Inspectierapport De Hovercraft (BSO) Wieldraaierlaan 120 7577NR OLDENZAAL Registratienummer 666150345 Toezichthouder: GGD Twente In opdracht van gemeente: Oldenzaal Datum inspectie: 14-03-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 24-03-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening...9 Gegevens toezicht...9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij het jaarlijks onderzoek. Na de feiten over buitenschoolse opvang (BSO) De Hovercraft volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum BSO De Hovercraft maakt onderdeel uit van de organisatie Columbus Junior. Deze organisatie biedt kinderopvang op meerdere locaties in de gemeente Oldenzaal, de gemeente Losser en de gemeente Enschede. De buitenschoolse opvang is gehuisvest in een pand aan de Wieldraaierlaan 120 te Oldenzaal. De Hovercraft is met 40 kindplaatsen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen opgenomen. Inspectiegeschiedenis * 18-11-2014 jaarlijks onderzoek. Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. * 09-12-2014 incidenteel onderzoek in verband met een houderwisseling. * 12-05-2015 jaarlijks onderzoek. Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Bevindingen op hoofdlijnen Er wordt voldaan aan de in dit rapport getoetste voorwaarden. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Pedagogisch klimaat'. Per aspect wordt(en) eerst de praktijkobservatie(s) beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van wettelijke criteria. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar (versie januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basisdoelen vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Observatie Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. De kinderen laten hun emoties zien, zowel in positieve zin als in negatieve zin. De emoties zijn passend bij de situatie. Een voorbeeld deed zich voor toen 1 van de kinderen een spel niet had gewonnen. Zij begon te huilen en was boos. Maar ook andere emoties zoals blij, enthousiast en nieuwsgierig kwamen gedurende het inspectiebezoek tijdens verschillende situaties naar voren. Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie Kinderen hebben de mogelijkheid zich te ontspannen en/of de schooldrukte af te reageren. Zo werd er voor gekozen om eerst buiten te spelen en daarna binnen gezamenlijk wat te drinken. De kinderen kunnen vervolgens kiezen voor activiteiten die passen bij hun interesse en energieniveau. De beroepskracht vertelde dit op deze manier aan de kinderen: "Er is na het drinken een activiteit georganiseerd in de gymzaal. Wie wil hier aan mee doen? Je mag natuurlijk ook iets anders kiezen." Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interacties. Observatie De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Zij helpen daarbij om sociale vaardigheden met leeftijd- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen. De Hovercraft is een zogeheten sport en spel BSO. Er worden diverse sporten en spelvormen aangeboden. Een stagiaire vanuit de opleiding Sport en Bewegen had dan ook zowel buiten als binnen een activiteit voorbereid. In de gymzaal werd een stoelendans gedaan. Uiteindelijk bleef er 1 kind over dat had gewonnen. De beroepskracht stimuleerde de kinderen: "Ja, X. heeft gewonnen. Allemaal een applaus voor X.!" Normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast. Observatie 4 van 10
De beroepskrachten begeleiden kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Een beroepskracht vertelde in het interview dat de afspraken vóór het buiten spelen kort worden besproken met de kinderen: "Als de kinderen naar het toilet moeten, dan melden ze dat eerst bij ons. Anders zijn we kinderen kwijt. Ook herinneren wij ze er bijvoorbeeld aan dat ze niet in de bosjes mogen spelen.'' De buitenspeelruimte van de kinderen bestaat onder andere uit het schoolplein. "Hier spelen ook buurtkinderen. Daarom hebben de kinderen van buitenschoolse opvang De Hovercraft een hesje aan, zodat wij ze kunnen herkennen." Conclusie Er wordt zorg gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid, het ontwikkelen van de persoonlijke en de sociale competentie en de overdracht van normen en waarden. De beroepskracht is op de hoogte van de inhoud van het pedagogisch (werk)plan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (de heer Oude Hengel, leidinggevende) Interview anderen (beroepskrachten, stagiaire) Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Personeel en groepen'. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op het hoofdkantoor van Columbus Junior de verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten en de 2 stagiaires werkzaam bij buitenschoolse opvang De Hovercraft ingezien en beoordeeld. Conclusie De verklaringen voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De diploma's van de beroepskrachten zijn door de toezichthouder ingezien en beoordeeld op het hoofdkantoor van Columbus Junior. Conclusie Alle beroepskrachten werkzaam bij buitenschoolse opvang De Hovercraft beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Uit het interview met een beroepskracht blijkt dat elk kind bij een basisgroep hoort. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Conclusie Er wordt voldaan aan de voorwaarden voor opvang in groepen. Beroepskracht-kindratio Ten tijde van het inspectiebezoek op maandagmiddag 14 maart, waren er 16 kinderen aanwezig samen met 2 beroepskrachten en een stagiaire. Conclusie Er wordt voldaan aan de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (de heer Oude Hengel, leidinggevende) Interview anderen (beroepskrachten, stagiaire) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Hovercraft Website : https://www.columbus-junior.nl Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Columbus Junior B.V. Adres houder : Erve Medenboer 2 Postcode en plaats : 7577NG OLDENZAAL KvK nummer : 61747858 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Twente Adres : Postbus 1400 Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE Telefoonnummer : 053-4876700 Onderzoek uitgevoerd door : Laura Sauer- Huisman Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Oldenzaal Adres : Postbus 354 Postcode en plaats : 7570AJ OLDENZAAL Planning Datum inspectie : 14-03-2016 Opstellen concept inspectierapport : 21-03-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 24-03-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 04-04-2016 Verzenden inspectierapport naar : 04-04-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 14-04-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10