besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels Wet taaleis Goeree- Overflakkee.

Vergelijkbare documenten
Artikel 3 Taaltoets De taaltoets wordt uitgevoerd door nog een nader te bepalen organisatie.

Beleidsregels Wet taaleis 2016

Beleidsregels Wet Taaleis Participatiewet Meierijstad 2017

CVDR. Nr. CVDR397168_1

Beleidsregels Wet taaleis 2016 gemeente Druten

Hoofdstuk IV Kennisgeving, bereidverklaring en aanbod taaltraject 3

b. Uitkering: de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Vlagtwedde

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Beleidsregels Wet taaleis Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2016

documentnr.: INT/M/16/24656 zaaknr.: Z/M/16/30986 Beleidsregels Wet taaleis 2016

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 31 januari 2017

overwegende dat het wenselijk is nadere regels met betrekking tot de uitvoering van de Wet Taaleis vast te leggen, b e s l u i t e n:

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Schouwen-Duiveland

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Mook en Middelaar 2016.

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oldambt 2015

Het college van burgemeester en wethouders van Montferland,

Beleidsregels taaleis Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek

Beleidsregel Taaleis Participatiewet gemeente Bronckhorst Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,

Op de volgende wijze wordt de kennis van de Nederlandse taal aangetoond:

Hoofdstuk I Algemeen. Hoofdstuk II Taaleis. Hoofdstuk IV Taaltoets. Beleidsregels Wet taaleis Oldebroek 2016

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels Wet taaleis Oldebroek Hoofdstuk I Algemeen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst;

Beleidsregels Wet taaleis Hoofdstuk I Hoofdstuk II Hoofdstuk III Hoofdstuk IV Hoofdstuk V Hoofdstuk VI Hoofdstuk VII Hoofdstuk VIII

CVDR. Nr. CVDR601833_1. Hoofdstuk 1 Algemeen

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Edam-Volendam

Beleidsregels Wet Taaleis 2016 betreffende de Participatiewet

het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht; de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet

Beleidsregel Wet taaleis 2016

Elektronisch. Deze berichten staan op

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels Taaleis gemeente Rijswijk 2017 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr december Officiële uitgave van gemeente Bergeijk. Het college van burgemeester en wethouders van Bergeijk;

e. Participatiewet: de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

Besluit Beleidsregels Wet taaleis

BELEIDSREGELS TAALEIS

Elektronisch. Deze berichten staan op

Someren Besluit College van BenW

Hoofdstuk 4 Niet toetsen in het kader van de Wet Taaleis

Burgemeester en wethouders van Heemskerk maken bekend de beleidsregel Beleidsregels Taaleis 2016 gemeente Heemskerk vast te stellen.

overwegende dat het om redenen van rechtszekerheid en doelmatigheid wenselijk is om beleidsregels vast te stellen inzake de taaleis Participatiewet;

Artikel 2. Aantonen beheersing van de Nederlandse taal door belanghebbende

Beleidsregels Wet taaleis Participatiewet 2016 gemeente Pijnacker-Nootdorp

GEMEENTEBLAD. Nr BELEIDSREGEL TAALEIS 2016 DDFK+S

Bij alle overige te leggen documenten moet een individuele beoordeling plaatsvinden.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

1. Inleiding. 2. De doelgroep

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie

Uitvoeringsbesluit Taaleis Participatiewet 2016, gemeente Oosterhout

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Dit is het schema zoals dat vanaf 1 januari 2015 geldt.

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie

Tevens is een handleiding met uitvoeringskeuzes opgesteld. Deze treft u hieronder aan.

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Informatie over naturalisatie en inburgering

Beleidsregels Wet Taaleis in de WWB 2016 gemeente Geertruidenberg. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Geertruidenberg,

A: Wettelijke eisen en stappenplan Wet Taaleis

gelezen het voorstel van afdeling B&O van het cluster W&I van 25 januari 2016,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Het Dagelijks Bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Steenwijkerland en Westerveld

documentnr.: INT/M/16/25122 zaaknr.: Z/M/16/30986 Raadsvoorstel

*Z C* Beslispunten 1. Aan u wordt voorgesteld de Reintegratieverordening Goeree-Overflakkee met ingang van 1 januari 2013 vast te stellen.

Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Kollumerland c.a. Schiermonnikoog

Gemeente Den Haag BELEIDSREGEL TAALEIS DEN HAAG 2016 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op artikel 18b Participatiewet, Besluit:

Beleidsregels Wet TaaleisGemeente Zwartewaterland

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN 2012

gelet op artikel 36 en artikel 8 lid 2 van de Participatiewet en artikel 2 van de verordening individuele inkomenstoeslag Castricum 2015;

Workshop: de Participatiewet na enkele maanden

VERORDENING EN BELEIDSREGELS INBURGERING HELMOND 2015

RAADSINFORMATIEBRIEF VERZONDEN 2 5 JAN 20ÎG. Brief van het college aan de raad. Onderwerp. Beleidsregels Wet Taaleis

Beleidsregels behorend bij de Verordening Wet inburgering Helmond 2015

*Z067FB3FAC3* Beslispunten Besluit tot het vaststellen van de verordening Jeugdparticipatiefonds Sport en Cultuur.

Informatiebijeenkomst BVNT2. Mohammed el Hamdaoui Beleidsadviseur DUO

Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012

Informatie over naturalisatie en inburgering

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Datum. 8 november Onderwerp. Ons kenmerk. Taaleis BSW/ RIS294999

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Vrijlating inkomsten uit arbeid en vrijlating kostenvergoeding vrijwilligerswerk Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Beleidsregels behorend bij de Verordening gewijzigde Wet inburgering Weesp 2014

Verordening Wet inburgering gemeente Wierden 2013

vyeert GEMEENTE Onderwerp : Beantwoording artikel 4O-vragen over de taaleis

Onderwerp : Vaststelling Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2016 in verband met invoering Wet taaleis

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CVDR. Nr. CVDR26528_1. Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere

BELEIDSREGELS EDUCATIEVOORZIENING VOLWASSENEN GEMEENTE AALSMEER Artikel 1. Begripsbepalingen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Handreiking Wet Taaleis Participatiewet

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.;

College van B&W. Leden van de gemeenteraad. Informatie over de uitvoering van Wet inburgering. Geachte dames en heren,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari 2007 en van 6 maart 2007; inzake de invoering van de Wet inburgering

Transcriptie:

gemeente Goeree-Overflakkee 11111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111 B&W-vergadering : 2 februari 2016 Registratienummer: Z -15-56145/51720 Onderwerp Beleidsregels Wet taaleis Goeree-Overflakkee Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee; gelet op artikel 18b van de Participatiewet; besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels Wet taaleis Goeree- Overflakkee. Hoofdstuk I Algemene bepalingen - Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. Besluit taaltoets: het Besluit taaltoets Participatiewet; b. inburgering: de Wet inburgering; c. Participatiewet: de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz); d. referentieniveau: het fundamentele niveau (F-niveau) taal en rekenen volgens de richtlijnen van de Rijksoverheid. e. uitkering: de door burgemeester en wethouders verleende bijstand in het kader van de Participatiewet; f. Wet educatie: de wet van 9 juli 2014 tot wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van een specifieke uitkering educatie en het vervallen van de verplichte besteding van educatiemiddelen bij regionale opleidingscentra; g. Wet taaleis: de wet tot wijziging van de Participatiewet teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal toe te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB (lees Participatiewet)). 2. Alle overige begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht. Hoofdstuk.1I Kennis van de Nederlandse taal Artikel 2 Aantonen kennis Nederlandse taal 1. Het voldoende beheersen van de Nederlandse taal wordt aangenomen indien: a. belanghebbende in de leerplichtige leeftijd (tussen 5 en 16 jaar) tenminste acht jaren in Nederland heeft gewoond. Er kan dan van uitgegaan worden dat door belanghebbende gedurende acht jaar Nederlandstalig onderwijs is gevolgd; b. met rapporten of diploma's van erkende Nederlandse onderwijsinstellingen belanghebbende het volgen van Nederlandstalig onderwijs aantoont (zowel basis- als voortgezet/beroepsonderwijs). Dat kan ook particulier of Nederlandstalig onderwijs in het buitenland zijn; c. belanghebbende een diploma inburgering of gelijkwaardig document heeft; d. de persoon de taalmeter op referentieniveau 2F heeft behaald. Koningin Julianaweg 45, 3241 XB Middelharnis, Postbus 1, 3240 AA Middelharnis T. 140187, info@goeree-overflakkee.nl, IBAN NL08BNGH028.51.57.221, KvK 56710240, 8TW NL 823658727801

