Collegevoorstel. Zaaknummer Wijziging Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

Vergelijkbare documenten
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant - vergelijking oud-nieuw

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

Inwerkingtreding De Gemeenschappelijke regeling GGD West-Brabant treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van deze bekendmaking.

Illlil lllll llllhui HU Ü HUI thil IMI UilHU

Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord vergelijking oud-nieuw

Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: OWZ wijziging gemeenschappelijke regeling GGD 2013

Afd. Nr; Gemeente Moerdijk

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

WA/Vi Brabant Midden-West-Noord

i WA r West-Brabant /07/2014 Gemeente Oosterhout College van burgemeester en wethouders Postbus GB OOSTERHOUT NB

Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Regionale dienst openbare gezondheidszorg Hollands Midden;

Gemeenschappelijke regeling GGD West-Brabant

Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING GGD HART VOOR BRABANT

urn in ii in in in in ii

Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Flevoland

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder,

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING GGD HART VOOR BRABANT

Gemeenschappelijke regeling GGD West-Brabant

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord (zoals gewijzigd op 11 maart 2016)

Gemeenschappelijke Regeling GGD Drenthe

Gemeenschappelijke regeling toezicht openbaar onderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert 2015

Z INK/003946

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Gemeenschappelijke Regeling GGD Drenthe

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

Gemeenschappelijke regeling toezicht openbaar onderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert 2015

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Beslissing: --- Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing] ~

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN. 5) Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV)

hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland te wijzigen.

Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000.

Gemeenschappelijke regeling GGD Noord- en Oost-Gelderland 2016 Voorstel nieuwe tekst 5e wijziging

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

STREEKARCHIEF LANGSTRAAT HEUSDEN ALTENA

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING KOEPELORGANISATIE SAMENWERKING KEMPENGEMEENTEN

Concept voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Servicedienst Midden Nederland in :

in het veiligheids- en gezondheidsdomein is op uitvoerend niveau samenwerking tussen de gemeenten in de regio geboden;

Register artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen Gemeente Waalwijk. 1 november 2016

dat de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd waardoor de huidige gemeenschappelijke regeling aangepast moet worden;

Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Register artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen Gemeente Waalwijk

Verschillen tussen 'oude' en gewijzigde gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe (artikelsgewijs)

Verschillen tussen oude en gewijzigde gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe (artikelsgewijs)

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2007 / 108. Naam Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Veluwe (2007) Publicatiedatum 22 augustus 2007

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

Informatievergadering Samenleving 04 september 2014

Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Delft-Rijswijk

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost (gewijzigde versie, ter vaststelling in het Algemeen bestuur d.d. 11 maart 2015) HOOFDSTUK I

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011.

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

Gemeenschappelijk regeling werkvoorzieningschap Fryslân-West

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Inkoopbureau H-10 2 februari 2015

dat het in het kader van het functioneren van deze regeling gewenst is te komen tot een nauwere samenwerking;

Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

register gemeenteschappelijke regelingen gemeente s- als bedoeld in artikel 27 Wet Gemeenschappelijke regelingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord 2011

Bijlage: Gewijzigde passages in GR

UJ overwegende dat, < O omgevingsrecht wensen samen te werken;

*Z00BD9E49FD* documentnr.: INT/C/15/13845 zaaknr.: Z/C/15/16483

Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten

Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Gemeenschappelijke regeling volwasseneneducatie Rijnmond

gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Werkvoorziening Gennep, Mook en Middelaar

Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z Documentnummer: ZD

Gemeenschappelijke Regeling. Veiligheidsregio Kennemerland

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ISZF 2011

Gelet op de artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 19 van de BESLUIT

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente

Artikel 4. Samenstelling De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ICT-SAMENWERKING ZUIDWEST-FRYSLAN.

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Hattem, Heerde en Oldebroek,

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

WIJZIGINGSBESLUIT Gemeenschappelijke regeling WNO-Bedrijven 2000

Gemeenschappelijke Regeling AV. Inhoudsopgave

CONCEPT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WERKVOORZIENINGSSCHAP ARBEID VOOR ALLEN (WAVA) 2008 PREAMBULE

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011

Transcriptie:

Zaaknummer 00507131 Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant Collegevoorstel Aanleiding / voorgeschiedenis De GGD Hart voor Brabant (GGD HvB) is een gemeenschappelijke regeling (GR). De GR voert in opdracht van de aangesloten gemeenten taken uit op het gebied van gezondheid. Met name door de vorming van de gemeente Meierijstad, per 1 januari 2017, is het noodzakelijk om de GR aan te passen. Dit voorstel voorziet hierin. Feitelijke informatie De wijziging van de Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant is noodzakelijk vanwege de vorming van de gemeente Meierijstad. Daarnaast zijn er aanpassingen vanwege gewijzigde wetgeving en om het voor de individuele colleges makkelijker te maken om wijzigingsvoorstellen te doen. Op grond van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen moet de raad u toestemming geven om de gewijzigde regeling vast te stellen. De raad besloot op 28 maart jl. deze toestemming te verlenen. Afweging De voorliggende gewijzigde regeling is niet in strijd met het recht of het algemeen belang. Het voorstel is om de gewijzigde regeling vast te stellen. Inzet van middelen De vaststelling van de gewijzigde regeling heeft geen financiële gevolgen. Procedure / vervolgstappen Als u volgens dit voorstel besluit, zal de GGD HvB hierover worden geïnformeerd. De gewijzigde regeling is definitief na vaststelling door meer dan twee derde van de colleges van de aangesloten gemeenten met meer dan twee derde van het totale aantal inwoners in het werkgebied van de GGD HvB. Voorgenomen besluit Het voorstel is om bijgaand besluit vast te stellen. 1

Zaaknummer 00507131 Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 18 april 2017; gelet op artikel 1, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; besloten: de (gewijzigde) Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant vast te stellen. namens het college van Heusden, de secretaris, b/a mr. H.J.M. Timmermans 2

