FLEMISH JAZZ MEETING Verslag Muziekgesprek: Jazz op Vlaamse podia. Kunstencentrum Vooruit, Gent, zaterdag 8 september 2007 De Muziekgesprekken zijn ontmoetings- en uitwisselingsmomenten voor muziekprogrammatoren rond een bepaald thema, een initiatief van CultuurLokaal en Muziekcentrum Vlaanderen. Naar aanleiding van de Flemish Jazz Meeting 2007 handelde het gesprek over jazz op Vlaamse podia. Voor deze gelegenheid werd JazzLab Series als extra partner aangetrokken. Dat jazz in Vlaanderen in de lift zit, horen en lezen we ondertussen overal! Toch wordt deze muziekvorm te gemakkelijk naar clubs en cafés verwezen en blijft het een buitenbeentje op grotere podia. Vandaag zou iedere programmator zich aangesproken moeten voelen om mee te denken en discussiëren over de plaats die hij/zij aan jazz wil geven in zijn muziekaanbod. Dit muziekgesprek bood hiertoe de gelegenheid, in gezelschap van collega s en mensen die vertrouwd zijn met het veld. Het programma bestond uit 2 delen: Een schets van het Vlaamse jazzlandschap: Door Jeroen Revalk (producer Radio 1, medewerker JazzMozaïek) en Mik Torfs (coördinator JazzLab Series) Een rondetafelgesprek over het programmeren van jazz:. Moderator: Frederik Goossens (Knack) Panel: Bart Maris (muzikant); Tuur Florizoone (muziekant), Tina Van Bockstal (CC De Meent), Piet Breda (De Spiegel)
SCHETS VAN DE HUIDIGE VLAAMSE JAZZSCENE Filmfragment: Fred Van Hove, peetvader van de improjazz uit het VRT-archief. Filmfragment uit 1979 n.a.v. 10 jaar Jazz Middelheim uit het VRT-archief. Aan de hand van enkele filmfragmenten werd ingegaan op de oorsprong van jazzmuziek, en op een aantal elementen die de aard van de jazz scène bepalen. Het viel ons op dat de vragen die destijds werden gesteld nog steeds actueel in de oren klonken. Ook vandaag blijft jazz bestempeld als moeilijke muziek voor het geoefende oor. Net omdat jazz op het moment ontstaat heeft dergelijke kunstvorm meer podiumkansen nodig. Gelukkig kan de muzikant vandaag ook terecht in het onderwijs zodat men rond de muziek toch een bestaan kan opbouwen. Maar hoewel de scène vandaag wél gesubsidieerd wordt, is de nood aan meer speelplekken nog steeds aanwezig. Overzicht van de podia vandaag: kunstencentra die zich toeleggen op jazz (Vooruit, desingel, De Werf, ). Deze kunstencentra hebben een eigen profiel, programmeren diverse facetten van jazz. clubs / cafés: in Vlaanderen bestaan eigenlijk weinig pure jazzclubs (vb. Hnita). De laatste jaren is het aantal jazzcafés wel toegenomen. (Opatuur, Busker, Hot Club de Gand, Hopper, Sounds, ) festivals: Blue Note Records Festival, Jazz Brugge, Jazz Middelheim, Motives Festival, Jazz Hoeilaart, ook hier sinds een aantal jaren nieuwe maar meteen grote spelers cultuurcentra: meestal als afnemers van JazzLab concerten. Af en toe ook met eigen programmatie. Voor een overzicht zie www.muziekcentrum.be Enkele initiatieven die de kansen voor jazz musici hebben verhoogd: JazzLab Series is ontstaan uit een overeenkomst tussen een aantal zalen, waardoor men muzikanten een kleine tournee
kon aanbieden. Het basisidee van JazzLab Series is jazz presenteren in een professionele omkadering en volgens een correcte verloning. Tegelijkertijd wordt er belang gehecht aan een evenwichtige spreidingen over de verschillende provincies en voert men een promotiecampagne per tournee. Per seizoen worden 10 groepen geselecteerd en aan de partners aangeboden zodat er elke maand een andere tournee plaats vindt. Continuïteit speelt een belangrijke rol: de partners worden gevraagd minstens 4 concerten per seizoen af te nemen. Motives for Jazz (Hasselt) is een samenwerking tussen aantal cultuurcentra uit Limburg om hun werking op elkaar af te stemmen en krachten te bundelen wat betreft spreiding, promotie, netwerking, Zij werken ook samen met JazzLab Series en het festival