RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 24 DEEL 2

Vergelijkbare documenten
RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26

SINT-PIETERS-LEEUW GROOT- BIJGAARDENSTRAAAT. Archeologienota [2017B C C358] DEEL 3: Programma van Maatregelen. Gunther.

BEVEREN DONKVIJVERSTRAAT 2017 PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ZAVENTEM KLEINENBERGSTRAAT

Archeo-rapport 194 Het archeologisch vooronderzoek aan de Nachtegaalstraat te Koersel

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

Archeo(rapport!289!! Het! archeologisch! vooronderzoek! aan! de! Lage! Kaart! te! Brasschaat!

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant).

Programma van maatregelen: Muizen (Mechelen) - Spreeuwenhoek

ARCHEOLOGISCHE PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM ROTSELAAR SINT-ANNASTRAAT

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

SINT-NIKLAAS GENTSE BAAN 2017 PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN HASSELT SASPUT

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling

Programma van maatregelen: Aalter Sint-Jozefstraat

Edingseweg (Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen)

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

Amandinestraat (Oostende, West-Vlaanderen)

Archeo-rapport 197 Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen Annelies De Raymaeker, Michiel Steenhoudt & Maarten Smeets

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 70

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat

ARCHEOLOGIENOTA. ZOTTEGEM LEEUWERGEMSTRAAT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING

Averboodse Baan (N165), Laakdal

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout

Ommegangsdreef (Meulebeke, West-Vlaanderen)

2016/22. Stokveldepad zn, 8200 St-Michiels Prospectie zonder ingreep in de bodem (bureauonderzoek) Frederik Roelens.

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN BORNEM INDUSTRIEWEG

Bavikhove, Eerste Aardstraat

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

De Lusthoven 96, Kruisberghoeve, Arendonk

ARCHEOLOGIENOTA. MELLE ROOTPUTTE (prov. 00ST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

ARCHEOLOGIENOTA. WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeo-rapport 75 Het archeologisch vooronderzoek aan Maalhofdijk te Heist-op-den-Berg

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Groenling (Roeselare, West-Vlaanderen)

Programma van maatregelen: Kampenhout - Haachtsesteenweg

Karel Steverlyncklaan (Ieper, West-Vlaanderen)

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeo-rapport 171 Het archeologisch vooronderzoek aan de Hazelereik te Tongeren

Archeologienota Roeselare Klaproosstraat

Stationsplein (Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen)

Programma van maatregelen bij Archeologienota : Uitbreiding woonzorgcentrum Meredal, Erpe-Mere, Vijverstraat 38, Oost-Vlaanderen

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 28

Programma van maatregelen: Turnhout - Hoveniersstraat

Schoten Afkoppeling RWA Bloemendaal-DWA Jozef Jennesstraat (23.126) Programma van Maatregelen. Amsterdam 2017 VUhbs archeologie

ARCHEOLOGISCHE PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM HAACHT - ZOELLAAN

Archeologienota:! de! bouw! van! een! stal! te! Groesaard! in! Poederlee!(gemeente!Lille)!! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Genenbosstraat te Lummen

N76, Zwartberg, gemeente Genk

ARCHEOLOGIENOTA. MOERBEKE-WAAS FAZANTENLAAN (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeo-rapport 40 Het archeologische vooronderzoek op Klein Einderveld te Eksel

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Aanleg van parkeerplaats en regularisatie van tennisvelden. T.C. Wingfield, Vrouwvlietstraat 65, Mechelen. Programma van maatregelen. E.N.A.

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 37

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN HOTEL RUBENS

ARCHEOLOGIENOTA. LIEDEKERKE ROZENLAAN (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Uitbreiding Gemeentelijke begraafplaats Sint-Bernardusstraat (Fase 4) Hechtel-Eksel

Donderheide 22, Lier. Programma van Maatregelen. Auteur: J. Van Bavel (bureauonderzoek, projectleidster)

Brouwerijsite (Kortemark, West-Vlaanderen)

Archeologienota met beperkte samenstelling : Het archeologisch bureauonderzoek van het windmolenpark te Geel-West Wouter Yperman

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN WUUSTWEZEL NOORDWATERINGSWEG

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Macieberg (Oostkamp, West-Vlaanderen)

Archeologienota:! Bouw! van! een! woonzorgcentrum! aan! het! Betsveld!te!Landen!!

