% 16/15

Vergelijkbare documenten
2.3. BELGIË Meer melkkoeien, minder zoogkoeien

2.3. BELGIË Minder melkkoeien, veel minder zoogkoeien

2.3. BELGIË Meer melkkoeien

Het aantal melkveehouders daalde tussen 2009 en 2010 met 5,5 %. De daling is iets groter in Vlaanderen dan in Wallonië.

(1) % 13/12

% 14/13

Het aantal melkveehouders daalde tussen 2008 en 2009 met 5,1 %. De daling is van dezelfde grootorde in Vlaanderen en in Wallonië.

2.2. EUROPESE UNIE Hogere prijs, meer melk. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 17/16

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten

2.2. EUROPESE UNIE Toename melkaanvoer halveert. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 16/15

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2018

MELKPRIJSVERGELIJKING MEI 2010

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

MELKPRIJSVERGELIJKING mei 2018

Impact van de Russische boycot. op de prijzen en de uitvoer. van bepaalde landbouwproducten. september 2015

////////////////////////////////////////// ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder. feb-13. jun-13.

IMPACTANALYSE RUSLAND

2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2013

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

De agrarische handel van Nederland in 2012

MELKPRIJSVERGELIJKING december 2018 bij levering kg per jaar

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2016

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Thuisverbruik van zuivel in België in 2017

Toekomstperspectieven Vlaamse melkveehouderij. Studiedag KBC AVEVE SBB. Aalter Grobbendonk

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING juni 2018 bij levering kg per jaar

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN?

MELKPRIJSVERGELIJKING oktober 2018 bij levering kg per jaar

MELKPRIJSVERGELIJKING AUGUSTUS 2010

OPMERKINGEN BIJ MELKPRIJSVERGELIJKING JANUARI 2011 MELKPRIJZEN

Bijkomende informatie:

MELKPRIJSVERGELIJKING JUNI 2014

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

MELKPRIJSVERGELIJKING FEBRUARI 2012

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Marktontwikkelingen varkenssector

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

De agrarische handel van Nederland in 2010

OPMERKINGEN BIJ MELKPRIJSVERGELIJKING NOVEMBER 2010 MELKPRIJZEN

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING Mei 2019 bij levering kg per jaar

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING JANUARI 2014

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

De agrarische handel van Nederland in 2013

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

MELKPRIJSVERGELIJKING mei 2017

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

LTO- minimelkmarktbericht 21 maart 2013, Klaas Johan Osinga

ALGEMENE VERGADERING 7 JUNI 2013 JAAROVERZICHT BCZ CBL

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau

In de periode januari- augustus is de gecumuleerde productie met 0.01 % gestegen.

MELKPRIJSVERGELIJKING APRIL 2012

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING DECEMBER 2014

Effect Russische boycot op prijzen en uitvoer. van een aantal landbouwproducten. Situatie eerste kwartaal 2016

MELKPRIJSVERGELIJKING september 2018 bij levering kg per jaar

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

OPMERKINGEN BIJ MELKPRIJSVERGELIJKING FEBRUARI 2011

De buitenlandse handel van België

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Bijkomende informatie:

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING november 2018 bij levering kg per jaar

MELKPRIJSVERGELIJKING november 2017

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING JANUARI 2017

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder. jun-13. apr-13.

Barometer kinesitherapie 2013

Beheerscomité dierlijke producten: zuivel. Isabelle Magnus Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid

MELKPRIJSVERGELIJKING augustus 2018 bij levering kg per jaar

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Transcriptie:

2.3. BELGIË 2.3.1. Meer melkkoeien De stijging in het aantal melkkoeien sinds 2012 heeft zich verder gezet in 2016. Ten opzichte van vorig jaar zien we nationaal gesproken een toename van 2,3%. Ook het aantal zoogkoeien stijgt, namelijk met 1,2%. Maar deze globale evolutie maskeert de verschillende ontwikkelingen in de regio s. In Vlaanderen groeide de melkveekudde met bijna 6%, terwijl die opnieuw daalt in Wallonië (-2,8%) na een stabilisering in 2014. In ruim 30 jaar tijd is het aantal melkkoeien in België bijna gehalveerd. Aantal koeien en melkveehouders per landsgedeelte 1984 2000 2005 2015 2016 % 16/15 a) BELGIE Melkkoeien 993 871 593 788 522 906 523 964 536 107 2,3 Zoogkoeien 160 566 508 857 483 276 463 420 469 131 1,2 TOTAAL 1 154 437 1 102 645 1 006 182 987 384 1 005 238 1,8 Bedrijven met melkkoeien 47 053 17 639 15 181 12 076 - - Bedrijven met zoogkoeien 14 729 22 766 20 756 15 368 - - b) VLAANDEREN Melkkoeien 533 875 327 067 292 958 308 463 326 781 5,9 Zoogkoeien 43 438 182 913 176 354 191 143 193 644 1,3 TOTAAL 577 313 509 980 469 312 499 606 520 425 4,2 Bedrijven met melkkoeien 27 663 9 961 8 862 6 658 - - Bedrijven met zoogkoeien 7 004 11 927 11 245 8 244 - - c) WALLONIE Melkkoeien 459 831 266 657 229 948 215 216 209 225-2,8 Zoogkoeien 117 106 325 880 306 922 272 157 275 298 1,2 TOTAAL 576 937 592 537 536 870 487 373 484 523-0,6 Bedrijven met melkkoeien 19 382 7 676 6 316 5 413 - - Bedrijven met zoogkoeien 7 722 10 836 9 507 7 116 - - d) BRUSSELS GEWEST Melkkoeien 165 64 71 285 101-64,6 Zoogkoeien 22 64 63 120 189 57,5 TOTAAL 187 128 134 405 290-28,4 Bedrijven met melkkoeien 10 2 3 5 - - Bedrijven met zoogkoeien 3 3 4 8 - - Bron: FOD Economie/Statbel, op basis van de gegevens van Sanitel vanaf 2014 - : niet beschikbaar 30 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