4~H s 'fk tu 'BO INGEKOMEN Z 2 DEC 2016 Hart voor Brabant Gemeente Gezondheid Heusden telt! Gemeente Heusden Het college van burgemeester en wethouders Postbus 41 5250 AA VLIJMEN Kenmerk: UIT-16037643 Datum: 22 december 2016 Behandeld door: Rene van Kessel E-mail: r.van.kessel@ggdhvb.nl Onderwerp: wijziging gemeenschappelijke regeling Geacht college, Hierbij sturen wij u het voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant toe dat het algemeen bestuur van de GGD vaststelde in zijn vergadering van 24 november. De wijziging is onder andere nodig door de vorming van de gemeente Meierijstad per 1 januari 2017. Wij verzoeken u om de regeling vast te stellen v66r 1 mei 2017. De benodigde stukken sturen wij u afzonderlijk toe (per e-mail). U bent bevoegd tot het vaststellen van de regeling na de voorafgaande toestemming door uw raad, die zelf niet die bevoegdheid heeft. Zie hierover artikel 1. lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Bij besluiten van voldoende gemeenten gaat de nieuwe regeling gelden en sturen wij u haar toe. Met vriendelijke groet, het dagelijks bestuur van de GGD Hart voor Brabant, namens deze, K. van Esch, directeur publieke gezondheid GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003 DA Tilburg 0900 463 64 43 www.ggdhvb.nl info@ggdhvb.nl

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, 's-hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Loon op Zand, Meierijstad, Mill en Sint Hubert, Oisterwijk, Oss, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Tilburg, Uden, Vught en Waalwijk, overwegende dat: - ingevolge artikel 14 van de Wet publieke gezondheid de colleges zorgdragen voor de instelling en instandhouding van een regionale gezondheidsdienst; - zij daartoe een openbaar lichaam instellen en daaraan de behartiging van belangen willen opdragen, bevoegdheden willen overdragen en middelen ter beschikking willen stellen; - het bestuur en het beheer van het openbaar lichaam zo moet zijn ingericht dat de gemeentebesturen zoveel mogelijk betrokken blijven bij die belangenbehartiging; - de financiële risico's voor de gemeenten door een adequate bedrijfsvoering daarbij zo laag mogelijk moeten blijven; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen; besluiten onder gelijktijdige intrekking van de geldende regeling vast te stellen de Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen 1. Deze regeling verstaat onder: - wet: Wet gemeenschappelijke regelingen; - regeling: Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant; - gemeenten: aan de regeling deelnemende gemeenten; - college: college van burgemeester en wethouders van een gemeente; Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 1

- raad: raad van een gemeente; - werkgebied: gebied van de aan deze regeling deelnemende gemeenten; - gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant; - GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hart voor Brabant; 2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van een andere wettelijke regeling van toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen in plaats van 'de gemeente', 'de raad', 'burgemeester en wethouders' en 'de burgemeester' respectievelijk gelezen: 'de GGD', 'het algemeen bestuur', 'het dagelijks bestuur' en 'de voorzitter'. Artikel 2 Het openbaar lichaam Er is een openbaar lichaam GGD Hart voor Brabant, gevestigd te Tilburg. Hoofdstuk 2 Doel en taken Artikel 3 Doel De GGD heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg. Artikel 4 Taken 1. De gemeenten dragen aan de GGD de uitvoering op van de gemeentelijke taken die de Wet publieke gezondheid noemt en van de toezichtstaken die de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen kinderopvang noemt. 2. De taken van de GGD zijn ondergebracht in het basispakket en in de plustaken. Het basispakket vloeit voort uit wettelijke verplichtingen en uit de keuzes van het algemeen bestuur en vormt naar omvang een verplicht pakket. 3. Het algemeen bestuur stelt het basispakket vast bij de vaststelling van de begroting. 4. De afname van plustaken door een gemeente is vrijwillig. 5. Het algemeen bestuur stelt de tarieven vast voor de plustaken. Hoofdstuk 3 De bestuursorganen - samenstelling Artikel 5 Het algemeen bestuur 1. Het algemeen bestuur bestaat uit evenveel leden als het aantal gemeenten. Iedere gemeente wordt door één lid vertegenwoordigd. 2. Elk college wijst het lid uit zijn midden aan na de benoeming van de wethouders na de verkiezing van de leden van de raad. 3. Het college meldt elke aanwijzing tot lid van het algemeen bestuur aan de voorzitter. 4. Als een lid van het algemeen bestuur ophoudt wethouder of burgemeester van zijn gemeente te zijn, eindigt ook zijn lidmaatschap van het algemeen bestuur. Het college voorziet zo snel mogelijk in de vacature. 5. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop het lid geen deel meer uitmaakt van het college, zoals bedoeld in artikel 42 van de Gemeentewet. Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 2

6. Het college waarvan het algemeen bestuur een lid aanwijst als lid van het dagelijks bestuur heeft het recht een tweede lid van het algemeen bestuur aan te wijzen. Wanneer het eerst aangewezen lid geen deel meer uitmaakt van het dagelijks bestuur, vervalt het recht van het college om een tweede lid in het algemeen bestuur aan te wijzen. 7. De leden van het algemeen bestuur kunnen, als het algemeen bestuur daartoe besluit, een tegemoetkoming in de kosten ontvangen. 8. Het algemeen bestuur kan zich laten bijstaan door een of meer adviseurs. Artikel 6 Het dagelijks bestuur 1. Het algemeen bestuur wijst bij het begin van elke zittingsperiode uit zijn midden de leden van het dagelijks bestuur aan. 2. Het dagelijks bestuur bestaat uit zes of zeven leden, de voorzitter daaronder begrepen. 3. Het algemeen bestuur wijst ten minste drie leden van het dagelijks bestuur aan uit de leden die de gemeenten vertegenwoordigen van meer dan 75.000 inwoners. 4. Bij de verdere zetelverdeling streeft het algemeen bestuur naar een spreiding over het werkgebied en over de gemeentegroottes. 5. Hij die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt ook op lid van het dagelijks bestuur te zijn. 6. Ondanks het bepaalde in lid 5 van dit artikel en lid 4 van artikel 5 blijft hij die geen lid meer is van het dagelijks bestuur zijn zetel waarnemen totdat zijn opvolger die heeft aanvaard. 7. Als tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur beschikbaar komt, kiest het algemeen bestuur zo snel mogelijk een nieuw lid. 8. De leden van het dagelijks bestuur kunnen, als het algemeen bestuur daartoe besluit, een tegemoetkoming in de kosten ontvangen. 9. Het dagelijks bestuur kan zich laten bijstaan door een of meer adviseurs. Artikel 7 De voorzitter 1. Het algemeen bestuur wijst de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter uit zijn midden aan. 2. De voorzitter vertegenwoordigt de GGD in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon. 3. De voorzitter en de secretaris ondertekenen de stukken die van het openbaar lichaam uitgaan. Het algemeen bestuur kan de voorzitter toestaan de ondertekening op te dragen aan de secretaris. Hoofdstuk 3 De bestuursorganen - werkwijze Artikel 8 Verantwoording en inlichtingen 1. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan het algemeen bestuur verantwoording schuldig over het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur. 2. Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. 3. Het algemeen bestuur is verplicht de colleges en/of de raden desgevraagd en in ieder geval binnen zes weken te informeren en inlichtingen te geven over alle zaken rond deze regeling. Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 3