Bouw van opslagtanks aan de Leon Bonnetweg te Antwerpen. Archeologienota. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

RAAP België - Rapport 85 Bouw twee handelspanden aan de Hendrik Consciencelaan (Waarschoot)

ARCHEOLOGIENOTA LIER PAUL KRUGERSTRAAT PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeo-rapport 2016/055 Het archeologisch vooronderzoek aan de Wespelaarsesteenweg-Kouterhof te Haacht

Programma van maatregelen: Muizen (Mechelen) - Leemputstraat

Rijselseweg 80, Ieper

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek

Post X, facilitair gebouw Berchem

Archeo-rapport 2 Archeologisch vooronderzoek aan de Dorpsstraat te Hechtel

EKEREN Marcel De Backerstraat/Isabellalei Aquafinproject Ri3E042

Archeologienota. Zoutleeuw, Dungelstraat 24

GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER

Archeologienota met beperkte samenstelling : Het archeologisch bureauonderzoek in de Frans van Dunlaan te Antwerpen Wouter Yperman

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK DRIE HOFSTEDEN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeologienota Lokeren Sterrestraat 96

Aalst Brusselsesteenweg. 2016I107 & 2016I149 Archeologienota DEEL3 : Programma van Maatregelen. Pieter

Bouw van opslagtanks aan de Beliweg te Antwerpen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

Archeologienota:!De!verkaveling!aan!de!Struikheidestraat!te! Muizen!(gemeente!Mechelen)!

Vanessa Vander Ginst Laurane Dupont Ludo Fockedey. Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba

Archeologienota: Het archeologisch bureauonderzoek aan de Hermansstraat te Werchter Annelies De Raymaeker

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

Transcriptie:

ARCHEOLOGIENOTA BEVEREN CONGOKEN 2017 PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM ERFPUNT CEL ONDERZOEK RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 24 DEEL 2

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 24 DEEL 2 OPDRACHTGEVER Gemeente Beveren, Stationsstraat 2, 9120 Beveren PROJECT Beveren Congoken 2017 PROJECTCODE AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED 2017D408 UITVOERDER PROJECT Erfpunt cel Onderzoek OE/ERK/Archeoloog/2016/00101 Regentiestraat 63 9100 Sint-Niklaas AUTEURS Thierry Van Neste, Marjolijn De Puydt WETENSCHAPPELIJKE BEGELEIDING Erfpunt - cel Beheer Erfpunt cel Onderzoek, 20177 Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of welke wijze dan ook zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van Erfpunt. Erfpunt aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. ISSN 0778-3841 Erfpunt - cel Onderzoek Regentiestraat 63 9100 Sint-Niklaas Tel +32 (0)3 778 87 59 onderzoek@erfpunt.be www.erfpunt.be www.facebook.com/erfpunt https://sketchfab.com/archeologischedienstwaasland

1. BESCHRIJVING VAN DE UITGEVOERDE WERKEN 1.1. VERANTWOORDING Tussen de Onze-Lieve-Vrouwstraat en de Pastoor Steenssenstraat te Beveren zal de gemeente Beveren een nieuwe verkaveling uitvoeren. Naar aanleiding hiervan werd een vooronderzoek zonder ingreep in de bodem uitgevoerd door Erfpunt. Op basis hiervan werd beslist om een voorafgaande archeologische prospectie met ingreep in de bodem uit te laten voeren. Dit onderzoek werd uitgevoerd door de cel Onderzoek van Erfpunt. De goedkeuring voor het project met nummer 2017D408 werd ontvangen op 27 april 2017. Het onderzoek werd uitgevoerd op 2 mei 2017 door archeologen Bart Lauwers (veldwerkleider) en Marjolijn De Puydt. Het team werd vervolledigd door Dirk Boel en Erik Pijl, geschoolde veldtechnici van Erfpunt. 1.2. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS PROJECTCODE 2017D408 WETTELIJK DEPOT ISSN 0778-3841 BETROKKEN ACTOREN Erkende archeoloog: Erfpunt (OE/ERK/Archeoloog/2016/00101) Veldwerkleider: Bart Lauwers Assistent-archeoloog: Marjolijn De Puydt Assistent-aardkundige: Thierry Van Neste Wetenschappelijke advisering: Erfpunt - cel Beheer NAAM OPDRACHTGEVER: Gemeente Beveren, Stationsstraat 2, 9120 Beveren VINDPLAATSNAAM: Beveren Congoken 2017 (BE CO 17) PROVINCIE: Oost-Vlaanderen GEMEENTE: Beveren DEELGEMEENTE: Beveren PLAATS: Congoken TOPONIEM: Congoken 1