2. Aan de persoon die niet aantoont dat hij voldoende kennis heeft van de Nederlandse taal, bieden burgemeester en wethouders uiterlijk binnen acht weken na de aanvraagdatum een taaltoets aan. Hoofdstuk 111De taaltoets Artikel 3 Taaltoets De taaltoets wordt uitgevoerd door nog een nader te bepalen organisatie. Artikel 4 Geen taaltoets Geen taaltoets wordt afgenomen indien: a. vastgesteld kan worden dat elke vorm van verwijtbaarheid om aan de taaleis te voldoen ontbreekt; b. tijdens een vorige uitkeringsperiode al een toets is afgenomen en is vastgesteld dat belanghebbende de Nederlandse taal beheerst; c. tijdens een vorige uitkeringsperiode al een toets is afgenomen en is vastgesteld dat belanghebbende de Nederlandse taal onvoldoende beheerst, maar ook is vastgesteld dat door in de persoon gelegen factoren belanghebbende niet is staat is om de Nederlandse taal op referentieniveau 1F machtig te worden; d. belanghebbende een uitkering had in een andere gemeente en in die gemeente al een toets heeft afgelegd. De toetsresultaten kunnen worden overgenomen, tenzij deze onvoldoende zekerheid binnen over de actuele taalvaardigheid; e. er sprake is van uit zijn aard kortdurende bijstand. Dat kan zich bijvoorbeeld voordoen bij op handen zijnde emigratie of bij een ongeneeslijke terminale ziekte; f. belanghebbende reeds is gestart met een taaltraject op grond van de Wet inburgering én hij voldoet aan zijn inspanningsverplichting; g. belanghebbende reeds is gestart met een taaltraject op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs en hij hiermee voldoet aan zijn inspanningsverplichting. Hoofdstuk IV Kennisgeving, bereidverklaring en aanbod taaltraject Artikel 5 Kennisgeving en (geen) bereidverklaring Is de uitkomst van de toets dat belanghebbende niet aan de Wet taaleis voldoet, dan wordt de volgende procedure gevolgd: a. belanghebbende krijgt binnen acht weken een gesprek waarbij hij de uitslag van de taaltoets hoort, een trajectplan wordt opgesteld en een taaltraject krijgt aangeboden; b. wanneer belanghebbende akkoord gaat met het taaltraject tekent hij de trajectovereenkomst. Dit is de bereidverklaring om te starten met het leertraject dat leidt tot kennis van de Nederlandse taal op referentieniveau 1F; c. wanneer belanghebbende niet akkoord gaat met het taaltraject wordt de bijstand beoordeeld volgens de regels in artikel 18b van de Participatiewet. Artikel 6 Aanbod taaltraject Belanghebbende krijgt een taaltraject aangeboden door de gemeente. De kosten van het traject en de bijkomende kosten, zoals leermiddelen en reiskosten zullen door de gemeente worden betaald. Pagina 2 van 9