Motives For Jazz. VRAAG EN ANTWOORD Tina Van Bockstal Het CC in Meen startte de jazzprogrammatie op vraag van iemand die vond dat er te weinig in de gemeente te beleven viel. Vandaag gebeurt die programmatie nog steeds uit interesse zonder dat dit door een of andere instantie opgelegd wordt. Het publiek is er zeer gevarieerd. Het trouwe publiek dat naar alle jazzconcerten komt is relatief klein: 20 à 30 personen. Er komen verschillende genres aan bod. De uitdaging is hoe het naar het publiek toe te vertalen. Piet Breda De Spiegel vzw werkt nauw samen met het CC Sint-Niklaas via uitbating De Foyer. De inrichting van De Foyer gebeurde helemaal in functie van de geplande jazzprogrammatie: een ongedwongen infrastructuur die aanleunt bij het karakter van de jazz. Het avontuurlijk jazzpubliek is niet altijd even trouw. Ook daar is het een gevarieerd publiek, waar waar men aan moet blijven werken. Tuur Florizoone Muzikanten moeten zich inderdaad thuis voelen in een infrastructuur. Als ze zich op een bepaald podium goed voelen, straalt dit ook af op het publiek. Een goeie wisselwerking tussen organisator / artiest / publiek is essentieel. De artiest daagt de organisator uit en andersom, en beiden dagen ze ook het publiek uit. Men moet het publiek niet simpelweg geven waar het om vraagt. Men kan het laten ontdekken wat er allemaal op jazzgebied bestaat - eigenlijk is er wel voor ieder wat wils. In die zin mogen organisatoren ook af en toe wel eens opgevoed worden. Bart Maris In tegenstelling tot CC s hebben de meeste jazzclubs een duidelijk profiel. Voor cultuurcentra is
jazz vaak een lege doos die opgevuld moet worden. Terwijl CC s er ook voor kunnen kiezen zich toe te leggen op een bepaald soort jazz, zich meer te profileren, keuzes te maken, Clubs hebben vaak een publiek dat al jaren meegaat, een vaste kern. Bij cultuurcentra is het meestal nog zoeken en tasten ( wat kunnen we ons publiek aanbieden? ). Hoe de grillige natuur van jazz verzoenen met de programmeergewoontes van cultuurcentra? (kort op de bal seizoensplanning; Wat met de verhouding gage/inkomstprijs? Een levendige jazzscène verandert snel; groepen hebben een flexibele samenstelling; er wordt vaker in projecten gewerkt dan met vaste bezettingen. Het abonnementspubliek in de CC s is het meest trouwe publiek, het is absoluut geen wildcard -publiek, het wil weten waarvoor het betaalt. Dit vormt voor de jazzprogrammator toch een probleem, Men weet meestal niet op voorhand welke groepen zullen toeren (veel groepen bestaan überhaupt nog niet). Daardoor kunnen die jazzconcerten niet in de seizoensbrochure worden opgenomen. Tuur Florizoone Deze tegenstelling levert inderdaad problemen op en zorgt ervoor dat jazz soms te weinig aan bod komt. Het is niet evident om zich naast het musiceren ook nog met allerlei zaken als promotie, organisatie, communicatie, bezig te houden. Men kan eraan denken om boekingen uit handen geven, er subsidies voor vragen, maar veel kandidaten lopen er niet rond. Bovendien blijken de organisatoren liever rechtstreeks met de muzikant te onderhandelen. Katrien van Remortel (muziekcentrum): Is het de taak van een overheid om musici van een manager te voorzien? Alternatieve managementbureaus die verschillende groepen onder de vleugels lijken betere opties. Tuur Florizoone Het binnenhalen structurele subsidies (waardoor o.m. het aantrekken van een manager mogelijk wordt) heeft ook een schaduwkant: gesubsidieerde groepen
