Archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek Titan 33 te Katwijk. P. van de Geer. Archol. Archol

Vergelijkbare documenten
6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek aan de Van Vredenburchweg 79 te Rijswijk. P. van de Geer

Archeologisch bureauonderzoek naar de Hoofdstraat 44a te Leiderdorp. S.D. Hagedoorn P. van de Geer. Archol. Archol

Verbetering watersysteem polder t Hoekje

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Langevaart 14, Rijnsburg (gemeente Katwijk)

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek aan de Leenkamp 15 te Leidschendam. P. van de Geer. Archol. Archol

Archeologisch bureauonderzoek naar de Kleine Houtstraat 73 te Haarlem. P. van de Geer

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek aan de Langeweg 97 in de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. W. Laan A.J. Tol

Plangebied Nijkerkerweg-Tolboom

Verkennend booronderzoek aan de Hoofdstraat 44a, te Leiderdorp. P. van de Geer. Archol. Archol

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Verkennend booronderzoek in plangebied Kanaalpark te Leiden. P. van de Geer. Archol. Archol

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

Archeologisch bureau- en booronderzoek Kerkplein 5, te Zwammerdam. P. van de Geer. Archol. Archol

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

4 Archeologisch onderzoek

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied Plantsoensingel Zuid te s-heerenberg

Plangebied Nieuwelaan-Oost te Limmen

Plangebied Kreater, Rotterdam-Overschie

Heesch - Beellandstraat

Plangebied Achterweg-Zuid 62 in Lisse

Verkennend booronderzoek in plangebied Rijnvaert - Limeszone te Oegstgeest. F. Stevens P. van de Geer. Archol. Archol

Plangebied Rosinkweg noord

Verkennend booronderzoek Mendelweg 1-3 te Leiden. P. van de Geer. Archol. Archol

Bureau voor Archeologie Rapport De Duynkant, Castricum, gemeente Castricum: booronderzoek

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Verkennend archeologisch booronderzoek voor Koningin Julianalaan 19 te Waalre. Koen Hebinck

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Plangebied Ljouwerterdyk 7 te Hallum

Plangebied Van de Spiegelstraat 23 en 23a in Den Haag

Plangebied Kleihoogt 9, Berkel en Rodenrijs

Plangebied Uddelerveen 66 te Uddel

Plangebied Koedood 4A in Barendrecht

Plangebied Jacoba van Beierenweg 95c en Torenlaan 3 te Voorhout

Verkennend en karterend booronderzoek Rijnsburg - Frederiksoord. Archol. P. van de Geer

Pagina 1 van 8 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Bureauonderzoek Archeologie

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied Van den Endelaan 41 in Hillegom

Afbeelding 1. De ligging van het plangebied Noordeinde 37 te Lambertschaag, binnen de rode rechthoek (bron: Google Earth)

Plangebied Schoordijk in Weert

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Transect-rapport Sevenum, Vinkepas 16. Gemeente Horst aan de Maas (L)

Gemeente Ede Plangebied Kerkhoflaan te Bennekom

Plangebied Blokhoeve 7 te Nieuwegein

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor het plangebied De Slaag te Maurik, gemeente Buren (Gld)

Plangebied Evertsenstraat 132 te Rijnsburg

Bureau- en verkennend booronderzoek Brummen - De Bongerd. P. van de Geer. Archol. Archol

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Arendlaan. Archeologisch. Advi esbureau RAAP-NOTITIE 5406

Plangebied Heereweg 46-48

De stroomgordel van Gellicum opgespoord

Verkennend booronderzoek Rhijnhofweg 9 te Oegstgeest. P. van de Geer. Archol. Archol

Plangebied Zanddijk 18 te Mariënvelde

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/741

Plangebied Doornsteeg 7 te Lunteren

Plangebied Grijssloot 13 in Leens

Plangebied Melkpad 4 in Hilversum

Archeologisch bureau- en booronderzoek Struinweg & NVO Fort Nieuwe Steeg, De Laar (gemeente Lingewaal) J. van der Leije

Plangebied Hengelosestraat/Noordsingel Gemeente Haaksbergen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Melderstraat 30 te Didam

Plangebied Lichtenvoordseweg te Groenlo

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Gemeente Bernheze Plangebied Ter Weer te Heeswijk-Dinther

Plangebied Griene Dyk te Sneek

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archol. Archol. Winkelcentrum Kerkelanden

Plangebied Rootvlaas 2 te Bakel

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

Plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 in s-gravendeel

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) ARC-Rapporten

Archeologisch bureau- en booronderzoek Leidschendam Zwembad de Fluit (gem. Leidschendam-Voorburg)

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Glanerbruggeweg 75 te Enschede (O) ARC-Rapporten

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

MEMO. Projectgegevens

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Plangebied H.W. Iordensweg te Twello

Plangebied Windturbines Kabeljauwbeek

Transcriptie:

Archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek Titan 33 te Katwijk P. van de Geer Archol 295 Archol

Archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek Titan 33 te Katwijk P. van de Geer

Colofon Archol Rapport 295 Archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek Titan 33 te Katwijk Projectleiding: Uitvoering veldwerk: drs. T.A. Goossens drs. Y. Raczynski-Henk (Ex-Situ Archeologie) Auteur: Met bijdrage van: Tekstredactie P. van de Geer MA drs. Y. Raczynski-Henk drs. T.A. Goossens Beeldmateriaal: Opmaak: P. van de Geer MA A.J. Allen Druk: Archol bv, Leiden Autorisatie: drs. T.A. Goossens ISSN 1569-2396 Archol, Leiden 2016 Einsteinweg 2 2333 CC Leiden info@archol.nl Tel. 071 527 33 13

Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding en doelstelling 7 1.2 Plangebied, huidig en toekomstig gebruik 8 1.3 Onderzoeksopzet en organisatie 8 2 Bureauonderzoek 11 2.1 Inleiding en methodiek 11 2.2 Landschappelijk kader 11 2.3 Archeologisch en historisch kader 13 2.3.1 Gemeentelijke waarden- en beleidskaart 13 2.3.2 Archis gegevens 15 2.3.3 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) 16 2.3.4 Historisch kaartmateriaal 16 2.3.5 Overige bronnen 18 2.4 Gespecificeerde archeologische verwachting 18 3 Verkennend booronderzoek 19 3.1 Doel en vraagstellingen 19 3.2 Methodiek 19 3.3 Resultaten 20 3.4 Conclusie 20 4 Conclusie en advies 21 4.1 Conclusie 21 4.2 Advies 21 4.3 Beantwoording onderzoeksvragen 21 Figurenlijst 22 Tabellenlijst 23 Bijlage 1 Boorkolommen 25

Titan 33 te Katwijk 5 Samenvatting In opdracht van Vos, Hoffer, Van der Haar Architecten heeft Archol een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd aan Titan 33, te Katwijk. Aanleiding voor het onderzoek was de geplande bouw van een kelder onder een gedeelte van de bestaande bebouwing. Doel van het onderzoek was vast te stellen of de werkzaamheden kunnen leiden tot aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden. Het bureauonderzoek was erop gericht een specifiek verwachtingsmodel voor het terrein op te stellen met de bekende en verwachte archeologische waarden. Met het booronderzoek is deze verwachting in het veld getoetst. Op basis van het bureauonderzoek bleek een middelmatige verwachting te gelden op resten uit de bronstijd, een hoge verwachting op resten uit de ijzertijd, Romeinse tijd en vroege middeleeuwen en een lage verwachting op resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Mogelijke zou sprake zijn van ernstige verstoringen als gevolg van egalisatie of diepdelven, met name in het Jong Duinzand. De gespecificeerde archeologische verwachting die op basis van het bureauonderzoek is opgesteld, moet uiteindelijk op basis van de resultaten van het booronderzoek worden herzien. De (middel)hoge archeologische verwachting gold namelijk specifiek voor de kwelderafzettingen en de afzettingen van de Oude Duinen. Omdat juist deze afzettingen geërodeerd blijken en geen lagen (meer) bevatten waarop nog bewoning is te verwachten, komt de archeologische verwachting te vervallen. Vervolgonderzoek wordt daarom niet noodzakelijk geacht. Het aspect archeologie legt hier naar onze mening geen belemmeringen op voor de beoogde ontwikkeling.

6 Titan 33 te Katwijk

Titan 33 te Katwijk 7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling In opdracht van Vos, Hoffer, Van der Haar Architecten heeft Archol een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd aan Titan 33, te Katwijk (Figuur 1.1 ). Aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van een kelder onder een gedeelte van de bestaande bebouwing. Het plangebied valt onder het bestemmingsplan Rijnsoever en heeft een dubbelbestemming Artikel 13 Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied. Voor deze categorie geldt dat bij bodemingrepen dieper dan 0,3 m en groter dan 100 m 2 een archeologisch rapport moet worden overlegd, waarin is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, dat eventueel aanwezige archeologische waarden niet worden geschaad of dat de archeologische waarden op een andere manier gewaarborgd worden. 1 Doel van dit onderzoek is vast te stellen of de werkzaamheden kunnen leiden tot aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden. Het bureauonderzoek is erop gericht een specifiek verwachtingsmodel voor het terrein op te stellen met de bekende en verwachte archeologische waarden. Met het booronderzoek wordt deze verwachting in het veld getoetst. Op basis hiervan volgt een advies over de noodzaak van vervolgonderzoek. Figuur 1.1 Ligging plangebied (bron: Top25 Kadaster). 84000 86000 88000 90000 92000 $ 468000 472000 472000 N 468000 0 1000m 466000 84000 bron:kadaster 86000 88000 90000 92000 466000 1 Bestemmingsplan Rijnsoever, Artikel 13 Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied.

8 Titan 33 te Katwijk 469850 88300 88350 88400 469850 Figuur 1.2 Situering onderzoeksgebied (onderzoeksgebied in rood, bron luchtfoto: PDOK 2014). 469750 469750 469800 469800 N 0 50m 88300 88350 88400 1.2 Plangebied, huidig en toekomstig gebruik Het plangebied ligt in het noorden van Katwijk aan de rand van de bebouwde kom, op het adres Titan 33 (Figuur 1.2). Het perceel is kadastraal bekend als KWK01 sectie C, perceel 3656. Het plangebied is momenteel deels bebouwd en deels in gebruik als tuin. Het pand is gebouwd in 1995 en heeft een woonfunctie. De voorgenomen onderbouw bevindt zich onder het noordelijke gedeelte van het pand en heeft een oppervlakte van 108 m 2. De kelder heeft een diepte van 3 m Mv, maar de onderkant van de vloer ligt nog 0,44 m lager. De maximale verstoringdiepte is dus 3,44 m Mv. Om de kelder te kunnen aanleggen wordt door de aannemer een talud gegraven waardoor het totale oppervlak waarover de bodem geroerd wordt aan het maaiveld ca. 265 m 2 bedraagt. 1.3 Onderzoeksopzet en organisatie Al sinds 1961 kent Nederland een monumentenwet. In 1988 werd deze wet vervangen door de Monumentenwet 1988 en op 1 januari 2012 is deze wet voor het laatst gewijzigd in het kader van de modernisering van de monumentenzorg. Deze wet regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Iedere initiatiefnemer van projecten waarbij de bodem wordt verstoord kan door de overheid verplicht worden een rapport te overleggen waaruit de archeologische waarde van het te verstoren terrein (het plangebied) blijkt. Voor een dergelijk rapport is archeologisch onderzoek vereist: het archeologisch vooronderzoek. Dit onderzoek heeft tot doel vast te stellen of in het plangebied waardevolle vindplaatsen voorkomen. Het vooronderzoek is opgebouwd uit twee onderdelen: het bureauonderzoek (BO) en een eventueel inventariserend veldonderzoek (IVO), elk met bijbehorende standaardrapportages.

