fl j1 I Ie Beleidsbesluit. Omzetbelasting. Artikel 11, eerste lid, Auteur

bijlage 1 bij 2017-0000128611 Ministerie van Financiën Aan parafanten Belastingdienst / Directie Vaktechniek Belastingen Inhichtingen Datum 21 september 2015.. Notitienummer fl j1 I Ie Beleidsbesluit. Omzetbelasting. Artikel 11, eerste lid, Auteur onderdeel g, ten le, Wet OB. Wijziging van het besluit van 14 mel 2013, nr. BLKB2O13/810M Paraaf parafanten Dit besluit wijzigt het besluit van 14 mel 2013, nr. BLKB2O13/810M (Stcrt. nr. 13136). Dit besluit gaat in op de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad van 27 maaft 2015, nr. 13/02667 en de uitspraak van het Gerechtshof Den Bosch van 11 september 2015. Toelichting Bovengenoemde jurisprudentie heeft tot gevolg dat de medische vrijstelling faftikel, 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet 08) (veel) ruimer moet worden toegepast dan bij de wetswijziging van 1 januari 2013 was voorzien. Ook beroepsbeoefenaren die niet in de Wet BIG zijn opgenomen en beroepsbeoefenaren die wél in BIG zijn opgenomen maar buiten hun deskundigheidsgebied handelen kunnen in veel meer gevallen dan voorheen de vrijstelling toepassen op hun gezondheidskundige handelingen. De Hoge Raad heeft bepaald dat een paranormaal therapeut op HBO-niveau vrijgesteld is van btw omdat de verrichte gezondheidskundige diensten sooftgelijk zijn aan die van Wet BIG-beroepsbeoefenaren en voldoende kwaliteitsniveau hebben in vergelijking tot de Wet BIG-beroepsbeoefenaren. De zgn. Solleveldtoets krijgt hierdoor een ruim bereik. Het Hof Den Bosch heeft daarna beslist dat de strakke koppeling die de Wet 08 legt tussen de BIG-opleiding en de daarop gebaseerde gezondheidskundige handelingen niet zonder meer kan worden aangelegd. Niet voor afle beroepsbeoefenaren is namelijk het curriculum vastgelegd in de Wet BIG. In de casus die speelde stelde Hof Den Bosch vast dat dit het geval is bij voor aftsen. Dat betekent dat alle gezondheidskundige handelingen die een arts verricht tot zijn deskundigheidsgebied behoren en onder de vrijstelling vallen. Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad heeft de minister van VWS in de beantwoording op vragen van de vaste commissie voor VWS over de Btw vrijstelling voor beroepen in de geestelijke gezondheidszorg, toegezegd dat de Pagina 1 van 3

Verder is in het besluit opgenomen dat VWS heeft vastgesteld2 dat de door de Belastingdienst zich in haar handelen uiteraard aan dit arrest zal houden.1 De uitspraak van Hof Den Bosch dwingt tot een nog verdere verruiming. Dit besluit geeft uitvoering aan die toezegging. Beroepsbeoefenaren die niet onder de Wet BIG vallen en beroepsbeoefenaren die handelen buiten hun BIG-deskundigheidsgebied kunnen vanaf 27 maart 2015 (de datum van de uitspraak van de Hoge Raad) de btw-vrijstelling toepassen als zij kwalitatief sooftgelijke gezondheidskundige diensten verrichten als beoefenaren die voor hun gezondheidskundige diensten wel onder de Wet BIG vallen. Daarbij geldt dat een (erkende) afgeronde HBO-opleiding volstaat (of een erkende MBO-opleiding als de vergelijkbare BIG-beroepsbeoefenaar ook aldus is opgeleid), mits deze opleiding is gericht op de desbetreffende soortgelijke gezondheidskundige dienst. Voorts (als dit al niet in de desbetreffende opleiding is ingebed) dient de beroepsbeoefenaar ook een aanvullende opleiding medische basiskennis (MBK) of psychosociale basiskennis (PSBK) te hebben genoten (op HBO-njveau). Anders dan vöór de datum van het arrest is het bijvoorbeeld niet (meer) noodzakelijk dat de niet-wet-big-beroepsbeoefenaar ook een met de Wet BIG-opleiding overeenstemmend vakkenpakket heeft gevolgd. Daarnaast is het mogelijk dat beroepsbeoefenaren niet één opleiding hebben genoten maar (bijvoorbeeld) meedere verschillende opleidingen die tezamen kwalificeren als een opleiding op het vereiste HBO-niveau. Voor die gevallen wordt het mogelijk om via een zgn. EVC-ceftificaat aan te tonen dat zij over voldoende kwaliteitsniveau beschikken. Als de niet-big-beroepsbeoefenaar in het buitenland is opgeleid dient hij aan te tonen dat zijn opleiding gelijkwaardig is aan de (erkende) Nederlandse opleiding van de BIG-beroepsbeoefenaar die soortgelijke activiteiten verricht. Om ee.a. voor de praktijk te vereenvoudigen accepteren we daarbij een instemmende verkiaring van bijvoorbeeld het NUFFIC of het CIBG. Met deze voorwaarden sluiten wij aan bij de werkwijze van zorgverzekeraars. Zij Kinder- en Jeugdpsycholoog (Specialist) NIP en de NVO Orthopedagogen Generalist verrichte gezondheidskundige diensten kwalitatief soortgelijk zijn aan de gezondheidskundige diensten van GZ-psychologen (BIG beroepsbeoefenaren). Dit heeft tot gevolgd dat deze beroepsbeoefenaren voor die gezondheidskundige diensten de vrijstelling kunnen toepassen. Ditzelfde geldt voor de psychologen Arbeid en Gezondheid NIP. 2 V50 13 juli 2015, vergaderjaar 2014-2015, 29 282, nr. 230. Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 november 2014 inzake onderzoek vergelijking opleidingen GGZ beroepen (Kamerstuk 29 282, nr. 209). Pagina 2 van 3 vergoeden onder strikte voorwaarden kosten voor alternatieve gezondheidskundige diensten (hetgeen voor de Hoge Raad een beoordelingsaspect is bij het oordeel of de wettelijke vrijstelling van toepassing rvoor overeenkomsten gesloten met artikel 11

