OPENBAAR AANVANGSVERSLAG

OPENBAAR AANVANGSVERSLAG van de curator in het faillissement van Dassen Axis B.V., statutaire zetel Stein, laatstelijk gevestigd en kantoorhoudende te Maastricht, Limmelderweg 2 Vonnis: RECHTBANK MAASTRICHT dd. 13 november 2012 Faill.nr.: 12/357 F Op verzoek van: eigen aanvraag datum verzoek: 9-11-2012 Appel/verzet neen Curator: mr P.M. Scholtes Postbus 608, 6400 AP Heerlen tel: 045-571 90 05; fax: 045-571 81 72; e-mail:pscholtes@thuispartners.nl datum eerste beëdiging 23-10-1979 RC: mr R.P.J. Quaedackers Griffier: P.E.G. Bertrand rechtbank Maastricht, St. Annadal 1, postbus 1988, 6201 BZ Maastricht tel: 043 3 465 465; fax: 043 3 471 835 Faillissementsrekening: Rabobank Parkstad Limburg UA rek.nr. 1720.20.549 Publicatie: www.rechtspraak.nl Afkoeling: 15-11-2012 Verslagtijdvak: 13 november 2012 25 december 2012 1. KERNGEGEVENS Rechtsvorm: besloten vennootschap Statut. naam: Dassen Axis B.V. Handelsnaam: idem Oprichtingsakte: 31-12-1986, notaris n.n. Handelsregister: KvK Zuid Limburg; dossiernr. 14038821; Datum 1e inschrijving: 10-9-1987 Statutaire zetel: Stein Feitelijk: Maastricht Nevenvestigingen: nvt Aandeelhouder: Dassen Utility B.V. vanaf 7-6-2004 tot heden (11.344 aandelen) Dassen Eurostroom B.V. vanaf 21-12-2006 tot heden (1 aandeel) Bestuurder(s): Dassen Utility B.V. vanaf 11-9-2001 tot heden K.M.H. Worms vanaf 13-4-2006 tot heden Commissaris(sen): geen Bankrelatie(s): Deutsche Bank Nederland N.V. Accountant: Boekhouder: intern Huisadvocaat: Boels Zanders advocaten Belangrijkste klant(en): pm Belangrijkste schuldeisers: pm Ontvanger: Belastingdienst Limburg Kantoor Maastricht Bedrijfsvereniging: UWV

2. GEGEVENS GEFAILLEERDE 2.1 Algemeen, voorgeschiedenis, branche, bedrijfsactiviteiten De gefailleerde maakte samen met haar zustervennootschap Dassen Eurostroom B.V. deel uit van een groep van vennootschappen onder leiding van Dassen Utility B.V. gevestigd te Stein. Laatstgenoemde maakte op haar beurt deel uit van een groep van vennootschappen onder leiding van Dassen Groep B.V. te Stein. De uiteindelijke zeggenschap bij de groep wordt uitgeoefend door dhr. P.T.G. Dassen. Het concern hield zich bezig met electro- en installatietechniek. Dassen Groep B.V. kenden twee takken, te weten de utiliteitsbouw en de industriële tak. De gefailleerde maakte met haar zustervennootschap deel uit van de tak die operationeel was in de utiliteitsbouw. Dassen Eurostroom B.V. verrichtte diensten op het vlak van werktuigbouw, terwijl Dassen Axis B.V. zich bezig hield met diensten op het gebied van electromontage. Beiden vennootschappen vulden elkaars diensten aan, in die zin, dat als een van beiden een opdracht ontving, waarbij ook werkzaamheden op het gebied van de ander konden worden uitgevoerd aan de ander (met instemming van de opdrachtgever) een onderaannemingsopdracht werd verleend. Het merendeel van de vennootschappen, die deel uitmaken van Dassen Groep, zijn gevestigd in Stein. De activiteiten van de beide zustervennootschappen Dassen Eurostroom en Dassen Axis werden sedert 2004 ontplooid vanuit een vestiging in Maastricht. Aldaar werd van een gelieerde onderneming uit de Dassen Groep een bedrijfsgebouw gehuurd waarin kantoorruimte en een hal voor opslag beschikbaar was. In de afgelopen jaren waren er al maatregelen getroffen om de organisaties aan te passen aan het beschikbare opdrachtenvolume. Zo werd een personeelsbestand van Dassen Eurostroom en Dassen Axis van in totaal (meer dan) 150 werknemers gereduceerd tot uiteindelijk minder dan 50. De economische crisis en met name de gevolgen daarvan voor de bouwsector lijken (mogelijk door het tijdig ingrijpen via personeelsreductie) geen wezenlijke invloed te hebben gehad op de resultaten van Dassen Eurostroom en Dassen Axis. Anderzijds beschikten de vennootschappen uiteindelijk niet echt over grotere financiële buffers om substantiële tegenvallers op te kunnen vangen. Bij Dassen Eurostroom werd het boekjaar 2011 afgesloten met een omzet van in totaal 6.161.571,00 hetgeen resulteerde in een (zeer bescheiden) winst van 5.868,00. Volgens de conceptbalans zou er dan nog 330.288,00 aan eigen vermogen moeten zijn. Bij Dassen Axis zorgde in het boekjaar 2011 een omzet van 5.075.103,00,00 voor een verlies van 100.772,00. Eind 2011 was er na verrekening van dat verlies toch nog een eigen vermogen van 277.365,00. In 2012 realiseerde Dassen Eurostroom tot 13-11 een omzet van 7.091.289,00 en werd (rekenkundig) een winst gerealiseerd van 30.334,00. Dassen Axis noteerde over dezelfde periode een omzet van 5.915.313,00 en zelfs een winst van maar liefst 201.185,00.

