ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

Vergelijkbare documenten
Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ5655

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:GHLEE:2010:BL7457 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2015.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:RBMAA:2010:BN4824

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ7318

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX2401

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960

ECLI:NL:GHARL:2017:6481

ECLI:NL:RBAMS:2015:10201

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:RBROT:2017:2554

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054


ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8752

ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264

ECLI:NL:GHSHE:2017:1325

ECLI:NL:RBGEL:2016:7082

ECLI:NL:RBALK:2003:AI0650

ECLI:NL:RBMNE:2016:7618

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBGEL:2017:2785

Transcriptie:

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste aanleg - enkelvoudig De politierechter veroordeelt een 20-jarige verdachte tot een werkstraf van 100 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, wegens openlijke geweldpleging en mishandeling van een man in Brummen. Zie LJN BL3805 en BL3513 voor de uitspraken van de andere twee verdachten. De politierechter verwerpt het verweer van noodweer. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Politierechter Parketnummer: 06/800866-09 Uitspraak d.d.: 10 februari 2010 tegenspraak/ip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte B], geboren te [plaats, 1990], wonende te [adres], raadsvrouw mr. Sanders, Doetinchem. Onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 januari 2010. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij op of omstreeks 21 maart 2009 in de gemeente Brummen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet deze [slachtoffer] (met kracht) een kopstoot heeft gegeven in/op/tegen het gezicht en/of de neus, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij op of omstreeks 21 maart 2009 in de gemeente Brummen opzettelijk mishandelend (met kracht) een kopstoot heeft gegeven in/op/tegen het gezicht en/of de neus, althans het hoofd, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht 2. hij op of omstreeks 21 maart 2009 in de gemeente Brummen met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit - het tonen en/of boven het hoofd opheffen van een houten stok/biljartkeu, althans een zwaar en/of stomp voorwerp en/of - het meerdere malen, althans éénmaal, slaan en/of stompen in/op/tegen het gezicht en/of de rug en/of het (overig) lichaam (terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag) en/of - het meerdere malen, althans éénmaal, (met kracht) (met geschoeide voet) schoppen en/of trappen in/op/tegen het gezicht en/of de zij en/of het (overig) lichaam (terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag) en/of - het meerdere malen, althans éénmaal, (met kracht) met een houten stok en/of een ijzeren paal, althans een hard en/of stomp voorwerp, slaan en/of steken en/of prikken in/op/tegen het been en/of de heup en/of de rug en/of het

(overig) lichaam (terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag) en/of - het (over de grond/straat en/of over een trap) (mee)slepen en/of (mee)sleuren van deze [slachtoffer] en/of - het geven van een kopstoot in/op/tegen het gezicht en/of de neus, althans het hoofd en/of - het meermalen, altans éénmaal, (met kracht) slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen op/tegen diverse plekken van het lichaam (terwijl deze [slachtoffer] werd (mee)gesleurd en/of (mee)gesleept over de grond/straat en/of trap) en/of - het zich niet distantiëren van bovenstaand geweld; art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij op of omstreeks 21 maart 2009 in de gemeente Brummen opzettelijk mishandelend [slachtoffer] - meerdere malen, althans éénmaal, (met kracht) met een ijzeren paal en/of een houten stok, althans een zwaar en/of stomp voorwerp heeft geslagen en/of gestoken en/of geprikt in/op/tegen het been en/of de heup en/of de rug en/of het (overig) lichaam (terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag) en/of - over de grond/straat en/of een trap heeft (mee)gesleurd en/of (mee)gesleept, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht Taal- en/of schrijffouten In het onder 1 subsidiair tenlastegelegde is niet de naam van het slachtoffer vermeld. De politierechter ziet dit als een kennelijke omissie nu uit de samenhang met het primair tenlastegelegde voldoende duidelijk blijkt dat het hier het slachtoffer [slachtoffer] betreft. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Vrijspraak Naar het oordeel van de politierechter is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan, nu niet is gebleken van opzet van verdachte gericht op het teweeg brengen van zwaar lichamelijk letsel. Daarnaast acht de politierechter het niet aannemelijk dat, indien de mishandeling zou zijn voltooid, deze zwaar lichamelijk letsel zou hebben veroorzaakt. De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.