die warden gebruikt om snurken tegen te gaan. In het flu geldende beleidsbesluit zijn ook zogenoemde MRA s opgenomen als Tandprothesen voorbeeld van een tandprothese. MRA s zijn specifiek op maat gemaakte beugels Pagina 3 van 3

JA Bij tw,jfe! escalatie via vaktechnische Iijn (VTANA COIL VOIKG VOL) Par. 3.1 Besluit verzorging van de mens NEE Gezondheidskundige aan de individuele GEEN VRIJSTELLING 11.1.g.1 patient? bijlage 2 bij 2O17-OOOO12861i GEEN VRIJSTELLING 11.1.g.1 VRIJSTELING 11.1.g.1 V V NEE JA (VTANACOIL VOIKG VOL) BU twufel escalatie via vaktechnische Iijn t Par.4.1Beskut niveau is als de gelijkwaardig kwaliteits dienst die van een gezondheidskundige gezondheidskundige dienst van een Wet-BIG beoefenaar een beroepsbeoefenaar? Par. 3.2 Besluit 4 NEE deskundigheidsgebied? JA-* VRIJSTELING 11.1.g1 tot zijn Behoren de handelingen Verricht de beroeps Stap3 r -- NEE NEE aan de individuele patient) onder de Wet BIG vallen? verzorging van de mens beroepsbeoefenaren die Par. 3.2 Besluit (mits gezondheidskundige Door Door arts? Stap2 JAR. voor alle handelingen VRIJSTELING 11.1.g.1 Stroomschema beoordeling besluit BLKB20161433M 29 maart 2016

bijlage 3 bij 2017-0000128611 Ministerie van Financiën TER BESLISSING Aan de Staatssecretaris Directoraat-Generaal Belastingdienst Inhichtingen.. 15 11 ctit I e Paraaf de Staatssecretaris btw-vrijstelling arts-acupuncturist Datum oktober 2015 Notitienummer DGB/20 15-4875 Rubriek Seleid Auteur Van adjunct-directeur Fiscaliteit Via Via Via de secretaris-generaal CFAO Belastingdienst de directeur-generaal voor Fiscale Zaken Kopie aan 2xPA Medeparaaf Medeparaaf Medeparaaf de directeur IZV Directeur AFP Directeur Vaktechniek belastingen Aanleiding Het gerechtshof s-heftogenbosch heeft op 11 september 2015 geoordeeld dat een arts-acupuncturist de btw-vrijstelling voor gezondheidskundige diensten mag toepassen op acupunctuurbehandelingen. Kern We zien fiscaal-technisch geen mogelijkheden om het oordeel van het gerechtshof succesvol aan te vechten bij de Hoge Raad. Om die reden stellen we voor geen cassatie in te stellen en het uitvoeringsbeleid conform de uitspraak aan te passen. De wettelijke eis dat de door een arts verrichte gezondheidskundige dienst alleen is vrijgesteld als die dienst onderdeel vormt van de Wet BIG-gereguleerde opleiding van de arts, is door de uitspraak van het gerechtshof niet anger houdbaar. Dit betekent dat de vrijstelling ruimer moet worden toegepast dan door de wetgever oorspronkelijk is bedoeld. Vrijgesteld zijn dan alle gezondheidskundige diensten van een Wet BIG beroepsbeoefenaar binnen het kader van zijn deskundigheidsgebied. artikel 11 Pagina 1 van 4