De cijfers, waarin geen rekening is gehouden met eventuele voorzieningen en ook niet met correcties op onderhanden werk (te veel vooruitgefactureerd e.d.) geven echter een vertekend beeld van de daadwerkelijke financiële verhoudingen. In de loop van 2012 is er discussie ontstaan bij een van de grotere projecten, waarbij de beide vennootschappen als (onder)aannemer betrokken waren in opdracht van een hoofdaannemer. De bij bedoeld project betrokken hoofdaannemer heeft tal van klachten geuit en om die reden betaling van zeer substantiële bedragen (in de orde van grootte van 700.000,00) achter gehouden. Door e.e.a. ontstond er een acuut liquiditeitsprobleem bij beide vennootschappen. In de onderlinge verhouding tussen de beide zustervennootschappen leverde dit een niet op te lossen financieel probleem van meer dan 500.000,00 op De huisbankier Deutsche Bank was niet bereid om voor het dreigende gat financiering te verstrekken. Ook binnen het concern bleek niet de bereidheid te bestaan om de vennootschappen (tijdelijk) de nodige middelen ter beschikking te stellen. Uiteindelijk is er besloten om het faillissement van beide vennootschappen aan te vragen. 2.2 Rechtsvorm; oprichtingsakte, statuten(wijzigingen), aandeelhoudersregister De ondernemingsactiviteiten werden gedreven in de vorm van een besloten vennootschap. Een exemplaar van de oprichtingsakte is niet beschikbaar, wel was een exemplaar van de laatste statutenwijziging (2006) bij de faillissementsaanvraag gevoegd. Kennelijk is het originele aandeelhoudersregister niet meer aanwezig. Beschikbaar gesteld werd een per 1-11-2012 opgemaakte reconstructie van het aandeelhoudersregister met beschrijving van de verhoudingen sedert 7-6-2004. 2.3 Uittreksel handelsregister Bij de faillissementsaanvraag waren recente uittreksels uit het Handelsregister gevoegd. 2.4 Statutaire doelomschrijving Volgens de tekst van de per 13-4-2006 (voor het laatst) gewijzigde statuten luidde de doelomschrijving: de exploitatie van een installatiebedrijf in de ruimste zin van het woord, waaronder begrepen het verrichten van service-, onderhouds-, electrotechnische-, verwarmings-, koelings-, luchtbehandelings-, isolatie- en loodgieterswerkzaamheden. 2.5 Vennootschapsrechtelijke structuur: bestuur, RvC, AvA, OR; Het bestuur van de vennootschap was sedert april 2006 tweehoofdig. Naast de bestuurder Dassen Utility B.V. (onder leiding van P.T.G. Dassen) was in de persoon van dhr. K.M.H. Worms een locatiedirecteur aangesteld.. 2.6 Samenhang met andere faillissementen; fiscale eenheid; geconsolideerde afwikkeling De faillissementen van Dassen Eurostroom en Dassen Axis hangen zeer nauw samen. Onderzocht moet nog worden of een geconsolideerde afwikkeling wenselijk en/of noodzakelijk zal zijn. Volgens opgave van de belastingdienst is sprake van een fiscale eenheid zowel voor de omzetbelasting als de vennootschapsbelasting. 2.7 deponering/intrekking 2:403 BW verklaring nvt