Titan 33 te Katwijk 9 Het hier gepresenteerde rapport betreft een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek-overig (IVO-o). Het bureauonderzoek geeft een samenvatting van wat er in archeologisch en aardwetenschappelijk opzicht bekend is over het plangebied. Het doel is om door middel van bestaande bronnen te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting. Het IVO-o bestaat verder uit een verkennend booronderzoek. Het verkennend veldonderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap en de gespecificeerde archeologische verwachting nader aan te scherpen of te controleren. Op basis van de resultaten kan het bevoegd gezag een beslissing nemen ten aanzien van eventueel vervolgonderzoek. Tabel 1.1 Administratieve gegevens. Soort onderzoek: Bureauonderzoek en verkennend booronderzoek (IVO-o) Projectnaam: Onderkeldering Titan 33 (1531) Archolprojectcode: KTI1583 Uitvoerder: Archeologisch Onderzoek Leiden bv Periode van uitvoering veldwerk: Data uitvoering veldwerk Rapport gereed: Datum rapportgereed Versie: 1.0 Provincie: Zuid-Holland Gemeente: Katwijk Plaats: Katwijk Toponiem: Titan 33 Kaartblad: 30E Coördinaten gebied: 88.355 / 469.792 Opdrachtgever: VHHArchitecten i.o.v. Fam. Haasnoot-Kleen Bevoegd gezag: Gemeente Katwijk, B. Voormolen (Beleidsarcheoloog) ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer 3985025100 Beheer en plaats van documentatie en vondsten: Depot voor Bodemvondsten Provincie Zuid-Holland E-depot voor de Nederlandse Archeologie - Dans Geomorfologie: Estuarium van de Oude Rijn (Cohen et al. 2012) Bodem: Dikke eerdgronden (eenheid EZ50A)

10 Titan 33 te Katwijk

Titan 33 te Katwijk 11 2 Bureauonderzoek 2.1 Inleiding en methodiek Het bureauonderzoek is erop gericht een specifiek verwachtingsmodel op te stellen voor het plangebied door bekende en verwachte archeologische waarden in en om het plangebied in kaart te brengen. Er is onderzoek gedaan door middel van het raadplegen van de gemeentelijke verwachtingskaart, diverse vakliteratuur, historisch kaartmateriaal, het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN), de bodemkaart, de geomorfologische kaart en de paleogeografische kaart van de Rijn-Maasdelta. Tevens is het archeologisch informatiesysteem (Archis) geraadpleegd om de bekende archeologische waarnemingen binnen en direct rondom het plangebied in kaart te brengen; met name die waarnemingen die ten tijde van het samenstellen van de beleidskaart nog niet bekend waren. Het bureauonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) 3.3, protocol 4002. 2.2 Landschappelijk kader Het plangebied bevindt zich in het estuarium van de Oude Rijn. Tot ca. 2000 v.chr. lag het gebied nog onder de toenmalige zeespiegel. Vanaf dat moment vormde zich voor de kust van Katwijk een strandwal waardoor de invloed van de zee sterk af nam en een groot deel van Katwijk boven gemiddeld hoogwater kwam te liggen. 2 De invloed van de rivier op het gebied werd groter. Het ontbreken van de kenmerkende afzettingen van een meanderende rivier, zoals duidelijk ontwikkelde oeverwallen en vooral de kronkelwaarden, wijst er echter op dat er nog steeds een sterke mariene invloed is geweest. Door een afgenomen snelheid van de zeespiegelstijging ontstond vervolgens een toenemende aanvoer van zand naar de kust. 3 Hierdoor raakt het kweldergebied vanuit zuidwestelijke richting bestoven onder het zand. 4 Er zijn aanwijzingen dat al vanaf het begin van de jaartelling het kweldergebied van Katwijk grotendeels onder een laag duinzand is bedolven. Deze ontwikkeling zet zich door en in de loop van de middeleeuwen hebben de duinen zich in noordelijke richting verder ontwikkeld. Rond 1000 n.chr. begon langs de kust de vorming van de Jonge Duinen die ontstonden uit door kusterosie vrijgekomen zand. 5 Door het inactief raken van de Oude Rijn, in de 12 e eeuw kon de duinenrij zich sluiten, waarbij de vorming van de Jonge Duinen nog doorging tot ongeveer 1600 n.chr. 6 Ter hoogte van het plangebied heeft geen kartering plaatsgevonden voor de samenstelling van geomorfologische kaart. Het gebied staat op de kaart aangegeven als bebouwd. Uit de kaart met landschappelijke eenheden die door RAAP is opgesteld in het kader van de Archeologisch verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de gemeente Katwijk is op te maken dat het plangebied zich bevindt in een zone met duinzand op kwelder- en/of wadafzettingen die is ontstaan in de zoals hierboven beschreven situatie (Figuur 2.1). 2 Schamp & Schutte 2006, 10. 3 Berendsen 2011, 292. 4 Schamp & Schutte 2006, 10. 5 Berendsen 2011, 295-296. 6 Idem.

