ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/728 Wtra AK van 18 september 2015 van



Vergelijkbare documenten
ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/175 Wtra AK van 27 juni 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/152 Wtra AK van 7 augustus 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/337 Wtra AK van 24 augustus 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 14/3167 Wtra AK van 11 mei 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/669 Wtra AK van 12 september 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/2657 Wtra AK van 20 oktober 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/921 Wtra AK van 7 oktober 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/512 Wtra AK van 5 oktober 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/1384 Wtra PE van 27 november 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/307 Wtra AK van 16 oktober 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. STICHTING SOBI, gevestigd en kantoorhoudende te Bussum, KLAAGSTER, gemachtigde: drs. [A], t e g e n. 1) Y1, registeraccountant,

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/1126 Wtra AK van 4 januari 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 14/2683 Wtra AK van 10 april 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1924 Wtra AK van 23 juni 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/2362 Wtra AK van 1 mei 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/2249 Wtra AK van 28 juni 2019 van

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) van 14 september 2015 in de zaak met nummer 15/1161 Wtra AK van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/414 Wtra AK van 14 juli 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/707 Wtra AK van 24 augustus 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. mr. X, wonende te [plaats1], K L A G E R, raadsman: mr. R.A.U. Juchter van Bergen Quast, t e g e n

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/2549 Wtra AK van 31 augustus 2018 van

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/2549 Wtra AK van 31 augustus 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/2082 Wtra AK van 29 maart 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/2550 Wtra AK van 31 augustus 2018 van

KONINKLIJKE NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE VAN ACCOUNTANTS

ACCOUNTANTSKAMER. X B.V., gevestigd te [plaats1], K L A A G S T E R, gemachtigde: [A], t e g e n

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/2578 Wtra AK van 18 augustus 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/199 Wtra AK van 7 november 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1862 Wtra AK van 13 maart 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/1759 Wtra AK van 29 mei 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1439 Wtra AK van 25 november 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1029 Wtra AK van 5 december 2016 van

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1827 Wtra AK van 29 augustus 2016 van de

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1434 Wtra AK van 7 november 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/67 Wtra AK van 29 juni 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/2627 Wtra AK van 3 mei 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/2252 Wtra AK van 3 maart 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/871 Wtra AK van 27 januari 2017 van

B E T R O K K E N E N

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/421 Wtra AK van 11 augustus 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/425 Wtra AK van 9 juni 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. 1) X1, 2) X2, 3) X3, 4) X4 B.V., 5) X5 N.V., wonende/gevestigd te [plaats1], hierna te noemen: K L A G E R S, t e g e n

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/579 Wtra AK van 23 oktober 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/668 Wtra AK van 15 februari 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1144 Wtra AK van 30 maart 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/2633 Wtra AK van 2 september 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. X, wonende te [plaats1], K L A G E R, t e g e n

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) van 1 augustus 2016 in de zaak met nummer 15/2727 Wtra AK van het

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaken met nummers 15/1 en 15/2 Wtra AK van 18 mei 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. 1. X1, 2. X2, beiden wonende [plaats], K L A G E R S, raadsman: mr. B.M.M. Hepkema, t e g e n

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1328 Wtra AK van 17 februari 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/853 Wtra AK van 15 februari 2016 van

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/137 Wtra AK van 10 juni 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) van 7 augustus 2015 in de zaak met nummer 15/232 Wtra AK van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 41 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/2224 Wtra AK van 26 november 2015 van de

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/886 Wtra AK van 6 oktober 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/2332 Wtra AK van 20 mei 2019 van

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/886 Wtra AK van 6 oktober 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/2213 Wtra AK van 3 maart 2017 van

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/2213 Wtra AK van 3 maart 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. X1, X2 B.V., X3 B.V., K L A G E R S, raadsman: mr. G.A. de Jongh, t e g e n

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/145 Wtra AK van 19 juli 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/2044 Wtra AK van 8 januari 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/476 Wtra AK van 17 augustus 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/1400 Wtra AK van 7 december 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. t e g e n

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/784 Wtra AK van 12 oktober 2015 van

op de klacht van:mevrouw A. C., wonende te Huizen, hierna te noemen: klager

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1599 Wtra AK van 30 april 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 14/2320 Wtra AK van 13 maart 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/556 Wtra AK van 21 januari 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/2589 Wtra AK van 20 mei 2016 van de

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/295 Wtra AK van 21 augustus 2015 van

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) van 24 juni 2011 in de zaak met nummer 11 / 4 Wtra AK van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/310 Wtra AK van 27 oktober 2017 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/930 Wtra AK van 16 oktober 2015 van

