VONNIS In de zaak van:

Vergelijkbare documenten
DE VERPLICHTING LEVENSONDERHOUD, OPVOEDING EN OPLEIDING TE VERSCHAFFEN

Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u!

Hof van Cassatie van België

Rolnummer Arrest nr. 43/2014 van 13 maart 2014 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

De nieuwe Wet op de. Onderhoudsbijdrage voor kinderen

ONDERHOUDSGELD NIET GEKREGEN? DE DAVO HELPT U!

REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING

, geboren te op ' met ondernemingsnummer ~ wonende te. eisende p a r tij: vertegenwoordigd door mr te

Weerslag van de studentenarbeid op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders. (inkomsten van het jaar 2005)

Hof van Cassatie van België

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2010 en

Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u!

Instelling. Onderwerp. Datum

Onderhoudsgeld niet gekregen? De DAVO helpt u!

Rolnummer:... Rep.: / VONNIS In de zaak van:

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en

AANVRAAG TOT TEGEMOETKOMING

Hof van Cassatie van België

VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W.

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en

Hof van Cassatie van België

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN

Hof van Cassatie van België

De Dienst voor Alimentatievorderingen

ORDE VAN ADVOCATEN TE

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

Nr. S F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM.

Hof van Cassatie van België

AFSCHRIFT. Uitspraak: 10 februari 2015 Zaaknummer: /01 Zaaknummer eerste aanleg: C/13/ / FA RK (MN/WK)

TWEEDUIZEND EN TWAALF. bediendecontract. tegenspraak. definitief. In de zaak : BVBA B.,

I. OVERZICHT MAATREGELEN

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

Arbeidshof te Brussel

Hof van beroep Antwerpen

19 MAART Wet tot bevordering van een objectieve berekening van de door de ouders te betalen onderhoudsbijdragen voor hun kinderen (1)

Hof van Cassatie van België

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 2 JUNI DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief.

ECLI:NL:RBDHA:2013:8822

Instelling. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

VERZOEKSCHRIFT uithuiszetting bij bezetting zonder recht of titel

Overeenkomst tot organisatie van het ouderlijk gezag.

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

KBC verzekeringen NV - burgerlijke partij/partij in gedwongen tussenkomst en vrijwaring - ter terechtzitting vertegenwoordigd door Mr

Rolnummer Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Instantie. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

niet verbeterde kopie

Instelling. Onderwerp. Datum

vonnis Redhtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdesing Brugge, sectie burgerlijke rechtbank vierde kamer Uitgifte

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Actua Legis. Date: 23/06/2011. Objectivering van de onderhoudsbijdragen

Rechtsbijstand bij bemiddeling

VERZOEKSCHRIFT Uitvoering huur

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:GHSHE:2005:AS9756

ECLI:NL:GHDHA:2015:1011

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

ART. 499/14, 2, B.W. Naam, benaming (bewindvoerder) : Voornaam :.. Woon- of verblijfplaats, maatschappelijke zetel :

Hof van Cassatie van België

ARBEIDSRECHTBANK TE VEURNE 23 OKTOBER 2003

DE BURGERLIJKE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG, ZITTING HOUDENDE TE HASSELT, ELFDE KAMER, HEEFT HET VOLGENDE VONNIS UITGESPROKEN:

VERZOEKSCHRIFT verlenging huur wegens buitengewone omstandigheden

Rechtbank v n eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie burgerlijke rechtbank

Instelling. Onderwerp. Datum

Hof van beroep Antwerpen. Arrest

Hof van beroep Antwerpen

Arbeidshof te Brussel

Vredegerechten arrondissement Limburg

ART. 499/14, 2, B.W. Naam, benaming (bewindvoerder) : Voornaam :.. Adres :.

De beslissing over de gerechts'kosten werd aangehouden.

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling leper

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN ARREST. Afdeling Antwerpen A.R. 2010/AA/15 OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ELF

VERZOEKSCHRIFT uitvoering werken door verhuurder

Arbeidshof te Brussel

sectie burgerlijke rechtbank

ontnemingsbeslissing

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

aanpassing van de bedragen die tot de federale regelgeving met betrekking tot het maatschappelijk welzijn behoren, op 1 juni 2003

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 18 APRIL de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Hof van Cassatie van België

Instelling. Onderwerp. Datum

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hiermee ligt het algemeen principe van de alimentatie vast.