COÖRDINATEN PROJECTGEBIED BUREAUONDERZOEK (LAMBERT 72): Noord: 210970,413400 m Oost: 141083,502700 m Zuid: 210817,660000 m West: 140917,724800 m KADASTRALE GEGEVENS PROJECTGEBIED BUREAUONDERZOEK: Beveren, Afdeling 3, Sectie C, percelen 705D3, 705T2, 709K, 710F en 710G COÖRDINATEN HUIDIG PROJECTGEBIED (LAMBERT 72: Noord: 210955,424300 m Oost: 141083,502700 m Zuid: 210818,036200 m West: 140917,724800 m KADASTRALE GEGEVENS HUIDIG PROJECTGEBIED: Beveren, Afdeling 3, Sectie C, percelen 705D3, 705T2, 710F en 710G Fig. 1. Situering van de projectgebieden op het kadaster (GDI-Vlaanderen 2017a). 2

TOPOGRAFISCHE LIGGING: Fig. 2. Situering op de topografische kaart (AGIV WMS; GDI-Vlaanderen 2016). BEGINDATUM VELDWERK: 2 mei 2017 EINDDATUM VELDWERK: 2 mei 2017 BETROKKEN ACTOREN EN PERSONEN BUITEN HET PROJECT Veldwerkleider: Bart Lauwers Assistent-archeoloog: Marjolijn De Puydt Assistent-aardkundige: Thierry Van Neste Wetenschappelijke advisering: Erfpunt - cel Beheer 1.3. OMSCHRIJVING VAN DE ONDERZOEKSOPDRACHT 1.3.1. Vraagstelling De totale oppervlakte van het projectgebied bedraagt 10857,51 m², hierbij zal meer dan 1000 m² verstoord worden. Het doel van een bijkomende prospectie met ingreep in de bodem is een archeologische evaluatie van het terrein. Dit houdt in dat het archeologisch erfgoed opgespoord, geregistreerd, gedetermineerd en gewaardeerd wordt en dat de potentiële impact van de geplande werken op de archeologische resten wordt bepaald. Onderdeel van de evaluatie is dat er mogelijkheden gezocht worden om in situ behoud te bewerkstelligen en, indien dit niet kan, er aanbevelingen worden geformuleerd voor vervolgonderzoek (ruimtelijke afbakening, diepteligging, strategie, doorlooptijd, te voorziene natuurwetenschappelijke onderzoeken en conservatietechnieken, voorstel onderzoeksvragen). 3

Bij de prospectie met ingreep in de bodem dienen minimaal volgende vragen beantwoord te worden: - Welke zijn de waargenomen horizonten, beschrijving + duiding? - Waardoor kan het ontbreken van een horizont verklaard worden? - In hoeverre is de bodemopbouw intact? - Is er sprake van een of meerdere begraven bodems? - Zijn er sporen aanwezig? Zo ja, geef een beknopte omschrijving. - Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen? - Hoe is de bewaringstoestand van de sporen? - Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren? - Behoren de sporen tot één of meerdere periodes? - Kan op basis van het sporenbestand in de proefsleuven een uitspraak worden gedaan over de aard en omvang van occupatie? - Zijn er indicaties (greppels, grachten, lineaire paalzettingen, ) die kunnen wijzen op een inrichting van een erf/nederzetting? - Zijn er indicaties voor de aanwezigheid van funeraire contexten? Zo ja; o Hoeveel niveaus zijn er te onderscheiden? o Wat is de omvang? o Komen er oversnijdingen voor? o Wat is het, geschatte, aantal individuen? - Kunnen de sporen gelinkt worden aan nabijgelegen archeologisch vindplaatsen? - Wat is de relatie tussen de bodem en de archeologische sporen? - Wat is de relatie tussen de bodem en de landschappelijke context (landschap algemeen, geomorfologie, )? - Is er een bodemkundige verklaring voor de partiële afwezigheid van archeologische sporen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? - Kunnen archeologische vindplaatsen in tijd, ruimte en functie afgebakend worden (incl. de argumentatie)? - Wat is de vastgestelde en verwachte bewaringstoestand van elke archeologische vindplaats? - Wat is de waarde van elke vastgestelde archeologische vindplaats? - Wat is de potentiële impact van de geplande ruimtelijke ontwikkeling op de waardevolle archeologische vindplaatsen? 4