2.3.2. Daling van het aantal melkleveraars Net zoals in andere subsectoren van de landbouw daalt het aantal melkleveraars. In 2016 zijn er 6,1% minder melkleveraars dan in 2015. Een daling van het aantal melkleveraars van 6% dateert reeds van 2009. De lage melkprijs in 2015 en 2016 heeft bijgedragen tot de toename van het afvloeiingspercentage in 2016. Aantal melkleveraars per landsgedeelte Vlaanderen Wallonië België December 2015 4 759 3 151 7 910 December 2016 4 489 2 942 7 431 Verschil (%) -5,7-6,6-6,1 April 2016 4 716 3 136 7 852 April 2017 4 424 2 943 7 367 Verschil (%) -6,2-6,2-6,2 Bron: MCC-Vlaanderen, Comité du Lait Op basis van de maandelijkse statistieken van de Interprofessionele Organismen met betrekking tot de melkkwaliteit, waren er eind 2016 nog 7.431 leveraars actief, waarvan 60% Vlaamse en 40% Waalse. In 2016 daalt het aantal melkleveraars op Belgisch niveau (-6,1%) opnieuw sterker, ondanks de signalen van vertraging in 2014 (-2,6% t.o.v. -3,0% in 2013). Sinds 2015 verschijnen er regionale verschillen. Zo daalt het aantal melkveebedrijven in Vlaanderen met 5,7% terwijl dit 6,6% bedraagt in Wallonië. BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 31

2.3.3. Toch nog stijging van de melkleveringen De melkleveringen in 2016 stegen met 3,2%. Dit is een sterkere groei dan vorig jaar, maar blijft lager dan het historisch record van 5% in 2014. De groei situeerde zich vooral in de eerste kwartaal van 2016. Tijdens de tweede helft van 2016 werd er maandelijks een inkrimping, of eventueel een stabiele situatie, opgetekend ten opzichte van dezelfde maand in 2015. Dit is te wijten aan de slechte marktsituatie wereldwijd, en mogelijks ook aan het Europese vrijwillige steunprogramma dat een reductie in de melkproductie beoogde. De afgelopen tien jaar zijn de melkleveringen in ons land met 26 % gestegen. De leveringen van melk evolueerden als volgt: (1.000 l) % (1.000 l) % 1985 3 054 893-2002 2 968 894 1,1 1986 3 171 685 3,8 2003 2 956 094-0,4 1987 3 040 941-4,1 2004 2 968 838 0,4 1988 2 958 442-2,7 2005 2 936 593-1,1 1989 2 995 901 1,3 2006 2 924 949-0,4 1990 2 905 869-3,0 2007 3 008 685 2,9 1991 2 877 111-1,0 2008 2 998 543-0,3 1992 2 870 287-0,2 2009 3 098 002 3,3 1993 2 863 430-0,2 2010 3 214 434 3,8 1994 2 902 363 1,4 2011 3 259 187 1,4 1995 2 958 169 1,9 2012 3 222 409-1,1 1996 2 919 074-1,3 2013 3 299 539 2,4 1997 2 883 155-1,2 2014 3 464 609 5,0 1998 2 939 022 1,9 2015 3 563 796 2,9 1999 2 898 094-1,4 2016 3 678 542 3,2 2000 2 945 392 1,6 2001 2 937 807-0,3 Bron: Ministeries van de Vlaamse en Waalse Gemeenschap Wanneer we de leveringen op regionaal niveau bekijken zien we grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië. Onderstaande tabel geeft aan hoeveel melk er op jaarbasis wordt geleverd door melkleveraars in Vlaanderen en in Wallonië. Deze melk kan geleverd zijn aan zowel Vlaamse als Waalse kopers. In vergelijking met 2015 werd er voor 2016 een stijging opgetekend in de leveringen van bijna 7%, terwijl men in Wallonië ziet dat de melkleveringen daalden met 6%. Op twee jaar tijd, namelijk sedert 2014, bedraagt de toename in Vlaanderen 13,6%, terwijl Wallonië een daling met 7,7% kent. De regionale melkleveringen evolueerden als volgt: Vlaanderen (1.000 l) % (1.000 l) % 2014 2 191 922-1 295 396-2015 2 327 336 6,2 1 271 577-1,8 2016 2 489 603 7,0 1 195 268-6,0 Bron: MCC-Vlaanderen, Comité du Lait Wallonië 32 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

2.3.4. Gemiddelde melklevering nadert 500.000 liter In 2016 is het gemiddelde geleverde volume per melkveebedrijf gestegen met bijna 10%, tot 495.000 liter. Sinds 2006 zijn de gemiddelde leveringen in ons land verdubbeld, namelijk van 247.000 naar 295.000 liter. Deze evolutie is het resultaat van een toename van de melkleveringen met 26% en een daling van het aantal melkleveraars met 37% in het afgelopen decennium. Evolutie melkaanvoer per leveraar Leveraars Gemiddelde levering Aantal % verschil Liter/jaar % verschil (1) t.o.v. vorig jaar t.o.v. vorig jaar 1980 45 392 64 855 1984 (2) 39 554-3,2 75 831 4,2 1990 (3) 27 702-5,7 104 897 5,7 1992 24 380-6,2 117 735 6,4 1993 22 406-8,1 127 797 8,5 1994 20 838-7,0 139 282 9,0 1995 19 410-6,9 152 404 9,4 1996 18 375-5,3 158 844 4,2 1997 18 194-1,0 158 467-0,2 1998 17 604-3,2 166 952 5,4 1999 16 960-3,7 170 878 2,4 2000 16 475-2,9 178 780 4,6 2001 15 569-5,5 188 696 5,5 2002 14 846-4,6 199 979 6,0 2003 14 226-4,2 207 796 3,9 2004 13 602-4,4 218 265 5,0 2005 12 690-6,7 231 410 6,0 2006 11 838-6,7 247 081 6,8 2007 11 136-5,9 270 176 9,3 2008 10 649-4,4 281 579 4,2 2009 9 963-6,4 310 951 10,4 2010 9 532-4,3 337 226 8,4 2011 9 145-4,1 356 390 5,7 2012 8 733-4,5 368 992 3,5 2013 8 473-3,0 389 418 5,5 2014 8 251-2,6 419 902 7,8 2015 7 910-4,1 450 543 7,3 2016 7 431-6,1 495 027 9,9 (1) 1980-2000 : Gemiddelde maandelijkse cijfers; vanaf 2001: situatie op 31 december (2) 1984: Gemiddelde procentuele verandering per jaar in de periode 1980-1984 (3) 1990: Gemiddelde procentuele verandering per jaar in de periode 1984-1990 Bron: IO'n, Kwaliteitsuitslagen BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 33