3. FINANCIERING 3.1 Eigen vermogen 3.1.1 Geplaatst en gestort aandelenkapitaal Volgens de tekst van de statuten bedraagt het aandelen kapitaal 113.450,00. Er zijn 11.345 aandelen uitgegeven van elk 10,00 nominaal. Volgens het aandeelhouders-register houdt Dassen Ultility B.V. 11.344 aandelen en Dassen Eurostroom 1 aandeel. Waarom spreiding van de aandelen plaats gevonden heeft kon niet duidelijk gemaakt worden. 3.1.2 Achtergestelde aandeelhouderslening(en) Van het verstrekt zijn van (achtergestelde) aandeelhoudersleningen is niet gebleken. 3.2 Vreemd vermogen 3.2.1 Bancaire financiering Er werd door de gezamenlijke groepsvennootschappen een financieringsrelatie onderhouden met Deutsche Bank Nederland N.V. 3.2.1.1 Kort: rekening courant krediet De bank had aan de hoofdelijk verbonden vennootschappen een obligokrediet verleend in welk kader er door de bank ten gunste van derden (lees: opdrachtgevers van projecten) bankgaranties gesteld werden. 3.2.1.2 (Middel)lang: geldlening n.v.t. 3.2.1.3 Zekerheidspositie bank(en) Aan de bank waren de gebruikelijke zekerheden verstrekt. 3.2.1.4 Inventarisatie bank-/girorekeningnummers Op naam van Dassen Axis werd een normale bankrekening geadministreerd (op creditbasis), daarnaast is er een G-rekening. 3.2.2 Leasing/factoring arrangementen Het merendeel van de in gebruik zijnde (bedrijfs)voertuigen werd geleased. Er zijn verder een aantal leasecontracten gesloten voor copieerapparaten e.d.. 3.2.3 Leverancierskredieten n.v.t. 3.2.4 Overige kredietvormen n.v.t. 4. DUUROVEREENKOMSTEN 4.1 Arbeidsovereenkomsten (evt. CAO) Ten tijde van de faillietverklaring waren er 19 personen in dienst. Op de arbeidsverhoudingen waren de CAO Kleinmetaal van toepassing.

4.1.1 Toepassing Wet Melding Collectief Ontslag Van het aangesloten zijn van personeel bij een vakbond is niet gebleken, zodat geen toepassing gegeven kon worden aan de meldingsplicht krachtens de WMCO. 4.2 Overeenkomsten met bestuur resp. raad van commissarissen De bestuurder Worms was werkzaam op basis van een reguliere arbeidsovereenkomst. De aard en inhoud van de relatie met de andere bestuurder Dassen Utility B.V. moet nog worden onderzocht. Er waren geen commissarissen in functie. 4.3 Huurovereenkomst bedrijfsruimte: De gebruikte bedrijfsruimte in Maastricht aan de Limmelderweg werd gehuurd van een gelieerde concernvennootschap. 4.4 Lease 4.4.1 Operational lease De voertuigen en copieerapparaten waren in gebruik krachtens operational lease (huur). 4.4.2 Financial lease Van financial lease contracten is niet gebleken. 4.5 Huurkoop Van huurkoopcontracten is niet gebleken. 4.6 Aanneming van werk De vennootschappen waren ten tijde van de faillietverklaring nog betrokken bij een beperkt aantal opdrachten in uitvoering. 4.7 Verzekeringsovereenkomsten De vennootschappen beschikten over de gebruikelijke verzekeringen, die door tussenkomst van de Groep afgesloten waren. 4.8 Pensioenovereenkomsten/spaarloonregelingen Voor het personeel waren pensioenovereenkomsten getroffen. Van spaarloonregelingen is niet gebleken. 4.9 Opdracht aan externe adviseurs: advocaat, accountant, fiscalist etc. Van nog na de datum faillietverklaring doorlopende opdrachten aan externe adviseurs is niet gebleken. 4.10 Overige duurovereenkomsten (agentuur, distributie, franchise, etc..) Van overige duurovereenkomsten is niet gebleken. 5. AANHANGIGE RECHTSGEDINGEN EN GELEGDE BESLAGEN 5.1 Aanhangige rechtsgedingen 5.1.1 Door de gefailleerde ingesteld (art 27 Fw) Van door de gefailleerde ingestelde rechtsgedingen is niet gebleken.

