Coppen huijs van Alfen. Allen den ghenen die dese letteren sullen sien of horen lesen oirconde wi Didderic van der Dobbe ende Coppe van Alfen scepenen in Leijden dat Hughe van der Bregghe ghecoft heeft jeghens Coppe van Alfen twintich scellingen ghelts jairlix te poert rechte op sijn huijs ende op sijn erve, dat ghelegen is tusschen Gherets huijse van der Bregghe ende Pieternelle Maes huijse. Wilke twintich scellingen ghelts voirsz. Hughe vander Bregghe voirsz. elkes jaers in nemen sal tot Valkenburgher marcket. In kennesse van desen saken heb wi voirghenoemde scepen dese letteren beseghelt mit onsen zeghelen. Ghegeven int jair ons heren dusent driehondert ende tuaelve des saterdaghes na midvasten. Nr. 18 folio 7 d.d. dinsdag na St. Bonifacius dag 1328. Een doersteken brief van den selven brieve voirsz. Wi Robbrecht veren Hildegaerde sone ende Dieric IJden soen scepenen in Leijden maken cond ende kenlic allen den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen dat Hughe van der Bregghe heeft vircoft den gasthuijsse van Leijden een pond ghelts tsiaers dat hi hadde op Coppen huijs ende erve van Alfen, in allen manieren als die brief dair dese brief doer ghesteken es. In oirkonde soe hebben wi desen brief beseghelt met onsen seghelen. Ghegeven int jaer ons heren 1300 achte ende twintich des dincxdages na sinte Bonifaans dach. Nr. 19 folio 7 d.d. St. Agnieten avond 1328. Enen brief van een vrijs ghelts tsiaers op Gherijd Rijswic Wouter Oetgods soens

huijs ende erve. Wi Robbrecht veren Hildegaerde soene ende Wouter Hughen sone scepenen in Leijden maken cond ende kenlike allen luden dat Jan van Brabant ende Dieric IJden soen die wijdmeesters van den gasthuijsse van Leijden ghecoft hebben een pond vrijs ghelts tsaiers tieghens Gherijd Rijswijc Wouter Oetgods sone om neghen pond ende tien scellinghe hollants reder penninghe op sijn huijs ende erve jaerlix te virsien. Dat beleghen heeft Gherijd Rijswijc Vrancken sone mit sinen huijse ende erve an die zuijtside ende Pieter Philips sone mit sine huijse ende erve an die noertside tote gasthuijs behoef voirscreven. Ende Gherijd Rijswic Wouters sone voirscr. die heeft hem beliet van desen voer ghenoemden neghen ende tien scellingen hollants vol ende al betaelt, den lesten penninc mit den eersten, te betalen alle jare die een helfte van desen voirghenoemden pond ghelts te Voirscoter market ende die ander helfte te Valkenburgher market. Daer wair dat sake dattet Gherijd Rijswic Wouters sone voirscr. dit pond ghelts van sinen huijse ende erve daerd nu ter wilen op ghescreven staet, hebben woude, soe soude hi een pond hollants vrijs ghelts ter ander stede copen binnen der vrihede van Leijden tote gasthuijs behoef voirsz. daerd den rechter, scepenen ende raed van Leijden seker ghenoech dochte wesen. In oirkonde desen brieve beseghelt met onsen seghelen. Ghegeven int jaer ons heren dusent driehondert acht ende twintich op sinte Agnieten avond. Nr. 20 folio 7v. d. d. St. Margrietdag 1366. Enen brief van Aelwijn die cammaker ende Dirc die Buijer mede int gasthuijs quam. Ende dat huijs is nu Dirc die Haens. Wi Danel Jans soen ende Gherijt Heerman scepenen in Leijden oirconden dat Aelwijn die cammaker beloevede Willem Willems soen ende IJsebrant Roetaerts soen nu ter tijt raetslude binnen Leijden, of diet namaels wesen sullen tot behoef tgasthws tot Leijden ende derich pont hollants in paijmente als die een coman den anderen mede betaelt, als