Hoofdstuk V De voortgang van het taaltraject Artikel 7 Het volgen van de voortgang van het taaltraject 1. In het trajectplan staat wat het startniveau van belanghebbende is, welk niveau haalbaar is en hoe lang belanghebbende nodig heeft om dit niveau te bereiken. Dit trajectplan is het uitgangspunt voor de beoordeling van de inspanningen van belanghebbende. 2. Vanuit de educatie-instelling ontvangt de gemeente de volgende voortgangsgegevens: a. een wekelijks aanwezigheidsoverzicht van de voorgaande lesweek; b. halfjaarlijkse voortgangsrapportages bij trajecten met een looptijd van meer dan zes maanden; c. een eindrapport na afloop van het traject. 3. Op basis van de voortgangsrapportages wordt belanghebbende halfjaarlijks gemonitord en zo nodig gesproken. Als uit de aanwezigheidsrapportages blijkt dat belanghebbende regelmatig afwezig is, wordt er eerder met belanghebbende gesproken. Hoofdstuk VI Ontbreken van verwijtbaarheid Artikel 8 Het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid Elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt als er: 1. een ontheffing is in het kader van de Wet inburgering; 2. sprake is van een gediagnosticeerd leerprobleem; 3. diverse malen een taalcursus gevolgd is en vastgesteld is door de educatie-instelling dat door in de persoon gelegen factoren belanghebbende niet is staat is om de Nederlandse taal op referentieniveau 1F machtig te worden; 4. een ontheffing is van de arbeidsplicht op grond van psychische, fysieke of sociale problematiek. Hoofdstuk VII Relatie met andere wetgeving Artikel 9 Relatie met Wet inburgering Wanneer belanghebbende begonnen is met een leertraject in het kader van de Wet inburgering, kan dit worden aangemerkt als 'voldoende inspanning' van de kant van belanghebbende, zoals bedoeld is in de Wet taaleis. Artikel 10 Relatie met de Wet educatie Wanneer belanghebbende voor de ingangsdatum van de Wet taaleis begonnen is met een taaltraject in het kader van de Wet educatie en dit traject loopt nog, kan dit aangemerkt worden als 'voldoende inspanning' van de kant van belanghebbende, zoals bedoeld is in de Wet taaleis. Hoofdstuk VIII Slotbepalingen Artikel 11 Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien Inzake de onderwerpen die vallen onder de discretionaire bevoegdheid van burgemeester en wethouders, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslissen burgmeester en wethouders. Artikel 12 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2016. Artikel 13 Citeertitel Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels Wet taaleis Goeree- Overflakkee. Pagina 3 van 9

J,,Grootenboer-Dubbelman Pagina 4 van 9

Toelichting op de beleidsregels wet taaleis Goeree-Overflakkee Algemeen De Eerste Kamer heeft op 17 maart 2015 ingestemd met het wetsvoorstel 'Wet taaleis WWB' (hierna: Wet taaleis ). Dit wetsvoorstel is een uitvloeisel van een aantal afspraken uit het regeerakkoord "Bruggen slaan". Het niet voldoende beheersen van de Nederlandse taal is nadrukkelijk géén uitsluitingsgrond of toegangsvoorwaarde voor bijstand. De Wet taaleis is alleen van toepassing, als er recht op bijstand bestaat en heeft betrekking op alle bijstandsgerechtigden. De Wet taaleis legt een inspanningsverplichting op aan belanghebbende. Voldoende is, dat de belanghebbende zich inspant om de Nederlandse taal voldoende machtig te worden. Doel van die inspanningsverplichting is om de volgende vaardigheden in de Nederlandse taal op referentieniveau 1F te verwerven: Spreekvaardigheid; Luistervaardigheid; Gespreksvaardigheid; Schrijfvaardigheid; Leesvaardigheid. Met de Wet taaleis krijgt de gemeente de verplichting om van bijstandsgerechtigden te verlangen dat zij actief werken aan hun taalvaardigheid. Zonder Nederlands te begrijpen en te spreken is het immers veel moeilijker om aan het werk te komen en daarmee uit de bijstand te komen. Bovendien draagt kennis van de taal bij aan maatschappelijke participatie. De Participatiewet kent een brede arbeids- en re-integratieverplichting. Gezien het belang van de beheersing van de Nederlandse taal voor arbeidsinschakeling is ervoor gekozen om de Participatiewet uit te breiden met een taaleis. In artikel 18b is de inlichtingenplicht uitgebreid met de verplichting om aan te tonen dat de aanvrager de Nederlandse taal beheerst. Artikel 1. Begripsbepalingen Dit artikel bevat de begripsbepalingen die op deze beleidsregels van toepassing zijn. Artikel 2. Aantonen kennis Nederlandse taal 1. De belanghebbende moet over een document beschikken waaruit blijkt dat belanghebbende de Nederlandse taal voldoende beheerst. Deze plicht geldt voor iedere belanghebbende. De bewijslast rust op de belanghebbende. a) Wanneer betrokkene in de leerplichtige leeftijd (tussen 5 en 16 jaar) tenminste acht jaren in Nederland heeft gewoond kan ervan uitgegaan worden dat betrokkene gedurende acht jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gevolgd. Dit hoeft niet verder bewezen te worden, omdat dat duidelijk is vanuit basisregistratie. De leerplichtwet was op dat moment van toepassing. b) Voorbeelden van particulier of Nederlandstalig onderwijs in het buitenland zijn: een Belgisch diploma met een voldoende voor het vak Nederlands + cijferlijst (beide documenten voorzien van apostille); een Surinaams diploma met voldoende voor het vak Nederlands + cijferlijst (beide documenten voorzien van apostille); Pagina 5 van 9