Titan 33 te Katwijk 88500 89000 89000 88500 12 N 0 469500 250m 469500 0 250m 88500 Figuur 2.1 Uitsnede uit de kaart met Landschappelijke eenheden met het plangebied (rood) (bron: Schutte & Jansen 2007). 89000 88500 89000 Figuur 2.2 88000 89000 90000 469000 $ $ N 0 86000 468000 469000 91000 472000 87000 471000 86000 471000 472000 Uitsnede uit de bodemkaart met de locatie van het plangebied (bron: Alterra). 468000 469500 469500 N 1000m 87000 88000 89000 90000 91000 Legenda Bebouwing Dikke eerdgronden Zeekleigronden Kalk lutumarme gronden Water, moeras Kalkloze zandgronden Kalkhoudende zandgronden

Titan 33 te Katwijk 13 Figuur 2.3 Uitsnede uit het AHN 2 met de locatie van het plangebied (bron: AHN). 88000 88500 89000 $ 469500 N 469500 0 500m 88000 88500 89000 Volgens de bodemkaart ligt het plangebied in een zone met een Kalkhoudende enkeerdgrond van matig fijn zand met grondwatertrap II (kaarteenheid EZ50A, Figuur 2.2). Dit bodemtype omvat het grootste deel van het bollengebied tussen Katwijk en Lisse en wordt ook wel zanderijgronden genoemd. 7 Het zijn afgegraven of geëgaliseerde oude duinen, waarvan er een groot aantal één of meerdere keer is omgewerkt om van een te humeuze bovengrond af te komen, of ter bestrijding van de bollenziekte. 8 Deze oorspronkelijk kalkloze enkeerdgronden zijn door het diepdelven gedeeltelijk kalkhoudend geworden. 9 Typerend voor deze gronden is een geringe grondwaterfluctuatie en een grondwaterstand beneden de 40 cm Mv. Op het AHN is een scherpe overgang zichtbaar van de lager gelegen eerdgronden met een hoogte rond 1,8 m +NAP en het hoger gelegen duingebied met een hoogte rond 7,5 m +NAP op nog geen 40 m afstand (Figuur 2.3). De scherpe overgang en rechte grens tussen de twee gebieden lijkt een aanwijzing voor menselijk ingrijpen in de natuurlijke situatie en is een aanwijzing dat het gebied ter hoogte van het plangebied in het verleden inderdaad is afgegraven. 2.3 Archeologisch en historisch kader 2.3.1 Gemeentelijke waarden- en beleidskaart De gemeente Katwijk heeft een archeologische verwachtingskaart laten opstellen die in 2007 is verschenen. 10 De kaart geeft een gedetailleerde archeologische verwachting weer die is gebaseerd op een inventarisatie van bekende archeologische, historische en historisch-geografische, geologische en bodemkundige gegevens. Daarbij heeft 7 Markus & Van Wallenburg 1982, 88. 8 Markus & Van Wallenburg 1982, 30. 9 Markus & Van Wallenburg 1982, 88. 10 Schutte & Jansen 2007.

14 Titan 33 te Katwijk Geologische periodenarcheologische perioden Chronozone Laat Subatlanticum Vroeg Subatlanticum Subboreaal Atlanticum Boreaal Preboreaal Late Dryas Allerød Vroege Dryas Bølling Vroegste Dryas Laat Glaciaal Weichselien Vroeg Pleniglaciaal Glaciaal Vroeg Midden Laat Denekamp Hengelo Moershoofd Odderade Brørup Eemien Saalien II Oostermeer Saalien I Belvedere/Holsteinien Glaciaal x Holsteinien Elsterien Datering heden Pleistoceen Holoceen Prehistorie 3700 7300 8700 9700 11050 11500 12000 12500 13500 30500 60000 71000 114000 126000 236000 241000 322000 336000 384000 416000 463000 Tijdperk 1850 C B 1650 A 1500 laat 1250 1150 na Chr. vol 1050 900 Ottoons Karolingisch 725 Merovingisch laat 525 450 Merovingisch vroeg laat 270 midden 70 na Chr. 0 vroeg 15 voor Chr. 250 laat 450 voor Chr. 500 midden 800 1100 1800 2000 2850 4200 4900/5300 6450 7100 8800 12000 18000 35000 300000 vroeg laat midden vroeg laat midden vroeg laat midden vroeg jong B jong A midden oud laat vroeg Nieuwe tijd middeleeuwen Romeinse tijd ijzertijd bronstijd neolithicum (nieuwe steentijd) mesolithicum (midden steentijd) paleolithicum (oude steentijd) Figuur 2.4 Tijdstabel. ook nog een veldtoets plaatsgevonden. De kaart stoelt sterk op de geomorfologische ondergrond. Zoals in het vorige hoofdstuk al is aangestipt ligt het plangebied volgens de kaart op duinzand op kwelder- en/of wadafzettingen (Figuur 2.1). Hiervoor geldt een middelmatige verwachting op resten vanaf de bronstijd, een hoge verwachting op resten vanaf de ijzertijd tot en met de vroege middeleeuwen en een lage verwachting op jongere resten. De middelmatige verwachting op resten vanaf de bronstijd is gebaseerd op de aanwezigheid van kweldersedimenten die achter de strandwel die rond 2000 v.chr. zijn afgezet. 11 Met name de hoger gelegen oeverwallen van de kreken in dit kwelderlandschap zijn geschikt geweest voor bewoning. 12 Vanaf de ijzertijd is de bewoonbaarheid van dit gebied kennelijk verbeterd en wordt een hoge 11 Op pagina 26-27 wordt een datum van 2000 v.chr. aangehouden voor het ontstaan van de strandwal, terwijl op pagina 60-61 uitgegaan wordt van 2500 v.chr. Hier wordt 2000 v.chr. aangehouden, omdat deze datum ook genoemd wordt in Schamp & Schutte 2006. 12 Schutte & Jansen 2007, 61-62.

