ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ5655

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ7318

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2015.

ECLI:NL:RBROT:2017:2554

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656

ECLI:NL:GHARL:2017:6481

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407

ECLI:NL:GHLEE:2010:BL7457 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2015:10201

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBALK:2003:AI0650

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBMAA:2010:BN4824

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBBRE:2008:BC7819

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:RBNNE:2013:1433

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 april 2015 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBNHO:2013:11567

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

ECLI:NL:RBARN:2012:BY7009

Transcriptie:

ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ5655 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 05-01-2007 Datum publicatie 05-01-2007 Zaaknummer 06/460229-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste aanleg - meervoudig Veroordeling voor mishandeling van ambulancepersoneel, onder verwerping van het beroep op noodweer. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: raadsman Uitspraak d.d.: 5 januari 2007 tegenspraak/ dip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte B], geboren te [plaats] op [geboortedatum], wonende te [adres]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 december 2006. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 29 april 2006 te Doetinchem met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, [straat A] en/of [straat B], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] en/of een ambulance (kenteken [kenteken]), welk geweld bestond uit - het insluiten van een/de ambulance, althans het verhinderen van de doorgang van een/de ambulance en/of - het meermalen, althans eenmaal (door het geopende portierraam) tegen/op het gezicht en/of het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer B] slaan en/of stompen en/of - het (krachtig) vastpakken van die [slachtoffer B] en/of (vervolgens) trekken en/of duwen aan/tegen (de kleding van) die [slachtoffer B] en/of - het (open)trekken van/aan de portieren van die ambulance en/of - het (af)pakken van de contactsleutels van de ambulance uit het contactslot en/of - het meermalen, althans eenmaal tegen de ambulance slaan en/of schoppen en/of trappen en/of - het (dreigend) toevoegen van de woorden: "weg, weg aan de kant. Nou moet je maken dat je dat ding achteruit zet. Weg met dat ding", althans woorden van gelijke aard of strekking ; art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij op of omstreeks 29 april 2006 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend [slachtoffer B] - meermalen, althans eenmaal (door het geopende portierraam) tegen/op het gezicht en/of het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer B] heeft gestompt en/of heeft geslagen en/of - (krachtig) die [slachtoffer B] heeft vastgepakt en/of (vervolgens) aan/tegen (de kleding van) die [slachtoffer B] heeft getrokken en/of geduwd, waardoor voornoemde [slachtoffer B] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht Taal- en/of schrijffouten Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: hij op 29 april 2006 te Doetinchem met een ander op de openbare weg, [straat A] en [straat B], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer A] en [slachtoffer B] en een ambulance (kenteken [kenteken]), welk geweld bestond uit - het verhinderen van de doorgang van de ambulance en - het meermalen door het geopende portierraam tegen het hoofd van die [slachtoffer B] slaan en stompen en - het krachtig vastpakken van die [slachtoffer B] en trekken en duwen aan/tegen (de kleding van) die [slachtoffer B] en - het opentrekken van de portier van die ambulance en - het (af)pakken van de contactsleutels van de ambulance uit het contactslot en - het meermalen tegen de ambulance slaan en schoppen. Overweging inzake het bewijs Ter toelichting op het bewezen verklaarde overweegt de rechtbank, naar aanleiding van de door en namens verdachte aangevoerde bewijsverweren, dat uit de bewijsmiddelen het volgende naar voren komt: - dat de ambulancedienst in de nacht van 29 april 2006 om 4:00 uur opdracht kreeg om naar de [straat B] in Doetinchem te gaan, omdat bij [café] een vechtpartij had plaatsgevonden waarbij een slachtoffer was gevallen; - dat het de bestuurder van de ambulance niet lukte om naar dit café te rijden omdat een joelende groep mensen, waaronder verdachte, een vrije doorgang belemmerde; - dat verdachte het ambulancepersoneel lachend toeriep Ik heb hulp nodig althans woorden van gelijke strekking heeft gebruikt, terwijl het duidelijk was dat hem niets mankeerde; - dat de bestuurder van de ambulance de groep vroeg aan de kant te gaan, zodat hij verder kon rijden, maar dat de groep daartoe niet bereid bleek; - dat de bestuurder van de ambulance zijn voertuig heel langzaam naar voren liet lopen om de groep te bewegen opzij te gaan; - dat er op de ambulance werd geslagen en mensen riepen dat er iemand met zijn voet klem zat onder het achterwiel van de ambulance; - dat degene die met zijn voet klem kwam te zitten, de broer van verdachte, alle tijd had opzij te gaan, maar dat niet heeft gedaan; - dat verdachte dan wel medeverdachte [medeverdachte P] de sleutels uit het contact van de ambulance heeft genomen, zodat het niet mogelijk was de ambulance te verplaatsen; - dat verdachte blijkens verschillende getuigenverklaringen, waarbij een beschrijving is gegeven van de personen die bij het incident betrokken waren, samen met medeverdachte [medeverdachte P] fysiek geweld heeft gepleegd jegens de ambulancebestuurder, in de vorm van vuistslagen in het gezicht en trekken aan diens kleding. Verdachte heeft zich beroepen op noodweer en heeft daarbij gewezen op het feit dat de voet van zijn broer onder een wiel van de ambulance bekneld was geraakt. Dienaangaande overweegt de rechtbank als volgt. Het ambulancepersoneel was doende naar [café] te rijden om daar spoedeisende hulp te verlenen aan een slachtoffer, terwijl de weg daar naartoe door uitgaanspubliek werd versperd. De bestuurder van de ambulance reed volgens getuigen zeer langzaam vooruit om het desbetreffende

uitgaanspubliek waaronder verdachte - gelegenheid te geven opzij te gaan. Er zijn voorts geen aanwijzingen dat de bestuurder wist dan wel bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij over de voet van de broer van verdachte reed respectievelijk zou rijden, te minder nu de broer van verdachte volgens een getuige alle tijd had om opzij te gaan. Tegen deze achtergrond kan, ook bezien vanuit verdachtes subjectieve standpunt, niet worden gesproken van een wederrechtelijke aanranding als bedoeld in artikel 41 lid 1 Wetboek van Strafrecht. Het beroep op noodweer faalt alleen al om die reden. Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezene levert op het misdrijf: het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen. De rechtbank heeft bij de straftoemeting enerzijds in aanmerking genomen dat naar de ervaring leert, delicten als het onderhavige veelal de oorzaak zijn van langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij het/de directe slachtoffer(s). Zij dragen bovendien bij aan in de samenleving levende gevoelens van onveiligheid. Des te kwalijker vindt de rechtbank het dat het door verdachte en zijn mededader toegepaste geweld was gericht tegen hulpverleners, waarbij zij de hulpverleners belemmerden hun werk te doen. Voorts is niet gebleken dat verdachte verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedrag. Anderzijds heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte geen relevante justitiële documentatie heeft, hij een reprimande heeft gekregen van zijn werkgever en mogelijk zijn werk verliest. De rechtbank vindt het voorts wel invoelbaar dat verdachte verbaal (enigszins) agressief heeft gereageerd toen zijn broer met een voet klem kwam te zitten onder het achterwiel van de ambulance en er een paniekerige en chaotische situatie ontstond. De rechtbank kan zich gezien het vorenoverwogene verenigen met de aan deze omstandigheden recht doende eis van de officier van justitie. De rechtbank acht een voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27 en 141 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand. Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten: een werkstraf gedurende 100 (honderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 (vijftig) dagen. Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf dat per dag in voorarrest doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht. Heft op het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis. Aldus gewezen door mrs. Krijger, voorzitter, Van Harreveld en Hödl, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 januari 2007.