4. Het algemeen bestuur is bevoegd om, gevraagd of ongevraagd, aan een of meer colleges en/of raden advies te geven of voorstellen te doen, die hij in verband met deze regeling nodig vindt. 5. Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter zijn verplicht de door een of meer leden van een raad gevraagde inlichtingen te verstrekken. Zij geven deze inlichtingen zo snel mogelijk nadat daarom is gevraagd. 6. Elk lid van het algemeen bestuur is daarnaast verplicht de door een of meer leden van het college of de raad van zijn gemeente gevraagde inlichtingen te verstrekken. Hij verstrekt deze inlichtingen zo snel mogelijk nadat hem daarom is gevraagd. 7. Elk lid van het algemeen bestuur is aan het college en de raad van de gemeente waarvan het college hem als lid heeft aangewezen verantwoording schuldig voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. Hij legt deze verantwoording zo snel mogelijk af nadat het college of de raad hem daarom heeft gevraagd. Artikel 9 Het algemeen bestuur 1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en verder zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig vindt of ten minste vijf leden dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. 2. Elk lid heeft in de vergaderingen van het algemeen bestuur één stem. 3. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen en regelt de ambtelijke bijstand aan het bestuur. Artikel 10 Het dagelijks bestuur 1. Het dagelijks bestuur vergadert ten minste zesmaal per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of ten minste drie leden van het dagelijks bestuur dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, waarna de vergadering binnen veertien dagen plaatsvindt. 2. De artikelen 28, eerste tot en met derde lid, 29, 30 en 56 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Elk lid heeft in de vergadering van het dagelijks bestuur één stem. 4. Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen. 5. Aan het dagelijks bestuur behoren alle bevoegdheden behalve de volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur: - het besluiten over toetreden, uittreden, wijzigen en opheffen, zoals bedoeld in hoofdstuk 6; - het vaststellen van de jaarstukken en het vaststellen en/of wijzigen van de begroting en het basispakket; - het besluiten tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. 6. Het dagelijks bestuur kan de uitoefening van zijn bevoegdheden voor zover als mogelijk in mandaat opdragen aan de directeur. Een door het dagelijks bestuur vast te stellen organisatieverordening beschrijft de taken van de directeur en de wijze waarop het dagelijks bestuur toeziet op de uitvoering daarvan. Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 4

Artikel 11 Commissies 1. Het algemeen bestuur kan commissies van advies en commissies ter behartiging van bepaalde belangen instellen. 2. De secretaris heeft in deze commissies een adviserende stem. Hoofdstuk 4 Organisatie Artikel 12 De directeur 1. De directeur heeft de dagelijkse leiding over de dienst. Het algemeen bestuur benoemt en ontslaat de directeur. 2. Het algemeen bestuur kan besluiten om twee directeuren aan te stellen. 3. De directeur is secretaris van het algemeen en dagelijks bestuur. Als er twee directeuren zijn, wijst het dagelijks bestuur een van hen aan als secretaris. 4. De secretaris woont de vergaderingen bij van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur en heeft daarin een adviserende stem. 5. De directeur is bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden. Artikel 13 Ombudscommissie De ombudscommissie van de gemeente s-hertogenbosch behandelt de verzoekschriften zoals bedoeld in artikel 9:18, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 14 Organisatieverordening Het dagelijks bestuur stelt in een organisatieverordening regels vast over de inrichting van de organisatie, de bevoegdheden en de medische verantwoordelijkheid. Artikel 15 Archief 1. Het dagelijks bestuur zorgt voor de archiefbescheiden en stelt daarvoor een regeling vast. 2. De directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden. 3. Bij opheffing van de regeling gaan de archiefbescheiden naar een door het dagelijks bestuur aan te wijzen archiefbewaarplaats. 4. De gemeentearchivaris van de gemeente 's-hertogenbosch oefent de inspectie uit op het beheer van de archiefbescheiden, als bedoeld in artikel 25, lid 2, van de Archiefwet. Hoofdstuk 5 Financiën Artikel 16 Middelen Het dagelijks bestuur stelt bij of krachtens een verordening nadere regels voor de financiële administratie en het geldverkeer. Artikel 17 De begroting 1. Het dagelijks bestuur stuurt voor 15 april de ontwerpbegroting, de meerjarenraming en een raming van de gemeentelijke bijdrage naar de gemeenten. Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 5

2. Het algemeen bestuur kan een wijziging van de begroting die niet leidt tot een verhoging van gemeentelijke bijdrage vaststellen zonder dat de raden daarover hun zienswijze geven. 3. De gemeenten zorgen ervoor dat de GGD altijd over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen tegenover derden te kunnen voldoen. Als blijkt dat een gemeente weigert deze uitgaven op haar begroting te zetten, verzoekt het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten om over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet. Artikel 18 De jaarstukken 1. Het dagelijks bestuur stelt de jaarstukken op en stuurt deze voor 15 april naar de gemeenten en naar de accountant, met het verzoek zo snel mogelijk zijn rapport hierover uit te brengen. 2. De jaarstukken bevatten de door elke gemeente verschuldigde bijdrage. 3. Het dagelijks bestuur informeert de gemeenten over de vaststelling van de jaarstukken door het algemeen bestuur. Artikel 19 Bijdragen 1. Het algemeen bestuur stelt de gemeentelijke bijdrage vast op basis van het aantal inwoners per 1 januari van het jaar voor het begrotingsjaar zoals opgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek. 2. De gemeenten betalen de helft van deze bijdrage vóór respectievelijk 16 februari en 16 juli, behalve wanneer het algemeen bestuur anders besluit. Bij te late betaling is de wettelijke rente verschuldigd. 3. De betaling van plustaken vindt plaats na declaratie. 4. Als het algemeen bestuur in de jaarstukken een nadelig saldo vaststelt, verrekent hij dit met een reserve. Artikel 20 Reserves Het algemeen bestuur kan reserves en voorzieningen vormen op basis van door de door hem vast te stellen Nota reserves en voorzieningen. Hoofdstuk 6 Toetreden, uittreden, wijzigen en opheffen Artikel 21 Toetreden 1. Voor het toetreden van een gemeente volstaat het besluit van het college van die gemeente. Het toetreden behoeft de instemming van het algemeen bestuur. 2. Aan het toetreden kan het algemeen bestuur voorwaarden verbinden. 3. Het algemeen bestuur brengt elk toetreden ter kennis van de gemeenten en gedeputeerde staten. Artikel 22 Uittreden 1. Elke gemeente kan bij besluit van het college de deelname aan deze regeling opzeggen met ingang van twee kalenderjaren na het jaar waarin hij dit besluit heeft genomen. De gemeente brengt zo'n besluit meteen ter kennis van het dagelijks bestuur. Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 6

