ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0508

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHLEE:2010:BN1717 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM5215 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

ECLI:NL:GHLEE:2010:BL7457 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ2981

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ3383

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:GHDHA:2014:1798

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790

ECLI:NL:RBOVE:2013:320

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBALM:2009:BK1269

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:RBZUT:2004:AR5554

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ2603

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:GHAMS:2016:1135 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:GHARN:2009:BH3792

ECLI:NL:RBNNE:2015:6154

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ECLI:NL:GHAMS:2017:3023 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013.

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2264

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB0488

ECLI:NL:RBROT:2017:3298

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBNNE:2017:2890

ECLI:NL:RBNNE:2013:4953

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBNNE:2013:1433

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157

ECLI:NL:RBZUT:2009:BI2698

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

Transcriptie:

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0508 Instantie Datum uitspraak 07-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001810-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger beroep Verdachte wordt wegens diefstal met geweld, diefstal en bedreiging, meermalen gepleegd, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 17 maanden voorwaardelijk. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak Parketnummer: 24-001810-10 Parketnummer eerste aanleg: 18-670122-10 Arrest van 7 april 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 12 juli 2010 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1963] te [geboorteplaats], thans verblijvende in [verblijfplaats], verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.C. Swier, advocaat te Amsterdam. Het vonnis waarvan beroep De rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, heeft maatregelen opgelegd en heeft een beslissing genomen op de vorderingen van de benadeelde partijen en omtrent het in beslag genomen goed, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ten aanzien van feit 1, 2 en 3 zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt een klinische behandeling voor de duur van maximaal een jaar. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vorderingen van de benadeelde partijen zal toewijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De beslissing op het hoger beroep Het hof komt tot een andere bewezenverklaring dan de eerste rechter. Daarom zal het vonnis worden vernietigd en opnieuw recht worden gedaan. Tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat: 1. hij op of omstreeks 19 februari 2010 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en/of een of meer (andere) goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die geld en/of goed(eren) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [slachtoffer 1] - de (woon)kamer heeft ingetrokken, en/of - meerdere malen, althans eenmaal, heeft gestompt/geslagen en/of getrapt/geschopt en/of, - (een) hand(en) voor de mond heeft gehouden en/of (bij de benen) heeft vastgepakt, en/of - (aldus) een voor die [slachtoffer 1] bedreigende situatie heeft geschapen; 2. hij, op of omstreeks 15 augustus 2009, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Archos Media Tablet, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het (winkel)bedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit

van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte - opzettelijk dreigend met een metalen voorwerp, althans een soortgelijk voorwerp, langs een deur streek en/of, - die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] daarbij of daarna heeft toegevoegd: "Als jullie leven je lief is, dan kun je me beter laten gaan, anders zijn jullie je leven niet zeker" en/of "Is je leven je lief? Ik schiet een kogel door je kop" en/of "Ik weet waar je woont, ik weet je te vinden" en/of "Je weet het, je weet het hè", althans woorden van gelijke of nagenoeg gelijke dreigende aard en/of strekking; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij, op of omstreeks 15 augustus 2009, in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een Archos Media Tablet, geheel of ten dele toebehorende aan het (winkel)bedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, met voormeld oogmerk die Archos Media Tablet uit de winkelvoorraad heeft gepakt en/of in een door hem meegebrachte tas heeft gestopt/gedaan en/of zich naar de uitgang heeft begeven, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid welke poging tot diefstal werd gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om toen verdachte op heterdaad betrapt was, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte - opzettelijk dreigend met een metalen voorwerp, althans een soortgelijk voorwerp, langs een deur streek en/of, - die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] daarbij of daarna heeft toegevoegd: "Als jullie leven je lief is, dan kun je me beter laten gaan, anders zijn jullie je leven niet zeker" en/of "Is je leven je lief? Ik schiet een kogel door je kop" en/of "Ik weet waar je woont, ik weet je te vinden" en/of "Je weet het, je weet het hè", althans woorden van gelijke of nagenoeg gelijke dreigende aard en/of strekking; 3. hij, op of omstreeks 15 augustus 2009, in de gemeente [gemeente], [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] (beiden politieambtenaren) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend zijn riem afgedaan en/of die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] opzettelijk dreigend een of meermalen toegevoegd: "Als jouw leven jou lief is, dan moet je nu (weg)gaan" en/of "Jij kankerlijer, het komt jou nog duur te staan, ik woon in [plaats] en ik ga jou nog vinden", althans woorden van gelijke of nagenoeg gelijke dreigende aard en/of strekking. Bewezenverklaring Het hof acht bewezen dat: 1. hij op 19 februari 2010 te [plaats] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en andere goederen, toebehorende aan [slachtoffer 1],

waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak, en welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken welk geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen, die [slachtoffer 1] - de woonkamer heeft ingetrokken, en - meerdere malen heeft gestompt/geslagen en geschopt en - (een) hand(en) voor de mond heeft gehouden en bij de benen heeft vastgepakt, en - aldus een voor die [slachtoffer 1] bedreigende situatie heeft geschapen; 2. primair hij op 15 augustus 2009, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een Archos Media Tablet, toebehorende aan het (winkel)bedrijf [bedrijf]; 3. hij op 15 augustus 2009, in de gemeente [gemeente], [benadeelde 1] en [benadeelde 2] (beiden politieambtenaren) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] opzettelijk dreigend toegevoegd: "Als jouw leven jou lief is, dan moet je nu gaan" en "Jij kankerlijer, het komt jou nog duur te staan, ik woon in [plaats] en ik ga jou nog vinden". Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven: 1. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl dit feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak; 2. primair Diefstal; 3. Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.