een diploma van het Europees baccalaureaat van de Europese school, met Nederlands als 1e of 2e taal en een voldoende voor het vak Nederlands; een getuigschrift International baccalaureaat Middle Years Certificate, International General Certificate of Secondary Education of International Baccalaureaat met een voldoende voor het vak Nederlands. c) Naast het diploma inburgering zijn ook de volgende documenten gelijkwaardig aan het diploma inburgering: een diploma Staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT-2), programma lof 11; een WIN-Certificaat, met bijbehorende verklaring van de school, met voldoende niveau voor onderdeel Maatschappij Orientatie (t/m 31 augustus 2001 85% of hoger, vanaf 1 september 2001 80% of hoger) en voldoende taalniveau op alle onderdelen (niveau A2); een Certificaat Inburgering Oudkomers met op alle taalonderdelen niveau A2; een document waaruit blijkt dat de Verkorte Vrijstellingstoets is afgelegd en behaald; een certificaat Naturalisatietoets (zoals dit luidde voor 1 april 2007). Hieruit moet blijken dat belanghebbende geslaagd is voor de volgende vijf onderdelen: kennis van staatsinrichting en maatschappij; spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid. Bij een ander document kan bijvoorbeeld worden gedacht aan (deel)certificaten, waaruit blijkt dat men de Nederlandse taal op niveau 1F beheerst (taalcursussen). d) Wanneer er wordt ingeschat dat het taalniveau van een persoon ruim voldoende is, maar dit niet door middel van documenten kan worden aangetoond, kan de schriftelijke taalmeter op referentieniveau 2F worden afgenomen. Wanneer de persoon deze taalmeter op referentieniveau 2F positief afsluit kan worden aangenomen dat hij, naast de leesvaardigheden, ook de andere vaardigheden op referentieniveau 1F beheerst. 2. In dit artikel is de termijn vastgelegd, waarbinnen burgmeester en wethouders een taaltoets aanbieden. Artikel 3. Taaltoets Dit artikel geeft aan welke instelling de taaltoets uitvoert. Artikel 4. Geen taaltoets 1. Bij de keuze om geen taaltoets af te nemen is sprake van maatwerk. De omstandigheden van belanghebbende en in de persoon gelegen factoren moeten worden meegewogen in dit besluit. 2. In dit artikel is een verwijzing gemaakt naar de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Goeree-Overflakkee, waarin in artikel 7, aanhef b, ten 5 is opgenomen dat het niet meewerken aan het onderzoek in het kader van de taaleis een maatregel oplevert. Artikel 5. Kennisgeving Zie bereidverklaring. en (geen) bereidverklaring Artikel 6. Aanbod taaltraject Via een openbare aanbesteding volwasseneducatie is het aanbod voor taaltrajecten vastgelegd. De consulent bepaald samen met de uitkeringsgerechtigden welk traject er wordt ingezet. Dit kan variëren van een taalvrijwilliger tot een taaltraject, afhankelijk van het niveau, arbeidsmarktkansen, etc. van de uitkeringsgerechtigde. Artikel 7. Het volgen van de voortgang van het taaltraject De, door de educatie-instelling, te leveren voortgangsrapportages zijn vastgelegd in contractafspraken tussen de educatie-instelling en de gemeente. Pagina 6 van 9