2. Het algemeen bestuur regelt de financiële verplichtingen en de overige gevolgen van het uittreden. 3. Als het algemeen bestuur bij meerderheid van ten minste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen daartoe besluit, kan hij een kortere termijn toestaan dan de in lid 1 genoemde termijn. 4. Het algemeen bestuur brengt elk besluit tot uittreding meteen ter kennis van de gemeenten en gedeputeerde staten. Artikel 23 Wijzigen en opheffen 1. De gemeenten gaan deze regeling aan voor onbepaalde tijd. 2. Wijzigen of opheffen van de regeling vindt plaats bij eensluidende besluiten van de colleges van ten minste twee derde van de gemeenten, die samen twee derde van het aantal inwoners van het werkgebied hebben. 3. Het dagelijks bestuur of een college kan aan het algemeen bestuur voorstellen doen over het wijzigen van deze regeling. Het algemeen bestuur kan ook zelf besluiten tot een voorstel tot wijziging. Het algemeen bestuur legt dit voorstel voor aan de colleges. 4. Bij het opheffen van de regeling stelt het algemeen bestuur een regeling vast voor de gevolgen. Deze regeling voorziet in de verplichting van de gemeenten om alle rechten en verplichtingen van de GGD te verdelen op een in de regeling te bepalen wijze. 5. De bestuursorganen van de GGD blijven functioneren tot de liquidatie voltooid is. Hoofdstuk 7 Slot Artikel 24 1. Deze regeling heet Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant. 2. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2017. 3. De gemeenten zorgen voor het bekendmaken van deze regeling. 4. Het gemeentebestuur van de gemeente Tilburg is de gemeente als bedoeld in artikel 26 van de wet en stuurt de regeling, de besluiten tot het wijzigen en opheffen van de regeling en de besluiten tot het toetreden en uittreden naar gedeputeerde staten. 5. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het algemeen bestuur. Vastgesteld door het college van de gemeente in zijn vergadering van de secretaris, de voorzitter, Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 7

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant - toelichting Deze regeling sluit zoveel mogelijk aan bij de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen en/of de Gemeentewet. Hieronder volgt, waar nodig, een toelichting op de artikelen. Overal waar 'hij' of 'zijn' staat, zou ook 'zij' of 'haar' kunnen staan. Aanhef De Wet publieke gezondheid (artikel 14) verplicht gemeenten om een gezondheidsdienst in te stellen en in stand te houden voor de uitvoering van taken genoemd in die wet. Om deze verantwoordelijkheid optimaal te behartigen, stelden de gemeenten deze gemeenschappelijke regeling in. In de aanhef staan enkele uitgangspunten voor het bestuursmodel dat is vastgelegd in de regeling. Het bestuursmodel van de GGD hangt nauw samen met de relatie tussen gemeenten en GGD en de werkwijze van de GGD. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor hun gezondheidsbeleid en de functies van de GGD zijn bij uitstek overheidstaken. De stuurt de GGD aan vanuit zijn gezondheidsbeleid. De GGD moet daarbij genoeg keuzevrijheid bieden en voldoende flexibel zijn om aan te sluiten op de lokale wensen. Maar hij moet ook bedrijfsmatig optimaal kunnen opereren om daarmee de risico's voor de gemeenten te minimaliseren. De uitgangspunten bij de vormgeving van de bestuurlijke structuur zijn dan ook: - gemeenten hebben een regierol. Daarnaast moeten zij de GGD zo nodig direct kunnen inzetten. - er moet ruimte zijn voor gemeenten om de GGD zowel individueel als gezamenlijk aan te sturen; - de GGD functioneert binnen de (gemeentelijke) kaders als een zelfstandige, professionele organisatie. Van belang is dat de GGD een slagvaardige bedrijfsvoering heeft, die leidt tot het behalen van de doelen. Daarbij kunnen de gemeenten inhoudelijke kaders stellen en op afstand toezicht houden op het beheer van de GGD. Het algemeen bestuur richt zich vooral op de beleidskaders, de begroting en de rekening. Het dagelijks bestuur richt zich onder andere op de toezicht op de directie. Toelichting op enkele artikelen Artikel 4 Taken Artikel 4 van deze regeling beschrijft het pakket van de GGD in globale termen. Hierdoor houdt het algemeen bestuur zijn bevoegdheid om zelf de omvang en de inhoud van dat pakket bij te stellen als hij dat nodig vindt. Het moment daarvoor is de jaarlijkse vaststelling van de begroting. Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 8

De Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg) beschrijft de basistaken van de gemeenten. De uitvoering van het uniform pakket kan per gemeente verschillen: niet alle gemeenten of klanten zullen evenveel gebruik maken van dit uniforme aanbod. Soms is dit afhankelijk van incidenten (bijv. een infectieziekte of een crisis op een school), soms van de bevolking (bijvoorbeeld bij gezondheidsverschillen) of van het beroep dat men doet op de GGD. En de klant is ook niet verplicht om gebruik te maken van het GGD-aanbod (bijvoorbeeld bij gezondheidsonderzoeken of lespakketten). Het begrip 'plustaak' is bewust niet gedefinieerd. Dit geeft het algemeen bestuur de mogelijkheid om producten uitdrukkelijk als plustaak te benoemen. Maar het is ook mogelijk om dit begrip een louter financiële betekenis te geven, bijvoorbeeld door als plustaak te benoemen: elk product waarvoor betaald wordt buiten de gemeentelijke bijdrage. Gemeenten en derden kunnen er op contractbasis voor kiezen deze taken bij de GGD af te nemen. Hieronder volgen nog enkele relevante bepalingen uit de Wet publieke gezondheid. Artikel 2 1. Het college van burgemeester en wethouders bevordert de totstandkoming en de continuïteit van en de samenhang binnen de publieke gezondheidszorg en de afstemming ervan met de curatieve gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. 2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor: a. het verwerven van, op epidemiologische analyse gebaseerd, inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking, b. het elke vier jaar, voorafgaand aan de opstelling van de nota gemeentelijke gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, tweede lid, op landelijk gelijkvormige wijze verzamelen en analyseren van gegevens over deze gezondheidssituatie, c. het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen, d. het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma s, met inbegrip van programma s voor de gezondheidsbevordering, e. het bevorderen van medisch milieukundige zorg, f. het bevorderen van technische hygiënezorg, g. het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen. ( ) Artikel 5 1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg. 2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor: a. het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren, b. het ramen van de behoeften aan zorg, c. de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen, met uitzondering van het perinatale onderzoek op phenylketonurie (PKU), congenitale hypothyroïdie (CHT) en adrenogenitaal syndroom (AGS) en het aanbieden van vaccinaties voorkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma, d. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding, e. het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. ( ) Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 9

Artikel 6 1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de algemene infectieziektebestrijding, waaronder in ieder geval behoort: a. het nemen van algemene preventieve maatregelen op dit gebied, b. het bestrijden van tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief bron- en contactopsporing, c. bron- en contactopsporing bij meldingen als bedoeld in de artikelen 21, 22, 25 en 26. ( ) Hoofdstuk 3 De bestuursorganen - samenstelling De bestuursorganen van een gemeenschappelijke regeling zoals de GGD staan geregeld in (artikel 12 van) de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 8 Verantwoording en inlichtingen De beschrijving van de verantwoordings- en inlichtingenplicht van (de leden van het) dagelijks en algemeen bestuur volgt helemaal de bepalingen in artikel 16 en artikel 19a van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 9 Het algemeen bestuur Artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen regelt een aantal zaken rond de vergaderingen van het algemeen bestuur, waaronder de openbaarheid. Het bepaalt ook dat een groot aantal bepalingen in de Gemeentewet van toepassing is. De vergaderfrequentie van het algemeen bestuur volgt de planning & controlcyclus van de GGD. Deze cyclus sluit aan bij de beleidscyclus van de gemeenten. Hierdoor kunnen gemeenten tijdig invloed uitoefenen op het beleid en de financiële kaders van de GGD en deze daarna meenemen in hun eigen beleid. Artikel 10 Het dagelijks bestuur Lid twee van dit artikel bepaalt dat artikel van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing zijn op de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Voor de bevoegdheden van het dagelijks bestuur geldt artikel 33a van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 11 Commissies De bepalingen over het instellen van commissies staan in de artikelen 24 en 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 12 De directeur Het dagelijks bestuur mandateert een deel van zijn bevoegdheden binnen voorwaarden aan de directeur en houdt daarop toezicht. Accountancy en controlling verzekeren de bestuurlijke positie. De keuze voor een brede mandatering van de directeur wordt vooral ingegeven door het feit dat bilaterale afspraken tussen GGD en gemeenten een belangrijke rol spelen bij de aansturing van de GGD. Voor de relatie tussen dagelijks bestuur en directie is er een organisatieverordening. Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 10

Hoofdstuk 5 Financiën Artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen verklaart de artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Artikel 17 De begroting De regels over de begroting staan in artikel 34 en artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Aan de begroting gaat de kadernota vooraf. Hierin staan de hoofdlijnen van het beleid voor het komende jaar en de globale financiële gevolgen daarvan. Het algemeen bestuur bespreekt deze nota in april en de nota gaat in eind januari naar de raden. Gemeenten kunnen hierdoor tijdig invloed uitoefenen op de begroting, die het dagelijks bestuur opstelt nadat het algemeen bestuur de kadernota heeft vastgesteld. Het algemeen bestuur stelt de begroting in juli vast (wettelijke termijn) en daarbij ook de (verplichte) gemeentelijke bijdrage voor het basispakket. De GGD volgt hierbij de indexsystematiek van de gemeente Tilburg. Jaarlijks voorspelt deze gemeente de loon- en prijsstijgingen en corrigeert dan ook voor de werkelijke ontwikkeling in het vorige jaar. Naast deze aanpassing voor nominale ontwikkelingen is er principe geen budgetaanpassing. Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant 11

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant - vergelijking oud-nieuw In dit overzicht staan de huidige en de gewijzigde regeling naast elkaar, zodat gemakkelijk te zien is wat er verandert. In kolom 1 staat de huidige regeling, in kolom 2 de gewijzigde regeling en in kolom 3 de reden voor de wijziging en/of een toelichting. Als er in een artikel in de huidige regeling niets (inhoudelijk) wijzigt, staan er in kolom 1: (twee streepjes) en staat de tekst alleen in kolom 2. Als er in een artikel in de huidige regeling iets vervalt, staat dat in kolom 1 doorgestreept en staat in kolom 2 het complete (nieuwe) artikel. Als er in een artikel in de gewijzigde regeling iets wijzigt ten opzichte van de huidige regeling, staat dat in kolom 2 aangegeven met rood. 1. Huidige regeling 2. Gewijzigde regeling 3. Toelichting De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, 's-hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Loon op Zand, Mill en Sint Hubert, Oisterwijk, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Tilburg, Uden, Veghel, Vught en Waalwijk, De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, 's-hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Loon op Zand, Meierijstad, Mill en Sint Hubert, Oisterwijk, Oss, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Tilburg, Uden, Vught en Waalwijk, overwegende dat: overwegende dat: - ingevolge artikel 14 van de Wet publieke gezondheid de gemeenten zorgen voor de instelling en instandhouding van gemeentelijke gezondheidsdiensten; - het voor een optimale behartiging van deze taak wenselijk is dat zij samenwerken; - zij daartoe een openbaar lichaam willen instellen; - zij aan dat openbaar lichaam de behartiging van de in deze regeling aan te geven belangen willen opdragen, bevoegdheden willen overdragen en middelen ter beschikking willen stellen; - het bestuur en het beheer van het openbaar lichaam zo moet zijn ingericht dat de gemeentebesturen zoveel mogelijk betrokken blijven bij die belangenbehartiging; - het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur daarbij het beleid van de GGD Hart voor Brabant gestalte geven en de uitvoering ervan controleren, waarbij de bedrijfsvoering bij de directie ligt; - de financiële risico's voor de gemeenten door een adequate bedrijfsvoering daarbij zo laag mogelijk moeten blijven; - ingevolge artikel 14 van de Wet publieke gezondheid de colleges zorgdragen voor de instelling en instandhouding van een regionale gezondheidsdienst; - het voor een optimale behartiging van deze taak wenselijk is dat zij samenwerken; - zij daartoe een openbaar lichaam instellen en daaraan de behartiging van belangen willen opdragen, bevoegdheden willen overdragen en middelen ter beschikking willen stellen; - het bestuur en het beheer van het openbaar lichaam zo moet zijn ingericht dat de gemeentebesturen zoveel mogelijk betrokken blijven; - de financiële risico's voor de gemeenten door een adequate bedrijfsvoering daarbij zo laag mogelijk moeten blijven; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen; Artikel 14 van de Wet publieke gezondheid verplicht gemeenten om een gemeenschappelijke regeling aan te gaan. Daarom is deze overweging minder passend. Tekst gaat naar de toelichting: is minder passend op het niveau van een gemeenschappelijke regeling.