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:GHAMS:2016:428 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Transcriptie:

M.W., wonende te C.,...straat nr.... woonstkiezende bij haar raadsman mr..., advocaat te... - eisende partij - tegen: S.E., wonende te E.,...straat nr. woonstkiezende bij zijn raadsman mr, advocaat te... - verwerende partij - VONNIS In de zaak van: Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie op / /2010, vordert M.W. : - dat S.E. zou worden veroordeeld tot betaling van een onderhoudsbijdrage van 250,- euro per maand en per kind ten behoeve van zijn kinderen M. (geboren op / /1996) en D. (geboren op / /2001), jaarlijks te indexeren ; - dat S.E. zou worden veroordeeld tot het betalen van twee derden in de buitengewone kosten, als volgt omschreven : buitengewone medische kosten ; medische uitgaven naar aanleiding van hospitalisatie, thuisverpleging, kosten van gespecialiseerde medische of tandheelkundige onderzoeken zoals radiologie, scanner, echografie, dit steeds op doktersvoorschrift en na verrekening met de tussenkomst van de hospitalisatie en/of mutualiteit ; buitengewone schoolkosten : schooluitgaven met betrekking tot meerdaagde schoolreizen in lager, middelbaar en hoger onderwijs, huur van een een studentenkamer in hoger onderwijs na verrekening met het bedrag van de studiebeurs ; - dat S.E. zou worden veroordeeld tot de gedingkosten, hierin begrepen een rechtsplegingsvergoeding van 1.200,- euro ; - dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zou worden verklaard, niettegenstaande elk verhaal, zonder borgstelling en met uitsluiting van het kantonnement. Namens S.E. werden besluiten neergelegd op / /2011, waarin bij wijze van tegeneis wordt gevorderd dat de door hem aan M.W. te betalen onderhoudsbijdrage ten behoeve van M. en D. zou worden verminderd tot 61,50 euro per maand en per kind, exclusief de bijzondere kosten. Namens M.W. werden besluiten neergelegd op / /2011. Namens S.E. werden besluiten neergelegd op / /2011, waarin de tegeneis wordt gewijzigd in die zin dat wordt gevraagd het bedrag van het onderhoudsgeld te bepalen op 92,01 euro per maand en per kind. De raadslieden van de partijen zijn verschenen en hebben gepleit in openbare terechtzitting op / /2011. Het bundel van de rechtspleging en de stukken werden nagezien. Beoordeling 1. M.W. en S.E. zijn sinds 2005 uit de echt gescheiden. Zij hebben twee gemeenschappelijke kinderen : M. (geboren op / /1996) en D. (geboren op / /2001). In het kader van de echtscheidingsprocedure heeft het Hof van beroep te op / /2006 een arrest uitgesproken, waarin S.E. werd veroordeeld tot betaling aan M.W. van een onderhoudsbijdrage van 371,- euro per maand voor beide kinderen samen (jaarlijks te indexeren). Actueel bedraagt de geïndexeerde onderhoudsbijdrage 400,61 euro (d.w.z. 200,31 euro per kind). Tevens werd vader veroordeeld tot betaling van 2/3 van de buitengewone kosten. Volgens M.W. zijn de omstandigheden inmiddels gewijzigd en dringt zich een verandering met betrekking tot deze onderhoudsbijdrage op : - de kostprijs van beide kinderen is gestegen, gelet op hun leeftijd ; - S.E. woont niet meer alleen, maar woont kostendelend samen met zijn huidige echtgenote ; - S.E. weigert tussen te komen in de buitengewone kosten. M.W. vordert meer bepaald dat de onderhoudsbijdrage ten laste van S.E. op 250,- euro per maand en per kind zou worden bepaald (buitengewone kosten uitgezonderd). Wat haarzelf betreft, argumenteert M.W. dat zij op heden nog steeds dezelfde job uitoefent als in 2006. In 2006 verdiende zij 1.250,- euro per maand (premies niet inbegrepen). Op heden bedraagt haar maandelijks inkomen 1.336,39 euro (premies niet inbegrepen). Het betreft hier een loutere indexering van haar inkomen die gelijke tred houdt met de stijging van de levensduurte. De inkomsten van S.E. zijn volgens M.W. gevoelig gestegen sinds 2006 : de rechter hield toen rekening met een eigen inkomen van 2.050,- euro. Op heden verdient hij 2.749,07 euro per maand. M.W. heeft overeenkomstig de acht criteria, bepaald in artikel 1321, 1 van het Gerechtelijk Wetboek een berekening gemaakt van de onderhoudsbijdrage die S.E. actueel verschuldigd is voor zijn kinderen : gemiddeld maandelijks inkomen van M.W. in 2008, 2009 en 2010 : 1.619,72 euro