- Voor waardevolle archeologische vindplaatsen die bedreigd worden door de geplande ruimtelijke ontwikkeling: hoe kan deze bedreiging weggenomen of verminderd worden (maatregelen behoud in situ)? - Voor waardevolle archeologische vindplaatsen die bedreigd worden door de geplande ruimtelijke ontwikkeling en die niet in situ bewaard kunnen blijven: o Wat is de ruimtelijke afbakening (in drie dimensies) van de zones voor vervolgonderzoek? o Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht, zowel vanuit methodologie als aanpak voor het vervolgonderzoek? - Welke vraagstellingen zijn voor vervolgonderzoek relevant? - Zijn er voor de beantwoording van deze vraagstellingen natuurwetenschappelijke onderzoeken nodig? Zo ja, welke type staalnames zijn hiervoor noodzakelijk en in welke hoeveelheid? - Welke zone komt in aanmerking voor vervolgonderzoek? Welke spoordensiteit kan verwacht worden? 1.3.2. Randvoorwaarden Er werden geen randvoorwaarden gesteld voor het onderzoek met ingreep in de bodem. 1.4. WERKWIJZE EN ONDERZOEKSSTRATEGIE Om een evaluatie te maken van het archeologische potentieel van het terrein, werd gebruik gemaakt van het systeem van continue proefsleuven. In totaal werden 7 sleuven aangelegd, telkens met een breedte van 2,5 m. De afstand tussen de assen van de sleuven bedroeg telkens maximaal 15 m (fig. 4). Ten noorden van sleuf 5 moest normaal een korte sleuf parallel aan sleuf 5 gegraven worden. Dit was echter niet mogelijk aangezien dit deel van het projectgebied in beslag werd genomen door bouwmateriaal bestemd voor de nieuwe huizen ten noorden van het projectgebied. Sleuven 6 en 7, gelegen ten westen van de fietswegel, hadden een andere oriëntatie dan de overige sleuven. Het westelijke gebied van het projectgebied werd deels ingenomen door speeltuigen, een betonnen bank en een kunstwerk. Tevens bevinden er zich enkele grote lindebomen naast de fietswegel. Ten noorden van de speeltuigen en de betonnen bank was een deel van het projectgebied reeds heraangelegd ter gelegenheid van de bouw van de huizen ten noorden van het projectgebied. Hierbij werd er een grasdal van plastiek (fig. 3) geplaatst. Hier kon dus niet gegraven worden om geen permanente schade te berokkenen aan het nieuwe grasveld. Door de hierboven beschreven omstandigheden kon slechts een beperkte 5

oppervlakte onderzocht worden. Er werden twee sleuven aangelegd, één parallel aan de fietswegel en één parallel aan de westelijke grens van het projectgebied. Deze twee sleuven waren onderling verbonden. Fig. 3. Detail van het grasdal uit kunststof onder het grasveld in de noordwestelijke hoek van het projectgebied. Voor het graven van de sleuven werd gebruik gemaakt van een rupskraan met platte bak. De totale oppervlakte van het projectgebied bedroeg 10857,51 m². Door middel van de sleuven met aanvullende kijkvensters werd hiervan in totaal 1226,77 m² of 11,88 % onderzocht. Omwille van de hierboven beschreven omstandigheden was het niet mogelijk om overal waar gepland sleuven aan te leggen. Dit zorgde er dus voor dat er uiteindelijk geen 12,5% werd opengelegd. Na het machinale afgraven werd het archeologische vlak manueel opgeschaafd. Vervolgens werden de natuurlijke sporen en recente verstoringen aangeduid en ingemeten met een totaalstation. De bekomen gegevens werden verwerkt in een GIS-omgeving. Binnen het projectgebied werd een aardkundig referentieprofiel aangelegd, waarbij dieper werd gegaan dan het archeologische vlak, teneinde een beter inzicht te krijgen in de 6