B E T R O K K E N E N

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/668 Wtra AK van 28 oktober 2016 van

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/488 Wtra AK van 25 januari 2019 van

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) van 29 april 2011 in de zaak met nummer 10/1579 Wtra AK van

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1498 Wtra AK van 23 januari 2017 van

DE Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/478 Wtra AK van 17 juni 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/473 Wtra AK van 15 december 2017 van

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/938 Wtra AK van 23 november 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/716 Wtra AK van 17 december 2018 van

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

Partij(en) ECLI:NL:TACAKN:2016:33

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/594 Wtra AK van 14 juli 2017 van

Transcriptie:

ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/728 Wtra AK van 18 september 2015 van X1 HOLDING B.V., en X2 B.V., beide vertegenwoordigd door [A], K L A A G S T E R S, raadsman: mr. P.J. Gijsbertsen, t e g e n Y, accountant-administratieconsulent, kantoorhoudende te [plaats1], B E T R O K K E N E.

15/728 Wtra AK X1 B.V. en X2 B.V./ Y AA - 2-1. Het verloop van de procedure 1.1 De Accountantskamer heeft kennisgenomen van de in deze zaak gewisselde en aan partijen bekende stukken, waaronder: - het op 3 april 2015 ingekomen klaagschrift van 30 maart 2015 met bijlagen; - de op 17 april 2015 ingekomen brief van 16 april 2015 van klaagsters; - het op 28 april 2015 ingekomen verweerschrift van 24 april 2015 met bijlagen; - de op 28 mei 2015 ingekomen brief van de raadsman van klaagsters met bijlagen. 1.2 De Accountantskamer heeft de klacht behandeld ter openbare zitting van 29 mei 2015 waar zijn verschenen: vertegenwoordiger van klaagsters, [A] (hierna: [A]), bijgestaan door mr. P.J. Gijsbertsen, advocaat te Gouda, en betrokkene in persoon, bijgestaan door zijn kantoorgenoten [B] en [C]. 1.3 Klaagsters en betrokkene hebben op genoemde zitting hun standpunten doen toelichten (aan de hand van pleitaantekeningen, die aan de Accountantskamer zijn overgelegd) en toegelicht, alsmede doen antwoorden en/of geantwoord op vragen van de Accountantskamer. 2. De vaststaande feiten Op grond van de inhoud van de gedingstukken en aan de hand van het verhandelde ter zitting stelt de Accountantskamer het volgende vast. 2.1 Betrokkene is als openbaar accountant werkzaam voor [accountantskantoor] te [plaats1]. Bij brieven van 1 juli 2013 heeft hij de door klaagsters (hierna afzonderlijk ook te noemen: [X1] en [X2]) aan [accountantskantoor] verstrekte opdrachten tot het samenstellen van de jaarrekening van klaagsters, bevestigd. De opdrachten zijn aangegaan voor de periode van een jaar en na afloop daarvan stilzwijgend verlengd. 2.2 Bij brief van 10 september 2008 van de Rabobank hebben klaagsters op hun financieringsaanvraag ten bedrage van 479.000,00 een voorstel voor een financiering,

15/728 Wtra AK X1 B.V. en X2 B.V./ Y AA - 3 - bestaande uit drie geldleningen ontvangen. Daarmee zijn zij akkoord gegaan. In dit voorstel is (met betrekking tot het bedrijfspand van [X1]) opgenomen: Te stellen zekerheden Te vestigen hypotheek van Eur 550.000,00 als 1 e, op de onroerende zaak, gelegen aan de [adres] ( ) als 1 e, op 1/11 e onverdeeld aandeel(betreffende een gezamenlijk parkeerterrein) ( ) te [plaats2]. ( ) Op de (kas)geldlening(en) zijn voor zover niet anders is overeengekomen- van toepassing: de Algemene voorwaarden voor zakelijke geldleningen van de Rabobank 2006. ( ) Omdat klaagsters met de Rabobank waren overeengekomen dat de rente van de geldleningen gedurende 10 jaar rentevast zou zijn, was van de algemene voorwaarden ook nr. 25 van toepassing, waarin onder c. is opgenomen dat bij vervroegde aflossing van de geldleningen een vergoeding verschuldigd was. 2.3 In het kader van het samenstellen van de jaarcijfers 2008 heeft betrokkene deze door klaagsters met de Rabobank gesloten kredietovereenkomst ontvangen. 2.4 Op 30 september 2013 heeft betrokkene met [D] op diens verzoek een bespreking gevoerd. In een daarvan door betrokkene gemaakt verslag voor zijn dossier staat geschreven: ( ) - er zijn liquiditeitsproblemen - [D] vroeg wat de kostenbesparing zou zijn als hij het pand zou verkopen - a.d.h.v. de jaarstukken 2012 gekeken wat dit zou schelen aan rente en aflossing - Tevens globaal gekeken waar het pand voor in de boeken stond eind 2012 en wat bij verkoop ongeveer de boekwinst zou zijn bij de door [D] - verwachte verkoopopbrengst - tegen [D] gezegd dat als hij dit serieus zou overwegen hij wel met de bank moet gaan praten over de gevolgen voor de hypotheek - Kostenbesparingen: waar mogelijk personeel niet meer bezetting is krap - Proberen omzet te verhogen. Is volgens [D] erg moeilijk in deze tijd - [D] gaat nadenken wat hij wil gaan doen, zodra hij dit weet praten we verder.