van die driedeel van een hws ende erve die Dirc Bwrs waren ende ghemien legghen mit Aelwijns voirsz. vierendel. Ende die raetslude voirnoemt Aelwijn vircoften mit wilken ghelde voirsz. ende mit twalif pond hollants paijments diere gasthws van Aelwijn ontfaen hebben, in reden ghelde Dirc Buuer mede ontfanghen is sine noetorft te hebben bi rade ende goedenken srechts van Leijden in den gasthuues voirsz. sijn leven. Te betalen dese ses eende dertich pont voirsz. tot sinte Jans misse tot midsomer naest comende. Ende wes Aelwijn voirsz. dan niet en betaelt, dat mach hi onderhouden ses jair lanc durende naest comende sinte Jans misse voirsz., tpont om twie scellingh hollants tsiaers in paijmente voirnoemt. Ende soe tot wat tijt Aelwijn wil binnen der tijt voersz. soe mach Aelwijn dese voirsz. beloften minren pont tsiaers mit tien ponden mit den virschenen renten in paijments voirsz. ende wes hi niet en mimrer noch en doet binnen der tijt voirnoemt dat het binnen staen tot jairlicxen renten tot portrecht te virsien ende staende op een huijs ende een erve dat voirscr. is ende Aelwijn nu ter tijt in woent. Ende beleghen heeft an die een side Hadewi Goeden DircTedemans soons weedwe mit horen erve ende an die ander side Sijman Rose mit sinen huijse ende erve ende mit eene steghe diere tuschen gaet. In oirconde desen brief beseghelt mit onsen seghelen. Ghegeven int jaer ons heren 1300 ses ende tsestich op sinte Margrieten dach. Nr. 21 folio 8 d.d. zaterdag na St. Louwerisdag 1391. Enen scepen brief van Willem Sonderlant op Pieters erve van Loen. Wi Jan die Bruijne ende Jan Grieten soen scepenen in Leijden oirkonden dat voir ons quam Pieter van Loen ende beliede Jacop van der Hant Pieters soen sculdich te wesen neghen ende dertich scellingen ende enen penninc hollants comans paijments tsiaers. Te betalen alle jaer tot Voirscoter marct. Te virsien ende bekende up een erve dat Pieter voirsz. jeghens Jacop voirscr. cofte. Ende gheleghen is op die Hoeghewoerde ende beleghen heeft an die ene side Arnt Boijdenare ende an die ander side Martijn Claes soen mit een steghe die dair tusschen gaet. In oirkonde desen brieve beseghelt mit onsen seghelen. Int jair ons heren duijsent driehondert een ende tnegentich tsaterdages na sinte Louwerijs dach. Nr. 22 folio 8 d.d. 08-05-1392. Enen doersteken brief hier op. Wi Jan die Bruijne ende Goeswijn Claes soen scepenen in Leijden oirkonden dat voir gherechte quam Jacop van der Hant Pieters soen ende gaf over Willem Sonderlant enen scepenen brief dair dese scepenen brief doersteken is, mit recht ende mit vonnesse alse recht is. Ende scepenen wijsden Willem voirsz. mede te winnen ende te virliesen in allen scijn oft Jacop van der Hant voirscr. selve wair. In oirkonde desen brieve beseghelt met onsen seghelen. Int jair ons heren 1300 twie ende tnegentich opten achtsten in meije. Nr. 23 folio 8v. d.d. St. Pieters avond ad Vincula 1396. Noch enen doersteken brief van den selven. Wij Gherijd Lam ende Baernt Jans soen scepenen in Leijden oirkonden dat voir gherechte quam Willem Zonderlant ende gaf over Harman Bitter ende Sijman Sijmans soen nu ter tijt gasthuijs meesters tot sinte Katrinen tot Leijden tot des gasthuijs behoef twie scepenen brieve dair dese scepen