draagkrachtloos inkomen van M.W. : - 966,85 euro gemiddeld maandelijke beschikbaar inkomen van M.W. in 2008, 2009 en 2010 : 652,87 euro gemiddeld maandelijks inkomen van S.E. : 2.749,07 euro draagkrachloos inkomen van S.E. : - 1.089,29 euro gemiddeld maandelijks beschikbaar inkomen van S.E. : 1.659,78 euro verdeelsleutel : 28 % moeder 72 % vader kostprijs M. per maand (na aftrek kinderbijslag) : 506,08 euro kostprijs D. per maand (na aftrek kinderbijslag) : 482,91 euro werkelijke bijdrage van M.W. in de kosten voor M. : - bijdrage in de kosten van huisvesting : 75,00 euro - bijdrage in de verblijfsgebonden kosten (76 %) : 206,78 euro - bijdrage in de verblijfsoverstijgende kosten (100 %) : 248,00 euro - door M.W. ontvangen kinderbijslag voor M. : - 144,00 euro 385,78 euro werkelijke bijdrage van S.E. in de kosten voor M. : - bijdrage in de kosten van huisvesting : 55,00 euro - bijdrage in de verblijfsgebonden kosten (24 %) : 65,30 euro - bijdrage in de verblijfsoverstijgende kosten (100 %) : 0,00 euro 120,30 euro werkelijke bijdrage van M.W. in de kosten voor D. : - bijdrage in de kosten van huisvesting : 75,00 euro - bijdrage in de verblijfsgebonden kosten (76 %) : 183,98 euro - bijdrage in de verblijfsoverstijgende kosten (100 %) : 254,83 euro - door M.W. ontvangen kinderbijslag voor M. : - 144,00 euro 369,81 euro werkelijke bijdrage van S.E. in de kosten voor M. : - bijdrage in de kosten van huisvesting : 55,00 euro - bijdrage in de verblijfsgebonden kosten (24 %) : 58,10 euro - bijdrage in de verblijfsoverstijgende kosten (100 %) : 0,00 euro 113,10 euro bijdrage volgens inkomen van S.E. in de kosten voor M. (506,08 euro x 72 %) 364,74 euro door S.E. betaald : - 120,30 euro door S.E. verschuldigd : 244,44 euro bijdrage volgens inkomen van S.E. in de kosten voor M. (482,91 euro x 72 %) : 347,70 euro door S.E. betaald : - 113,10 euro door S.E. verschuldigd : 234,60 euro Wat de aard van de buitengewone kosten betreft, argumenteert M.W. dat enkel de kosten die volledig onvoorzienbaar zijn (zoals de kosten betreffende een spoedopname in het ziekenhuis) in aanmerking komen. Zij vraagt dat S.E. zou worden veroordeeld tot betaling van 2/3 van deze kosten, als volgt te definiëren : * buitengewone medische kosten = medische uitgaven naar aanleiding van hospitalisatie, thuisverpleging, kosten van gespecialiseerde medische of tandheelkundige onderzoeken zoals radiologie, scanner, echografie, kosten van gespecialiseerde therapeutische begeleiding, dit steeds op doktersvoorschrift en na verrekening met de tussenkomst van de hospitalisatie en/of mutualiteit ; * buitengewone schoolkosten = schooluitgaven met betrekking tot meerdaagde schoolreizen in lager, middelbaar en hoger onderwijs, huur van een een studentenkamer in hoger onderwijs na verrekening met het bedrag van de studiebeurs. Volgens M.W. zijn er in casu geen andere bijzondere omstandigheden die in rekening dienen te worden gebracht bij het bepalen van de onderhoudsbijdrage. 2. S.E. betwist de vordering en vordert bij wijze van tegeneis dat de door hem verschuldigde onderhoudsbijdrage ten behoeve van de kinderen zou worden verlaagd tot 92,01 euro per maand en per kind. Hij vestigt de aandacht op het feit dat hij intussen opnieuw getrouwd is en dat uit zijn tweede huwelijk een kind (Martin Denys) is geboren op 24 september 2008. Volgens S.E. verzwijgt M.W. dat zij een relatie heeft en officieus