15/728 Wtra AK X1 B.V. en X2 B.V./ Y AA - 4-2.5 Op 4 oktober 2013 heeft [X1] het bedrijfspand met toebehoren verkocht aan [B.V.1] voor een bedrag van 450.000,-. Zij was gehouden de uit de schriftelijke koopovereenkomst voortvloeiende verplichtingen na te komen. 2.6 Op 17 oktober 2013 heeft betrokkene op verzoek van [D] een prognose voor de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2014 opgesteld met betrekking tot de financiële gevolgen van de verkoop van het bedrijfspand voor [X2]. 2.7 Van de Rabobank heeft [X1] een eindafrekening ontvangen voor de aflossing van de in 2008 verstrekte geldleningen en doorhaling van het gevestigde hypotheekrecht op het verkochte bedrijfspand. Op grond van de kredietovereenkomst en de algemene voorwaarden waren klaagsters een vergoedingsrente verschuldigd. Per e-mail van 11 december 2013 heeft de Rabobank aan [D] de berekening van de vergoedingsrente verstrekt. De hoogte daarvan bedroeg volgens die opgave 43.353,83, 29.147,36 en 1.492,41, totaal 73.993,60. Daartegen hebben klaagsters bezwaar gemaakt. 2.8 Bij brief van 23 december 2013 heeft de Rabobank klaagsters laten weten bereid te zijn deze vergoedingsrente te verlagen tot 50.263,59 in verband met de aflossing van de drie geldleningen uit de verkoopopbrengst van het bedrijfspand. 2.9 [X1] heeft de vergoedingsrente voldaan en het transport van het bedrijfspand is gerealiseerd. Op 7 januari 2014 heeft zij de relatie met betrokkene en [accountantskantoor] opgezegd. 3. De klacht 3.1 Ten grondslag aan de door klaagsters ingediende klacht ligt, zoals blijkt uit het klaagschrift en de daarop door en namens klaagsters gegeven toelichting, het verwijt dat betrokkene hen tijdens de onderhandelingen over de verkoop van het bedrijfspand niet heeft geïnformeerd over de mogelijke financiële consequenties van de vervroegde

15/728 Wtra AK X1 B.V. en X2 B.V./ Y AA - 5 - aflossing van de geldleningen. Daardoor heeft betrokkene onvoldoende zorgvuldig gehandeld. 4. De gronden van de beslissing Omtrent de klacht en het daartegen gevoerde verweer overweegt de Accountantskamer het volgende. 4.1 Op grond van artikel 42 van de Wet op het accountantsberoep (hierna: Wab) is de accountant-administratieconsulent bij het beroepsmatig handelen onderscheidenlijk ten aanzien van zijn beroepsuitoefening onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met het bij of krachtens de Wab bepaalde en ter zake van enig ander handelen of nalaten in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. 4.2 Het handelen en/of nalaten waarop de klacht betrekking heeft, moet, voor zover dit plaats had in de periode van 17 januari 2007 tot 4 januari 2014 worden getoetst aan de in die periode geldende Verordening gedragscode (AA s) en daarvan in dit geval het (voor alle accountants geldende) deel A en het (voor openbaar accountants geldende) deel B1, en voor zover dit plaatshad ná 4 januari 2014 aan de sindsdien geldende Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). 4.3 Daarbij stelt de Accountantskamer voorop dat het in een tuchtprocedure als de onderhavige in beginsel aan klaagsters is om feiten en omstandigheden te stellen en - in geval van (gemotiveerde) betwisting - aannemelijk te maken, die tot het oordeel kunnen leiden dat de betrokken accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. 4.4 Klaagsters verwijten betrokkene dat hij hen niet heeft geïnformeerd over het verschuldigd worden van de vergoedingsrente aan de Rabobank bij de verkoop van hun bedrijfspand in 2013, die verband hield met financiële problemen van [X1]. Volgens hen is de dienstverlening van betrokkene sedert 2003 uitgebreid met een veelvoud aan werkzaamheden en beschouwden ze de langdurige adviesrelatie als een vertrouwensrelatie