brief doersteken is, mit recht ende mid vonnesse als recht is. Ende scepenen wijsden die gasthuijs meesters voirsz. of diet namaels wesen sullen tot des gasthuijs behoef mede te winnen ende te virliesen. In alle schijn oft Willem voirscr. selve wair. In oirkonde desen brieve beseghelt mid onsen seghelen. Int jaer ons heren duijsent driehondert ses ende tnegentich up sinte Pieters avond ad Vincula. Nr. 24 folio 8v. d.d. 9e dag in zelmaand 1386. Enen brief van Claes Jansz. Vos soen van 40 scellingen goets ghelts tsiaers. Wij Willem Heijnen soen ende Dirc Hoechstraet scepenen in Leijden oirconden dat voir ons quam Claes Jansz. Vos soen ende beliede sculdich te wesen Aernd Zoetinc ende Dirc Gillis soen van Zwieten nu ter tijt gasthuijs meesters binnen Leijden of diet namaels wesen sullen tot des gasthuijs behoef vertich scellinghe goets ghelts tsiaers, te betalen alle jaer tot Voirscoten ende Valkenburgher marcten. Te virsien op een huijs ende een erve dat gheleghen is op die Volres grafte ende beleghen heeft an die een zide Willem borduerwerker mit eenre steghe die dair tusschen gaet ende an die ander side Sijman Sijmans soen, beijde mit horen huijssen ende erven. Voirt sient voirwairde wanneer Claes Jans soen voirscr. of sijn erfnamen of dien hi dat huijs voirsz. vircoepet of lossenen moghen desen renten voirscr. elken pond mit twalif ponden voirsz. ende mid den renten wanneer si willen. In oirconde desen brieve beseghelt mid onsen seghelen. Int jaer ons heren duijsend driehondert sesse ende tachtich op den neghenden dach in zelmaent. Nr. 25 folio 9 d.d. St. Simon en Jude avond 1335. Enen brief van Sijmon Hanne corte Claijs soens sone van ses scelling hollants vrijs ghelts op sijn huijs ende erve ende Pieter Mast tiegen hun cofte. Wi Danel die Bruijne ende Gherijd Gonter scepenen in Leijden maken cond ende kenliken allen luden dat Sijman Hanne corte Claijs soens sone voir ons quam ende bekende hem dat hi sculdich is Pieter Mast ses scellinghe hollants vrijs ghelts jairlixser renten. Te virsien alle jaer op sijn huijs ende op sijn erve dat hi ghecoft heeft tieghens Dirc Willems soen ende beleghen heeft Florijs Bendekiaens sone mid sinen huijse ende erve an die noirdside ende Semeijnse Pieter Smeeds dochter mit horen huijse ende erve an die zuijdside. Ende dese renten jairlixs te betalen tote Voirscoter marcte. Voird wair dat sake dat Pieter Masts voirsz. ghebrake soe vanden dese renten volghen een jaer na siere doet den ghenen die hise besprake, in rechter ailmosse ende voird te comen opten gasthuijsse van Leijden. Voird wair dat sake dat Pieter Mast voirscr. ofte gasthuijsse van Leijden jairlix ijed ghebrake an desen voirghenoemden renten, dat souden si virsien op alle Sijmons goet voirscreven, soe wair datter gheleghen wair. In oirkonde desen brieve beseghelt mit onsen seghelen. Ghegheven int jair ons heren duijsent driehondert vijf ende dertich op sinte Sijmon ende Juden avond apostele. Nr. 26 folio 9 d.d. St. Simon en Jude avond 1355. Enen scepen brief van 30 scellingen hollandsche vrijs ghelts tsiaers op Heijn die oude scoenmakers huijs ende erve. Wi Dirc vanden Bosche ende Costijn vander Bregghe scepen in Leijden doen cond allen luden dat quam voir ons Heijnne doude scoenmaker ende bekende dat hi ghecoft heeft jeghens Hughen vanden Bosche Willaems sone een huijs ende erve dat beleghen heeft an die ene side Willaem Voet ende an die ander side Florijs Hughe sone, streckende mit den enen ende an die Grote strate ende mit den anderen ende an die Arpelsteghe om dertich scellinghe hollandsche vrijs ghelts jairlixe renten. Te betalen alle jare te Voerscoten ende Valkenburgher marcte