Titan 33 te Katwijk 15 verwachtingswaarde toegekend voor dit landschap. Dit geldt ook voor de afzettingen van de Oude Duinen die vanaf het zuiden langs de kust oprukken richting het noorden. Vanaf de late middeleeuwen vindt versterkte duinvorming plaats: de Jonge Duinen. Hieraan is een lage archeologische verwachting toegekend op resten vanaf deze periode. Het plangebied ligt tevens binnen de Limeszone (Figuur 2.1: rode driehoeken). 13 De breedte van de limeszone hangt direct samen met ligging van de loop van de Rijn in de Romeinse tijd en de ligging van de limes-weg (Figuur 2.1: blauw omrande witte lijn). Omdat de ligging van de weg in dit deel van Katwijk niet bekend is, is hier een ca. 1,5 km brede zone aangehouden. Het plangebied ligt op ca. 350 m van de verwachte locatie van de limes-weg. Deze is hier echter nergens aangetoond. In het overstoven deel van de limeszone bevinden de aan de limes gerelateerde sporen zich dieper dan 1 m +NAP, ofwel ca. 0,8 m Mv binnen het plangebied. Rond de limes worden zeer specifieke vindplaatstypen verwacht. Behalve de de limesweg zelf worden laad- en loskaden, wachtposten en/of torens, havens en bruggen en dammen genoemd. Op ca. 350 m ten zuidwesten van het plangebied staat een onderzoeksgebied aangegeven (Figuur 2.1: blauw gestreepte kader). Het betreft een klein booronderzoek uit 2004. 14 Hier zijn enkele boringen gezet ter hoogte van het restaurant van de Camping Noordduinen. 15 De locatie bevindt zich in het duingebied en was ter plaatse zwaar verstoord. Hier is geen vervolgonderzoek meer geadviseerd. Ca. 750 m naar het noordoosten is op de kaart (Figuur 2.1: groen omcirkeld) een gebied aangegeven waar op basis van historische kaarten de locatie van een aantal 17 e -eeuwse boerderijen wordt verwacht. 2.3.2 Archis gegevens In 2011/2012 is een bureaustudie gedaan naar de Noordduinen: het duingebied grenzend aan het plangebied (OM 49.470; Figuur 2.5). De conclusie van het bureauonderzoek sluit aan op de verwachting(skaart) die enkele jaren eerder door de gemeente al was opgesteld. 16 Alleen de kans op archeologische resten uit de Romeinse tijd op de oevers van de Oude Rijn wordt hoog geacht, waar de gemeentelijke kaart een middelhoge verwachting aanhoudt. Verder zijn mogelijk de NAP-hoogtes, waarop de archeologische resten uit diversen perioden op basis van eerder onderzoek worden verwacht interessant. Er wordt echter ook al aangegeven dat het landschap in het verleden al zeer geaccidenteerd was en de hoogtes dus niet een-op-een over zijn te nemen. Sporen uit de Romeinse tijd kunnen in de Noordduinen rond het NAP worden verwacht (Oud Duinzand). De sporen uit de vroege middeleeuwen kunnen op basis van de opgraving in de uitwatering tussen NAP en ca. 0,5 m +NAP worden verwacht. Op ca. 350 m ten zuidwesten van het plangebied is eind 2014 een onderzoeksmelding gedaan voor een booronderzoek (OM 64.329). Er is echter nog geen rapportmelding bekend van dit onderzoek. Ook de rapportages van het onderzoek in het kader van de Rijngouwelijn (OM 23.347) uit 2007 lijken niet openbaar te zijn gemaakt. Waarneming 23.984 betreft de vondst van een slingerkogel uit de Romeinse tijd. 13 Schutte & Jansen 2007, 62. 14 Archis 2 onderzoeksmelding 6953. 15 Huizer & Plasmeijer 2004. 16 Du Pied 2012.

16 Titan 33 te Katwijk 88000 88500 89000 Figuur 2.5 Archis waarnemingen en onderzoeken met de locatie van het plangebied (rood kader) op de IKAW (Bron: RCE). # 49.470 469500 N 0 6.953 41.735 #) 500m 23.984 23.347 469500 88000 88500 89000 IKAW Indicatieve kaart van archeologische waarden Hoge indicatieve waarde Middelhoge indicatieve waarde Lage indicatieve waarde Bebouwd gebied Water Niet gewaardeerd Archis Met dezelfde begin- en einddatering ) Romeins # Overige Archiswaarnemingen Onderzoeksgebied 2.3.3 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) Het plangebied valt op de IKAW binnen een gebied met een lage trefkans op archeologische waarden (Figuur 2.5). De IKAW is een landsdekkende kaart met een vlakdekkende classificatie van de trefkans op archeologische resten. Als bronmateriaal voor de kaart worden voor het West-Nederlandse kustgebied de Archis-gegevens en de geologische kaart genoemd. 17 De kaart is op gemaakt basis van een rastergrid met eenheden van 50 bij 50 meter. Door de grootschaligheid is de kaart minder geschikt voor een dergelijk lokaal niveau als het onderhavig onderzoeksgebied en kan naar eigen zeggen ook slechts als richtinggevend worden gebruikt. 18 Een gemeentelijke verwachting is veel gedetailleerder en daarom vaak meer geschikt. De IKAW is voor dit bureauonderzoek dus verder niet relevant. 2.3.4 Historisch kaartmateriaal Op geen van de historische kaarten sinds 1832 is bebouwing aanwezig in het plangebied. Op zowel de Kadastrale Minuut van 1832, de Topografische Militaire Kaart (TMK) van 1850 (Figuur 2.6) als de Bonnenbladen van ca. 1900 (Figuur 2.7), 1925 en 1949 maakt het plangebied deel uit van het duingebied. 17 Deeben 2009, 11. 18 Deeben 2009, 5.