trekken hun prijzen op. Er bestaat een discrepantie tussen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde groepen. Opmerking: Blijkbaar ondervindt niet iedereen het probleem dat de gesubsidieerde groepen plots meer geld zouden kosten. Manu Morris (CC Heist op den Berg): werkt voor jazzprogrammatie samen met Hnita Jazz Club, en heeft ervaren dat er andere prijzen worden gehanteerd al naar gelang het podium. dit wordt door Tuur Florizoone beaamd: het erg moeilijk om als jazzmuzikant te overleven. De jazzclub is niet gesubsidieerd. CC s krijgen geld op muziek te programmeren dus proberen musici ook de juiste verloning te krijgen. Tuur Florizoone Een voorbeeld uit Wallonië: Art & Vie : groepen komen voor een commissie. Indien ze worden geselecteerd kunnen bepaalde podia tot 40% van de gage recupereren via de overheid. Katrien van Remortel (muziekcentrum) Dit systeem bestaat ook in Vlaanderen: www.podium.vlaanderen.be Tuur Florizoone merkt verder op dat er voor de jazz niet zoveel ondersteuning bestaat als voor jonge popmusici (Poppunt/clubcircuit) Katrien van Remortel (muziekcentrum): Poppunt (lid van forum voor amateurkunsten) is er in de eerste plaats voor de beginnende popmuzikant - maar de informatie die zij verspreiden is relevant voor alle musici. Daarnaast is er ook Muziekmozaïek, impulscentrum voor folk en jazz, dat in volle ontwikkeling is. Ook Muziekcentrum Vlaanderen (steunpunt voor de professionele muzieksector) heeft een afdeling promotie en een afdeling muziekzaken : het biedt ondersteuning/advies op verschillende terreinen. Deze organisaties geen alwetende orakels maar vragen staat vrij, er wordt geholpen waar mogelijk. Blijkbaar weten te weinig jazz musici daar gebruik van te maken. Het Clubcircuit is het resultaat van intense samenwerking tussen verschillende clubs en organisatoren. Via deze krachtenbundeling werd Clubcircuit hun merknaam en hun spreekbuis voor zowel officiële aangelegenheden als voor de communicatie naar pers en publiek. Niets houdt de jazzclubs tegen om iets gelijkaardigs op te richten of met het clubcircuit contact op te nemen.
Gages ticketprijzen. Tina Van Bockstal: De prijs van tickets speelt een belangrijke rol. Door jazzconcerten goedkoper te maken geef je een compleet verkeerd signaal. Lagere prijzen houden automatisch een waardeoordeel in. tegenargument: voor onbekende groepen ben je als programmator niet zeker van je publiek dus is het logisch dat je minder vraagt. Je moet eerst een publiek creëren Jo Sollie (CC Strombeek): jazz blijft een nichegenre voor een klein publiek, ondanks alle ondersteuning, promotie, Men kan hier in zekere zin spreken van een vicieuze cirkel: doordat het een niche is, komt het ook minder aan bod in de media maar deze stoot de niche meer en meer af vb. Radio 1 Misschien moeten we op zoek naar alternatieve wegen om aan beeldvorming te werken? opmerking: sommige festivals slagen er nochtans wel in om een groot publiek te bereiken Simon Korteweg: jazz krijgt enkel gelijkaardige steun van de overheid als muzikanten zich verenigen. Studies in verschillende landen tonen dit aan. Een muzikantenvereniging kan veel zwaarder wegen op de overheid, organisatoren, media, En de organisatoren? Piet Breda ervaart veel vrijheid in de programmatie maar hij staat er soms versteld van hoe onbekend zijn organisatie is, hoeveel muzikanten deze niet kennen (zelfs na 10 jaar!). Tina Van Bockstael heeft, na 4 jaar inspanningen op alle niveaus, het gevoel dat - wat de publiekswerking betreft - het al bij al toch weinig zoden aan de dijk heeft gezet. Misschien wel op langere termijn?? Guy Opsomer (CC Waregem) heeft een andere ervaring => hun allereerste jazzconcert trok meteen 80 mensen. Volgens hem heeft het te maken met persoonlijke contacten en toevalligheden. Besluit: een verenigde jazz scène zou de zaken in beweging kunnen brengen en de interesse om meer te gaan samenwerken is aanwezig. Aanwezigen: Bruno Bollaert (Gent Blogt) Ivo Bultheel (De Centrale, Gent)