5.1.2 Tegen de gefailleerde ingesteld (art 28 Fw) Door mr. Bisscheroux in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van een onderaannemer van Dassen Axis was kort vóór de uitspraak van het faillissement een procedure aanhangig gemaakt. 5.1.3 Schorsing/overname/royement Nu de vordering als bedoeld sub 5.1.2 strekt tot voldoening uit de boedel is die procedure van rechtswege geschorst.. 5.2 Gelegde beslagen 5.2.1 Ten verzoeke van de gefailleerde gelegd Van ten verzoeke van de gefailleerde gelegde beslagen is niet gebleken. 5.2.2 Ten laste van de gefailleerde gelegd (art 33 Fw) 5.2.2.1 Executoriaal/conservatoir fiscaal bodembeslag Van fiscaal bodembeslag is niet gebleken. 5.2.2.2 Executoriaal/conservatoir door andere schuldeisers Door Mr. Bisscheroux was in het kader van de sub 5.1.2 bedoelde procedure beslag gelegd onder de Deutsche Bank, Teneinde opheffing te verkrijgen van dat beslag heeft Deutsche Bank op verzoek van Dassen Axis een procesgarantie verstrekt. Op het moment van de uitspraak van het faillissement was het beslag al opgeheven. 5.2.3 Fiscaal beslag op bodemzaken van derden Van fiscaal beslag op bodemzaken van derden is niet gebleken 6. VOORZIENINGEN NA DE FAILLIETVERKLARING EN HET BEHEER DES CURATORS (artt. 87-107 Fw) 6.1 Afkoelingsperiode (art. 63a Fw) Door de rechtercommissaris is een afkoelingsperiode gelast. 6.2 Bewaring des boedels (art. 92 Fw) 6.2.1 Onder zich nemen van de bescheiden en andere gegevensdragers (de boekhouding en administratie), kasgelden, papieren van waarde (cheques, creditcards, copie deel III, verzekeringspolissen e.d.) (art. 92 Fw) Met het oog op de beperkte voortzetting van de activiteiten zijn bescheiden, sleutels e.d. op locatie gelaten. Kasgeld was naar mededeling van de bestuurder Worms niet aanwezig. Voertuigbescheiden werden niet aangetroffen. Het zelfde geldt voor andere eventuele waardepapieren. Volgens mededeling van de bestuurder Worms werden dergelijke documenten centraal opgeslagen in Stein. 6.2.2 Onder zijn bewaring nemen van gelden e.d. en het beleggen van gereede gelden, die voor het beheer niet nodig zijn (art. 102 Fw) Zie 6.2.1 6.2.3. Onder zich nemen van de sleutels (bedrijfsruimte, postbus, kluis, auto's) Zie 6.2.1

6.2.4. Afsluiten risicoverzekering activa n.v.t. 6.3 Het opmaken van een boedelbeschrijving met waardering (art. 94 Fw) Een discussie met andere groepsvennootschappen over eigendom van bepaalde zaken belet het opmaken van een deugdelijke boedelbeschrijving met waardering. 6.3.1 Het opmaken van een staat van de goederen die buiten het faillissement blijven (art 95 Fw) Zie 6.3 6.4 Het opmaken van een staat van baten en schulden (art 96 Fw). 6.4.1 Aanschrijven van alle bekende schuldeisers De bekende schuldeisers zullen worden aangeschreven voorzover zij niet al zelf spontaan hun vordering(en) hebben aangemeld. 6.4.2 Aanschrijven van alle bekende handelsdebiteuren In overleg met de bank als pandhouder zullen de handelsdebiteuren worden aangeschreven. 6.5 Het ter griffie deponeren van gewaarmerkte afschriften van boedelbeschrijving en staat van baten en schulden (art. 97 Fw) 6.6 Beslissing over voortzetten bedrijf (art. 98 Fw) Gelet op het gebrek aan liquiditeiten is zinvolle voortzetting van de activiteiten op langere termijn niet verantwoord. Besloten is enkel die activiteiten nog te ontplooien, die binnen de opzegtermijn van het personeel voltooid zouden kunnen worden. 6.6.1 Beslissing over beëindiging huur (art. 39 Fw) In overleg met de verhuurder zal een beslissing genomen worden over de beëindiging van de huur van de bedrijfsruimte. 6.6.2. Beslissing over ontslag personeel (art. 40 Fw) Besloten is om bij gebrek aan voldoende emplooi het personeel te ontslaan. De rechtercommissaris heeft daarvoor toestemming verleend. 6.6.2.1 Afstemmen met GAK i.v.m. loongarantieregeling Met UWV vond afstemming plaats met betrekking tot de toepassing van de Loongarantieregeling. De lonen waren formeel betaald tot en met september, over de maand oktober was een voorschot verstrekt. 6.6.2.2 Afgifte getuigschrift en fiscale jaaropgave 6.6.3 Beslissing over beëindiging overige duurovereenkomsten (o.a. energie, telefoon, etc.) Duurovereenkomsten worden slechts voortgezet voor zover dat noodzakelijk is voor de voltooiing van bepaalde werkzaamheden.