Beslispunt Graag uw akkoord voor deze Iijn die volgt uit het niet in cassatie gaan tegen het oordeel van het gerechtshof s-hertogenbosch. Pagina 2 van 4 artikel 11 Op grond van het neutraliteitsbeginsel (Hof van Justitie, arrest Solleveld) geldt de btw-vrijstelling ook voor alternatieve gezondheidskundige handelingen van niet-wet BIG beroepsbeoefenaren en van Wet BIG beroepsbeoefenaren die buiten hun BIG-deskundigheidsgebied bezig zijn, mits die diensten soottgelijk zijn aan vrijgestelde gezondheidskundige diensten van een Wet-BIG-beroepsbeoefenaar. Voorwaarde is verder dat die alternatieve gezondheidskundige handelingen voor de zorgontvanger een gelijkwaardig kwaliteitsniveau hebben. Conform de uitspraak van het gerechtshof Den Bosch worden alternatieve gezondheidskundige handelingen sooftgelijk en kwalitatief gelijkwaardig geacht aan gezondheidskundige handelingen van een Wet BIG-beroepsbeoefenaar (binnen zijn deskundigheidsgebied) wanneer de handelingen gezondheidskundig zijn en er sprake is van een HBO opleiding op gezondheidskundig gebied. Het vereiste van de HBO opleiding volgt ook uit het eerdere arrest van de Hoge Raad over de paranormale therapeut waar die therapeut over een gezondheidskundige opleiding op HBO-niveau beschikte. Een MBO-opleiding volstaat alleen in de gevallen waarin een vergehjkbare Wet BIG-beroepsbeoefenaar op grond van de Wet BIG een MBO-opleiding heeft genoten (bijv. de verpleegkundige). Dit nieuwe beleid betekent dat alle gezondheidskundige diensten vrijgesteld zijn van btw als de aanbieder beschikt over een relevante gezondheidskundige opleiding op HBO/MBO-niveau. Conform de gebruikelijke gang van zaken wordt dit conceptbeleid eerst voor commentaar voorgelegd aan het bedrijfsleven en de NOB. artikel 1 O-2-g artikel 11