34 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

Vet- en Eiwitgehalte Vetgehalte (g/l) Verschil Eiwitgehalte (g/l) Verschil 1984 36,88 0,10 32,63 0,04 1992 40,80 0,05 34,05-0,01 1993 41,47 0,67 34,26 0,21 1994 41,46-0,01 34,15-0,11 1995 41,37-0,09 34,15 0,00 1996 41,92 0,55 34,35 0,20 1997 41,97 0,05 34,41 0,06 1998 42,25 0,28 34,25-0,16 1999 41,75-0,50 34,14-0,11 2000 41,95 0,20 34,20 0,06 2001 42,14 0,19 34,28 0,08 2002 42,15 0,01 34,41 0,13 2003 42,19 0,04 34,33-0,08 2004 42,59 0,40 34,40 0,07 2005 42,12-0,47 34,34-0,06 2006 42,21 0,09 34,49 0,15 2007 41,97-0,24 34,87 0,38 2008 41,97 0,00 34,70-0,17 2009 42,15 0,18 34,49-0,21 2010 42,23 0,08 34,90 0,41 2011 41,93-0,30 34,83-0,07 2012 42,29 0,36 34,96 0,13 2013 42,08-0,21 34,96 0,00 2014 41,46-0,62 34,93-0,03 2015 41,99 0,53 35,02 0,09 2016 42,02 0,03 35,17 0,14 Bron: NIS en Ministeries van de Vlaamse en Waalse Gemeenschap Het gemiddeld vetgehalte van de melkleveringen van 2016 is nagenoeg stabiel gebleven en bedraagt 0,03 gram per liter ten opzichte van 2015 en bedraagt 42,02 gram. Het eiwitgehalte steeg met 0,14 g naar 35,17 g/liter. 2.3.5. De Vlaamse melkveehouderijen zijn de best gestructureerde Op basis van de verdeling van de melkleveringen per melkleveraar, kan een beeld worden geschetst van de grote structurele bedrijfsverschillen in de Belgische melkveesector. Vroeger werden de structurele verschillen bekeken aan de hand van de toegekende quota. Het kengetal quotum verloor de laatste jaren echter aan realiteitswaarde om de omvang van melkveebedrijven weer te geven. De melkleveringen weken meer en meer af van het quotum. Een vergelijking van de huidige leveringen gedurende een kalenderjaar en de vroeger toegekende quota voor een zuivelcampagne is dus weinig relevant. BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 35

In 2015 leverde 8,8% van alle leveraars minder dan 100.000 liter. Daar tegenover staat een stijgend aantal melkveebedrijven, namelijk 32,0%, dat meer dan 500.000 liter levert. Deze bedrijven zijn goed voor 61,1% van de totale Belgische melkleveringen. In 2013-2014 vertegenwoordigden deze bedrijven 25,7% van de bedrijven en 50,8 % van het nationale quotum. De categorie van de bedrijven met meer dan 1.000.000 liter vertegenwoordigt 7,0% van de Belgische melkveehouders. Deze melkleveraars zijn goed voor 22,7% van de nationale leveringen. De kaap van 500.000 liter is nog steeds de scharnierwaarde waaronder de evolutie van het aantal bedrijven daalt, terwijl boven deze waarde het aantal bedrijven stijgt. Deze scharnierwaarde bedroeg nog 200.000 liter in de zuivelcampagne van 2004-2005. Verdeling van de melkleveraars in 2015 Geleverde liters Producenten Hoeveelheid melk (liters) aantal % mio. lit. % < 50.000 209 2,6 6 0,2 50-99.999 503 6,2 39 1,1 100-199.999 1 398 17,3 211 5,9 200-299.999 1 302 16,1 323 9,0 300-399.999 1 145 14,2 398 11,2 400-499.999 923 11,4 411 11,5 500-599.999 759 9,4 416 11,7 600-699.999 482 6,0 312 8,7 700-799.999 340 4,2 255 7,1 800-899.999 237 2,9 200 5,6 900-999.999 203 2,5 192 5,4 1.000-1.499.999 414 5,1 492 13,8 1.500-1.999.999 93 1,2 159 4,5 >2.000.000 56 0,7 156 4,4 > 500.000 2 584 32,0 2 184 61,1 TOTAAL 8 064 98,2 3 572 100,0 Bron: Ministeries van de Vlaamse en Waalse Gemeenschap De cijfers van de gemiddelde leveringsgegevens per regio laten ons toe om de structurele verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië vast te stellen. De veehouderijen met de grootste gemiddelde melkleveringen bevinden zich in Vlaanderen. Hier bedraagt het gemiddelde bijna 555 000 liter op jaarbasis. In Vlaanderen liggen de gemiddelde individuele melkleveringen ruim 36% hoger dan in Wallonië. De gemiddelde leveringen per bedrijf blijven ook in 2016 stijgen in de twee regio s. De sterkste stijging wordt geregistreerd in Vlaanderen: 13,4%. In Wallonië zien we een stijging van 0,7%. Gemiddelde leveringen per melkleveraar, per regio (1.000 l) 2014 2015 2016 % 16/15 Vlaanderen (1) 445 875 489 039 554 601 13,4 Wallonië (1) 388 425 403 547 406 277 0,7 België (2) 419 902 450 543 495 027 9,9 (1) Bron: MCC-Vlaanderen, Comité du Lait (2) Bron: Ministeries van de Vlaamse en Waalse Gemeenschap 36 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