enen vlaemsche groten voir achte penninghe ende anders paijment dair mede. Te virsien op dien huijs ende erve voirsz. In oirkonde desen brieve beseghelt met onsen seghelen. Ghegheven int jaer ons heren duijsent driehondert vijf ende vijftich op sinte Sijmon ende Jude avond apostelen. Nr. 27 folio 9v. d.d. donderdag na St. Simon en Jude dag 1355. Enen doersteken brief op desen brief. Wij Dirc van den Bosche ende IJsebrand Roetaerts sone scepen in Leijden doen cond allen luden dat quam voir ons Hughe van den Bosche Willaems zone ende gaf over Jacop Heijnen soen mit rechte ende mit vonnesse als scepen wijsen dat recht is enen scepen brief dair dese scepen brief duer ghesteken is, mede te winnen ende te virliesen gheliken offer Hughe selve wair. In oirkonde desen brieve bezeghelt mit onsen zeghelen. Ghegheven int jair ons heren 1300 vijf ende vijftich des donredag ba sinte Sijmon ende Juden dach apostelen. Nr. 28 folio 9v. d.d. St. Gregorius avond 1369. Noch enen brief van den selven. Wi Gherijd van Oestgheest Rutghers sone ende Jan Melijs sone scepen in Leijden doen cond allen luden dat voir ons quam Jan Jacop Heijnen soens soen ende gheliede dat hi vircoft heeft Hughe van den Bosche dertich scellingen (tsu??) in sulken paijmente dair men broet ende bier mede coepe binnen Leijden. Alsoe als si hun an quamen van Jacop sinnen vader voirscr. ende hi se hadde op Heijnrixs de oude scoenmakers huijs ende erve, dair hi nu ter tijt in woent int Noertende. Ende Jan

beloeft Hughen dese renten te waren jaer ende dach alse recht is. Voirt beliede Jan dat Hughe hun van desen renten vol ende al betaelt heeft, den lesten penninc mitten eersten. In oirconde desen brieve beseghelt mid onsen seghelen. Ghegheven int jaer ons heren dusent driehondert neghen ende tsestich op sinte Gregorijs avond. Nr. 29 folio 9v. d.d. dinsdag na Onze Vrouwendag 1371. Enen doersteken brief noch van den selven. Wi Willem Vlaminc ende Harman Willem soen scepenen in Leijden oirkonden dat van gherechte quam Hughe van den Bosche ende gaf over Grieten sinen wive drie scepenen brieven dair dese scepenen brieve doer ghesteken is, mit rechte ende mit vonnisse alse recht is. Ende scepenen wijsden Griete voirseijt mede te winnen ende te virliesen gheliken ofte Hughe voirnoemt selve wair. In oirkonde desen brieve beseghelt met onsen seghelen. Int jaer ons heren duijsent drije hondert een ende tseventich des dinxdaghes na Onser Vrouwen dach assumpcio. Nr. 30 folio 10 d.d. donderdag na St. Aachtendag 1365. Enen scepen brief van Dircs kinder van der Dobbe van 40 gr. goets ghelts tsiaers op huijsen ende erven. Wi Jan Melis soen ende Dirc van der Dobbe Hughen soen scepenen in Leijden doen cond allen luden dat quamen voir gherechte haer Hughe Heijnric Hongher, Bertelmees Willaem Dircx kinder van der Dobbe ende Ermanijs ende Dirc Claer haer susteren mit Wouter van der Bregghe, Danel Jans soen, Gherijd van der Grafte Bertolmees soen ende mit Dirc van den Bosch heuren (xier) vierendel ende voecht ende sconden quijt ende gaven over tot enen vrien eijghen IJsebrant Roetkerts soen ende Claes Jans die nu ter tijt ghasthuijsmeesters sien, of diet namaels wesen sullen tote gasthuijs behoef tot Leijden, twintich schellingen hollants goets ghelts tsiaers mit den houde, die si ghemenlic hadden op heren Willem Nannen huijs ende erve. Ende beleghen heeft ande een side Dirc Poes Jans soen mit sinen huijs ende erve ende an die ander side Hildewair