Artikel 8. Het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid Het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid kan op meed ere plaatsen in het werkproces van toepassing zijn. Voorbeelden hiervan zijn bij het beoordelen van wel of geen taaltoets en gedurende het taaltraject. De genoemde vormen zijn niet limitatief. 1. In het kader van de Wet inburgering kan DUO ontheffing geven van de inburgeringsplicht. Deze ontheffing kan op 3 gronden gegeven worden: a). Bij aantoonbaar geleverde inspanning: Belanghebbende heeft minimaal 600 uur een inburgerings- of alfabetiseringscursus gevolg bij een school met het 'Blik op Werk' keurmerk, en Minimaal 4x examen gedaan en niet geslaagd, of Via een toets bij DUO is vastgesteld dat het Nederlands lezen en schrijven onvoldoende is om te kunnen inburgeren. b) Bij aantoonbaar voldoende ingeburgerd c) Bij een ontheffing om medische redenen. 2. Een vastgesteld leerprobleem, bijvoorbeeld een dyslexie-verklaring. 3. Belanghebbenden die in het verleden diverse malen een taalcursus hebben gevolgd, zonder direct aantoonbaar resultaat, kunnen bij de educatie-instelling een leerbaarheidstest doen. Als daaruit blijkt dat belanghebbende niet (meer) leerbaar is, is het redelijk om dit te zien als het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid. 4. Verder ontbreekt bij belanghebbenden waarvan, door een medisch of psychologisch advies, is vastgesteld dat zij op dit moment niet deel kunnen nemen aan activiteiten (ontheffing van de arbeidsplicht. algemene ontheffing) elke vorm van verwijtbaarheid. Artikel 9. Relatie met Wet inburgering Voor inburgeringsplichtigen op grond van de Wet inburgering geldt dat zij al een verplichting hebben om de Nederlandse taal machtig te worden. Op grond van de Wet inburgering heeft een inburgeraar 3 of 5 jaar de tijd om te voldoen aan het in die wet vereiste taalniveau (A2). Wanneer een belanghebbende begonnen is met een leertraject in het kader van de Wet inburgering, kan dit worden aangemerkt als 'voldoende inspanning' van de kant van de belanghebbende, zoals bedoeld is in de Wet Taaleis. De belanghebbende krijgt dus niet met twee verschillende trajecten te maken. Wel dient de gemeente te monitoren in welke mate voortgang wordt gemaakt met het inburgeringstraject. Desgevraagd moet de aanvrager het volgen van een dergelijk traject aantonen aan de hand van documenten. Dat geldt ook voor het meten van de voortgang. Laat de aanvrager na de betreffende documenten te overleggen, dan heeft dit nog geen gevolgen voor het recht op algemene bijstand. Gevolg is wel, dat bij het niet verstrekken van een bewijs dat men een inburgeringstraject volgt of voortgang maakt, er een verplichting ontstaat om een toets af te leggen in het kader van de Wet Taaleis. Artikel 10. Relatie met de Wet educatie Indien belanghebbenden een aanbod met als doel taalverhoging hebben aanvaard en dit nog volgt op de ingangsdatum van de Wet taaleis is actief bezig met Nederlandse taalverhoging. Zij leveren daarmee 'voldoende inspanning'. Voor deze belanghebbenden gelden dezelfde regels voor de voortgang van het traject als voor belanghebbenden die een aanbod hebben vanuit de Wet taaleis. Artikel 11. Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien Burgemeester en wethouders besluiten in gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien. Pagina 7 van 9

Artikel 12. Inwerkingtreding Spreekt voor zich. Artikel 13. Citeertitel Spreekt voor zich. Pagina 8 van 9

Bereidverklaring tot verbeteren beheersing Nederlandse taal Verklaring: Op <@datum_taaltoets@> heb ik een taaltoets gedaan. Hiermee is getoetst of ik voldoende Nederlands beheers om goed mee te kunnen doen in de Nederlandse samenleving. Ik heb één of enkele onderdelen van deze toets niet gehaald. Op de volgende onderdelen' beheers ik het Nederlands onvoldoende: o spreekvaardigheid o luistervaardigheid o gespreksvaardigheid o schrijfvaardigheid o leesvaardigheid. Ik, <@ naam_c1iënt@>, geboortedatum: <@geboortedatum@>, cliëntnummer: <@c1iëntnummer@>, ben bereid om mijn beheersing van de Nederlandse taal op de hierboven aangekruisde onderdelen te verbeteren. Ik heb met <@naam_medewerker@> van gemeente Goeree-Overflakkee overlegd en afgesproken op welke manier ik dit ga doen. <@Beschrijving_afspraken@> Ik ga hiermee zo snel mogelijk beginnen. <@uiterste_datum_staruaalverbetering@>. De datum waarop ik gestart moet zijn is Datum: <@datum@> Handtekening cliënt: *Aankruisen wat van toepassing is. Pagina 9 van 9