2.3.6. Zuivelindustrie verwerkte 10% meer melk De melkverwerking door de zuivelindustrie in België is de laatste jaren fors gestegen en in 2016 ging het om 4.454 miljoen liter melk. De stijging van bijna 400 miljoen verwerkte liters is toe te wijzen aan de daling in uitvoer in bulk, de stijging van de melkleveringen en de stijging in invoer in bulk. Hiermee kan de nieuwe productiecapaciteit sneller dan verwacht optimaal benut worden. Sedert 2006 is de melkaanvoer met 26% of 754 miljoen liter gestegen. In dezelfde periode bedroeg de stijging van het netto volume ingevoerde melk 631 miljoen liter. De volumes verwerkte melk in ons land zijn dus gestegen met bijna 1,4 miljard liter in 10 jaar. Dit is een stijging van 45%. De forse toename van de melkverwerking laat de zuivelindustrie toe om een performant verwerkingsapparaat van voldoende schaalgrootte operationeel te stellen en te houden. Dit komt de werkgelegenheid, de uitvoer en de handelsbalans ten goede. Verwerking van melk door de zuivelindustrie Jaar Melkaanvoer (mio liter) Invoer bulk Uitvoer bulk Saldo in/uitvoer Melkverwerking 2006 2 925 486 336 150 3 075 2008 2 999 486 381 105 3 104 2010 3 214 552 508 44 3 258 2012 3 222 730 492 238 3 460 2013 3 300 760 300 460 3 760 2014 3 465 921 509 412 3 877 2015 3 564 1063 547 516 4 080 2016 3 679 1117 342 775 4 454 Bron : Ministeries van de Vlaamse en Waalse Gemeenschap en ZMB 2.3.7. Melkprijsdaling uiteindelijk beperkt tot 1 cent per liter Volgens de jaarlijkse enquête over de melkprijs die gehouden werd bij de bedrijven die aangesloten zijn bij het Algemeen Verbond der Coöperatieve Zuivelfabrieken (AVCZ) bedroeg de in 2016 reëel uitbetaalde prijs voor melk 27,64 euro per 100 liter. Het gaat hier over melk met 42,01 g vet per liter en 35,14 g eiwit per liter. De melkerijpremies en nabetalingen zijn inbegrepen, de BTW niet. Deze prijs stemt overeen met een daling van 30% t.o.v. de topprijzen in 2013. Ten opzichte van 2015 daalt de prijs met 4%, stijgt de hoeveelheid vet per liter en daalt de hoeveelheid eiwit per liter. Dit is in lijn met de prijsevoluties voor melkvet en -eiwit op de markt. De melkprijs uitbetaald in 2016 is de laagste na 2009. Toen werd er evenwel nog bijna 3 euro per 100 liter minder betaald. BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 37

Reële Melkprijs AVCZ Jaar Prijs ( /100 l) Vet (g/l) Eiwit (g/l) 2000 31,28 42,31 34,25 2001 32,70 42,48 34,32 2002 29,91 42,54 34,35 2003 29,83 42,71 34,38 2004 30,24 42,87 34,45 2005 28,58 42,38 34,40 2006 28,20 42,45 34,52 2007 36,17 42,09 34,92 2008 32,48 42,19 34,76 2009 24,74 42,29 34,54 2010 31,41 42,11 34,90 2011 34,55 41,82 34,81 2012 31,27 42,15 34,93 2013 39,44 41,94 34,94 2014 37,35 41,33 34,90 2015 28,80 41,81 35,01 2016 27,64 42,01 35,14 Reële gehaltes aan vet en eiwit, inclusief premies zuivelfabriek, inclusief nabetalingen, exclusief BTW Bron: AVCZ Maandelijkse reële prijs : exclusief bijkomende betalingen op jaarbasis Bron : BCZ 38 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

2.3.8. Vooral de yoghurt- en kaasproductie stijgt De gegevens omtrent de zuivelproductie worden verzameld door het NIS op basis van een maandelijkse enquête bij de bedrijven. In 2013 werd deze enquête grondig herzien. Deze hervorming heeft als gevolg dat de cijfers vanaf 2013 niet helemaal te vergelijken zijn met de cijfers van de voorgaande jaren. We stellen vast dat de moeilijke situatie van de markt en de stijging van de volumes verwerkte melk een stijging brachten van de productie van yoghurt, kaas, boter en magere melkpoeder. De volumes van volle melkpoeder, gefermenteerde melk en consumptiemelk zijn vrij sterk verminderd. De productie verspreidt zich naar nieuwe producten met hogere toegevoegde waarde. Consumptiemelk : belangrijke productiedaling Alle categorieën samen, daalt de productie van consumptiemelk (-4,1%) in 2016. Enkel de productie van karnemelk stijgt (na verschillende jaren van daling), alle andere producten dalen in productiehoeveelheid. Magere en halfvolle melk zien hun productie respectievelijk dalen met -8% en -6%. Ook de productie van volle AA-melk daalt met 4,5%. De aandelen van de verschillende categorieën van consumptiemelk wijzigen zeer lichtjes, ten voordele van volle melk. BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 39