kostendelend samenwoont, en dit reeds meer dan twee jaar. S.E. betwist dat er sprake is van nieuwe omstandigheden : - de gestegen leeftijd van de kinderen is geen nieuwe omstandigheid, maar een bekend gegeven en dit wordt steeds bij de begroting van de onderhoudsbijdrage in rekening gebracht ; - in casu is er geen sprake van een specifieke onderwijssituatie die de kostprijs van de kinderen aanzienlijk duurder maakt in vergelijking met 2006 ; - de kinderen hebben geen dure hobby's ; - het feit dat S.E. thans kostendelend samenwoont, is niet aan de orde omdat dit ook al zo was in 2006 (het Hof van beroep te Bergen heeft daar trouwens uitdrukkelijk rekening mee gehouden) ; - M.W. legt geen enkel stuk neer waaruit blijkt dat hij weigert om tussen te komen in de buitengewone kosten. Overigens is het inkomen van M.W. volgens S.E. wel degelijk merkbaar hoger dan het inkomen waarmee het Hof van beroep in 2006 rekening heeft gehouden. S.E. zelf oefent naar eigen zeggen een andere functie bij de uit sinds 1 mei 2011, met name de functie van. Hierdoor zijn de premies voor nacht- en weekendwerk weggevallen. Terzijde merkt hij op dat het Hof van beroep rekening heeft gehouden met een maandelijks inkomen van 2.250,- euro en niet met 2.050,- euro zoals M.W. verkeerdelijk voorhoudt. Volgens S.E. is de methode-renard een goede leidraad bij de berekening van de onderhoudsbijdrage die hij voor de kinderen verschuldigd is sinds de inwerkingtreding van de wet van 19 maart 2010. Deze methode overloopt immers alle 8 de criteria van de wet (met uitzondering van de "bijzondere omstandigheden"). Via deze methode komt men volgens S.E. tot het volgende resultaat : Netto maandinkomsten M.W. (onder voorbehoud van nadere gegevens omtrent de ontvangen vergoedingen wegens opgenomen ouderschapsverlof) : 2.262,54 euro Maandelijkse kosten M.W. : - 966,85 euro Beschikbaar inkomen M.W. : 1.295,69 euro Verhoging ingevolge kostendelend samenwonen : + 200,00 euro 1.495,69 euro Netto maandinkomsten S.E. : 2.749,07 euro Aandeel M.W. in maandelijkse kosten van zijn huidig gezin : - 1.270,51 euro Beschikbaar inkomen S.E. : 1.478,56 euro Verdeelsleutel : M.W. = 50,29 % S.E. = 49,71 % Gewone kostprijs van de kinderen : * Percentage van de theoretische kostprijs voor beide kinderen = 0,443 * Percentage van de reële kostprijs = 0,443 / (1 + 0,443) = 0,307 * Totale inkomen van de partijen (inclusief kinderbijslag en studietoelagen) = 2.262,54 euro + 2.749,07 euro + 144,00 euro + 144,00 euro + 39,91 euro = 5.339,52 euro * Bruto te verdelen kostprijs van de kinderen : 5.339,52 euro x 0,307 = 1.639,23 euro * Netto te verdelen kostprijs van de kinderen : 1.639,23 euro - 288,00 euro - 39,91 euro = 1.311,32 euro Bijdrage in natura van S.E. in de kosten = 1.639,23 euro x 28,54 % = 467,84 euro Bijdrage in natura van M.W. in de kosten = 1.639,23 euro x 71,46 % = 1.171,39 euro Onderhoudsbijdrage ten laste van S.E. (1.311,32 euro x 49,71 %) : 651,86 euro Waarvan bijdrage in natura in mindering te brengen - 467,84 euro 184,02 euro De onderhoudsbijdrage zou volgens S.E. dus hoogstens 184,02 euro mogen bedragen voor de beide kinderen samen. Hij vordert bij wijze van tegeneis dat voor recht zou worden gezegd dat hij dit bedrag (zijnde 92,01 euro per maand en per kind) moet betalen. Ondergeschikt biedt hij aan om per maand en per kind een bedrag van 150,- euro te betalen. Als bijzondere omstandigheden van de zaak weerhoudt S.E. : - het feit dat hij tevens moet instaan voor de kosten van opvoeding en levensonderhoud van zijn zoon N., die op / /2008 is geboren ;