1. Huidige regeling 2. Gewijzigde regeling 3. Toelichting gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen; BESLUITEN onder gelijktijdige intrekking van de geldende regeling vast te stellen de Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze regeling verstaat onder: a. wet: Wet gemeenschappelijke regelingen; b. regeling: Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant; c. gemeenten: aan de regeling deelnemende gemeenten; d. college: college van burgemeester en wethouders van een gemeente; e. raad: raad van een gemeente; f. werkgebied: gebied van de aan deze regeling deelnemende gemeenten; g. Midden-Brabant: de regio die bestaat uit het gebied van de gemeenten Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk; h. Meierij: de regio met de gemeenten Boxtel, Haaren, 's- Hertogenbosch, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Vught; i. Brabant-Noordoost: de regio met de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel; j. gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant; k. GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hart voor Brabant; l. geneeskundige hulpverlening: geneeskundige hulpverlening zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet Besluiten onder gelijktijdige intrekking van de geldende regeling vast te stellen de Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen 1. Deze regeling verstaat onder: - wet: Wet gemeenschappelijke regelingen; - regeling: Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant; - gemeenten: aan de regeling deelnemende gemeenten; - college: college van burgemeester en wethouders van een gemeente; - raad: raad van een gemeente; - werkgebied: gebied van de aan deze regeling deelnemende gemeenten; - gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant; - GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hart voor Brabant; 2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van een andere wettelijke regeling van toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen in plaats van 'de gemeente', 'de raad', 'burgemeester en wethouders' en 'de burgemeester' respectievelijk gelezen: 'de GGD', 'het algemeen bestuur', 'het dagelijks bestuur' en 'de voorzitter' respectievelijk gelezen: 'de GGD', 'het algemeen bestuur', 'het dagelijks bestuur' en 'de voorzitter'. De indeling van het GGDwerkgebied in regio s is voor deze regeling niet relevant.

1. Huidige regeling 2. Gewijzigde regeling 3. Toelichting veiligheidsregio s. 2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen in plaats van 'de gemeente', 'de raad', 'burgemeester en wethouders' en 'de burgemeester' respectievelijk gelezen: 'de GGD', 'het algemeen bestuur', 'het dagelijks bestuur' en 'de voorzitter'. Artikel 2 Het openbaar lichaam Er is een openbaar lichaam GGD Hart voor Brabant, gevestigd te Tilburg. Hoofdstuk 2 Doel en taken Artikel 4 Taken 1. De gemeenten dragen aan de GGD de uitvoering op van de gemeentelijke taken die worden genoemd in de Wet publieke gezondheid en van de toezichtstaken die worden genoemd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen kinderopvang. 2. Gemeenten of derden kunnen aan de GGD de uitvoering van producten (doen) opdragen in het kader van de geneeskundige hulpverlening. 3. De taken van de GGD zijn ondergebracht in het basispakket en in de plustaken. Het basispakket vloeit voort uit wettelijke verplichtingen en de keuzes van het algemeen bestuur en vormt naar omvang een verplicht pakket. 4. Het algemeen bestuur stelt het basispakket vast bij de vaststelling van de begroting. 5. De afname van plustaken door een gemeente is vrijwillig. 6. Het algemeen bestuur stelt de tarieven vast voor de lokale accenten binnen het basispakket en voor de plustaken. 7. De GGD levert de producten uit de lokale accenten binnen het basispakket en de plustaken verder op basis van voorwaarden die het dagelijks bestuur vaststelt. Artikel 3 Doel De GGD heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg. Artikel 4 Taken 1. De gemeenten dragen aan de GGD de uitvoering op van de gemeentelijke taken die de Wet publieke gezondheid noemt en van de toezichtstaken die de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen kinderopvang noemt. 2. De taken van de GGD zijn ondergebracht in het basispakket en in de plustaken. Het basispakket vloeit voort uit wettelijke verplichtingen en uit de keuzes van het algemeen bestuur en vormt naar omvang een verplicht pakket. 3. Het algemeen bestuur stelt het basispakket vast bij de vaststelling van de begroting. 4. De afname van plustaken door een gemeente is vrijwillig. 5. Het algemeen bestuur stelt de tarieven vast voor de plustaken. Dit is geregeld in artikel 32 van de Wet op de veiligheidsregio s. Het is aan het bestuur van de Veiligheidsregio om taken voor de geneeskundige hulpverlening door de GGD te laten uitvoeren. De tarieven gelden alleen voor de plustaken, het basispakket wordt betaald uit de gemeentelijke bijdragen De bevoegdheden van het dagelijks bestuur staan nu in de (gewijzigde) Wgr en in artikel 10 van deze regeling. Daardoor is deze