Aandeel in de productie van consumptiemelk (%) 1984 (1) 1995 (1) 2005 2011 2014 2015 2016 Jan.-Dec. Jan.-Dec. Jan.-Dec Jan.-Dec. Jan.-Dec. Jan.-Dec. Jan.-Dec. Volle melk 73,7 34,6 20,9 21,2 22,8 21,4 22,2 Halfvolle melk 11,7 49,9 53,0 55,8 50,7 50,3 49,4 Magere melk 10,8 12,3 7,0 6,3 5,5 5,4 5,2 Karnemelk 3,8 3,2 4,2 2,6 2,1 2,2 2,4 Chocolademelk 12,5 9,9 14,1 16,2 16,3 Melk met vitamines 2,4 4,2 4,8 4,5 4,5 TOTAAL 100 100 100 100 100 100 100 (1) Aandeel in de productie van witte melk Bron: NIS (publicatie van 18/05/2017) Zeer sterke productiestijging in niet-natuur yoghurt De productie van verse zuivelproducten stijgt met 7,3%, maar er zijn verschillen naargelang de categorieën. Enkel de productie van desserten daalt, namelijk met 2,4%. Daarentegen stijgt de productie van yoghurt (+55,6%) sterk, vooral de niet-natuur yoghurt (+81%). Stijgende boterproductie De melkerijboter kent een stijgend volume met 14,5%, ofwel ruim 6.600 ton meer dan in 2015. Verder zijn de hogere boterprijzen hier niet vreemd aan. Melkpoeder : evolutie zet zich voort De volumes van melkpoeder, alle categorieën samen, stijgen met 2,1%. Dit komt vooral door de daling van 15,1% van de productie van volle melkpoeder (-5.900 t) die tegengewicht krijgt in de stijging van 6,5% van de productie van magere melkpoeder (+10.000 t). Het gamma van melkpoeders wordt uitgebreid en een deel van de betrokken volumes is voortaan bestemd voor de productie van hoogwaardige ingrediënten voor de levensmiddelenindustrie en voor babyvoeding. Kaasproductie: belangrijke stijging Tot slot blijft de kaasproductie verder stijgen en toont hogere resultaten dan dezelfde periode in 2015. De productiestijging bedraagt 9,2% ofwel 9.000 ton bijkomend. Deze evolutie is te zien in alle kaascategorieën, met uitzondering van verse kaas waarvan het volume daalt met 1.400 ton. De productiestijging is het grootste voor cheddar: 66,8%, ofwel bijna 850 ton bijkomend. Ook de mozzarellaproductie stijgt verder met 12,7%, wat ons naar een totale productie van ruim 60.000 ton brengt voor 2016. Melk- en roomijs : stijgende productie In 2016 neemt de productie van melk- en roomijs verder toe, namelijk met bijna 4%. 40 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

Zuivelproductie in België (in 1.000 liter of ton) 1990 2000 2010 2014 2015 2016 16/15 % CONSUMPTIEMELK (1.000 l) WITTE MELK 806 168 671 165 672 793 735 089 686 191 657 184-4,2 - volle melk 366 695 206 457 158 881 206 633 184 871 184 162-0,4 AA 62 499 26 428 13 706 19 851 18 273 17 446-4,5 gewone 304 196 180 029 145 175 186 782 166 598 166 716 0,1 - halfvolle melk (incl. AA) 329 114 359 775 441 304 459 282 435 719 409 742-6,0 - magere melk 91 769 76 093 53 158 50 041 46 809 43 042-8,0 - karnemelk 18 590 28 840 19 450 19 133 18 792 20 239 7,7 MELKDRANKEN 59 169 96 851 105 960 171 170 179 381 172 721-3,7 chocolademelk 59 169 89 152 75 881 127 532 140 190 135 505-3,3 met vitamines 7 699 30 079 43 638 39 191 37 216-5,0 TOTAAL 865 337 768 016 778 753 906 259 865 572 829 905-4,1 VERSE ZUIVELPRODUCTEN (1.000 l) - yoghurt 67 851 64 586 50 695 40 192 35 307 54 926 55,6 natuur 35 145 22 730 15 100 15 234 18 590 22,0 andere (+ vruchten, ) 29 437 27 965 25 092 20 073 36 336 81,0 - gefermenteerde melk 18 736 157 357 239 493 163 405 202 866 214 300 5,6 - consumptieroom 48 938 94 612 151 741 213 325 218 872 230 081 5,1 - desserten (pap, vla,...) 52 321 81 195 88 669 83 957 91 147 88 942-2,4 TOTAAL 397 750 530 598 500 879 548 192 588 249 7,3 BOTER (ton) - melkerijboter 55 050 35 505 31 651 41 572 45 856 52 496 14,5 - herbewerkt (*) 30 002 43 392 22 454 35 412 35 010-1,1 TOTAAL 65 507 75 043 64 026 81 268 87 506 7,7 MELKPOEDER (ton) - niet-magere 34 625 67 459 64 564 50 379 39 202 33 291-15,1 - magere 84 893 75 799 82 682 139 444 153 295 163 266 6,5 TOTAAL 119 518 143 258 147 246 189 823 192 497 196 557 2,1 KAAS (ton) - verse kaas 23 480 9 415 11 242 10 146 12 819 11 371-11,3 - natuurkaas 39 539 49 275 59 275 71 953 84 426 94 815 12,3 Gouda 8 399 5 186 5 254 5 045 5 531 5 916 7,0 Cheddar 8 565 8 256 2 369 1 136 1 257 2 097 66,8 andere harde en halfharde 19 677 26 210 24 476 25 392 24 074 26 448 9,9 Herve 993 510 Italiaans (Mozzarella, ) (*) 1 905 9 113 27 176 40 380 53 564 60 355 12,7 - smeltkaas 42 797 55 407 TOTAAL 105 816 114 097 70 517 82 099 97 245 106 186 9,2 TOTAAL (excl. smeltkaas) 63 019 58 690 70 517 82 099 97 245 106 186 9,2 EVAP + CONDENS 27 906 68 345 81 290 ROOM- EN MELKIJS 111 732 98 811 84 994 70 535 71 148 73 862 3,8 : niet beschikbaar * : voorlopige cijfers Bron: NIS (publicatie van 18/05/2017) BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 41