- de merkbare daling van zijn variabele inkomsten als gevolg van de functiewijziging op zijn werk ; - het feit dat M.W. verschillende gegevens verzwijgt die mogelijks een invloed kunnen hebben op de begroting van de onderhoudsbijdrage (zo deelt zij in haar stuk nr. 8 de stand van haar bankrekeningen niet mee, waaruit het vermoeden rijst dat zij haar vermogen wenst te verbergen voor de rechtbank). 3. Wat de tegeneis betreft, argumenteert M.W. dat S.E. de methode Renard toepast, waaromtrent tijdens de parlementaire werken voorafgaand aan de totstandkoming van de wet van 19 maart 2010 uitdrukkelijk werd gesteld dat zij niet als berekeningswijze werd ingevoerd. Indien men toch deze methode zou toepassen, mag volgens M.W. geen rekening worden gehouden met het beschikbare inkomen, maar met het volledige inkomen van de partijen. De onderhoudsbijdrage ten laste van S.E. zou dan 602,69 euro bedragen voor beide kinderen, dus nog meer dan hetgeen bij wijze van hoofdeis wordt gevorderd (2 x 250 euro). 4. Zowel M.W. als S.E. hebben de vragenlijst ingevuld die wij hen bij aanvang van de procedure hebben toegezonden, gelet op de bepalingen van artikel 1321 van het Gerechtelijk Wetboek. 5. Wij zijn van oordeel dat M.W. het bewijs niet dient te leveren dat er sprake is van nieuwe omstandigheden buiten de wil van de partijen die hun toestand of die van de kinderen ingrijpend hebben gewijzigd. Dit is immers een voorwaarde die enkel wordt gesteld wanneer partijen door onderlinge toestemming uit de echt zijn gescheiden (meer bepaald krachtens artikel 1288, laatste lid van het Gerechtelijk Wetboek), doch niet wanneer partijen uit de echt zijn gescheiden ingevolge een echtscheiding op grond van bepaalde feiten, zoals in de huidige zaak het geval is geweest. Het volstaat voor M.W. bijgevolg om zich in rechte op artikel 203 van het Burgerlijk Wetboek te beroepen. Wanneer blijkt dat zij op grond van deze wetsbepaling recht thans heeft op meer onderhoudsgeld dan in 2006 werd toegekend door het Hof van beroep te, dan dient haar vordering (weze het gedeeltelijk) te worden ingewilligd. Hetzelfde geldt "mutatis mutandis" voor de tegeneis van S.E.. 6. Uit de door de partijen ingevulde vragenlijsten en uit de voorgelegde stukken weerhouden wij wat volgt : a. Aard en bedrag van de middelen * M.W. Het maandelijks netto inkomen van M.W. wordt door ons bepaald op [18.994,03 euro (bruto bezoldiging) - 2.898,93 euro (bedrijfsvoorheffing op bruto bezoldiging) - 64,56 euro (bijzondere bijdrage sociale zekerheid) + 800,00 euro (netto dubbel vakantiegeld) + 1.000,00 euro (eindejaarspremie)] / 12 = 1.485,88 euro. Zij ontvangt daarbovenop 5,91 euro loon per gewerkte dag in de vorm van maaltijdcheques. Op maandbasis is dit dus gemiddeld 5,91 euro x 22 = 130,02 euro, wat haar gemiddelde netto maandelijkse inkomsten op 1.615,90 euro brengt. Het is onduidelijk of M.W. enig noemenswaardig inkomen uit kapitalen, uit onroerende goederen of uit andere bronnen ontvangt. Zij verschaft daarover geen specifieke uitleg in de door haar ingevulde vragenlijst : het enige wat zij meedeelt, is dat zij over een zicht- en een spaarrekening beschikt, maar niet over een effectenrekening, een levensverzekering of andere financiële producten. Wij zijn van oordeel dat het niet plausibel is dat M.W. over noemenswaardige inkomsten uit belegde kapitalen of andere roerende goederen beschikt. Haar enig onroerend vermogen is de woning die zij zelf bewoont en waarvoor zij een hypothecaire lening afbetaalt. Zij bezit een personenwagen en bezit naar eigen zeggen geen juwelen of kunstwerken met een waarde van meer dan 2.500,- euro. * S.E. Het maandelijkse netto inkomen van S.E. (exclusief vakantiegeld en eindejaarspremie) wordt door ons bepaald op 2.500,- euro. Wij houden hierbij rekening met het feit dat zijn inkomsten zullen gestegen zijn als gevolg van zijn promotie - na selectieproeven - tot vanaf 1 mei 2011 (enerzijds) en met het feit dat hij naar alle waarschijnlijkheid minder variabele inkomsten dan vroeger zal ontvangen (anderzijds). Zijn laatste vakantiegeld bedroeg 939,43 euro en zijn laatste eindejaarspremie bedroeg 918,95 euro. Hij geniet naar eigen zeggen geen voordelen van alle aard (maaltijdcheques, privégebruik van een bedrijfswagen, ) in het kader van zijn beroepsactiviteiten. Hij bezit geen noemenswaardige tegoeden bij financiële instellingen, effecten of andere financiële tegoeden. Zijn enige onroerende bezit is de woning te E. die hijzelf met zijn gezin betrekt. Hij bezit een personenwagen Ford C.Max 1.6 TDCi. Rekening houdend met hetgeen voorafgaat, bepalen wij de middelen waarover S.E. maandelijks gemiddeld beschikt op 2.654,86 euro.