6.6.4 Beslissing over voltooien lopende opdrachten Zie 6.6 6.6.5 Opstellen exploitatiebegroting; boedelkrediet Voor de voortzetting van bepaalde werkzaamheden was geen exploitatiebegroting vereist. Ook het aantrekken van een boedelkrediet was niet nodig. 6.7 Postblokkade / bankrekeningblokkade (art. 99 Fw) De blokkades zijn in werking getreden, met dien verstande dat Post NL nog geen blokkade op de in gebruik zijnde postbusnummers heeft gelegd. 6.8 Uitkering aan de gefailleerde van een som ter voorziening in het levensonderhoud n.v.t. 6.9 Identificeren van activa bezwaard met: - pand of hypotheek - retentierecht - eigendomsvoorbehoud - fiscaal bodemrecht Door Deutsche Bank zijn documenten beschikbaar gesteld, waaruit blijkt, dat er pandrechten zijn verleend door de gefailleerde ten laste van roerende zaken (inventaris, materieel, voorraden) en vorderingen. Van aanspraken op retentierecht is niet gebleken. Onderzocht moet nog worden in hoeverre leveranciers (van voorraden) aanspraak kunnen maken op eigendomsvoorbehoud. Ten aanzien van de inventariszaken op de bedrijfslocatie geldt dat het fiscale bodemvoorrecht boven het voorrecht van de pandhouder gaat. 6.10 Beslissing over vervreemden activa (art. 101 Fw) 6.10.1 Beslissing over lossing activa (art. 58 FW) 6.10.2 Fiscale aspecten van vervreemding door curator 6.10.3 Going concern activa transactie; art. 37d Wet OB Er is niet gebleken van belangstelling voor een zodanig deel van de activa en activiteiten, dat toepassing gegeven zou kunnen worden aan de in de wet voorziene vrijstelling voor btw bij overdracht van een algemeenheid van goederen. 6.10.4 Fiscaal bodemrecht; art. 21 IW 1990 jo. 57 FW Ten aanzien van de bodemzaken zal zo nodig het voorrecht van de belastingdienst jegens de bank als pandhouder geldend worden gemaakt. 6.10.5 Boedelbijdragen Naar verwachting zal de bank volledig voldaan kunnen worden uit de opbrengst van verpande vorderingen. In dat geval hoeft er geen discussie over een boedelbijdrage plaats te vinden.

6.10.6 Overleg met belanghebbenden 6.11 Aangaan vaststellingsovereenkomst (art. 104 Fw) 6.12 Inwinnen van inlichtingen (art. 105/106 Fw) 6.12.1 (Doen) invullen en ondertekenen door de bestuurder van de gefailleerde van de standaard checklist. Aan de bestuurders zijn de standaardlijsten voorgelegd. Daarop zijn de nodige informatie en stukken beschikbaar gesteld. 6.12.2 Inwinnen van inlichtingen bij de Ontvanger. 6.12.3 Inwinnen van inlichtingen bij het Ministerie van Justitie. 6.12.4 Toepassing dwangmiddelen (verhoor, gijzeling) 7. LIJST VAN BATEN EN SCHULDEN 7.1 BATEN 7.1.1 Registergoederen 7.1.1.1 Registergoederen bezwaard met hypotheek De gefailleerde beschikt niet over op haar naam gestelde registergoederen. 7.1.1.2 Bodemverontreiniging Of afspraken zijn gemaakt over eventuele door de huurder(s) veroorzaakte bodemverontreiniging is niet duidelijk. 7.1.2 Roerende zaken 7.1.2.1 Voorraden In beperkte mate zijn voorraden aangetroffen, die bestemd waren om in projecten te worden verwerkt. 7.1.2.2 Inventaris De bedrijfsruimte is voorzien van de gebruikelijke inventaris (met name kantoorinrichting). Verder is aangetroffen het nodige gereedschap. Naar verluidt gold voor het gereedschap een door de Groep gehanteerd centraal registratiesysteem. Bij aankoop dienden verworven zaken naar Stein te worden vervoerd om daar geregistreerd te worden. Of alle zaken vervolgens weer terug zijn gegaan naar de locatie van de partij, die de aanschaf had verzorgd c.q. betaald is onduidelijk. Om die reden kan geen eenduidig antwoord gegeven worden op de vraag wie eigenaar is van de aangetroffen zaken. Vast staat wel, dat Dassen Eurostroom en Dassen Axis in de loop van de jaren substantiële bedragen aan aanschaf hebben besteed. Volgens informatie uit de lokaal bijgehouden administratie zou daar wel 150.000,00 mee gemoeid zijn geweest.