1. Huidige regeling 2. Gewijzigde regeling 3. Toelichting Artikel 5 Het algemeen bestuur 1. Het algemeen bestuur bestaat uit evenveel leden als het aantal gemeenten. Iedere gemeente wordt door één lid vertegenwoordigd. 2. Elk college wijst het lid uit zijn midden aan na de benoeming van de wethouders na de verkiezing van de leden van de raad. 3. Het college meldt elke aanwijzing tot lid van het algemeen bestuur aan de voorzitter. 4. Het college kan een door hem aangewezen lid ontslaan als dit zijn vertrouwen niet meer heeft, nadat dit lid zich heeft kunnen verantwoorden. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn daarop van toepassing. Op dit besluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. 5. Als een lid van het algemeen bestuur ophoudt wethouder of burgemeester van zijn gemeente te zijn, eindigt ook zijn lidmaatschap van het algemeen bestuur. Het college voorziet zo snel mogelijk in de vacature. 6. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop het lid geen deel meer uitmaakt van het college, zoals bedoeld in artikel 42 van de Gemeentewet. 7. Het college waarvan het algemeen bestuur een lid aanwijst als lid van het dagelijks bestuur heeft het recht een tweede lid van het algemeen bestuur aan te wijzen. Wanneer het eerst aangewezen lid geen deel meer uitmaakt van het dagelijks bestuur, vervalt het recht van het college om een tweede lid in het algemeen bestuur aan te wijzen. 8. De leden van het algemeen bestuur kunnen, als het algemeen bestuur daartoe besluit, een tegemoetkoming in de kosten ontvangen. 9. Het algemeen bestuur kan zich laten bijstaan door een of meer adviseurs. bepaling niet meer nodig Deze bepaling staat al in artikel 19a van de Wgr. Artikel 7 Samenstelling, benoeming en ontslag van het dagelijks bestuur 1. Het algemeen bestuur wijst bij het begin van elke zittingsperiode uit zijn midden de leden van het dagelijks bestuur aan. Artikel 6 Het dagelijks bestuur 1. Het algemeen bestuur wijst bij het begin van elke zittingsperiode uit zijn midden de leden van het dagelijks bestuur aan. 2. Het dagelijks bestuur bestaat uit zes of zeven leden, de

1. Huidige regeling 2. Gewijzigde regeling 3. Toelichting 2. Het dagelijks bestuur bestaat uit zes of zeven leden, de voorzitter daaronder begrepen. 3. Het algemeen bestuur wijst drie leden van het dagelijks bestuur aan uit de leden die de gemeenten vertegenwoordigen van meer dan 75.000 inwoners 4. Bij de verdere zetelverdeling streeft het algemeen bestuur naar een spreiding over het werkgebied en over de gemeentegroottes. 5. Hij die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt ook op lid van het dagelijks bestuur te zijn. 6. Als tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur beschikbaar komt, kiest het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid. 7. Onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel en lid 4 van artikel 6 blijft degene die geen lid meer is van het dagelijks bestuur zijn zetel waarnemen totdat zijn opvolger die heeft aanvaard. 8. Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur of een of meer leden daarvan ontslag verlenen als deze(n) het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit of bezitten, nadat hij of zij de gelegenheid heeft gekregen om zich te verantwoorden en verder met overeenkomstige toepassing van de artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet. Op dit ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. 9. Het dagelijks bestuur kan zich laten bijstaan door een of meer adviseurs. voorzitter daaronder begrepen. 3. Het algemeen bestuur wijst ten minste drie leden van het dagelijks bestuur aan uit de leden die de gemeenten vertegenwoordigen van meer dan 75.000 inwoners. 4. Bij de verdere zetelverdeling streeft het algemeen bestuur naar een spreiding over het werkgebied en over de gemeentegroottes. 5. Hij die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt ook op lid van het dagelijks bestuur te zijn. 6. Ondanks het bepaalde in lid 5 van dit artikel en lid 4 van artikel 5 blijft hij die geen lid meer is van het dagelijks bestuur zijn zetel waarnemen totdat zijn opvolger die heeft aanvaard. 7. Als tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur beschikbaar komt, kiest het algemeen bestuur zo snel mogelijk een nieuw lid. 8. De leden van het dagelijks bestuur kunnen, als het algemeen bestuur daartoe besluit, een tegemoetkoming in de kosten ontvangen. 9. Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur of een of meer leden daarvan ontslag verlenen als deze(n) het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit of bezitten, nadat hij of zij de gelegenheid heeft gekregen om zich te verantwoorden en verder met toepassing van de artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet. Op dit ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. 9. Het dagelijks bestuur kan zich laten bijstaan door een of meer adviseurs. Vanaf 1 januari 2017 zijn er in het werkgebied vier gemeenten met meer dan 75.000 inwoners. Het getal drie zou vanaf dat moment de mogelijkheden onbedoeld beperken, daarom voegen we het woord ten minste toe. Deze bepaling staat ook al in artikel 19a van de Wgr. Artikel 7 De voorzitter 1. Het algemeen bestuur wijst de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter uit zijn midden aan. 2. De voorzitter vertegenwoordigt de GGD in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon. 3. De voorzitter en de secretaris ondertekenen de stukken die van het openbaar lichaam uitgaan. Het algemeen bestuur kan de voorzitter toestaan de ondertekening op te dragen aan de secretaris.

