Rontgenonderzoek van de bloedvaten Opname
Uw specialist heeft u voor een onderzoek van de bloedvaten doorverwezen naar de afdeling Medische beeldvorming (voorheen de röntgenafdeling). In deze folder kunt u lezen wat het onderzoek inhoudt. Het doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is om met behulp van contrastvloeistof te bekijken of er afwijkingen zijn in de bloedvaten. De voorbereiding thuis Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u hiermee in sommige gevallen enkele dagen voor het onderzoek stoppen (zie paragraaf: 'Afspraken'). U wordt de dag vóór of op de dag van het onderzoek opgenomen. U mag op de dag van het onderzoek nog een licht ontbijt/lunch nemen. U wordt verzocht uw toiletartikelen, nachtgoed, pantoffels en ochtendjas mee te nemen. De gang van zaken vóór het onderzoek U krijgt telefonisch bericht van de zorgplanner wanneer u opgenomen kunt worden. Op de afgesproken dag meldt u zich op de verpleegafdeling. Een verpleegkundige zal het opnamegesprek met u voeren en u wegwijs maken op de afdeling. U krijgt tevens uitleg over de verdere voorbereiding op het onderzoek. Uw beide liezen worden geschoren. Voordat het onderzoek begint krijgt u een tabletje valium waardoor u zich tijdens het onderzoek rustig voelt. Op een afgesproken tijdstip wordt u door een verpleegkundige per bed naar de afdeling Medische beeldvorming gebracht. De verpleegkundige zal u na het onderzoek ook weer op komen halen. Het onderzoek De radioloog verricht het onderzoek. Hij wordt geassisteerd door twee laboranten. In de onderzoekkamer gaat u op de onderzoektafel liggen. De radioloog en een van de laboranten hebben steriele kleding aan. U wordt vóór het onderzoek met een steriele doek afgedekt. Uw beide liezen worden met alcohol schoongemaakt. Indien u allergisch bent voor alcohol, dan dient u dit van tevoren aan te geven. U krijgt een plaatselijke verdoving in de lies. De radioloog prikt de liesslagader aan en brengt een katheter in. Een katheter is een zeer dun slangetje waardoor een contrastvloeistof wordt ingespoten. Tegelijk met het inspuiten van contrastvloeistof worden enkele foto's gemaakt. De vloeistof kan even een warm gevoel veroorzaken. Dit verdwijnt vanzelf. Als de foto's gemaakt zijn, wordt de katheter verwijderd. De arts drukt ongeveer 10 tot 20 minuten de prikplaats patiënteninformatie 2
dicht en legt hierna een drukverband of pleister aan. Vervolgens wordt u opgehaald en teruggebracht naar de verpleegafdeling. De duur van het onderzoek Het onderzoek duurt 30 tot 60 minuten. Na het onderzoek Na het onderzoek dient u vier uur plat op bed te blijven liggen. Het is belangrijk dat u het been aan de kant waar het onderzoek heeft plaatsgevonden gestrekt houdt. Om nabloeding te voorkomen moet u het de eerste 24 uur rustig aan doen. Op de verpleegafdeling wordt regelmatig uw bloeddruk gemeten. Nadat drukverband of pleister is verwijderd, wordt u verzocht voorzichtig te gaan lopen. Als de prikplaats niet nabloedt, kunt u de volgende dag weer naar huis. Wanneer u na thuiskomst vragen of problemen heeft, kunt u contact opnemen met uw huisarts. De uitslag De radioloog stuurt zijn beoordeling van het onderzoek naar de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Deze zal u de uitslag van het onderzoek mededelen. Bijwerkingen Bij het gebruik van jodiumhoudend wateroplosbaar contrastmiddel kunnen bijwerkingen optreden. Door verbetering van het contrastmiddel komen deze tegenwoordig nog maar zelden voor. Als er toch bijwerkingen optreden, zijn die over het algemeen goed te behandelen. Jodiumhoudend wateroplosbaar contrastmiddel is een andere vorm van jodium dan de jodium die gebruikt wordt om de huid te desinfecteren. Indien u allergisch bent voor jodium op de huid, wil dat niet zeggen dat u ook allergisch op een injectie zult reageren. Mogelijke bijwerkingen: Bij onderzoeken waar de katheter in de lies/arm wordt ingebracht, kan na het onderzoek een bloeduitstorting ontstaan. Deze verdwijnt na enige tijd vanzelf. In een zeldzaam geval kan er een pijnlijke, kloppende zwelling op de prikplaats ontstaan. U kunt dan het beste contact opnemen met de afdeling Medische beeldvorming, Spoedeisende hulp of uw behandelend arts. Ontsteking van de ader waarin de vloeistof wordt gespoten. Deze ontsteking kan bestreden worden met een nat verband of een ontstekingsremmende zalf. Misselijkheid, die optreedt zodra de vloeistof in de ader wordt gespoten. patiënteninformatie 3