Toelichting Uit artikel 11, lid 1, onderdeel g, ten eerste, onder a van de Wet op de omzetbelasting 1968, volgt dat diensten op het vlak van de gezondheidskundige verzorging van de mens zijn vrijgesteld: 1. indien deze diensten worden verricht door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep; en 2. als die beroepsbeoefenaren een op dit beroep gerichte opleiding hebben voltoold waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet BIG; en 3. voor zover het gaat om diensten die tot het gebied van deskundigheid van dit beroep behoren en onderdeel vormen van de onder 2 bedoelde opleiding. In de casus die is beoordeeld door gerechtshof s-hertogenbosch (een artsacupuncturist) ging het om de vraag of werd voldaan aan de derde eis. In dat kader heeft het gerechtshof vastgesteld dat het gebied van deskundigheid van een arts in artikel 1, lid 2 van de Wet BIG zeer ruim is omschreven. Volgens deze bepaling vallen binnen het deskundigheidsgebied van een arts a/fe verrichtingen die tech tstreeks betrekking hebben op een persoon en ettoe strekken hem van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zifn gezondheidstoestand te beoordelen artikel 10-2-g Met betrekking tot de wettelijke voorwaarde dat (i.c.) acupunctuur onderdeel moet vormen van de Wet BIG-gereguleerde-opleiding constateert het gerechtshof dat bij of krachtens de Wet BIG niet is vastgelegd welke behandelwijzen tot de opleiding van een arts moeten behoren. De curriculumbeschrijvingen zijn een verantwoordelijkheid van de verschillende medische faculteiten. De Wet op de omzetbelasting 1968 stelt dus een (opleidings)eis waaraan in ieder geval bij de beroepsgroep artsen niet kan worden getoetst. Om die reden is het gerechtshof van mening dat de wetgever de btw-vrijstelling voor een (para)medisch beroep niet juist heeft omschreven (als bedoeld in artikel 132, lid 1, onderdeel c van de BTW-Richtlijn). Vervolgens oordeelt het gerechtshof dat took) op basis van een richtlijnconforme uitleg van onze wet de acupunctuurdiensten van een arts btw-vrijgesteld zijn. De acupunctuurbehandelingen hebben voor de zorgontvanger namelijk een gelijkwaardig kwaliteitsniveau als de reguliere gezondheidskundige diensten van een arts. Daarbij heeft het gerechtshof onder meer het opleidingsniveau van de arts (inclusief postacademische opleidingen) in aanmerking genomen. Gezien de relevante Europese jurisprudentie achten wij dit oordeel niet met succes aanvechtbaar. De beoordeling of alternatieve gezondheidskundige handelingen zoals bijv. acupunctuur of hypnotherapie soortgelijk zijn aan gezondheidskundige handelingen van een Wet BIG-beroepsbeoefenaar gaat volgens het gerechtshof niet verder dan de beoordeling of sprake is van een gezondheidskundige handeling. Wat dit betreft zou een andere visie in kunnen houden dat moet worden gekeken of de handelingen inhoudelijk soortgelijk zijn. In die zin zou dan per type gezondheidskundige handeling (bijv. voor hypnotherapie, speltherapie of integrale therapie) moeten worden bekeken of een Wet BIG-beroepsbeoefenaar, bijv. de psychotherapeut, inhoudelijk soortgelijke handelingen verricj artikel 10-2-U Het is duidelijk dat de interpretatie van het Gerechtshof s-hertogenbosch van de medische vrijstelling een ruimere toepassing van deze vrijstelling met zich brengt. a. Een Wet BIG-beroepsbeoefenaar kan de btw-vrijstelling toepassen op alle gezondheidskundige handelingen die behoren tot zijn deskundigheidsgebied zoals omschreven in de Wet BIG. Als dit deskundigheidsgebied in de Wet BIG Pagina 3 van 4

0GB 2015-2150 en DGB 2015-3074 Van gezondheidskundige verzorging van de mens is sprake als het voornaamste doel van de (para)medische handeling is de diagnose, behandeling en, voor zover mogelijk, genezing van ziekten of gezondheidsproblemen. Pagina 4 van 4 eng of nauwkeurig is omschreven, vallen alleen de omschreven handelingen onder de vrijstelling. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een verloskundige. Bij een arts vallen alle gezondheidskundige handelingen onder de vrijstelling, ook de niet-reguliere c.q. alternatieve diensten, die gericht zijn op het behoeden voor en genezen van ziekten en het beoordelen van de gezondheidstoestand. b. Uit Europese en nationale jurisprudentie volgt dat alternatieve gezondheidskundige handelingen vrijgesteld moeten worden als wordt voldaan aan het neutraliteitsbegins&. Hiervan is sprake als de betreffende beroepsbeoefenaren gezondheidskundige handelingen verrichten, die voor de zorgontvanger een (met de Wet BIG-beroepsbeoefenaar) gelijkwaardig kwaliteitsniveau hebben.j artikel 1 1 IDe Hoge Raad heeft in zijn arrest van 27 maart 2015 (paranormaal therapeut vs. psycholoog) bepaald dat een televante HBO-op!eiding een gelijkwaardig kwaliteitsniveau verzekert tegenover de Wet BIG-beroepsbeoefenaar met een academisch niveau (psycholoog, psychiater). Een MBO-opleiding volstaat alleen in de gevallen dat een vergelijkbare Wet BIG-beroepsbeoefenaar een MBO-opleiding heeft genoten (bijv. de verpleegkundige). Voor de Belastingdienst en belastingplichtigen wordt de regelgeving op deze manier eenvoudiger en goed uitvoerbaar. De eiastingdienst hoeft de alternatieve gezondheidskundige handelingen niet meet inhoudetijk te vergehjken met de reguliere gezondheidskundige handelingen en voor het kwaliteitsniveau wordt aangesloten bjj het objectief vast te stellen opleidingsniveau. Uiteraard blijft een scheidslijn dat sprake moet zijn van gezondheidskundige handelingen. Het Hof van Justitie heeft daarvoor al een definitie2 gegeven die in ons uitvoeringsbeleid is opgenomen. Verder zulen de gevolgen van een en ander voor de wetgeving worden bezien. artikel 11