Heijnrixs dochter, Florijs Valc ende Alijt Kerstants weedwe mit horen huijsen ende erven, streckende van der Hofgrafte an Dircxs kinder van der Dobbe voirsz. huus ende erve. Ende twintich scellingen hollants goets ghelts tsiaers mit den houde die si hadden op Jan Vos die talman huus ende erve dair hi nu ter tijt in woent. Ende beleghen heeft an die een side Jan van Brabant mit sinen huus ende erve ende an die ander side joncfrou Faeijs Stasuijs weedwe mit horen huus ende erve mit der steghe die dair tusschen gaet, streckende van den (middel?) weghe an Lijsbertken die gruntster huus ende erve. Mit recht ende mit vonnesse als scepen wijsden dat recht is. In oirkonde desen brief beseghelt mit onsen seghelen. Ghegheven int jair ons heren 1300 vive ende tsestichg des donresdaghe na Sinte Aechten dach. Nr. 31 folio 10v. d.d. donderdag na St. (Luciendag) 1370. Enen scepen brief van drie pond ende vier scellingen hollants paijments op Pieters huijs van der Hene, welc huijs nu ( ) is Florijs Jacop Gonsen soens. Wij Hughe van der Hant ende Florijs heren Jacobs soen scepenen in leijden oirconden dat voir ons quam Pieter van der Hene ende gheliede dat hi ghecoft heeft tieghens Hughen van den Bosche een huijs ende een erve te poertrecht om drie pont ende vier scellingen hollants paijments tsiaers, te betalen alle jare te Bamisse. Welc huijs ende erve gheleghen is an die Brede strate int Noortende ende beleghen heeft an die ene zide Oitgod die tijmmerman ende an die ande side Aechte Jacob weedwe mit horen kinderen, beijden mit horen huijsen ende erven. Ende waert ghevel dat Hughe van den Bosche voernoemt niet zeker ghenoech en waire sijn renten te virsiene op dit huijs ende erve voirsz. soe soude hi hem voert virsiene op al Pieters goet van der Hene voirsz. waert gheleghen waire. In oirkonde desen brieve beseghelt mit onsen seghelen. Int jaer ons heren duijsent drie hondert ende tseventch tsdonredagen na sint Luciendach. Nr. 32 folio 10v. d.d. dinsdag na O.L.V.dag assumptio 1371. Enen doersteken brief van den vooirsz. brief. Wij Willaem Vlaminc ende Harman Willems soen scepenen in Leijden oirconden dat voir gherecht quam Hughe van den Bosche ende gaf over Ghered Zeverijns soen ende Jacop Claes soen nu ter tijt vijtmeesters sien vanden gasthuijsse te Leijden, dien brief dair dese brief doerghesteken is, mit recht ende mit vonnesse alse recht is. Ende scepenen wijsden die vijtmeesters voirseijt of namaels wesen sullen mede te winnen ende te virliesen tot gasthuijs behoef voirsz. gheliken oft Hughe voirscr. selve waer. In oirkonde desen brieve beseghelt met onsen seghelen. Int jair ons heren duijsent driehondert een ende tseventich des dinxdaghes na Onser Vrouwen dach Assumpcio. Nr. 33 folio 11 d.d. maandag na Bavendag 1373. Wij Sijman Bort ende Gherijd van der Graft scepen in Leijden maken cond allen luden dat voir ons quam Reijner Jans soen die vischcoper ende beliede sculdich te wesen Dirc Jacop Willems soen soen een pond tsiaers goets ghelts mit den houde op sijn huijs ende op sijn erve dat hi tiegen Dirc voirsz. ghecoft heeft. Wilc huijs beleghen heeft an die een zide sinte Katrijn mit den gasthuijsse te Leijden ende an die ander side Aelbaren Philips soen, beijde mit horen huijsen ende erven streckende voir