bodemopbouw. Dit putwandprofiel werd opgeschoond en geregistreerd door middel van foto s. Tijdens het onderzoek werden geen artefacten aangetroffen. In het kader van het huidige onderzoek was er geen noodzaak aan het nemen van stalen. Voor de beschrijving van het putwandprofiel werd een databank opgemaakt. Hierin werd ook de fotolijst opgesteld. De resulterende lijst is als bijlage bij dit rapport toegevoegd. Tijdens het onderzoek diende enkel te worden afgeweken van de vooropgestelde aanpak uit de toelating wat betreft de plaatsing van de sleuven. Tijdens het project werden geen aspecten aangetroffen waarvoor het advies van specialisten werd ingewonnen. Wetenschappelijk advies werd verleend door de cel Beheer van Erfpunt. Dit rapport schets het algemene kader van het onderzoek en bevat de neerslag van de onderzoeksresultaten. Een kopie ervan, met bijlagen en sporenplan, wordt in digitale vorm aangeleverd aan de gemeente Beveren, het agentschap Onroerend Erfgoed (Brussel en Oost- Vlaanderen), de Centrale Archeologische Inventaris en Erfpunt cel Beheer. 7

Fig. 4. Allesporenkaart met DHM van het archeologische vlak, geprojecteerd op het kadaster (GDI-Vlaanderen 2017a). 8

2. ASSESSMENTRAPPORT 2.1. AARDKUNDIGE OPBOUW Het projectgebied bevindt zich op de rug van de Wase Cuesta, aan de rand van de zandrug waar het grootste deel van de gemeente Beveren op gelegen is. Het projectgebied wordt volgens de bodemkaart gekenmerkt door een droge zandbodem met een diepe antropogene humus A horizont (Zbm(g)). Er werd een putwandprofiel aangelegd in de eerste werkput om een duidelijk beeld te krijgen in de bodemopbouw. Dit profiel werd opgekuist en beschreven. Het profiel vertoont een afgedekte zwak ontwikkelde podzolbodem. Deze bodem bestaat uit 7 horizonten. Bovenaan bevindt zich een laag teelaarde (Ap1) tot op een diepte van ca. 50 cm-mv. De laag wordt gekenmerkt door een grotendeels homogeen, licht grijsbruine kleur. Plaatselijk is er onder deze laag teelaarde nog een tweede laag teelaarde (Ap2) te herkennen. De tweede laag teelaarde is maximaal 10 cm dik en wordt gekenmerkt door een bruingrijze kleur. Naast en onder deze tweede laag teelaarde bevindt zich een Ah-horizont. Deze organische laag heeft een erg donker zwartgrijze kleur en dikte van ca. 8cm. Onder de Ah-horizont bevindt zich een E-horizont met een licht beigebruine kleur. De E- horizont bedekt de donker bruine Bh-horizont die op zijn beurt de licht roestgele Bir-horizont afdekt. Hieronder bevindt zich de licht beigegele C-horizont. De overgang van Bir- naar C-horizont is zeer geleidelijk en moeilijk af te lijnen. 9