Pieter Claessens (CC Brasschaat, Brasschaat) Joos Claus (JazzLab Series, Gent) Veerle De Bock (CC De Herbakker, Eeklo) Lotte De Bruyne (Kunstenwerkplaats De Pianofabriek, Brussel) Hugo Decraen (desingel, Antwerpen) + partner Liselot Deforce (Muziekcentrum Kortrijk, Kortrijk) Sandra Denis (CultuurLokaal) Inge De Praetere (Music Idea Booking) Paul Feyaerts (Damberd, Gent) Frank Hessens (De Kreun, Kortrijk) Kathleen Keymeulen (CC De Werf, Aalst) Simon Korteweg Hans Lenders (Cultuurcentrum Casino, Houthalen-Helchteren) Rob Leurentop (VRT) Manu Morris (CC Zwaneberg, Heist op-den Berg) Guy Opsomer (CC De Schakel, Waregem) Jean-Pierre Poesen (CC De Kimpel, Bilzen) Kristel Proost (CC De Werft, Geel) Jeroen Revalk (VRT, Jazzmozaïek) Guido Ros (Lokerse Jazzclub) Jo Sollie (CC Strombeek, Grimbergen) Ilka Stevens (JazzLab Series, Gent) Mik Torfs (JazzLab Series, Gent) Lycorice Vaes (Liers Cultuurcentrum, Lier) Henri Vandenberghe (Brosella, Brussel) + partner Bart Van den Broucke (CC Belgica, Dendermonde) Tony Van der Eecken (BOZAR, Brussel) Karel Van Keymeulen (De Standaard, De Gentenaar) Katrien van Remortel (Muziekcentrum Vlaanderen, Brussel) Veerle Vermeulen (De Werf, Brugge) Jo Van Tassel (CC De Ploter, Ternat) Didier Wijnants (De Morgen) Verslag: Petra Geens - Muziekcentrum Vlaanderen
Spannend Door Didier Wijnants, De Morgen 14 september 2007 Een halfvolle zaal is geen ramp, maar een zaal zonder jongelui, dat zou pas een fiasco zijn. "Als ik een theaterstuk programmeer, dan zit mijn zaal vol, maar als ik jazz doe, dan komt er met moeite tachtig man opdagen." Aan het woord is een functionaris van een cultureel centrum tijdens een rondetafelgesprek op de Flemish Jazz Meeting. Tachtig man: is dat dan slecht geboerd? De meeste zaaltjes zullen wel een capaciteit hebben van ruim tweehonderd, maar is een halfvolle zaal altijd een mislukking? Overheden en cultuurbeleidsmensen hebben ons de laatste jaren vooral op het hart gedrukt dat kunst en cultuur niets waard zijn als er geen participatie is van een breed publiek. Zeker waar, maar de slinger hangt vandaag aan de andere kant: een evenement zonder volle zaal heet een flop. Zo'n focus leidt altijd tot drempelverlaging tegen elke prijs. Gelukkig was niet iedereen het eens met de wat boekhoudkundige zienswijze van die functionaris. Tina Van Bockstal van CC De Meent in Alsemberg brak een lans voor de opwinding die een jazzconcert altijd meebrengt: "Er gebeurt nooit zoveel spannends op mijn podium als tijdens een jazzconcert." Neem daar eens een voorbeeld aan. Want wie begint er nu aan jazz vanuit de hoop dat het ooit weer een grote massa volk trekt? Vergeet dat, dat lukt vaak zelfs niet voor de grootste internationale jazznamen, tenzij je Jamie Cullum een jazzmuzikant noemt. Over definities kunnen we eeuwig blijven redetwisten. Een halfvolle zaal is geen ramp, maar een zaal zonder jongelui, dat zou pas een fiasco zijn. Als er alleen nog 40-plussers op jazz afkomen, dan is het tijd om de boeken neer te leggen. Maar dat gevaar bestaat niet, op jazzconcerten zie je alle leeftijden in het publiek en de jongelui hebben meestal het minste vooroordelen. Toegegeven: directeur Jerry Aerts trok woensdag natuurlijk ook een sippe snuit toen er voor het dubbelconcert in desingel maar zestig toeschouwers waren. Dat is wel gênant in een Blauwe Zaal die meer dan het tienvoudige kan huisvesten. Maar ook daar bestaan elegante oplossingen voor, met een kleine houten tribune omgekeerd op het podium en het publiek dus dicht op de huid van de muzikanten. Je kon de contrabas van Wilbert de Joode horen ademen en de zweetdruppels van drummer Asaf Sirkis ruiken. Een erg contrastrijke avond overigens, met eerst een improviserend trio (Kaufmann, De Joode, Gratkowski) en nadien een op smalle deuntjes bouwende pianist met
ritmesectie (Law, Goloubev, Sirkis). Applaus kregen ze allemaal, maar naast mij hoorde ik op een bepaald moment zeggen: "Nu sta ik helemaal stijf van de stress". Dat was niet na een ingewikkelde improvisatie, wel na een half uur te veel slaapliedjes.