2.3.9. Globaal gezinsverbruik zuivel neemt af Het gezinsverbruik van zuivelproducten in België (l of kg per hoofd) 1980 2000 2010 2014 2015 2016 16/15 % Totaal melk (1) 76,30 64,20 51,85 50,64 48,64 45,70-6,0 Karnemelk 4,00 1,40 0,70 0,53 0,52 0,51-1,9 Chocolademelk 1,80 3,20 3,50 3,98 3,80 3,87 1,8 Yoghurt 4,80 10,40 10,70 10,06 10,44 10,32-1,1 Room 0,70 1,90 2,50 2,58 2,62 2,56-2,3 Boter 6,50 3,20 2,40 2,33 2,31 2,27-1,7 Kaas (2) 10,20 14,90 15,90 15,33 14,92 15,08 1,1 Verse witte kaas 4,00 3,70 3,34 2,96 2,94-0,7 Smeltkaas 1,00 1,20 1,20 1,11 1,12 1,04-7,1 Andere kaas 9,70 11,00 10,83 10,85 11,09 2,2 (1) Inclusief hoevemelk, gefermenteerde melk en exclusief soja-drinks (2) Inclusief smeltkaas en verse kaas Bron: LEI-Verbruikerspanel & Gfk (vanaf 1992) Uit de gegevens inzake gezinsaankopen van zuivelproducten kunnen we de volgende trends afleiden: De totale melkconsumptie blijft dalen, ook in 2016; De consumptie van chocolademelk kent opnieuw een lichte stijging t.o.v. 2015; Het yoghurtverbruik stijgt niet langer, maar bedraagt nog steeds 10 kg per persoon per jaar; Het roomverbruik daalt licht t.o.v. 2015; De boterconsumptie kent eveneens een lichte daling; Het totale kaasverbruik stijgt een beetje. De consumptie van smeltkaas toont een sterke daling, maar de andere categorieën compenseren hier voor. 2.3.10. Opnieuw zeer goede kwaliteitsresultaten in 2016 De kwaliteitsresultaten voor 2016 liggen op een vergelijkbaar hoog niveau als voor 2015. Enkel voor het celgetal zien we een lichte stijging in het aantal melkleveraars met strafpunten. Jaaroverzicht van het aandeel melkleveraars zonder strafpunten (in %) Kwaliteitsparameter 1993 2002 2014 2015 2016 Kiemgetal (1) 88,2 97,0 98,1 98,3 98,4 Celgetal (2) 82,2 97,0 97,0 97,1 96,5 Remstoffen (3) 99,5 98,9 99,7 99,7 99,8 Vriespunt 98,9 99,2 99,7 99,8 99,7 Filtratie 99,7 99,7 100,0 100,0 100,0 (1) Minder dan 100.000 kiemen (2) Minder dan 400.000 cellen (3) Sinds 01/11/2000 wordt het systeem van strafpunten vervangen door een penalisatie (29,75 /100 l) op de leveringen die door remstoffen gecontamineerd zijn. Bron: MCC-Vlaanderen, Comité du Lait 42 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

2.3.11. Zo goed als 100% van de melkveebedrijven zijn IKMgecertificeerd In 2016 is het aantal Belgische gecertificeerde IKM-producenten verder gestegen, voornamelijk dankzij een verdere verhoging van het percentage Waalse melkveehouders met IKM-certificaat. In 2016 bezaten 98,3% van de Waalse en 100% van de Vlaamse melkveehouders een IKM-certificaat. In het laatste decennium heeft het percentage aan IKM-gecertificeerde bedrijven in Wallonië een significante stijging gekend: van 66,6% naar 98,3%. De toename is vooral te verklaren via de kwaliteitspolitiek van de zuivelbedrijven die hun leveranciers aanmoedigen om toe te treden tot IKM. 2.3.12. Noteringen stijgen in 2016 De noteringen stegen in 2016, hoewel in de eerste maanden van 2016 een daling werd opgetekend. Voor het eerst sinds augustus 2014 en het instellen van het Russisch embargo zien we weer een stijging. In 2016 is vooral de stijging van de noteringen voor boter opvallend: 51,3%. Maar zeker ook de noteringen voor volle melkpoeder en cheddar zijn het vermelden waard gezien de stijging voor beide zuivelproducten rond de 40% ligt. Prijsnoteringen ( /100 kg) 31.12.07 31.12.10 31.12.11 31.12.14 31.12.15 31.12.16 % '16 Boter 289,20 362,64 359,48 284,11 287,75 435,31 51,3 Cheddar 393,00 335,00 340,50 297,00 263,75 360,00 36,5 Volle melkpoeder 313,18 289,82 293,11 235,71 229,36 323,75 41,2 Magere melkpoeder 279,11 226,60 237,69 188,80 174,39 217,60 24,8 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 43

OFFICIELE BELGISCHE NOTERINGEN ( /100 kg) 2.3.13. Stabiele omzet en investeringen terug op normaal niveau Na de opmerkelijke stijging van 2014, en de daling in 2015, blijft de omzet van de zuivelindustrie stabiel in 2016 met een waarde van bijna 5 miljard euro. Dit is vooral het resultaat van de toegenomen melkverwerking. Het aandeel van de omzet van de zuivelindustrie in de totale voedingsindustrie blijft stabiel rond de 10%. In 2016 is de werkgelegenheid in de zuivelindustrie opnieuw licht gestegen. Dit is in lijn met de tewerkstelling in de gehele voedingsindustrie. Na de recordinvesteringen tussen 2011 en 2015 (meer dan 700 miljoen euro, ofwel gemiddeld ruim 140 miljoen euro per jaar) in bijkomende productiecapaciteiten met het oog op het postquotum tijdperk, wordt 2016 gemarkeerd door een daling in de investeringen naar een normaal niveau. Voor 2016 bedraagt het gemobiliseerde bedrag 105.900 euro. Hiermee is de zuivelindustrie goed voor 6,5% van de totale investeringen gerealiseerd in de voedingsindustrie. 44 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