Fig. 5. Putwandprofiel. 2.2. ASSESSMENT VAN SPOREN EN STRUCTUREN De globale stratigrafische opbouw van de site werd beschreven in 2.1. De hoogte van het archeologisch vlak binnen de onderzochte zone schommelde tussen 10,05 en 11,45 m TAW (fig. 4). Binnen het projectgebied werden geen archeologisch relevante sporen aangetroffen. Het westelijk deel van het projectgebied was grotendeels verstoord door recente zandwinningskuilen. Centraal in het projectgebied was er een recent gedempte perceelgracht herkenbaar en in het westelijke deel van het projectgebied zijn er twee parallelle recente greppels. Verder zijn er verspreid over het projectgebied nog verschillende recente kuilen aangetroffen. 2.3. ASSESSMENT VAN VONDSTEN Tijdens het onderzoek werden geen archeologisch relevante vondsten aangetroffen. 2.4. ASSESSMENT VAN STALEN In het kader van het huidige onderzoek werden geen stalen genomen. 10

2.5. CONSERVATIE-ASSESSMENT Tijdens het onderzoek werden geen vondsten aangetroffen, er zijn dan ook geen vondsten die in aanmerking komen voor conservatie. 2.6. DATERING EN INTERPRETATIE VAN HET ONDERZOCHTE GEBIED Alle sporen aangetroffen binnen het projectgebied zijn recent. 2.7. AFWEGING VAN VOORGAAND ONDERZOEK De bodemopbouw komt grotendeels overeen met de aanduidingen op de bodemkaart. Bij het voorgaand bureauonderzoek is gebleken dat het projectgebied grotendeels onverstoord was. Bij het openleggen van de sleuven bleek echter al snel dat het projectgebied in de recente geschiedenis grotendeels vergraven is geweest. 2.8. VERWACHTING TEN AANZIEN VAN ARCHEOLOGISCH ERFGOED Er is geen archeologisch erfgoed aangetroffen binnen het projectgebied. 11

3. INTERPRETATIE VAN DE ARCHEOLOGISCHE SITE 3.1. INTERPRETATIE VAN SPOREN EN STRUCTUREN Er zijn geen archeologische sporen aangetroffen binnen het projectgebied. De sporen die zijn aangetroffen binnen het projectgebied zijn allemaal van recente datum en zijn grotendeels het gevolg van de zandwinning in het westelijke deel van het projectgebied. 3.2. INTERPRETATIE VAN VONDSTEN Tijdens het onderzoek werden geen archeologisch relevante vondsten aangetroffen. In de recente sporen werd wel plastic gevonden, wat wijst op een datering na 1950. 3.3. RESULTATEN VAN STAALNAMES Tijdens het onderzoek werden geen stalen genomen. 3.4. CONSERVATIERAPPORT In het kader van het huidige onderzoek was er geen nood aan conservatie van artefacten. 3.5. SYNTHESE Binnen het projectgebied werden geen archeologische sporen of vondsten aangetroffen. - Welke zijn de waargenomen horizonten, beschrijving + duiding? o Binnen het projectgebied werd een zwak ontwikkelde podzolbodem aangetroffen. Deze podzol werd afgedekt door een licht grijsbruine laag teelaarde (Ap1). Plaatselijk werd er onder deze laag teelaarde ook nog een tweede laag teelaarde (Ap2) aangetroffen. Deze laag had een bruingrijze kleur. De podzolbodem bestond uit een donker grijszwarte Ah-horizont, een licht beigebruine E-horizont, een donker bruine Bh-horizont en een licht roestgele Bt-horizont. De C-horizont werd gekenmerkt door licht beigegeel zand. - Waardoor kan het ontbreken van een horizont verklaard worden? o Plaatselijk is de Ap2 of de Ah-horizont opgenomen in de Ap1. - In hoeverre is de bodemopbouw intact? o De bodemopbouw is grotendeels intact. De teelaarde heeft de zwak ontwikkelde podzol afgedekt. Enkel plaatselijk werd de bovenste laag van de podzol opgenomen in de teelaarde. - Is er sprake van een of meerdere begraven bodems? o De podzol is afgedekt door de teelaarde. - Zijn er sporen aanwezig? Zo ja, geef een beknopte omschrijving. 12