vijten Rijn an Dirc Jacops soens erve voirscr. Ende dese renten alle iair te betalen tot Voirscoter marct. In oirkonde desen brief beseghelt mid onsen zeghelen. Ghegheven int jaer ons heren duijsent driehondert drie ende tseventich des manendaghes na sinte Baven daghe. Nr. 34 folio 11 d.d. dinsdag na beloken Pasen 1395. Enen doersteken brief dair dese brief mede overghegheven is. Wij Dirck van den Bosche ende Pieter Dircs soen scepenen in Leijden oiconden dat voir gherecht quam Sijmon Jude ende gaf over Harmen Bitter ende Claes Bort nu ter tijt gasthuijs meesteren van sinte Katrinen gasthuijse te Leijden tot des gasthuijs behoef enen scepen brief dair dese scepen brief doersteken is, mit recht ende mid vonnesse alse recht is. Ende scepenen wijsden den voirsz. gasthuijs meesters of diet namaels wesen sullen tot des gasthuijs behoef mede te winnen ende te virliesen in allen scijn oft Sijmon Jude selve waer. In oirkonde dese brieve beseghelt mit onsen seghelen. Int jaer ons heren duijsent drie hondert vive ende tneghentich tsdinxdaghe na beloken Paeschen Nr. 35 folio 11 d.d. St. Willebrordus dag 1375. Ic Heijnric van Tijel brueder van den Duijtschen huijse commenduijr ende prochijepaepe sinte Pieters kercke van Leijden doe cont allen luden dat ic die tien scellingen tsiaers die Pieter Jan Broijen soen besprac voir zijn ziel der papeliken proevende in sint Pieters kerck van Leijden op dat huijs ende hofstede die gheleghen sijn an die Breder straete tusschen huijsinghe des ghemenen gasthuijs aen die een side ende Aelbaren Philips soens aen die ander side. Ende nu ter tijt is beseten heeft Didderic Jacop Wilms soens soen Didderic voerghenoemt. meer noch sijnen nacomelinghen mit ghenen recht gheeijschen en sal noch ghe..nanen dan in slechten comans paijment. men ghemeenliken bier en broet om coempt binnen der stede van Leijden voirsz. In oirconde des briefs beseghelt met minen seghel. Ghegeven int jaer ons heren duijsent driehondert vive ende tseventich op sinte Willebrorts dach de conselsoers. Nr. 36 folio 11v. d.d. dinsdag na Beloken Pasen 1395. Enen waterbrief van Sijmon Juden huijse ende nu an tgasthuijs betijmmert is. Wij Dirc van Bosch ende Pieter Dircxz soen scepenen in Leijden oirkonden dat voir ons quam Sijmon Jude ende gheliede dat hi vercoft heeft Harman Bitter ende Claes Bort nu ter tijt gasthuijs meesters van sinte Katrinen gasthuijsse te Leijden tot des gasthuijs behoef een huijs ende een erve gheleghen an die Breedstraet ende heeft an die een side beleghen dat gasthuijs voirscr. ende an die ander zide Aechte Aelbaerns weedwe mit horen kinderen, mit horen huijsen ende erve, streckende voer vander straet after an Sijman Reijners soens huijs ende erve ende mid eenre steghe. Ende Sijmon Jude voirsz. loevede den gasthuijs meesters voirsz. of diet namaels wesen sullen tot gasthuijs behoef dit voirsz. huijs ende erve te waren, jaer ende dach alse recht ende allen commer of te doen die dair nu ter wilen op staet sonder vierdalf pond hollants comans paijments die dair op staen tot jairlixen renten. Ende Sijmon Jude liede hun hier of wel voldaen ende betaelt, den lesten penninc mitten eersten. In oircond desen brieve beseghelt mid onsen zeghelen. Int jaer ons heren duijsent driehondert vijf ende tnegentich tsdinxdage na Beloken Paeschen. Nr. 37 folio 12 d.d. dinsdag na Maria Magdalena dag 1386. Enen scepen brief van neghen pond tsiaers die Sijmon Vrederic den gasthuijsse bewijst heeft op huijs ende op erve binnen Leijden. Wij Hughe vande Hant ende Heijnric Boekel scepenen in Leijden oirkonden dat voir ons quam Sijman Vrederic ende bewijsde ende gaf over