Titan 33 te Katwijk 17 Figuur 2.6 87500 88500 89000 469500 469500 88000 Het plangebied geprojecteerd op de Topografische Militaire Kaart van ca. 1850 (bron: Kadaster). N N N Figuur 2.7 500m 469000 469000 0 87500 88000 88500 89000 87500 88000 88500 89000 88500 89000 469500 469500 Het plangebied geprojecteerd op het Bonneblad van omstreek 1900 (bron: Kadaster). 0 500m 87500 88000 469000 469000 N N N

18 Titan 33 te Katwijk 2.3.5 Overige bronnen Er zijn op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) geen archeologische monumenten bekend binnen of rondom het plangebied. Volgens het Bodemloket heeft er wel bodemonderzoek plaatsgevonden voor het gebied, maar was er geen noodzaak tot sanering. 19 2.4 Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van het hiervoor gepresenteerde bureauonderzoek kan worden gesteld dat de in de verwachtingskaart van de gemeente Katwijk gepresenteerde verwachtingswaarde voor het plangebied grotendeels kan worden gehandhaafd: - Er geldt een middelmatige verwachting op resten uit de Bronstijd, een hoge verwachting op resten uit de ijzertijd, Romeinse tijd en vroege middeleeuwen en een lage verwachting op resten uit de late middeleeuwen en Nieuwe tijd. - Er zijn geen aanwijzingen voor de verwachting op specifieke complextypen, behalve op limes-gerelateerde resten uit de Romeinse tijd (zie paragraaf 2.3.1.). - De omvang of exacte ligging van mogelijke archeologische resten is niet bekend, maar zij zijn waarschijnlijk groter dan de omvang van het plangebied zelf. - De diepteligging van mogelijke archeologische resten zal mede bepaald moeten worden door het booronderzoek, onder meer omdat niet bekend is of, en in hoeverre, het plangebied in het verleden is ontgrond. Eerder zijn Romeinse resten geconstateerd rond het NAP en op 1 m daarboven, maar er zijn ook vroegmiddeleeuwse resten aangetroffen op 0,5 m +NAP. Resten uit de bronstijd bevinden zich vermoedelijk op de kwelderafzettingen. Resten uit de ijzertijd kunnen op zowel de kwelderafzettingen als duinafzettingen worden verwacht. Resten uit de Romeinse tijd en jonger worden verwacht in de Oud Duinafzettingen. Resten uit de late middeleeuwen zouden voor kunnen komen in Jonge Duinafzettingen als deze nog aanwezig zijn. - Gaafheid en conservering kunnen in het dynamische kwelder- en duinlandschap sterk verschillen. - In principe kunnen zowel anorganische als organische artefacten bewaard zijn gebleven. De laatstgenoemde vooral onder de grondwaterspiegel. Verder zijn vondstlagen, vegetatiehorizonten, grondsporen en resten van houtbouw (waterputten, palen, etc.) te verwachten. - Mogelijke is sprake van ernstige verstoringen als gevolg van egalisatie of diepdelven, met name in het Jong Duinzand. 19 www.bodemloket.nl: bekeken 15-1-2016.

Titan 33 te Katwijk 19 3 Verkennend booronderzoek 3.1 Doel en vraagstellingen Doel van het booronderzoek is de gespecificeerde archeologische verwachting te toetsen en aan te scherpen, door het (1) in kaart brengen van bodemopbouw, (2) het vaststellen van eventuele bodemverstoringen en de invloed hiervan op de archeologische verwachtingswaarde. Specifieke vraagstellingen die met het booronderzoek beantwoord moeten worden zijn: - Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het plangebied eruit? - Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is? - Op welke diepte zouden de eventuele archeologisch interessante lagen zich kunnen bevinden? - Zijn er bodemverstoringen in het gebied aanwezig en wat betekent dit voor de archeologische verwachting? 3.2 Methodiek Het onderzoek betreft een booronderzoek verkennende fase van het IVO-Overig. Het onderzoek is uitgevoerd conform Protocol 4003: Specificatie Inventariserend Veldonderzoek VS03 van de KNA 3.3. Er zijn in totaal drie boringen gezet binnen het plangebied (Figuur 3.1). Op grond van inrichting van het plangebied met veel verharde delen zijn de boringen zo goed mogelijk verdeeld in een raai langs de noordwestkant van de bebouwing. De locatie van de boringen is vastgelegd aan de hand van de lokale topografie. De hoogte van de boringen is bepaald met behulp van het AHN. Figuur 3.1 Boorpuntenkaart. 88350 88375 469800 3. 2. 469800 N 1. 0 25m 469775 88350 88375 469775