7.1.2.3 Rollend materieel Er werd een voertuigenpark aangetroffen, deels bestelauto s, deels personenvoertuigen. 7.1.2.4 Zaken bezwaard met pand (bezit/vuistloos) Zie 6.9 7.1.2.5 Zaken bezwaard met eigendomsvoorbehoud Zie 6.9 7.1.2.6 Zaken bezwaard met retentierecht Zie 6.9 7.1.3 Vorderingsrechten 7.1.3.1 Vorderingen op handelsdebiteuren uit hoofde van gefactureerde diensten Op het moment van faillietverklaring beschikte de gefailleerde over de nodige vorderingen op derden. De nominale tegenwaarde daarvan bedroeg volgens de administratie 1.255.210,97. Bij dat bedrag past meteen de kanttekening, dat de grootste vordering uit dat bestand, te weten 596.911,26 ziet op de werkzaamheden, die voor Dassen Eurostroom zijn verricht (en waarvan dus redelijkerwijs geen betaling verwacht mag worden). Daarnaast is er een vordering van 416.447,50 op een opdrachtgever, die tegenvorderingen zal hebben in verband met het niet tijdig voltooien van een bepaald project. Daarnaast wordt het bedrag verder nog vertekend door de omstandigheid, dat er ook bij andere debiteuren/opdrachtgevers sprake zal zijn van verrekenbare schadevergoedingsaanspraken in verband met het niet (tijdig) voltooien van opdrachten. 7.1.3.2 Vorderingen op handelsdebiteuren uit hoofde van onderhanden werken Volgens de administratie waren nog niet alle voor faillietverklaring verrichte werkzaamheden in rekening gebracht. Voor zover mogelijk zullen die werkzaamheden alsnog in een factuur worden verantwoord aan de opdrachtgevers. 7.1.3.3 Vorderingen op bestuurders (rekening-courant) Of er vorderingen zijn op de bestuurders moet nog worden onderzocht. 7.1.3.4 Vorderingen op aandeelhouders (stortingsplicht) Of volstorting bij oprichting heeft plaatsgevonden kon niet worden vastgesteld. Een eventuele vordering zal verjaard zijn. 7.1.3.5 Vorderingen bezwaard met pand (openbaar/stil) Vorderingen op derden zijn aan de bank verpand. Aannemelijk lijkt dat de laatste verpanding (op basis van volmacht) nog daags voor de faillietverklaring plaats heeft gevonden.. 7.1.3.6 Vorderingen op assuradeuren uit hoofde van verzekeringspenningen/afkoop levenspolissen Naar verluidt is er nog een vordering op een assuradeur. Terzake zal nader onderzoek plaatsvinden. 7.1.3.7 Vorderingen op werknemers Van vorderingen op werknemers is niet gebleken.

7.1.3.8 Overige Vorderingen Van overige vorderingen is niet gebleken. 7.1.4 Liquide middelen 7.1.4.1 Kasgeld. Volgens opgave van de bestuurder Worms was er geen kasgeld aanwezig. 7.1.4.2 Banktegoeden Zowel de reguliere bankrekeningen bij Deutsche Bank ( samen 97.649,96) als de G- rekeningen (samen 96.240,06) kenden op het moment van faillietverklaring een positief saldo. 7.1.4.3 Banktegoeden bezwaard met pand of onderhevig aan verrekening De onder 7.1.4.2 genoemde saldi zijn in beginsel aan verrekening onderhevig. Het is nog niet duidelijk of en zo ja in welke mate de bank aangesproken zal worden onder de uitstaande garanties. Het maximumbedrag waarvoor de bank uit de betreffende 4 garanties kan worden aangesproken bedraagt 222.378,70. 7.1.5 Immateriële activa 7.1.5.1 Intellectuele/industriële eigendomsrechten (octrooi, model-, merkrecht, auteursrecht, handelsnaam), overdraagbare licenties Van voor overdracht vatbare immateriële activa is niet gebleken. 7.1.5.2 Know-how Zie 7.1.5.1 7.1.5.3 Goodwill Zie 7.1.5.1 7.1.5.4 Overdraagbare contracten Van voor overdracht vatbare contracten is niet gebleken. Wel is in overleg met opdrachtgevers gezocht naar mogelijkheden om derden de nog eventueel resterende werkzaamheden voor voltooiing van projekten af te laten maken (liefst onder gelijkblijvende voorwaarden) 7.1.5.5 Overige immateriële activa Zie 7.1.5.1 7.1.6 Deelnemingen 7.1.6.1 Deelneming in maatschap, vof, cv, joint ventures, andere vorm van contractuele samenwerking Van andere samenwerkingsvormen dan met de eveneens gefailleerde zustervennootschap is niet gebleken. 7.1.6.2 Deelneming in kapitaalvennootschap Volgens het aandeelhoudersregister houdt de gefailleerde één aandeel in haar zustervennootschap.