1. Huidige regeling 2. Gewijzigde regeling 3. Toelichting Artikel 8 Vergoeding bestuur De leden van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur kunnen, als het algemeen bestuur daartoe besluit, een tegemoetkoming in de kosten ontvangen. 1. Het algemeen bestuur brengt besluiten over deze vergoeding ter kennis van gedeputeerde staten. Artikel verplaatst naar de artikelen 5 en 6. Verder: deze bepaling, staat al veel uitgebreider in artikel 21 van de Wgr. HOOFDSTUK 5 VERANTWOORDING EN INLICHTINGEN Hoofdstuk 5 Verantwoording en inlichtingen Artikel 11 Verantwoording- en inlichtingenplicht 1. Het algemeen bestuur is verplicht de gemeentebesturen desgevraagd en in ieder geval binnen zes weken te informeren en inlichtingen te verschaffen over alle zaken over deze regeling. 2. Het algemeen bestuur is bevoegd om, gevraagd of ongevraagd, aan een of meer gemeentebesturen advies te geven of voorstellen te doen, die hij in verband met deze regeling nodig acht. 3. Elk lid van het algemeen bestuur is verplicht de door een of meer leden van de raad van zijn gemeente gevraagde inlichtingen te verstrekken. Hij verstrekt de gevraagde inlichtingen zo spoedig mogelijk nadat hem daarom is gevraagd. 4. Elk lid van het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde beleid aan de raad van zijn gemeente. Hij legt deze verantwoording zo spoedig mogelijk af nadat hem daarom gevraagd is. 5. De leden van het dagelijks bestuur zijn gezamenlijk en ieder afzonderlijk verantwoording schuldig aan het algemeen bestuur voor het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur en geven hierover alle door het algemeen bestuur verlangde inlichtingen, voor zover dit niet strijdig is met het openbaar belang en in ieder geval binnen zes weken. Artikel 8 Verantwoording en inlichtingen 1. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan het algemeen bestuur verantwoording schuldig over het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur. 2. Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. 3. Het algemeen bestuur is verplicht de colleges en/of de raden desgevraagd en in ieder geval binnen zes weken te informeren en inlichtingen te geven over alle zaken rond deze regeling. 4. Het algemeen bestuur is bevoegd om, gevraagd of ongevraagd, aan een of meer colleges en/of raden advies te geven of voorstellen te doen, die hij in verband met deze regeling nodig vindt. 5. Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter zijn verplicht de door een of meer leden van een raad gevraagde inlichtingen te verstrekken. Zij geven deze inlichtingen zo snel mogelijk nadat daarom is gevraagd. 6. Elk lid van het algemeen bestuur is daarnaast verplicht de door een of meer leden van het college of de raad van zijn gemeente gevraagde inlichtingen te verstrekken. Hij verstrekt deze inlichtingen zo snel mogelijk nadat hem daarom is gevraagd. 7. Elk lid van het algemeen bestuur is aan het college en de raad van de gemeente waarvan het college hem als lid heeft aangewezen verantwoording schuldig voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. Hij legt deze Opnieuw beschreven en in een andere volgorde gezet. Het artikel volgt volledig de (verzwaarde) eisen in artikel 16 en artikel 19a van de Wgr.

1. Huidige regeling 2. Gewijzigde regeling 3. Toelichting verantwoording zo snel mogelijk af nadat het college of de raad hem daarom heeft gevraagd. HOOFDSTUK 6 DE BESTUURSORGANEN - WERKWIJZE Artikel 12 Vergaderingen van het algemeen bestuur 1. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op het houden en de orde van de vergaderingen van het algemeen bestuur, voor zover daarvan bij de wet niet is afgeweken. 2. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en verder zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig vindt of tenminste vijf leden dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. 3. Artikel 19 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing, waarbij de burgemeester van de gemeente de openbare kennisgeving verzorgt. 4. Elk lid heeft in de vergaderingen van het algemeen bestuur één stem. 5. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden en regelt hoe de ambtelijke bijstand wordt verleend aan het bestuur. Artikel 13 Openbaarheid 1. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer tenminste een vijfde van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. De artikelen 23 en 25 van de Gemeentewet zijn verder van overeenkomstige toepassing. 2. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over: a. het vaststellen of wijzigen van de begroting; b. het vaststellen van de rekening; c. het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen. Hoofdstuk 6 De bestuursorganen - werkwijze Artikel 9 Het algemeen bestuur 1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en verder zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig vindt of tenminste vijf leden dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. 2. Artikel 19 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing, waarbij de burgemeester van de gemeente de openbare kennisgeving verzorgt. 3. Elk lid heeft in de vergaderingen van het algemeen bestuur één stem. 4. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden en regelt de ambtelijke bijstand aan het bestuur. Deze bepaling staat ook al in artikel 22 van de Wgr. Deze bepalingen staan ook al in artikel 22 van de Wgr.

1. Huidige regeling 2. Gewijzigde regeling 3. Toelichting Artikel 14 De werkwijze van het dagelijks bestuur Artikel 10 Het dagelijks bestuur Het nieuwe artikel is een combinatie van de oude 1. Het dagelijks bestuur vergadert tenminste zesmaal per jaar en artikelen 10 en 14. verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste drie leden van het dagelijks bestuur dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, in welk geval de vergadering binnen veertien dagen plaatsvindt. 2. De artikelen 28, eerste tot en met derde lid, 29, 30 en 56 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Elk lid heeft in de vergadering van het dagelijks bestuur één stem. 4. De stemming in het dagelijks bestuur geschiedt mondeling, tenzij de voorzitter of één der leden verzoekt om schriftelijke stemming. 5. Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden. Artikel 10 Algemene bevoegdheidstoedeling 1. Aan het dagelijks bestuur behoren alle bevoegdheden behalve de volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur: - het besluiten over toetreding, uittreding, wijziging en opheffing, zoals bedoeld in hoofdstuk 9; - het vaststellen van de jaarrekening en het vaststellen en/of wijzigen van de begroting en de basistaken; - het besluiten tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. 2. Het dagelijks bestuur draagt de uitoefening van zijn bevoegdheden voor zover als mogelijk in mandaat op aan de directie. Een door het dagelijks bestuur vast te stellen organisatie-verordening beschrijft de taken van de directie en de wijze waarop het dagelijks bestuur toeziet op de uitvoering arvan. 1. Het dagelijks bestuur vergadert ten minste zesmaal per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste drie leden van het dagelijks bestuur dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, waarna de vergadering binnen veertien dagen plaatsvindt. 2. De artikelen 28, eerste tot en met derde lid, 29, 30 en 56 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Elk lid heeft in de vergadering van het dagelijks bestuur één stem. 4. De stemming in het dagelijks bestuur geschiedt mondeling, tenzij de voorzitter of één der leden verzoekt om schriftelijke stemming. 5. Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden. 6. Aan het dagelijks bestuur behoren alle bevoegdheden behalve de volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur: - het besluiten over toetreden, uittreden, wijzigen en opheffen, zoals bedoeld in hoofdstuk 6; - het vaststellen van de jaarstukken en het vaststellen en/of wijzigen van de begroting en het basispakket; - het besluiten tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. 7. Het dagelijks bestuur kan de uitoefening van zijn bevoegdheden voor zover als mogelijk in mandaat opdragen aan de directeur. Een door het dagelijks bestuur vast te stellen organisatieverordening beschrijft de taken van de directeur en de wijze waarop het dagelijks bestuur toeziet op de uitvoering daarvan. Deze bepaling staat ook al in het Reglement van orde voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Het is aan het dagelijks bestuur om hierover te besluiten. We maken hier een kan bepaling van.