20 Titan 33 te Katwijk De boringen zijn tot ca. 4,0 m Mv uitgevoerd met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een gutsboor met een diameter van 3 cm. De boringen zijn in het veld beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijving (ASB) welke voldoet aan de NEN5104 norm. Alle grond is door het snijden en verkruimelen van de boorkern met het blote oog onderzocht op archeologische indicatoren. De boorprofielen zijn als bijlage 1 opgenomen achter in het rapport. 3.3 Resultaten Y. Raczynski-Henk De bodemopbouw in het plangebied komt in grote mate overeen met het beeld uit het bureauonderzoek. Meer specifiek ziet de profielopbouw er als volgt uit: Aan het maaiveld ligt een dunne, donkerbruine cultuurlaag (15-30 cm) bestaande uit zeer fijn, kalkloos zand. Deze cultuurlaag is gevormd in de top van een pakket lichtbruingrijs, zeer fijn, kalkloos duinzand dat op grond van de aanwezigheid van stukjes plantenresten en brokjes humeus materiaal is geïnterpreteerd als verstoord. Deze verstoring is waarschijnlijk het gevolg van omwerking ten behoeve van de landbouw. Aan de basis van dit verstoorde pakket, op ca. 1,0 m Mv (ca. 0,9 m +NAP), is een dun laagje onverstoord, lichtgeelgrijs, zeer fijn kalkloos duinzand aangetroffen dat na ca. 0,2 m overgaat in lichtgeelgrijs, matig fijn kalkrijk zand met schelpfragmenten. Deze laatste laag is geïnterpreteerd als strandzand; de top bevindt zich op ca. 1,1 m Mv (ca. 0,8 m +NAP). In boring 1 is het onverstoorde duinzand niet aangetroffen en ligt het omgewerkte duinzand met een scherpe overgang op de strandafzettingen. Op een diepte van ca. 2,9 m Mv (ca. 0,85 m NAP) gaat het duinzand erosief over in blauwgrijze, uiterst siltige, kalkrijke klei met zand en detrituslagen. Deze afzettingen zijn geïnterpreteerd als geulafzettingen die deel uitmaken van het kweldergebied in het Rijn-estuarium. 3.4 Conclusie De bovengrond bestaat uit deels omgewerkt duin- en strandzand, dat afgezet is op kleiig kweldersediment. Het lijkt erop dat bij het omwerken en/of afgraven van het duinzand geprobeerd is om het strandzand in de ondergrond ongemoeid te laten. In het restant onverstoord duinzand en in het strandzand zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor stabiele perioden in de vorming van het zandpakket, waarin zich mogelijk archeologische resten of sporen zouden kunnen bevinden. De overgang van het strandzand naar de onderliggende kwelderafzettingen verloopt erosief. De oorspronkelijke top van deze afzettingen is daardoor verdwenen. Het is niet mogelijk is om vast te stellen hoeveel van deze afzettingen verloren is gegaan, maar er zijn geen aanwijzingen voor bodemvormende processen waargenomen. Het kleipakket is tot in de top gelaagd en kalkrijk. Bij bodemvorming zouden aanwijzing voor bioturbatie en ontkalking zichtbaar zijn. Op grond van de resultaten van het verkennend booronderzoek is er geen aanleiding om in het plangebied archeologische resten of sporen te verwachten.

Titan 33 te Katwijk 21 4 Conclusie en advies 4.1 Conclusie De gespecificeerde archeologische verwachting die op basis van het bureauonderzoek is opgesteld, moet op basis van de resultaten worden herzien. De bovengrond bestaat uit deels omgewerkt duin- en strandzand. In het restant onverstoord duinzand en in het onderliggende strandzand zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor niveaus, waarin zich mogelijk archeologische resten zouden kunnen bevinden. De oorspronkelijke top van de (onderste) kwelderafzettingen is ook verdwenen en bovendien gaat het om geulafzettingen die minder geschikt zijn voor bewoning. De archeologische verwachting gold specifiek voor de kwelderafzettingen en de afzettingen van de Oude Duinen (zie paragraaf 2.3.1). Omdat juist deze afzettingen zijn geërodeerd en omdat ze geen lagen bevatten waarop nog bewoning wordt verwacht, komt de archeologische verwachting te vervallen. 4.2 Advies Hoewel op basis van het bureauonderzoek oorspronkelijk een hoge archeologische verwachting gold is er op grond van de resultaten van het verkennend booronderzoek is geen aanleiding meer om in het plangebied archeologische resten of sporen te verwachten. Vervolgonderzoek is niet noodzakelijk. Het aspect archeologie legt naar onze mening hier geen belemmeringen op voor de beoogde ontwikkeling. 4.3 Beantwoording onderzoeksvragen - Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het plangebied eruit? Aan het maaiveld ligt een dunne, donkerbruine cultuurlaag gevormd in de top van verstoord duinzand. Aan de basis van dit pakket ligt een dun laagje onverstoord duinzand op een laag strandzand. Bovengenoemde lagen liggen op geulafzettingen van het kweldergebied van de Oude Rijn. - Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is? Nee. Alle aangetroffen lagen zijn ofwel geroerd, ofwel dermate afgetopt. Nergens zijn aanwijzingen aangetroffen voor stabiele perioden in de vorming van de afzettingen, zoals bijvoorbeeld bodemvormende processen. - Op welke diepte zouden de eventuele archeologisch interessante lagen zich kunnen bevinden? Er worden geen archeologisch interessante lagen meer verwacht. - Zijn er bodemverstoringen in het gebied aanwezig en wat betekent dit voor de archeologische verwachting? De bovengrond is tot ca. 1,0 m Mv omgewerkt. Ook is het strandzand erosief afgezet op de kwelderafzettingen, waardoor ook hier de top van het oorspronkelijk profiel verloren is gegaan. Dit betekent dat op deze niveaus geen archeologische verwachting meer is.