7.1.7 Baten buiten Nederland Van baten buiten Nederland is niet gebleken. 7.1.8 Niet voor vereffening vatbare baten; afstand Van niet voor vereffening vatbare baten is niet gebleken. 7.1.9 Recente taxatierapporten Recente taxatierapporten zijn niet beschikbaar. 7.2 SCHULDEN 7.2.1 Boedelschulden 7.2.1.1 Boedelschulden met feitelijke voorrang 7.2.1.2 Kosten van executie en vereffening (art. 3:277 BW) 7.2.1.2.1 Kosten van bijzondere executie 7.2.1.2.2 Kosten van algemene executie (salaris curator) 7.2.1.3 Hogere preferente boedelschulden 7.2.1.4 Lagere bijzonder preferente boedelschulden 7.2.1.5 Lagere algemeen preferente boedelschulden 7.2.1.6 Concurrente boedelschulden 7.2.1.6.1 Huur 7.2.1.6.2 Restitutie onverschuldigde betaling 7.1.2.6.3 Overige concurrente boedelschulden 7.2.2 Prefaillissementsschulden 7.2.2.1 Lijst van voorlopig erkende preferente schuldvorderingen Er zijn vooralsnog geen preferente schuldvorderingen aangetroffen. Er waren geen achterstanden bij de belastingdienst. Wel moet er op grond van artikel 29,2 OB rekening gehouden worden met een naheffingsaanslag btw.

Omdat er geen achterstand was in de loonbelasting en de eventueel tot datum faillissement nog verschuldigde loonbelasting door UWV zal worden overgenomen, zal het saldo van de G-rekening vrij moeten vallen. Door UWV zullen op grond van de loongarantieregeling verschillende preferente vorderingen aangemeld worden. 7.2.2.2 Lijst van voorlopig erkende concurrente schuldvorderingen Volgens de administratie van de gefailleerde bedroeg de tegenwaarde van de openstaande schulden aan concurrente crediteuren 1.520.873,49. 7.2.2.3 Lijst van voorlopig betwiste schuldvorderingen met summiere aanduiding der gronden van betwisting 7.2.2.4 Schuldvorderingen van bank en (andere) separatisten De tegenwaarde van de door de bank verstrekte garanties was 222.378,70 7.3 Door gefailleerde ondertekende activa/passivaverklaring Zie 6.12.1 8. VOORUITZICHTEN VOOR DE SCHULDEISERS Er is nog onduidelijkheid of de schuldeisers met enige uitkering mogen rekenen. Van belang zal met name zijn welke opbrengsten er zullen komen uit de discussies met de hoofdaannemer, die een zeer aanzienlijk bedrag heeft achtergehouden. Ook zullen de afrekeningen op de tussentijds beëindigde projecten een grote invloed uitoefenen op het wel of niet beschikbaar komen van middelen. 8.1 Positieve boedel: verificatievergadering (art 108 ev Fw) 8.1.1 Aanbieding/homologatie accoord (art 138/161 Fw) 8.1.2 Geen aanbieding/homologatie accoord: verbindend worden slotuitdelingslijst 8.1.3 Tussentijdse uitdeling (art 179 Fw) 8.2 Negatieve boedel: geen verificatievergadering 8.2.1 Vereenvoudigde afwikkeling (art 137a ev Fw) 8.2.2 (Eigenlijke) opheffing wegens de toestand des boedels (art 16 Fw) 9. VEREFFENING DES BOEDELS (artt. 173-194 Fw) 9.1 Vervreemding activa/inning debiteuren door curator; openbaar/onderhands Voordat een beslissing genomen kan worden over de activa zullen de eigendomsverhoudingen duidelijk moeten worden.

Ook is van belang in hoeverre de bank al uit de opbrengsten van ge:inde debiteurenvorderingen voldaan kan worden alsook of het obligo bij de bank door teruggave van niet geclaimede garanties kan worden gereduceerd. 9.2 Vervreemding activa/inning debiteuren door separatisten; openbaar/onderhands 9.3 Beslissing over lossing activa 9.4 Fiscale aspecten van vervreemding door curator 9.4.1 Going concern activa transactie; art. 37d Wet OB 9.4.2 Fiscaal bodemrecht; art. 21 IW 1990 jo. 57 lid 3 Fw 9.5 Boedelbijdragen 9.6 Overleg met belanghebbenden 10. BESTUUR EN TOEZICHT OP HET BESTUUR 10.1 Bestuur; commissarissen; statutair; feitelijk; voormalig (art. 2:248/259/261 BW) De samenstelling van het bestuur gedurende de relevante periode is boven weergegeven. 10.2 Feitenonderzoek door curator naar beleid c.q. taakvervulling door bestuurder resp. raad van commissarissen gedurende het tijdvak van 3 jaar voor de faillietverklaring 10.2.1 Boekhouding en administratie: volledig aanwezig, bijgewerkt, kwaliteit Op het eerste gezicht maakt de boekhouding een verzorgde indruk. De kwaliteit zal in nader onderzoek aan de orde komen. 10.2.2 Jaarrekeningen/jaarverslagen` 10.2.2.1Opgemaakt (intern/extern; concept; definitief) De jaarrekeningen zijn tot en met 2010 in definitieve vorm opgemaakt. Van 2011 is een concept beschikbaar. Voor 2012 is een tussentijdse proef- en saldibalans opgemaakt. 10.2.2.2 Vastgesteld (met/zonder décharge) De jaarrekeningen zullen onderwerp zijn van nader onderzoek. 10.2.2.3 Openbaar gemaakt Volgens inschrijving in het Handelsregister is er tot en met 2010 gepubliceerd.