b. Gewone kosten waaruit het budget voor de kinderen is samengesteld Volgens M.W. bedraagt de maandelijkse kostprijs voor M. 506,08 euro (na aftrek van de kinderbijslag). Voor D. bedraagt de maandelijkse kostprijs 482,91 euro (na de aftrek van de kinderbijslag). Volgens S.E. bedraagt de maandelijkse netto kostprijs 1.311,32 euro voor beide kinderen (na aftrek van de kinderbijslag en studietoelagen), d.w.z. 655,66 euro per kind. Het is onduidelijk of S.E. daarmee bedoelt dat ook de bijzondere kosten in het bedrag van 1.311,32 euro begrepen zijn. Wij zijn van oordeel dat een bedrag van 550,00 euro als normale kostprijs (buitengewone kosten uitgezonderd) voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van M. kan worden weerhouden, gelet op haar huidige leeftijd (15 jaar). Voor D. weerhouden wij een normale kostprijs (buitengewone kosten uitgezonderd) van 375,00 euro, eveneens gelet op zijn huidige leeftijd (10 jaar). c. Aard van de buitengewone kosten die in acht genomen kunnen worden Wij zijn van oordeel dat beide ouders elk in verhouding tot hun respectievelijke middelen (zie verder) dienen bij te dragen in de buitengewone medische kosten en in de buitengewone schoolkosten, zoals in het beschikkend gedeelte nader omschreven. Aanschaf van boeken en sportkampen zijn geen buitengewone schoolkosten, net zomin als reizen, excursies of stages die niet door de school verplicht worden. Ook de aankoop van specifiek lesmateriaal (computer + toebehoren, gereedschap, beroepskledij, ) beschouwen wij als een gewone schoolkost. Indien de afstand tussen woonplaats en school minder dan 25 kilometer bedraagt, zijn wij van oordeel dat de huur van een studentenkamer een overdreven kost uitmaakt. d. Verblijfsregeling van het kind en bijdrage in natura van elk van de ouders in het levensonderhoud ten gevolge van deze verblijfsregeling Er bestaat geen betwisting nopens het feit dat de kinderen hoofdzakelijk bij M.W. verblijven en dat zij gedurende 1 weekend op 2 bij S.E. en tijdens de helft van de vakanties bij S.E. verblijven. Wij bepalen de bijdrage in natura van S.E. derhalve op 92 dagen / 365 dagen = na afronding 25 %, terwijl wij de bijdrage in natura van M.W. op 75 % bedragen. e. Bedrag van de kinderbijslag en van de sociale en fiscale voordelen van alle aard die elk van de ouders voor het kind ontvangt M.W. ontvangt 265,15 euro kinderbijslag per maand voor de twee kinderen. Zij ontvangt tevens een studietoelage van 376,59 euro voor M. en een studietoelage van 102,42 euro voor D. Op maandbasis gaat het hier om een voordeel van 31,38 euro voor M. en van 8,53 euro voor D. Voor het overige verklaart M.W. geen andere sociale uitkeringen ten behoeve van één of meerdere van de kinderen te ontvangen. f. Inkomsten die elk van de ouders in voorkomend geval ontvangt uit het genot van de goederen van de kinderen Er zijn geen dergelijke inkomsten. g. Bijzondere omstandigheden Wij weerhouden geen "bijzondere omstandigheden" in de zin van artikel 1321, 1, 8 van het Gerechtel ijk Wetboek. Het feit dat S.E. nog een kind heeft verwekt bij zijn huidige echtgenote, is geen bijzondere omstandigheid, maar een niet als abnormaal te beschouwen gevolg van zijn keuze om te hertrouwen. Met de daling van de variabele inkomsten van S.E. als gevolg van de functiewijziging op zijn werk werd hierboven (sub a) rekening gehouden. Dat M.W. verschillende gegevens zou verzwijgen die mogelijks een invloed kunnen hebben op de begroting van de onderhoudsbijdrage, wordt door S.E. niet bewezen en is evenmin plausibel. Overigens hebben wij noch de (beperkte) spaartegoeden van S.E., noch met deze van M.W. in aanmerking genomen om het bedrag van hun middelen te bepalen. Rekening houdend met hetgeen voorafgaat, bepalen wij het aandeel van M.W. in de gewone kosten van levensonderhoud (d.w.z. met uitzondering van de buitengewone medische kosten en van de buitengewone schoolkosten) op 1.615,90 euro / (1.615,90 euro + 2.654,86 euro) = 37,84 %, terwijl wij het aandeel van S.E. in diezelfde kosten op 2.654,86 euro / (1.615,90 euro + 2.654,86 euro) = 62,16 % bepalen. Bijgevolg is S.E. de hiernavolgende onderhoudsbijdrage ten behoeve van M. verschuldigd :