o Er zijn enkel recente sporen aanwezig die niet archeologisch relevant zijn. De meeste zijn zeer scherp afgelijnd en hebben een donkere vulling. - Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen? o De meeste sporen zijn antropogeen en recent. Er zijn ook enkele kleine natuurlijke sporen aangetroffen. - Hoe is de bewaringstoestand van de sporen? o Aangezien alle aangetroffen antropogene sporen recent zijn, zijn de sporen zeer goed bewaard. - Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren? o Neen. - Behoren de sporen tot één of meerdere periodes? o Alle sporen zijn recent. - Kan op basis van het sporenbestand in de proefsleuven een uitspraak worden gedaan over de aard en omvang van occupatie? o Er is geen occupatie. - Zijn er indicaties (greppels, grachten, lineaire paalzettingen, ) die kunnen wijzen op een inrichting van een erf/nederzetting? o Neen. - Zijn er indicaties voor de aanwezigheid van funeraire contexten? o Neen. - Kunnen de sporen gelinkt worden aan nabijgelegen archeologisch vindplaatsen? o Neen. - Wat is de relatie tussen de bodem en de archeologische sporen? o Afhankelijk van de vulling waren de sporen zichtbaar in de teelaarde, de E- horizont of de C-horizont. - Wat is de relatie tussen de bodem en de landschappelijke context (landschap algemeen, geomorfologie, )? o Het projectgebied bevindt zich op de rug van de Wase Cuesta. De Wase Cuesta wordt gekenmerkt door zandgronden. - Is er een bodemkundige verklaring voor de partiële afwezigheid van archeologische sporen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? o Neen. Er is een goede bodembewaring. - Kunnen archeologische vindplaatsen in tijd, ruimte en functie afgebakend worden (incl. de argumentatie)? 13

o Er zijn geen archeologische vindplaatsen. - Wat is de vastgestelde en verwachte bewaringstoestand van elke archeologische vindplaats? o Niet van toepassing. - Wat is de waarde van elke vastgestelde archeologische vindplaats? o Niet van toepassing. - Wat is de potentiële impact van de geplande ruimtelijke ontwikkeling op de waardevolle archeologische vindplaatsen? o Niet van toepassing. - Voor waardevolle archeologische vindplaatsen die bedreigd worden door de geplande ruimtelijke ontwikkeling: hoe kan deze bedreiging weggenomen of verminderd worden (maatregelen behoud in situ)? o Niet van toepassing. - Voor waardevolle archeologische vindplaatsen die bedreigd worden door de geplande ruimtelijke ontwikkeling en die niet in situ bewaard kunnen blijven: o Wat is de ruimtelijke afbakening (in drie dimensies) van de zones voor vervolgonderzoek? Niet van toepassing. o Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht, zowel vanuit methodologie als aanpak voor het vervolgonderzoek? Niet van toepassing. - Welke vraagstellingen zijn voor vervolgonderzoek relevant? o Niet van toepassing. - Zijn er voor de beantwoording van deze vraagstellingen natuurwetenschappelijke onderzoeken nodig? Zo ja, welke type staalnames zijn hiervoor noodzakelijk en in welke hoeveelheid? o Niet van toepassing. - Welke zone komt in aanmerking voor vervolgonderzoek? Welke spoordensiteit kan verwacht worden? o Niet van toepassing. 14

4. SAMENVATTING Naar aanleiding van de geplande verkaveling tussen de Onze-Lieve-Vrouwstraat en de Pastoor Steenssenstraat te Beveren werd een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd. Tijdens het bureauonderzoek werd vastgesteld dat er een mogelijkheid was op de aanwezigheid van archeologisch erfgoed. Om dit vast te stellen werd een prospectie met ingreep in de bodem uitgevoerd in het projectgebied. Het onderzoek werd uitgevoerd op dinsdag 2 mei 2017. Tijdens het onderzoek werden er geen archeologische sporen aangetroffen. Er werden wel verschillende zandwinningskuilen aangetroffen die op basis van de vulling en scherpe aflijning gedateerd kunnen worden in de nieuwste tijd. Verder onderzoek zou geen reële kenniswinst opleveren en wordt daarom niet aangeraden. 15

5. BIBLIOGRAFIE GDI-VLAANDEREN 2016: DTM raster 1m GDI-VLAANDEREN 2017: GRB Administratief perceel 6. BIJLAGEN - Lijst van plannen en kaarten - Fotolijst - Beschrijving van aangelegde referentieprofielen - Foto s van aangelegde referentieprofielen 16