1990 2000 2011 2014 2015 2016 % 16/15 - OMZET (mio euro) (1) a. Zuivelindustrie 3 025 3 344 4 616 5 392 4 974 4 987 0,3 b. Voedingsindustrie 18 913 27 252 45 774 48 011 48 560 49 974 2,9 c. Aandeel zuivel (%) 16,0 12,3 10,1 11,2 10,2 10,0-2,6 - TEWERKSTELLING (2) a. Zuivelindustrie (2) 7 595 5 248 5 843 5 639 5 620 5 715 1,7 b. Voedingsindustrie 90 572 86 477 89 003 88 537 88 439 89 043 0,7 c. Aandeel zuivel (%) 8,4 6,1 6,6 6,4 6,4 6,4 1,0 - INVESTERINGEN (1.000 euro) (1) a. Zuivelindustrie 62 692 84 424 145 200 150 631 150 806 105 900-29,8 b. Voedingsindustrie 1 000 771 1 036 043 1 138 111 1 297 840 1 471 226 1 626 381 10,5 c. Aandeel zuivel (%) 6,3 8,1 12,8 11,6 10,3 6,5-36,5 (1) Naar aanleiding van een wijziging van de nomenclatuur NACE bevatten de statistieken van de zuivelindustrie vanaf 2000 ook de gegevens van de consumptie-ijsindustrie (2) Zuivelindustrie = bereiding van zuivelproducten, consumptie-ijsindustrie uitgesloten Bron: FOD Economie 2.3.14. Handelsbalans zuivel blijft negatief Uitgedrukt in volume is de invoer in 2016 met 3,2% toegenomen en bereikt bijna 2,3 miljoen ton. Deze stijging is grotendeels te danken aan de import van grondstoffen met het oog op een latere verwerking in de zuivelindustrie of andere sectoren (bakkers, chocolade, enz.). De invoer stijgt inderdaad voor melk en room, kaas en melkpoeder. Uit een meer gedetailleerde productanalyse blijkt dat de invoer van melk in bulk licht daalt en de invoer van melk in verpakkingen kleiner dan 2 liter toeneemt. Opvallend is de daling in invoer van boter, met meer dan 17%. Maar ook de gedaalde invoer van wei is noemenswaardig, nl. -9,6%. In waarde vertoont de invoer een stijging van 1,7 % en voor de uitvoer een stijging van 1,8%. De invoer daalt voornamelijk voor weiproducten en boter, terwijl hij stijgt voor melk e room, kaas en gefermenteerde producten. Voor melkpoeder zien we dat de invoer in volume stijgt, maar in waarde daalt. Dit is te verklaren aan de hand van de forse prijsdaling voor melkpoeder. Hetzelfde zien we terug in de uitvoergegevens. De uitvoer van melkpoeder in waarde daalt sterker dan de uitvoer in volume. Invoer (1.000 ton) 2005 2011 2014 2015 2016 % 16/15 Melk en room 885,6 872,4 1 169,0 1 288,6 1 379,3 7,0 Melkpoeder 114,5 194,9 184,3 198,5 201,9 1,7 Gefermenteerde producten (1) 167,3 150,5 147,0 138,1 135,8-1,6 Wei (2) 112,9 141,5 166,4 143,7 130,0-9,6 Boter 106,1 125,3 133,2 157,4 130,1-17,4 Kaas 242,2 260,2 279,6 278,9 298,1 6,9 TOTAAL 1 628,6 1 744,8 2 079,4 2 205,3 2 275,2 3,2 (1) incl. karnemelk (2) incl. zuivelingrediënten Bron: Eurostat BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 45

Invoer in waarde (mio euro) 2005 2011 2014 2015 2016 % 16/15 Melk en room 497,8 552,1 676,3 554,6 636,5 14,8 Melkpoeder 214,4 436,2 446,7 341,2 325,6-4,6 Gefermenteerde producten (1) 143,9 152,0 167,4 171,2 178,1 4,0 Wei (2) 60,5 110,0 126,2 98,4 81,3-17,4 Boter 303,7 486,2 490,8 504,2 437,1-13,3 Kaas 838,1 1 045,0 1 185,0 1 119,0 1 177,3 5,2 TOTAAL 2 058,4 2 781,5 3 092,3 2 788,6 2 836,0 1,7 (1) incl. karnemelk (2) incl. zuivelingrediënten Bron: NBB, communautair concept Wat de uitvoer in volume betreft, dalend met 3,6%, valt de sterke daling van melk en room (- 16,7%) op. Zowel melk in bulk als melk in kleine verpakkingen werd in 2016 minder uitgevoerd dan in 2015. De daling was het sterkst voor melk in bulk. De export van gefermenteerde producten (19%), boter (16%) en kaas (16%) stijgt opmerkelijk. In het algemeen ligt de evolutie van de uitvoergroei in lijn met de groei in de vorige jaren. Deze evoluties tonen de diversificatiestrategie die de zuivelbedrijven volgen. Uitvoer (1.000 ton) 2005 2011 2014 2015 2016 % 16/15 Melk en room 684,1 951,4 1 004,7 1 007,3 838,9-16,7 Melkpoeder 225,0 322,9 362,5 321,0 318,2-0,9 Gefermenteerde producten (1) 332,0 288,9 199,2 213,0 254,2 19,4 Wei (2) 86,5 93,7 102,4 147,8 152,4 3,1 Boter 139,0 114,5 130,1 132,8 154,6 16,4 Kaas 131,9 168,6 179,3 197,3 228,5 15,8 TOTAAL 1 598,5 1 940,0 1 978,2 2 019,3 1 946,9-3,6 (1) Incl. karnemelk (2) Incl. zuivelingredienten Bron: Eurostat Uitvoer in waarde (mio euro) 2005 2011 2014 2015 2016 % 16/15 Melk en room 311,8 533,6 624,1 555,2 511,3-7,9 Melkpoeder 402,8 756,7 929,5 645,9 593,9-8,0 Gefermenteerde producten (1) 268,3 267,2 227,8 217,7 239,1 9,8 Wei (2) 38,0 71,2 65,1 57,3 58,5 2,1 Boter 381,3 492,0 511,9 464,4 542,3 16,8 Kaas 470,5 660,7 758,6 745,0 787,9 5,8 TOTAAL 1 872,7 2 781,4 3 117,0 2 685,5 2 733,1 1,8 (1) incl. karnemelk (2) incl. zuivelingrediënten Bron: NBB, communautair concept 46 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