* bruto kostprijs M. : 550,00 euro * in mindering te brengen kinderbijslag : 265,15 euro / 2 = - 132,57 euro * in mindering te brengen studietoelage : - 31,38 euro * netto kostprijs M. : 386,05 euro waarvan 62,16 % ten laste van S.E. = 239,97 euro * in mindering te brengen ten titel van bijdrage in natura door S.E. : 132,57 euro x 25 % = - 33,14 euro ( ) ( ) Aangezien S.E. tijdens de periodes waarin de kinderen bij hem verblijven enkel dient in te staan voor betaling van de kosten van voeding, drank en ontspanning en aangezien wij van oordeel zijn dat de kinderbijslag correspondeert met het bedrag nodig om deze kosten te dekken, wordt 25 % van het bedrag van de kinderbijslag in mindering gebracht van zijn aandeel in de netto kostprijs. * opleg verschuldigd door S.E. wegens geringere bijdrage in natura dan M.W. : 386,05 euro x 25 % = 96,51 euro ( ) ( ) Aangezien M.W. voor 75 % in natura bijdraagt in de netto kostprijs voor M., draagt zij 25 % meer bij dan "normaal" (d.w.z. indien beide ouders in gelijke mate in natura zouden bijdragen). Bijgevolg dient zij hiervoor door S.E. vergoed te worden a rato van 386,05 euro x 25 %. onderhoudsbijdrage verschuldigd door S.E. : 303,34 euro Aangezien wij niet meer kunnen toekennen dan wordt gevorderd, bepalen wij de onderhoudsbijdrage ten behoeve van M. op 250,- euro per maand (buitengewone kosten niet inbegrepen). De onderhoudsbijdrage voor D. bedraagt : * bruto kostprijs D. : 375,00 euro * in mindering te brengen kinderbijslag : 265,15 euro / 2 = - 132,57 euro * in mindering te brengen studietoelage : - 8,53 euro * netto kostprijs D. : 233,90 euro * waarvan 62,16 % ten laste van S.E. = 145,39 euro * in mindering te brengen ten titel van bijdrage in natura door S.E. : 132,57 euro x 25 % = - 33,14 euro ( ) ( ) Aangezien S.E. tijdens de periodes waarin de kinderen bij hem verblijven enkel dient in te staan voor betaling van de kosten van voeding, drank en ontspanning en aangezien wij van oordeel zijn dat de kinderbijslag correspondeert met het bedrag nodig om deze kosten te dekken, wordt 25 % van het bedrag van de kinderbijslag in mindering gebracht van zijn aandeel in de netto kostprijs. * opleg verschuldigd door S.E. wegens geringere bijdrage in natura dan M.W. : 233,90 euro x 25 % = 58,47 euro ( ) ( ) Aangezien M.W. voor 75 % in natura bijdraagt in de netto kostprijs voor D., draagt zij 25 % meer bij dan "normaal" (d.w.z. indien beide ouders in gelijke mate in natura zouden bijdragen). Bijgevolg dient zij hiervoor door S.E. vergoed te worden a rato van 233,90 euro x 25 %. * onderhoudsbijdrage verschuldigd door S.E. : 170,72 euro Wij zien geen reden om thans reeds modaliteiten te bepalen voor de aanpassing van deze onderhoudsbijdragen op grond van artikel 203quater van het Burgerlijk Wetboek, des te meer aangezien geen van de partijen vraagt dat wij zouden zeggen dat de onderhoudsbijdrage van rechtswege verhoogd wordt in de door ons bepaalde omstandigheden. De indexering geschiedt van rechtswege krachtens artikel 203quater, 1 van het Burgerlijk Wetboek. 7. Gelet op de familiale context van de tussen partijen gerezen betwisting, dient elke partij haar eigen gedingkosten te dragen. 8. Huidig vonnis is uitvoerbaar bij voorraad niettegenstaande elk verhaal, zonder kantonnement. 9. Om te voldoen aan artikel 1321, 3 van het Gerechtelijk Wetboek, vermelden wij hiernavolgend de gegevens van de Dienst voor alimentatievorderingen, die werd opgericht bij wet van 21 februari 2003 (www.davo.belgium.be) : Wat zijn de opdrachten van de Dienst? Op vraag van de onderhoudsgerechtigde betaalt de Dienst voor Alimentatievorderingen voorschotten op het uitstaande onderhoudsgeld. Bovendien vordert deze dienst het bedrag in van het maandelijkse onderhoudsgeld en van de achterstallen, in naam en voor rekening van de onderhoudsgerechtigde. Wie kan de tussenkomst genieten? * De betaling van voorschotten: * de kinderen.