Galbulten en niezen. Hartproblemen. Bij patiënten met hartklachten kunnen hartproblemen optreden indien veel van het contrastmiddel tegelijk in de ader wordt ingespoten. De kans hierop is met de moderne middelen erg klein. Als u hartpatiënt bent, verzoeken we u dit vóór aanvang van het onderzoek te melden. Verslechterde nierfunctie. De nierfunctie kan verslechteren, vooral bij patiënten die al een slechte werking van de nieren hadden. Bij patiënten die ook suikerziekte hebben en hiervoor Glucophage (Metformine) gebruiken, wordt geadviseerd op de dag voorafgaande aan het onderzoek Glucophage (Metformine) niet meer in te nemen. Na het inspuiten van het contrastmiddel dient de inname van Glucophage (Metformine tabletten) nog eens 48 uur gestaakt te worden. Bij patiënten met de ziekte van Kahler of Waldenström kan de nierfunctie ook verslechteren. Uw behandelend arts kan u hier meer uitleg over geven. Soms kunnen samentrekkingen van de keel en grote luchtwegen optreden en vochtophopingen ontstaan. In zeer uitzonderlijke gevallen kan de patiënt in shock raken. Dit komt bij ongeveer 1 op 40.000 tot 1 op 100.000 patiënten voor. Bij patiënten die een allergische aanleg hebben of lijden aan astma of hooikoorts, treedt dit iets vaker op. Deze kans blijft echter zo klein, dat voorbereiding met medicijnen niet wordt aanbevolen. Wanneer bij u in het verleden een vorm van deze bijwerking is opgetreden en een röntgenonderzoek van de aders van het been opnieuw noodzakelijk is, dan kan een voorbereiding met medicijnen plaatsvinden. Deze voorbereiding bestaat meestal uit het innemen van tabletten Prednison en Tavegil. Op de afdeling Medische beeldvorming zijn medicamenten aanwezig, mocht een bijwerking optreden: Om deze folder leesbaar te houden is volstaan met een globale beschrijving van de bijwerkingen. Indien u dat wenst, kunt u de bijsluiter krijgen van het contrastmiddel. Het is goed om te weten dat hierin door de fabrikanten alle bijwerkingen worden weergegeven, zelfs als een bijwerking maar een enkele keer is voorgekomen. Straling Iedereen weet dat röntgenstralen nadelig kunnen zijn voor de mens en dat zij niet kunnen worden gezien of gevoeld. Overigens staat iedereen bloot aan straling vanuit de kosmos en directe omgeving. Van alle straling die een mens gedurende zijn leven kan oplopen, is het aandeel daarvan door medische toepassingen berekend op 16%. Radiodiagnostiek neemt slechts een klein deel van dat totaal voor haar rekening. Dat neemt niet weg dat iedere toepassing zorgvuldig moet worden afgewogen en altijd beschermende maatregelen worden genomen om geen onnodig risico te lopen. patiënteninformatie 4
Als u zwanger bent of hierover onzeker bent, dient u dit voor het onderzoek te melden. Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Neem hierover tijdens kantooruren contact op met de afdeling Medische beeldvorming. Afspraken Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt waarvoor controle door de trombosedienst vereist is, dient u dat zo spoedig mogelijk telefonisch door te geven aan Medische beeldvorming. Bij de afspraak zal de medewerker u meedelen of en wanneer u met die medicijnen dient te stoppen. Andere medicamenten (ook andere bloedverdunners) kunt u blijven gebruiken. Wanneer u verhinderd bent op de afgesproken tijd wordt u verzocht dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de afdeling Medische beeldvorming. patiënteninformatie 5
Medische beeldvorming Locatie Sittard-Geleen Meldpunt West 12 Afsprakennummer 088 459 7747 Informatienummer 088 459 5450 Internet www.zuyderland.nl 061 05-2016