Gherijd Zeverijns soen ende Bertelmees van Zweten nu ter tijt gasthuijs meesters tot Leijden tots gasthuijs behoef bi wille ende goetdenken den ghemenen rechte van Leijden om mitte ende oirbair tsgasthuijse voirsz. neghen pond hollans comans paijments tsiaers alse voir elftalf hont lants luttel min of meer ende enen vijterdijc gheleghen inden ambocht van Zoeterwoude. Welc lant voirscr. beleghen heeft Gherijd Lam an die noertside ende an die zuijtside Sijman Vrederic, ant westende joncfrou Angniese van den Zijl ende ant oistende die Rijndijc. Voirt heeft den oesterdijc voirscr. beleghen Jan van Sandwic an die zuijtside ende Gherijt Lam an die noertside, streckende uten Rijn op an den dijc. Welcke neghen pond tsiaers voirsz. Sijman voirnoemt bewijst heeft up huijsinghe ende erve binnen der vrihede van Leijden, so si hier na ghescreven staen. Inden eersten up Splinter Ghisebrecht Essincs soens huijs ende erve vertich scellinghe hollans goets ghelts tsiaers dair Sijmon voirsz. up behout twalif penninghen goets ghelts tsiaers mitten houde. Welc huijs gheleghen is an die Brede strate ende beleghen heeft an die een side Louwerijs Ansems soen mid eenre steghe dier tusschen gaet ende an die ande zide Dirc Ghisebrechts, streckende an coman Gheenen huijs ende erve. Item op Willaem Aernt Belkijns soens huijs ende erve dat gheleghen is an die Mausemdus strate ende beleghen heeft Trude Reijnbrants weedwe an die een side ende Andries Gherijts soen an dander side dertich scellingen goets ghelts tsiaers dair Sijman voirscr. up behoirt ses penninghen goet ghelts tsiaers mitten houde. Item op Gherijd Dijddekuijs soens huijs ende erve dat gheleghen is bi der Volres grafte seven ende twintich scellingen ende ses penninghe goets ghelts tsiaers ende beleghen heeft an die een side Hughe Saenes ende an die ander side Aernt Goude (he

op ste..) wuijs clochuijs tien scellingen goets ghelts tsiaers, daer Sijman voirsz. up behout twalif penninghen goets ghelts tsiaers mitten houde. Ende beleghen heeft an die een side Sijman Sijmans soen ende an die ander side die Mausemdus strate. Iem op Willaem Jans Vos soens huijs ende erve twalif scellingen ende zes penningen goets ghelts tsiaers, dair Sijman Vrederic op behout tien scellinghen goets ghelts tsiaers mitten houde ende gheleghen is an die Brede strate ende beleghen heeft Dirc van Zwieten an die een side ende Sijman Vrederic an die ander side. Item op die erven die Jacop Ronsen plaghen te wesen ende ghelghen sien op Gansoerde tusken der stede veste ende sinte Nijclaes grafte bij den Nuwen Rijn, een pond hollans comans paijment tsiaers dair Sijmon Vrederic up behout vertich scellingen hollans comans paijment tsiaers. Ende dese voirsz. renten alle jaer te betalen tot Voirscoten ende Valkenburgher marcten. Voert soe gheloevede Sijman Vrederic voirsz. den gasthuijs meesters voirscr. tots gasthuijs behoef voirsz. dese voirgenoemde renten te waren jaer ende dach als men vrie renten sculdich is te waren. In oirkonde desen brieve beseghelt met onsen seghelen. Int jaer ons heren duijsent driehondert sesse ende tachtich tsdinxdaghes na sinte Marien Magdalenen dach. Nr. 38 folio 12v. d.d. 04-04-1358. Enen scepen brief van Hughe Heijnrixs soen van vier scellingen hollants tsiaers te version op sijn huijs ende op sijn erve. Wij Costijn van der Bregghe ende Filips Jans soen scepenen in Leijden doen cond allen luden dat quam van ons Hughe Heijnricxs soen ende beliede sculdich