* Hulp bij het invorderen van onderhoudsgeld: * de kinderen; * de echtgenoten of ex-echtgenoten; * de samenwonenden of de ex-samenwonenden. Aan welke voorwaarden moet u voldoen? * De onderhoudsgerechtigde moet in België wonen. * Het onderhoudsgeld werd in de periode van 12 maanden voor de aanvraag, tweemaal niet of niet volledig betaald. * Het onderhoudsgeld werd vastgesteld in een uitvoerbare gerechtelijke beslissing of in een notariële akte. * Indien u de betaling van voorschotten vraagt, mag het nettobedrag van uw maandelijkse bestaansmiddelen, voor het jaar 2010, niet hoger zijn dan 1.268 euro (dit bedrag wordt verhoogd met 60 euro per kind ten laste). Waar naartoe met de aanvraag? * Bij de Federale Overheidsdienst Financiën, Administratie van de Patrimoniumdocumentatie * In één van de talrijke contactcentra die opgericht werden om u met de formaliteiten te helpen. De adressen vindt u in de gedetailleerde brochure en op www.davo.belgium.be Hoe de aanvraag indienen? De aanvraag tot tussenkomst van de Dienst, zowel voor de betaling van voorschotten op het onderhoudsgeld, als voor de invordering van het onderhoudsgeld en de achterstallen * wordt ingediend in twee exemplaren (op het daartoe bestemde modelformulier), * ondertekend door de aanvrager, de wettelijk vertegenwoordiger of een advocaat * en bevat alle nuttige inlichtingen. Bijkomende inlichtingen : Gratis infonummer: 0800/12302 Internet : http://www.davo.belgium.be Een gedetailleerde brochure ligt voor u klaar: * op aanvraag bij de FOD Financiën - Dienst Communicatie - North Galaxy B24 - Koning Albert II-laan 33 - bus 70-1030 Brussel / e-mail: publicaties@minfin.fed.be * in de meeste gebouwen van de FOD Financiën * u kan de brochure ook gratis bekijken en printen op de internetsite : www.davo.belgium.be OM DEZE REDENEN: Wij Vrederechter, gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, gewijzigd bij het gerechtelijk wetboek; Rechtdoende op tegenspraak. Verklaren zowel de hoofdvordering van M.W. als de tegenvordering van S.E. toelaatbaar en als volgt gegrond ; Veroordelen S.E. tot betaling aan M.W., met ingang van 1 januari 2011, van een onderhoudsbijdrage van 250,00 euro per maand ten behoeve van M. (geboren op / /1996) en zeggen voor recht dat deze onderhoudsbijdrage op de eerste dag van elke maand betaalbaar is ten huize van M.W. ; Veroordelen S.E. tot betaling aan M.W., met ingang van 1 september 2010, van een onderhoudsbijdrage van 170,72 euro per maand ten behoeve van D. (geboren op / /2001) en zeggen voor recht dat deze onderhoudsbijdrage op de eerste dag van elke maand betaalbaar is ten huize van M.W. ; Veroordelen S.E. tot betaling aan M.W. van de helft van de buitengewone schoolkosten en de helft van de buitengewone medische kosten voor M. en D. ; Zeggen voor recht dat enkel de hiernavolgende kosten als buitengewone medische kosten worden aangemerkt, met dien verstande dat alle terugbetalingen door het ziekenfonds met inbegrip van de eventuele terugbetalingen ingevolge het overschrijden van de maximumfactuur van deze kosten in mindering dienen te worden gebracht : * de kosten van ambulante of residentiële ziekenhuisopnames en de daar verbruikte medicatie ; * de kosten van raadpleging van een geneesheer-specialist of van een orthodontist en van behandelingen uitgevoerd of voorgeschreven door een geneesheer-specialist of door een orthodontist ; * de kosten van thuisverpleging ; * de kosten van kinesitherapie op voorwaarde dat het hier om een door een geneesheer voorgeschreven behandeling gaat ; * de kosten van logopedie ; * de aanschafkosten van brillen of lenzen op voorwaarde dat zij door een oogarts worden voorgeschreven ; Zeggen voor recht dat enkel de hiernavolgende kosten als buitengewone schoolkosten worden aangemerkt : * trein- en busabonnementen van huis naar school en omgekeerd ; * verplichte studiereizen en studie-excursies ; * verplichte stages ; * inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs of aan een universiteit ; * huur van een studentenkamer en eventuele huurlasten (enkel indien de afstand tussen woonplaats en school 25 kilometer of meer bedraagt) ; Zeggen dat elke partij haar eigen gedingkosten dient te dragen ; Verklaren huidig vonnis uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk verhaal, zonder kantonnement. Aldus gevonnist en uitgesproken in het Gerechtsgebouw II te Kortrijk in openbare terechtzitting van het Vredegerecht

van het tweede kanton Kortrijk op dinsdag achtentwintig juni tweeduizend en elf. Tegenwoordig Christophe ROBBE, Vrederechter van het tweede kanton Kortrijk en Mario DELIE, Griffier.