10.2.3 Overige aspecten beleid en taakvervulling 10.2.4 (Voorlopige) conclusies curator Op basis van de beschikbare informatie kan nog geen conclusie getrokken worden over de kwaliteit van het bestuur. 10.2.5 Overleg met Ontvanger/Bedrijfsvereniging omtrent mogelijke acties op grond van art. 16 c CwSocVerz, 32a Wet LB, 41b Wet OB, 36 IW 1990 10.2.6 Verhaalspositie bestuurders/commissarissen/feitel. leidinggevenden. 10.2.7 Garantstellingsregeling Ministerie van Justitie 10.2.8 Strafrechtelijke aspecten; aangifte 10.3 Belangrijke oorzaken van het faillissement 10.3.1 Directe oorzaak Het gebrek aan liquide middelen resp. het niet beschikken over een voldoende buffer om een tijdelijk gebrek aan liquide middelen te kunnen opvangen verklaart de faillietverklaring. 10.3.2 Andere belangrijke oorzaken 10.4 Feitenonderzoek door de curator naar paulianeuze transacties gedurende het tijdvak van 1 jaar voor de faillietverklaring 10.4.1 Onverplicht verrichte transacties Naar (on)verplicht verrichte transacties die eventueel voor vernietiging in aanmerking zouden kunnen komen, wordt nader onderzoek ingesteld. 10.4.2 Verplicht verrichte transacties Zie 10.4.1 10.4.3 Strafrechtelijke aspecten; aangifte ` 11. DOOR/TEGEN CURATOR AANHANGIG GEMAAKTE RECHTSGEDINGEN 11.1 Door de curator aanhangig gemaakt 11.1.1 Inning handelsdebiteuren 11.1.2 Inning boedelvorderingen

11.1.3 Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders resp. commissarissen 11.1.4 Vernietiging paulianeuze transacties 11.1.5 Overige rechtsgedingen. 11.2 Tegen de curator aanhangig gemaakt 11.2.1 Renvooiprocedures 11.2.2 Overige rechtsgedingen 11.3 Proceskostengarantie Ministerie van Financien 12. NOG DOOR DE CURATOR TE ONDERZOEKEN KWESTIES Het onderzoek zal worden voortgezet. In het voorgaande zijn de nodige punten van aandacht al genoemd. 13. BOEDELACTIEF 13.1 Ontvangsten Op de faillissementsrekening van Dassen Eurostroom is 8.376,00 ontvangen. Het betrof de in het kader van een ontbinding van een opdracht met de opdrachtgever overeengekomen vergoeding. Op de faillissementsrekening van Dassen Axis werden nog geen ontvangsten geregistreerd. 13.2 Uitgaven Ten laste van de faillissementsrekening van Dassen Eurostroom zijn uitgaven gedaan voor inkopen, die bestemd waren om een bepaald werk te voltooien. Ook is een kasbedrag beschikbaar gesteld voor brandstofrekeningen van personeel dat na faillissementsdatum werkzaamheden moest verrichten. 13.3 Creditsaldo faillissementsrekening Het saldo op de faillissementsrekening van Dassen Eurostroom bedraagt 7.885,88. Het saldo op de faillissementsrekening van Dassen Axis bedraagt 0,00. 14. VERRICHTINGEN CURATOR 14.1 Verrichtingen in verslagtijdvak In het verslagtijdvak zijn de gebruikelijke onderzoekswerkzaamheden verricht en besprekingen gevoerd. Met name is aandacht geschonken aan het afbreukrisico dat ontstaat bij het in onvoltooide staat beëindigen van een opdracht. Getracht is met opdrachtgevers overeenstemming te bereiken over de voorwaarden waaronder een volgende opdrachtnemer het werk zal voltooien.

14.2 Verrichtingen cumulatief In totaliteit werden in de beide faillissementen van Dassen Eurostroom en Dassen Axis tesamen ongeveer 125 uren aan werkzaamheden besteed. Een nadere toerekening van bepaalde werkzaamheden naar het ene of het andere faillissement dient nog plaats te vinden. 14.3 Tussentijdse salarisbeschikking(en) Zodra de omvang van het vergaarde actief zulks mogelijk zal maken, zal aan de rechtbank gevraagd worden een tussentijdse salarisbeschikking te geven. 15. HET VOLGENDE OPENBAAR VERSLAG Het volgende openbaar verslag zal worden uitgebracht op of omstreeks 30 juni 2013. Aldus opgemaakt en ondertekend te Heerlen, 27 december 2012 Mr P.M. Scholtes, curator