Uitvoersaldo (mio euro) Uitvoer Invoer Saldo 1970 76,92 150,50-73,57 1980 611,11 660,76-49,65 1990 1 116,34 1 136,49-20,15 2000 1 861,04 2 000,45-139,42 2001 1 951,24 2 074,28-123,04 2002 1 783,80 2 011,10-227,30 2003 1 791,00 2 123,94-332,94 2004 1 907,17 2 122,63-215,46 2005 1 872,69 2 058,40-185,71 2006 1 864,40 2 114,20-249,80 2007 2 299,40 2 473,00-173,60 2008 2 337,60 2 386,30-48,70 2009 2 046,50 2 053,30-6,80 2010 2 535,80 2 386,30 149,50 2011 2 781,40 2 781,50-0,10 2012 2 646,30 2 676,40-30,10 2013 2 892,80 2 983,40-90,60 2014 3 117,01 3 092,32 24,69 2015 2 685,55 2 788,63-103,08 2016 2 733,05 2 836,01-102,96 Bron: NIS, CRB vanaf 1995, NBB vanaf 2010 Als gevolg van de gedaalde prijzen is de handelsbalans in 2016 terug negatief. De export in waarde is ruim 102 miljoen euro lager dan de invoer. Dit negatieve saldo is van dezelfde orde als in 2015. De stijging van de waarde van de export en de import is praktisch even groot en bedraagt om en bij de 47 miljoen euro. BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 47

Berekend op basis van de ingevoerde en uitgevoerde volumes is het uitvoersaldo positief voor consumptiemelk, yoghurt en gefermenteerde melk, room, melkpoeder en boter. Boter vertoonde in 2015 een negatief handelssaldo. In 2016 is dit opnieuw omgeslagen tot een positief getal. Het negatief saldo voor kaas is 16% minder dan in 2015. De positieve ontwikkelingen zetten zich hier dus voort. Het toenemend negatieve uitvoersaldo voor melk in bulk is een positieve ontwikkeling. Er wordt meer rauwe melk ingevoerd voor verdere verwerking in ons land. Dit komt de tewerkstelling en de economie in zijn geheel ten goede. België : invoer-uitvoer (1.000 ton) Uitvoer 2008 2010 2014 2015 2016 % 16/15 Consumptiemelk 284 313 390 347 349 0,6 Room 28 30 53 55 71 28,6 Yoghurt en gefermenteerde melk 303 296 199 213 254 19,2 Boter en boterconcentraat 119 131 130 133 155 16,5 Magere melkpoeder 84 136 174 162 159-1,9 Volle melkpoeder 135 112 96 79 70-11,4 Kaas 134 162 179 197 229 16,4 Melk in bulk 381 508 509 547 342-37,5 Room in bulk 33 40 52 59 77 30,5 Invoer 2008 2010 2014 2015 2016 % 16/15 Consumptiemelk 148 119 149 163 208 27,6 Room 13 16 15 13 16 23,1 Yoghurt en gefermenteerde melk 142 136 147 138 136-1,4 Boter en boterconcentraat 109 112 133 157 130-17,2 Magere melkpoeder 46 80 74 80 92 15,0 Volle melkpoeder 54 52 46 44 39-11,4 Kaas 252 272 280 279 298 6,8 Melk in bulk 486 552 921 1 063 1 117 5,1 Room in bulk 107 105 84 50 38-24,0 Handelsbalans 2008 2010 2014 2015 2016 % 16/15 Consumptiemelk 136 194 241 184 141-23,4 Room 15 15 38 42 55 30,3 Yoghurt en gefermenteerde melk 161 160 52 75 118 57,3 Boter en boterconcentraat 10 19-3 -24 25 204,2 Magere melkpoeder 38 56 101 82 67-18,3 Volle melkpoeder 81 60 50 35 31-11,4 Kaas -118-110 -100-82 -69 16,1 Melk in bulk -105-43 -412-516 -775-50,2 Room in bulk -74-65 -32 9 39 333,3 Bron: Marktbilanz Milch, ZMB 48 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016

Uitvoer: verdeling tussen de Europese Unie en de Derde Landen 2000 2014 2015 2016 (% van de waarde) EU DL EU DL EU DL EU DL Melk en room 99,7 0,3 96,1 3,9 95,6 4,4 94,1 5,9 Melkpoeder 62,6 37,4 45,0 55,0 49,3 50,7 58,8 41,2 Gefermenteerde prod. (1) 94,4 5,6 91,2 8,8 94,9 5,1 93,4 6,6 Wei (2) 75,2 24,8 63,8 36,2 68,9 31,1 74,2 25,8 Boter 96,2 3,8 88,0 12,0 85,2 14,8 88,2 11,8 Kaas 97,1 2,9 96,4 3,6 94,3 5,7 93,6 6,4 TOTAAL 87,1 12,9 78,6 21,4 81,7 18,3 84,6 15,4 (1) incl. karnemelk EU = Europese Unie (2) incl. zuivelingrediënten DL = Derde Landen Bron: Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB), NBB vanaf 2013 In 2016 is het aandeel van de uitvoer naar landen buiten de EU opnieuw gedaald met drie procentpunten. Dit is te wijten aan de moeilijke internationale marktsituatie. Voorbeelden van factoren die de wereldmarkt beïnvloeden zijn de soms onvoorspelbare wijzigingen in de Chinese import, het Russische embargo, de economische moeilijkheden waarmee de olieproducerende landen worstelen en een sfeer van toegenomen internationale competitie. Uitgedrukt in waarde en ten opzichte van 2015 stijgt de uitvoer naar de EU in 2016 met 5,4%. De uitvoer naar derde landen daalt echter met 14,6%. Uitvoer naar EU en Derde Landen in waarde (mio euro) EU DL TOTAAL 1999 1 533,84 130,73 1 664,57 2000 1 620,96 240,08 1 861,04 2001 1 678,40 272,84 1 951,24 2002 1 622,10 161,70 1 783,80 2003 1 553,60 237,40 1 791,00 2004 1 570,30 336,80 1 907,10 2005 1 549,30 323,40 1 872,70 2006 1 633,51 230,94 1 864,45 2007 1 900,23 399,20 2 299,43 2008 1 879,48 458,17 2 337,65 2009 1 719,67 326,89 2 046,56 2010 2 006,39 558,97 2 565,36 2011 2 192,40 602,73 2 795,13 2012 2 138,16 498,60 2 636,76 2013 2 379,13 513,52 2 892,65 2014 2 449,25 667,76 3 117,01 2015 2 193,58 491,97 2 685,55 2016 2 312,99 420,06 2 733,05 Bron: Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB), NBB vanaf 2013 BCZ - JAARVERSLAG 2017 WERKINGSJAAR 2016 49