te wesen den gasthuijs te Leijden vier scellingen hollamts tsiaers. Te betalen jairlixe op den Nieijen dach. Te virsien op sijn huijs ende erve dat beleghen heeft an beijden ziden Jan Vrancken zoen mit sinen steghe die Dirc Vrancken soen besproken heeft in testamente den gasthuijsse voirnoemt. In oirkonde desen brieve beseghelt mid onsen seghelen. Ghegheven int jaer ons heren 1300 acht ende vijftich op den vierden dach van aprille. Nr. 39 folio 12v. d.d. dinsdag na Palm Pasen 1377. Enen scepen brief op Marten Willems soens huijs ende erve in die Mairsenmans steghe van een ende twintich scellingen ende achte penningen hollants comans paijments tsiaers ende nu is meester Pieter die Halsbreker. Wij Gherijd Lam ende Sijman Sijmans soen scepenen in Leijden oirkonden dat voir ons quam Martijn Willaems soen die Man (Foman?) ende beliede sculdich te wesen Dirc Sijmans soen een ende twintich ende achte penninghe hollants comans paijmente tsiaers mitten houde. Te versiene op een huijs ende een erve dat instru(ment) voirseijt (oeg ) Dirc voirsz. cofte ende gheleghen is in die Mairsemans steghe ende beleghen heeft an die ene zide Pieter Sijmans soen mid eenre steghe diere tusschen gaet ende an die ande zide Dirc Wolbrants soen. Ende dese voirseijde cauce alle jaer te betalen tot Voirscoter marcte. In oirkonde desen brieve beseghelt mid onsen seghelen. Int jaer ons heren duijsent driehondert seven ende tseventich tsdinxsdaghes na Palmen Paeschen. Nr. 40 folio 13 d.d. dinsdag na Bartholomeesdag 1377. Enen doersteken brief op desen brief voir sa. Wij Jacop van der Hant Claes soen ende Vrancke Dijedwaren soen scepenen in Leijden oirkonden dat voir gherechte quam Dirc Sijmans soen ende gaf over Dirc Jacobs soen ende Harman Boudijns soen nu ter tijt wtmeesters sien van den gasthuijsse te Leijden tots gasthuijs behoef ene scepene brief dair dese scepene brief doir ghesteken is, mid recht ende mid vonnesse alse recht is. Ende scepene wijsden die gasthuijsmeesters voirseijt of namaels wesen sullen, mede te winnen ende te virliesen tots gasthuijs behoef gheliken oft Dirc voirseijt selve wair. In oirkonde desen brieve beseghelt mid onsen seghelen. Int jair ons heren duijsent driehondert seven ende tseventich tsdinxdaghes na sinte Bertolmees dach. Nr. 41 folio 13 d.d. St. Willibrordusdag 1360. Enen scepen brief van Willekijn Harmen soen van sestien scellingen hollants. Wij Hughe Pieters soen ende Danel Jans soen scepene in Leijden doen cond allen luden dat voir ons quam Willekijn Harmen soen ende gheliede dat hi vircoft heeft Aerst Dircxs soen sestien scellingen hollants tsiaers, den dordrechts (e)en groten often vlaemschen voir achte penninghe. Te betalen alle jare tote heijlighe misse. Te virsien op een huijs ende een erve dat beleghen heeft an die een zide Ecke Sconcknijs ende an die ander zide Jacob Claes soen. Voird en liede Willekijn voirsz. dat hi vercoft heeft Aerst voirsz. vier scellingen hollants tsiaers paijments (.). Te betalen alle jare tot Voirscoter marcket ende te Valkenburgher marcket. Te virsien op ene uterdijc ende beleghen heeft aen die een zide Jan Pieters soen van Leijderdorpe ende an die ander zide Pieter Claijsz., coman Philips Zuagher. In oirkonde desen brieve beseghelt mid onsen seghelen. Ghegheven int jair ons heren 1300 ende tsestich op sinte Willibrorts dach. Nr. 42 folio 13v. d.d. woensdag voor St. Jansdag te midzomer 1375. Enen doersteken brief op desen brief voirsz.