22 Titan 33 te Katwijk Literatuur Berendsen, H.J.A. 2011, De vorming van het land: inleiding in de geologie en de geomorfologie, Assen. Cohen, K.M., E. Stouthamer, H.J. Pierik en A.H. Geurts 2012, Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de Rijn-Maas Delta, Utrecht (http://persistent-identifier. nl/?identifier=urn:nbn:nl:ui:13-nqjn-zl) Deeben, J.H.C. 2009, Handleiding voor de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden 3e generatie, Amersfoort. Huizer, J. en D.D.F. Plasmeijer 2004, Inventariserend Veldonderzoek Camping Noordduinen te Katwijk (Synthegra-rapport 174060), Hoog-Keppel. Pied, L.P. du 2012, Archeologisch bureauonderzoek Katwijk aan Zee: bestemmingsplangebieden Noord- en Zuidduinen, Hoofddorp. Schamp, C.R.C. en I.A. Schute 2006, Plangebied Nieuwbouw Stichting Het Raamwerk te Katwijk aan Zee, gemeente Katwijk; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (RAAP rapport 1312), Amsterdam. Schute, I.A. en B. Jansen 2007, Gemeente Katwijk: een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart (RAAP rapport 1340), Amsterdam. Markus, W.C. en C van Wallenburg 1982, Bodemkaart van Nederland. Schaal 1:50.000. Toelichting bij de kaartbladen 30 West s-gravenhage en30 Oost s-gravenhage, Wageningen. Figurenlijst Figuur 1.1 Ligging plangebied (bron: Top25 Kadaster). Figuur 1.2 Situering onderzoeksgebied (onderzoeksgebied in rood, bron luchtfoto: PDOK 2014). Figuur 2.1 Uitsnede uit de kaart met Landschappelijke eenheden met het plangebied (rood) (bron: Schutte & Jansen 2007). Figuur 2.2 Uitsnede uit de bodemkaart met de locatie van het plangebied (bron: Alterra). Figuur 2.3 Uitsnede uit het AHN 2 met de locatie van het plangebied (bron: AHN). Figuur 2.4 Tijdstabel. Figuur 2.5 Archis waarnemingen en onderzoeken met de locatie van het plangebied (rood kader) op de IKAW (Bron: RCE). Figuur 2.6 Het plangebied geprojecteerd op de Topografische Militaire Kaart van ca. 1850 (bron: Kadaster). Figuur 2.7 Het plangebied geprojecteerd op het Bonneblad van omstreek 1900 (bron: Kadaster). Figuur 3.1 Boorpuntenkaart.

Titan 33 te Katwijk 23 Tabellenlijst Tabel 1.1 Administratieve gegevens.

24 Titan 33 te Katwijk

Titan 33 te Katwijk 25 Bijlage 1 Boorkolommen boring: TITAN-1 beschrijver: YRH, datum: 25-1-2016, X: 88.365, Y: 469.792, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, hoogte: 1,91, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Katwijk, plaatsnaam: Katwijk, opdrachtgever: particulier, uitvoerder: Archol 0 cm -Mv / 1,91 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkerbruingrijs, los (alleen zand en veen), zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 1,76 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, humusvlekken, los (alleen zand en veen), zeer fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord 110 cm -Mv / 0,81 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, humusvlekken, los (alleen zand en veen), matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: verploegd tot in C-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord 150 cm -Mv / 0,41 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, los (alleen zand en veen), matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 215 cm -Mv / 0,24 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, blauwgrijs, los (alleen zand en veen), matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd 280 cm -Mv / 0,89 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, blauwgrijs, veel dunne zandlagen, compact (alleen zand en veen), kalkrijk, interpretatie: geulafzettingen 330 cm -Mv / 1,39 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, blauwgrijs, veel dunne detritus- en zandlagen, compact (alleen zand en veen), kalkrijk, interpretatie: geulafzettingen Einde boring op 400 cm -Mv / 2,09 m -NAP boring: TITAN-2 beschrijver: YRH, datum: 25-1-2016, X: 88.356, Y: 469.799, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, hoogte: 2,09, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Katwijk, plaatsnaam: Katwijk, opdrachtgever: particulier, uitvoerder: Archol 0 cm -Mv / 2,09 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkerbruingrijs, los (alleen zand en veen), zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 30 cm -Mv / 1,79 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, humusvlekken, los (alleen zand en veen), zeer fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord 100 cm -Mv / 1,09 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, los (alleen zand en veen), zeer fijn, kalkloos, interpretatie: oude duinafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 120 cm -Mv / 0,89 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, los (alleen zand en veen), matig fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 155 cm -Mv / 0,54 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, los (alleen zand en veen), matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 215 cm -Mv / 0,06 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, blauwgrijs, los (alleen zand en veen), matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd 300 cm -Mv / 0,91 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, blauwgrijs, veel dunne zandlagen, compact (alleen zand en veen), kalkrijk, interpretatie: geulafzettingen 330 cm -Mv / 1,21 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, blauwgrijs, veel dunne detritus- en zandlagen, compact (alleen zand en veen), kalkrijk, interpretatie: geulafzettingen Einde boring op 360 cm -Mv / 1,51 m -NAP

26 Titan 33 te Katwijk boring: TITAN-3 beschrijver: YRH, datum: 25-1-2016, X: 88.347, Y: 469.800, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, hoogte: 2,04, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Katwijk, plaatsnaam: Katwijk, opdrachtgever: particulier, uitvoerder: Archol 0 cm -Mv / 2,04 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkerbruingrijs, los (alleen zand en veen), zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 1,89 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, humusvlekken, los (alleen zand en veen), zeer fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord 95 cm -Mv / 1,09 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, los (alleen zand en veen), zeer fijn, kalkloos, interpretatie: oude duinafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 110 cm -Mv / 0,94 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, los (alleen zand en veen), matig fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 155 cm -Mv / 0,49 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, los (alleen zand en veen), matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 210 cm -Mv / 0,06 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, blauwgrijs, los (alleen zand en veen), matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Bodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd 290 cm -Mv / 0,86 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, blauwgrijs, veel dunne zandlagen, compact (alleen zand en veen), kalkrijk, interpretatie: geulafzettingen 340 cm -Mv / 1,36 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, blauwgrijs, veel dunne detritus- en zandlagen, compact (alleen zand en veen), kalkrijk, interpretatie: geulafzettingen Einde boring op 400 cm -Mv / 1,96 m -NAP