Bewijsmotivering met betrekking tot de openlijke geweldpleging. De verklaringen van de getuigen [getuige A] en [getuige B] komen in grote lijnen overeen met de verklaringen van de aangever en getuige [getuige C]. De onafhankelijke getuige [getuige D], een politieagent die een proces-verbaal van bevindingen op heeft gemaakt, verklaart dat de jongen in elkaar werd geslagen door mannen met bedrijfskleding van de pizzeria, die maakten slaande bewegingen. Ook zag hij een ijzeren staaf op en neer gaan. Deze verklaring komt overeen met de verklaring van de getuigen [getuige A], [getuige B] en [getuige C]. Zij verklaren dat [slachtoffer] werd gestoken/geprikt met een ijzeren staaf, dit verklaart het op en neer gaan van de ijzeren staaf. Verder verklaren deze getuigen dat [slachtoffer] werd geslagen door de eigenaar en medewerkers van de Pizzeria. De getuige [getuige C] verklaart dat [verdachte B] met een houten stok in zijn handen naar buiten kwam en een gebaar maakte naar [slachtoffer] van kom maar op. Verder verklaart zij dat [slachtoffer] op een gegeven moment op de grond lag en door [verdachte C] werd geslagen in zijn gezicht en op zijn schouder en dat medeverdachte, nadat hij de ijzeren staaf van [slachtoffer] had afgepakt, stekende bewegingen op de rug van [slachtoffer] maakte met de ijzeren staaf. Vervolgens werd [slachtoffer] de Pizzeria ingetrokken en kreeg hij van [verdachte C] nog een kopstoot. Deze verklaring wordt in grote lijnen door de getuigen [getuige E], [getuige F] en [getuige G] bevestigd. Bewezenverklaring Naar het oordeel van de politierechter is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: 1 subsidiair: hij op 21 maart 2009 in de gemeente Brummen opzettelijk mishandelend, [slachtoffer] met kracht, een kopstoot heeft gegeven tegen het hoofd, waardoor deze pijn heeft ondervonden; 2. hij op 21 maart 2009 in de gemeente Brummen met anderen, aan de openbare weg, de [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit - het tonen van een houten stok, en - het meerdere malen, slaan in het gezicht en het overige lichaam terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag en - het meerdere malen, met een ijzeren paal, prikken tegen het been, de heup en de rug terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag en - het over de grond/straat meesleuren van deze [slachtoffer] en - het geven van een kopstoot tegen het hoofd. Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de politierechter niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de misdrijven:

1 subsidiair:mishandeling 2:Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Gevoerde verweren: Namens verdachte is aangevoerd dat hij een beroep doet op noodweer. Verdachte stelt dat hij aangever een kopstoot heeft gegeven omdat hij van aangever een stomp kreeg en zich bedreigd voelde. De politierechter verwerpt dit verweer. Verdachte is zelf opnieuw naar buiten gegaan nadat hij aangever uit de zaak had gezet. Hij heeft daardoor zelf de confrontatie opgezocht. Onder deze omstandigheden is geen sprake van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding waartegen noodzakelijke verdediging geboden was. Oplegging van straf en/of maatregel De politierechter heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de politierechter een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Deze taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de reclassering gehanteerde lijst van projectplaatsen. De politierechter heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat naar de ervaring leert, delicten als de onderhavige veelaal de oorzaak zijn van langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij het directe slachtoffer en bovendien bijdragen aan in de samenleving levende gevoelens van onveiligheid. Anderzijds heeft de politierechter in het bijzonder in aanmerking genomen dat het slachtoffer zich niet onbetuigd heeft gelaten. Hij heeft zich zeer hinderlijk opgesteld tegenover verdachte en zijn mededaders. Verder heeft de politierechter overwogen dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 57, 141 en 300 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is

bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten: een werkstraf gedurende 100 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 dagen Bepaalt, dat een gedeelte van de werkstraf, groot 40 uur, subsidiair 20 dagen hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht. Aldus gewezen door mr. Borgerhoff Mulder, politierechter, in tegenwoordigheid van Heebink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 februari 2010.