15/728 Wtra AK X1 B.V. en X2 B.V./ Y AA - 6 - waarbij voor een breed scala van financiële- en ondernemersvraagstukken werd vertrouwd op de adviezen van betrokkene. Volgens klaagsters had betrokkene hen uit hoofde van zijn zorgplicht moeten wijzen op de financiële consequenties van het vervroegd aflossen van de geldleningen. Zij stellen dat betrokkene tijdens de bespreking op 30 september 2013 over de financiële problemen van [X1] niet heeft gesproken over een mogelijk te betalen vergoedingsrente en ook niet heeft geadviseerd daarover contact op te nemen met de Rabobank. Als hij dat wel had gedaan dan had [X1] het bedrijfspand niet, althans niet onder dezelfde condities verkocht. 4.5 Betrokkene heeft naar voren gebracht met betrekking tot de drie geldleningen geen advieswerkzaamheden te hebben verricht en bij de totstandkoming daarvan ook niet betrokken te zijn geweest. Aangaande klaagsters liquiditeitsproblematiek heeft hij met hen op 30 september 2013 in zijn algemeenheid gesproken over het terugbrengen van kosten, vergroten van omzet, de verkoop van het bedrijfspand en huur van een ander pand. Inzake vervroegde aflossing van de geldleningen heeft hij [D] geadviseerd contact op te nemen met de Rabobank in verband met daarvoor gebruikelijk geldende bankvoorwaarden, welke hem overigens niet bij de kredietovereenkomst door klaagsters ter hand waren gesteld. [D] heeft betrokkene op 1 oktober 2013 telefonisch laten weten het bedrijfspand verkocht te hebben en heeft hem niet geraadpleegd bij de (onderhandelingen met betrekking tot de) verkoop. 4.6 In hoofdzaak houdt het jegens betrokkene gerichte verwijt in dat hij in het kader van de jaarlijkse samenstelling van de jaarcijfers en overige werkzaamheden die hij voor klaagsters in de loop der tijd is gaan verrichten, geen (ongevraagd) advies aan klaagsters heeft gegeven met betrekking tot de financiële gevolgen van een vervroegde aflossing van de in 2008 gesloten kredietovereenkomst. De Accountantskamer is van oordeel dat, indien bij het samenstellen van de jaarcijfers duidelijk wordt dat een (financieel) probleem gaat ontstaan, er onder omstandigheden sprake kan zijn van een (zorg)plicht voor een accountant om zijn cliënt daarop te attenderen. In onderhavige klachtzaak is van dergelijke omstandigheden onvoldoende gebleken, nu klaagsters betrokkene niet hebben betrokken bij de feitelijke (voorbereiding van de onderhandse) verkoop van het bedrijfspand en zij slechts in het algemeen over een

15/728 Wtra AK X1 B.V. en X2 B.V./ Y AA - 7 - mogelijke verkoop van het pand met elkaar hebben gesproken. Meer of anderszins dan klaagsters omtrent een mogelijke verkoop adviseren contact op te nemen met de Rabobank -zoals betrokkene naar voldoende blijkt uit het gespreksverslag van 30 september 2013 heeft gedaan-, behoefde van betrokkene onder die omstandigheid niet te worden verwacht. In zoverre treft het verwijt aangaande het achterwege blijven van vorenbedoeld advies op eigen initiatief van betrokkene aan klaagsters geen doel en is de klacht ongegrond. 4.7 Op grond van het hiervoor overwogene wordt als volgt beslist. 5. Beslissing De Accountantskamer: verklaart de klacht ongegrond. Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. A.L. Goederee en mr. E.W. Akkerman (rechterlijke leden) en Th.A. Verkade RA en A.M.H. Homminga AA (accountantsleden), in aanwezigheid van mr. G.A. Genee, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2015. secretaris voorzitter Deze uitspraak is aan partijen verzonden op: Ingevolge artikel 43 Wtra kunnen klaagsters en/of betrokkene dan wel de Nba tegen deze uitspraak binnen 6 weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (adres: Postbus 20021, 2500 EA Den Haag). Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.