Strafmotivering Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een overval op [slachtoffer 1]. Het was verdachte en zijn mededaders bekend dat [slachtoffer 1] een aanzienlijk geldbedrag in huis had, en zij hebben hem dit geld en nog enkele andere goederen met geweld afhandig gemaakt. Verdachte heeft door zijn handelen een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1] en geen respect getoond voor [slachtoffer 1]'s eigendomsrecht. Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. De twee politieambtenaren die ter plaatse kwamen, werden vervolgens door verdachte met de dood bedreigd. Het hof heeft bij de straftoemeting - ten nadele van verdachte - in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 4 maart 2011 - meermalen is veroordeeld ter zake van met name vermogensdelicten. Het hof heeft voorts rekening gehouden met de ad informandum gevoegde feiten 3 en 5, zoals deze op de dagvaarding staan vermeld en die door verdachte zijn erkend. Op grond van het vorenstaande en mede in aanmerking genomen de oriëntatiepunten die het hof hanteert voor de bestraffing van diefstallen met geweld, is het hof van oordeel, dat oplegging van een gevangenisstraf zoals geëist door de advocaat-generaal in beginsel geboden is. Hier staat het volgende tegenover. Ter zitting heeft de verdediging verzocht om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen waarbij het op te leggen onvoorwaardelijke deel gelijk zal zijn aan het voorarrest. Verdachte, die al lange tijd verslaafd is aan drugs en alcohol en daarvoor nog niet eerder is behandeld, is op 17 maart 2010 aangehouden en heeft tot 14 oktober 2010 in voorlopige hechtenis gezeten. Op die datum is verdachte uit voorlopige hechtenis geschorst onder de voorwaarde dat hij zich zal laten opnemen en behandelen in zorginstelling [instelling] te [plaats 2]. Verdachte verblijft tot op heden in deze zorginstelling. Uit een rapport van VNN d.d. 21 maart 2011 en een email van K.J. Heijkamp, afdelingsbehandelaar (psycholoog) van [instelling] d.d. 23 maart 2011 blijkt dat de prognose omtrent zijn behandeling 'voorzichtig gunstig' genoemd kan worden. Verdachte is sinds zijn opname middelenvrij. Verdachte heeft ter zitting van het hof verklaard dat hij zich wil blijven onthouden van het gebruik van drugs en alcohol en dat hij aan zijn andere problemen wil werken. Hij lijkt gemotiveerd om het roer om te gooien. Het hof wil deze reeds ingezette positieve ontwikkeling in het leven van verdachte niet doorkruisen en zal aan verdachte daarom een aanzienlijk deel van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Hieraan zal de bijzondere voorwaarde zoals omschreven in het dictum worden verbonden. Het hof beoogt hiermee tevens verdachte ervan te weerhouden opnieuw in de fout te gaan. Het op te leggen onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf is gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] zich in het geding in eerste aanleg hebben gevoegd en dat hun vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van hun gehele vorderingen tot

schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort. Blijkens het voegingsformulier benadeelde partijen in het strafproces vorderen de benadeelde partijen vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van 260,-. Nu de benadeelde partijen hun vorderingen niet voldoende hebben onderbouwd, is het hof van oordeel dat onder deze omstandigheden de behandeling van de vorderingen een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partijen zullen als gevolg hiervan nietontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen met bepaling, dat de benadeelde partijen hun vorderingen in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen. Gelet op het vorenstaande dienen de benadeelde partijen, als de in het ongelijk gestelde partijen, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil. Beslag Het hof zal de teruggave gelasten aan de verdachte van de in beslag genomen mobiele telefoon, merk Nokia, kleur grijs, nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet verzet. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 63, 285, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 primair en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden; beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van zeventien maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd; stelt als bijzondere voorwaarde: dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling, ook als dit inhoudt dat veroordeelde een klinische behandeling moet ondergaan bij [Stichting] in [instelling] te [plaats 2] voor maximaal één jaar; beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering

doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht; verklaart de benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in hun vorderingen; bepaalt dat de benadeelde partijen hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen; veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil; gelast de teruggave aan verdachte van: mobiele telefoon, merk Nokia, kleur grijs. Dit arrest is aldus gewezen door mr. A.J. Rietveld, voorzitter, mr. K.J. van Dijk en mr. H.M.E. Laméris- Tebbenhoff Rijnenberg, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier.