Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gegeven 1 juli 2016;

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, gegeven op 4 oktober 2017;

Zorgkrediet. 2. Recht op zorgkrediet Het zorgkrediet is een recht. De werkgever kan het niet weigeren.

ZORGKREDIET VANAF 2 SEPTEMBER 2016 EN DE MOGELIJKHEDEN VOOR ONBETAALD VERLOF

Art. 2 - In artikel 5 van de vigerende rechtspositieregeling wordt bij 1 volgende zinssnede geschrapt:

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

Loopbaanonderbreking in de openbare sector. ACV-Openbare Diensten mei 2014

Provincieraadsbesluit

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

UITTREKSEL UIT HET REGISTER VAN DE BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE STAD TIENEN Zitting van 18 mei 2017 OPENBARE ZITTING

BEKENDMAKING GEMEENTERAADSBESLUIT Ingevolge artikel 186 van het gemeentedecreet

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

Ouderschapsverlof Rev Juridische dienst

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Op Stapel april Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Codex Hoger Onderwijs, gecodificeerd op 11 oktober 2013, artikel V.84, V.86 en V.259, 1;

Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van een aantal verlofstelsels in het onderwijs en in de hogescholen

Aanmoedigingspremies Tijdskrediet

- 7 - HOOFDSTUK III. INSCHRIJVING

Provincieraadsbesluit

NIEUWE REGELS ROND TIJDSKREDIETUITKERINGEN: REGEERAKKOORD DI RUPO.

Provincieraadsbesluit

BIJLAGE 7: OVERZICHT VAN DE VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN, DE ADMINISTRATIEVE TOESTAND EN DE GELDELIJKE EN ADMINISTRATIEVE GEVOLGEN

Opleiding schoolsecretariaten

Een baan in het onderwijs. Even eruit? 25 april 2017

Inhoudstafel. Inleiding 1. Deel I Tijdskrediet

Tijdskrediet met motief 1

SNELNIEUWS SOCIAAL RECHT Verschijnt wekelijks, ook wanneer er geen belangrijke wijzigingen zijn

VERLOFSTELSELS IN HET ONDERWIJS NIEUWE REGELING VANAF 1 SEPTEMBER 2017

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

AANVRAAG-OVEREENKOMST of AANVRAAG-WEIGERING van een dienstonderbreking schooljaar

Aanvraag van onderbrekingsuitkeringen in het kader van het Vlaams zorgkrediet

Hoofdstuk 2. Recht op tijdskrediet

Een baan in het onderwijs. Even eruit? 26 april 2018

Paritair subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der Haven van Antwerpen" genaamd

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER

AANVRAAG-OVEREENKOMST of AANVRAAG-WEIGERING van een dienstonderbreking schooljaar

Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F J A N U A R I

VR DOC.0534/2BIS

Verlofstelsels bij de diensten van de Vlaamse overheid

Het Vlaams zorgkrediet. Loopbaanonderbreking werd zorgkrediet

Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken?

De loopbaanonderbreking Actualisatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

VERLOFSTELSELS Vrije universiteit Brussel. Maart 2017 Jo Coulier Tim Vandenberghe

26 JULI Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 QUINQUIES

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

INVENTARIS MANTELZORGVRIENDELIJKE MAATREGELEN I.V.M. COMBINATIE ARBEID EN ZORG (mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid)

Huidig besluit Toekomstig besluit 1 Besluit van de Vlaamse Regering van betreffende de onderbreking. Artikel 1.

Het recht op tijdskrediet

- Verhoging van de leeftijdsgrens voor het recht op ouderschapsverlof tot 12 jaar. protocol nr

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken?

Ouderschapsverlof en andere thematische verloven

Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F

a. Anciënniteitsvoorwaarde

p g= SZ: F g SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs

protocol nr Over

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie

Ouderschapsverlof en andere thematische verloven

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 januari 2019;

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Nieuwe vormen van loopbaanonderbreking met ingang van 1 september 2011

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

protocol nr Over VRT: Ouderschapsverlof Agentschap voor overheidspersoneel SECTORCOMITE XVI I I VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

Loopbaanonderbreking modaliteiten vanaf

Het Vlaams zorgkrediet. Loopbaanonderbreking werd zorgkrediet

Aanvraagformulier voor de uitkering mantelzorg

Aanvraag voor uitkering mantelzorg

over 1. mevr. Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Onderwijs voorzitter;

Publicatiedatum: 6 februari 2012

Aanvraag voor uitkering mantelzorg

LOOPBAANONDERBREKING: MODALITEITEN VANAF HET SCHOOLJAAR

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie;

8. Uw werknemer vraagt ouderschapsverlof

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

BEREKENING EINDEJAARSTOELAGE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 SEXIES

Overgangsmaatregelen inzake de verlofregeling en de waarneming van een hoger ambt.

Mogelijkheden van ondersteuning voor patiënt en omgeving

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

LOOPBAANONDERBREKING, PALLIATIEF VERLOF, OUDERSCHAPSVERLOF EN ZORG VOOR EEN ZWAAR ZIEK GEZINS- OF FAMILIELID

DE VLAAMSE REGERING, bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, artikel 56ter 1 en 56quater 1 en 4;

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 SEPTIES

Vraag dit verlof online aan. focus op. loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor medische bijstand

over 1. mevr. Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Onderwijs voorzitter;

BEREKENING EINDEJAARSTOELAGE

AANVRAAG-OVEREENKOMST of AANVRAAG-WEIGERING van het verlofstelsel

BEREKENING EINDEJAARSTOELAGE

Transcriptie:

Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr. 20162017-0124 24-11-2016 COLLEGEBESLUIT Collegebesluit houdende de wijziging van het collegebesluit nr. 94/268 van 20 oktober 1994 houdende de organisatie van de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de regeling van de rechtspositie van het personeel (zorgkrediet) Het College, Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994; Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988; Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen; Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 1993 betreffende de internationale betrekkingen van de gemeenschappen en de gewesten; Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur; Gelet op de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen; Gelet op de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet; Gelet op het collegebesluit nr. 94/268 van 20 oktober 1994 houdende organisatie van de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals gewijzigd; Gelet op de nota voor het College nr. 20162017-0102 van 29 september 2016 over de toekenningsmodaliteiten van het zorgkrediet; Gelet op het protocol van akkoord nr. 2016/04 van 26 oktober 2016; Gelet op het advies van de directieraad van 13 oktober 2016; Na beraadslaging, Besluit Artikel 1 Titel VII van het collegebesluit nr. 94/268 van 20 oktober 1994 houdende organisatie van de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de regeling van de rechtspositie van het personeel wordt gewijzigd door wat volgt: 1

TITEL VII. VERLOF VOOR LOOPBAANONDERBREKING Hoofdstuk 1. Loopbaanonderbreking in het kader van het Vlaams zorgkrediet Artikel XI 43 1. Een personeelslid heeft het recht om zorgkrediet te nemen en daarmee met al dan niet opeenvolgende periodes zijn arbeidsprestaties te verminderen of zijn loopbaan volledig te onderbreken gedurende een van de volgende termijnen: 1 18 maanden bij een volledige onderbreking van de loopbaan; 2 36 maanden bij een vermindering van de arbeidsprestaties tot de helft van een voltijdse betrekking; 3 90 maanden bij een vermindering van een voltijdse arbeidsprestaties met een vijfde. Het personeelslid kan bij een nieuwe aanvraag van opnamevorm veranderen. Het al opgenomen zorgkrediet wordt in dat geval pro rata aangerekend waarbij één maand volledige onderbreking van de loopbaan gelijkstaat aan twee maanden vermindering van de arbeidsprestaties tot de helft van een voltijdse betrekking, en aan vijf maanden vermindering van een voltijdse arbeidsbetrekking met een vijfde. Bij de berekening van het resterende zorgkrediet wordt er afgerond naar de hogere maandeenheid. 2. Het personeelslid neemt het zorgkrediet op met periodes van ten minste drie maanden en ten hoogste twaalf maanden, waarbij iedere aanvraag bestaat uit gehele maanden. De minimum en maximumtermijn gelden ook in geval van een verlenging of van een nieuwe aanvraag. Als de minimumduur van drie maanden het personeelslid verhindert om zijn resterend zorgkrediet op te nemen, bedraagt de minimumduur één maand. In afwijking van het eerste lid neemt een personeelslid het zorgkrediet voor het verlenen van palliatieve zorgen op met periodes van ten minste één maand en ten hoogste drie maanden. 3. De personeelsleden op proef zijn uitgesloten van de volledige onderbreking van de loopbaan in het kader van zorgkrediet. De volledige onderbreking van de loopbaan in het kader van zorgkrediet is een gunst voor het contractueel personeelslid met een vervangingsovereenkomst of een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur. Om het zorgkrediet met een vermindering van de arbeidsprestaties tot de helft van een voltijdse betrekking te kunnen opnemen, moet het contractuele personeelslid tewerkgesteld zijn met een arbeidsovereenkomst waarvan de arbeidsduur minstens gelijk is aan drie vierde van de arbeidsduur van een voltijdse betrekking. Artikel XI 44 Het verlof voor loopbaanonderbreking, algemeen stelsel, dat werd opgenomen op grond van de regeling die van toepassing was voor 2 september 2016 wordt niet aangerekend op de periodes van zorgkrediet vermeld in artikel XI 43. 2

Het zorgkrediet dat vanaf 2 september 2016 bij een andere werkgever wordt opgenomen, wordt aangerekend op de periode van zorgkrediet vermeld in artikel XI 43. Artikel XI 45 Het zorgkrediet wordt alleen toegekend als het personeelslid een van de motieven bewijst vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet. Deze motieven zijn: 1 de zorg voor een kind tot en met de leeftijd van twaalf jaar; 2 bijstand of verzorging verlenen aan een zwaar ziek gezins- of familielid; 3 palliatieve verzorging verlenen; 4 de zorg voor een kind met een handicap; 5 het volgen van een opleiding die voldoet aan een van de volgende vereisten: a) elke vorm van onderwijs en opleiding die georganiseerd, gefinancierd, gesubsidieerd of erkend wordt door de Vlaamse overheid, waarvan het programma minimaal 120 contacturen of negen studiepunten op jaarbasis omvat; b) elke opleiding die georganiseerd wordt door een opleidingsverstrekker die erkend is krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 betreffende de opleidingscheques voor werknemers of het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten, waarvan het programma minimaal 120 contacturen of negen studiepunten op jaarbasis omvat. Artikel XI 46 1. Het personeelslid dat afwezig is als gevolg van de opname van het zorgkrediet bevindt zich in de administratieve toestand dienstactiviteit, maar heeft geen recht op salaris. Gedurende een afwezigheid door zorgkrediet heeft het personeelslid recht op een onderbrekingsuitkering conform het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet. Als het personeelslid de onderbrekingsuitkering verliest als gevolg van een niet-toegestane cumulatie, of doordat het personeelslid zelf van een onderbrekingsuitkering afziet of er geen recht op heeft, dan wordt de volledige onderbreking of de vermindering van de arbeidsprestaties gelijkgesteld met non-activiteit en wordt het zorgkrediet stopgezet. Die gelijkstelling met non-activiteit geldt voor de volledige periode waarin het personeelslid geen recht had op een onderbrekingsuitkering en eindigt als het personeelslid het werk hervat of een ander verlof opneemt. Als de persoon voor wie het personeelslid het zorgkrediet opneemt, overlijdt, mag het personeelslid het zorgkrediet tot maximaal zes maanden na de dag van het overlijden voortzetten. Als het zorgkrediet stopt in de loop van een kalendermaand wordt een volledige maand aangerekend op de periode vermeld in artikel XI 43. 2. Ziekteverlof of moederschapsrust maken geen einde aan het zorgkrediet. 3

3. De vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet kunnen niet gecombineerd worden met verlof voor deeltijdse prestaties of met een deeltijdse loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof. Hoofdstuk 2. Loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof Artikel XI 47 1. Het personeelslid met verlof voor loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof bevindt zich in de administratieve toestand dienstactiviteit, maar heeft geen recht op salaris. 2. Ziekteverlof of moederschapsrust maakt geen einde aan de loopbaanonderbreking. 3. De deeltijdse loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof kan niet gecombineerd worden met een verlof voor deeltijdse prestaties of met een vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet. Artikel XI 48 Het personeelslid heeft recht op voltijdse en/of halftijdse loopbaanonderbreking, en/of een loopbaanonderbreking met 1/5 van de arbeidsduur voor het verstrekken van palliatieve zorgen. De duur van de loopbaanonderbreking om palliatieve zorgen te verstrekken bedraagt één maand, eenmaal verlengbaar met één maand. Bij verlenging met een maand kan de opnamevorm worden gewijzigd. De onderbreking begint de eerste dag van de week volgend op die gedurende dewelke de aanvraag is gebeurd voor het opnemen van loopbaanonderbreking voor het verstrekken van palliatieve verzorging. Loopbaanonderbreking om palliatieve zorgen te verstrekken wordt niet meegeteld voor de berekening van het zorgkrediet vermeld onder artikel XI 43. Artikel XI 49 1. De ambtenaar heeft recht op voltijdse en/of halftijdse loopbaanonderbreking en/of een loopbaanonderbreking met 1/5 van de arbeidsduur voor bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid. De maximumduur per patiënt bedraagt voor de voltijdse loopbaanonderbreking 12 maanden en voor de deeltijdse loopbaanonderbreking 24 maanden. Als de ambtenaar uitsluitend en effectief samenwoont met minstens één kind en het verlof opneemt voor de bijstand aan een zwaar ziek kind van hoogstens 16 jaar, dan bedraagt de maximumduur van de voltijdse loopbaanonderbreking evenwel 24 maanden, en van de deeltijdse loopbaanonderbreking 48 maanden. 2. De loopbaanonderbreking voor de bijstand aan of de verzorging van een zwaar ziek gezinsof familielid kan worden genomen in al dan niet opeenvolgende perioden van minimaal één en maximaal drie maanden. De ambtenaar kan bij elke nieuwe periode van loopbaanonderbreking voor de bijstand aan of de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid veranderen van opnamevorm, overeenkomstig het principe dat één maand voltijdse loopbaanonderbreking gelijkstaat met twee maanden deeltijdse loopbaanonderbreking. Het equivalent van, naargelang van het geval, 12 of 24 maanden voltijdse loopbaanonderbreking, mag evenwel niet worden overschreden. 4

In afwijking van het eerste lid kan de ambtenaar voor de bijstand of de verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, voltijdse loopbaanonderbreking opnemen met één week, eventueel verlengbaar met één week. Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder een zware ziekte verstaan: elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is. De volgende ambtenaren kunnen gebruik maken van de in het tweede lid vermelde opnamemogelijkheid: 1 de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke kind en ermee samenwoont; 2 de ambtenaar die samenwoont met het zwaar zieke kind en belast is met de dagelijkse opvoeding. Wanneer de in het vierde lid vermelde ambtenaren geen gebruik kunnen maken van de in het tweede lid vermelde opnamemogelijkheid, kunnen de volgende ambtenaren hiervan gebruik maken: 1 de ambtenaar die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke kind en er niet mee samenwoont; 2 een familielid van het zwaar zieke kind tot de tweede graad, wanneer de ambtenaar sub 1 in de onmogelijkheid verkeert dit verlof op te nemen. De ambtenaar die de verlengingsmogelijkheid vermeld in het tweede lid heeft uitgeput, kan zijn voltijds medisch bijstandsverlof nog uitbreiden tot één maand door ook voor de tussenliggende periode voltijds medisch bijstandsverlof te nemen. De onderbreking begint de eerste dag van de tweede maand volgend op de aanvraag, tenzij de leidend ambtenaar op verzoek van de betrokkene een kortere termijn aanvaardt. 3. Het equivalent van de 12 of 24 maanden voltijdse loopbaanonderbreking wordt verminderd met de duur van de voltijdse en deeltijdse loopbaanonderbrekingen die de ambtenaar in om het even welke hoedanigheid bij dezelfde of een andere werkgever voor dezelfde patiënt heeft genoten. 4. Het contractuele personeelslid heeft recht op loopbaanonderbreking voor bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid volgens de regeling die geldt voor de ambtenaar. Om dit recht onder de vorm van halftijdse loopbaanonderbreking te kunnen uitoefenen, moet het contractuele personeelslid evenwel minstens met drievierden prestaties zijn tewerkgesteld. Loopbaanonderbreking voor bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid wordt niet meegeteld voor de berekening van het zorgkrediet vermeld onder artikel XI 43. Artikel XI 49bis 1. Elke ambtenaar heeft recht op loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof waarvan de duur: 1 in geval van voltijdse loopbaanonderbreking vier maanden per kind bedraagt, op te nemen in periodes van één maand of een veelvoud daarvan; 2 in geval van halftijdse loopbaanonderbreking, acht maanden per kind bedraagt, op te nemen in periodes van twee maanden of een veelvoud daarvan; 5

3 in geval van 1/5 loopbaanonderbreking, twintig maanden per kind bedraagt, op te nemen in periodes van vijf maanden of een veelvoud daarvan. 2. De ambtenaar heeft de mogelijkheid om bij ouderschapsverlof in de vorm van loopbaanonderbreking te veranderen van opnamevorm. Het reeds opgenomen ouderschapsverlof wordt in dat geval aangerekend overeenkomstig het principe dat één maand voltijdse loopbaanonderbreking gelijkstaat aan twee maanden halftijdse loopbaanonderbreking en aan vijf maanden 1/5 loopbaanonderbreking. 3. De mannelijke ambtenaar heeft alleen recht op ouderschapsverlof in de vorm van loopbaanonderbreking als de afstamming van het kind in zijnen hoofde vaststaat, of als het gaat om een kind dat door hem werd geadopteerd. 4. De ambtenaar heeft recht op ouderschapsverlof: 1 naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind twaalf jaar wordt; 2 in het kader van de adoptie van een kind, gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn verblijfplaats heeft, en dit uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt. Aan de voorwaarde van de twaalfde verjaardag moet zijn voldaan uiterlijk gedurende de periode van het ouderschapsverlof. De leeftijdsgrens van 12 jaar wordt verhoogd tot 21 jaar wanneer het kind voor ten minste 66% getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in de pijler I van de medisch - sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag. 5. Het contractuele personeelslid heeft recht op loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof volgens de regeling die geldt voor de ambtenaar. Om dit recht onder de vorm van halftijdse loopbaanonderbreking te kunnen uitoefenen, moet het contractuele personeelslid evenwel minstens met drievierden prestaties zijn tewerkgesteld. Om het recht op ouderschapsverlof in de vorm van 1/5 loopbaanonderbreking te kunnen uitoefenen, moet het contractuele personeelslid voltijds zijn tewerkgesteld. 6. Het ouderschapsverlof onder de vorm van loopbaanonderbreking telt niet mee voor de berekening van het zorgkrediet vermeld onder artikel XI 43. Artikel XI 49ter Het personeelslid met verlof voor loopbaanonderbreking als gevolg van een federaal zorgverlof krijgt een onderbrekingsuitkering overeenkomstig de federale bepalingen. Indien aan het personeelslid onderbrekingsuitkeringen worden geweigerd als gevolg van een beslissing van de directeur van het werkloosheidsbureau bevoegd voor zijn verblijfplaats, of wanneer hij afziet van deze uitkeringen, wordt de loopbaanonderbreking omgezet in nonactiviteit behalve voor de uitzonderingen bepaald door de federale overheid. Artikel 49quater De vervanging van het personeelslid in loopbaanonderbreking vindt plaats overeenkomstig de federale bepalingen. 6

Hoofdstuk 3. Gemeenschappelijke bepalingen Artikel XI 49quinquies 1. Het personeelslid dat zijn beroepsloopbaan wenst te onderbreken dient een aanvraag in bij de leidend ambtenaar. 2. De aanvraag gebeurt schriftelijk minstens drie maanden vóór de aanvang van de onderbreking, tenzij de leidend ambtenaar op verzoek van de betrokkene een kortere termijn aanvaardt. Onverminderd de artikelen XI 48 en XI 49, dient de loopbaanonderbreking steeds in te gaan bij het begin van de maand behalve indien zij aansluit bij een periode van bevallingsverlof, of bij andersluidende bepaling opgenomen in de hoofdstukken 1 en 2. Artikel XI 49sexies Met een opzegging van twee maanden via een aangetekende brief gericht aan de leidend ambtenaar kan het personeelslid dat zijn loopbaan onderbroken heeft in het kader van het Vlaams zorgkrediet of het federaal zorgverlof zijn ambt opnieuw opnemen nog voordat de periode van onderbreking van zijn beroepsloopbaan verlopen is. Artikel 2 Artikel II 43, 1 van het collegebesluit nr. 94/268 van 20 oktober 1994 houdende organisatie van de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de regeling van de rechtspositie van het personeel wordt gewijzigd door wat volgt: 1. De mandaathouder kan, benevens de regeling met betrekking tot het jaarlijks verlof en de feestdagen, opgenomen in titel II van deel XI, enkel genieten van volgende langdurige verloven: - bevallingsverlof; - loopbaanonderbreking in het kader van het Vlaams zorgkrediet; - loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof; - verlof wegens ziekte of arbeidsongeval. De mandaathouder oefent zijn taak voltijds uit. Artikel 3 Artikel XIV 36 van het collegebesluit nr. 94/268 van 20 oktober 1994 houdende organisatie van de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de regeling van de rechtspositie van het personeel wordt opgeheven. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking met ingang van 2 september 2016. De collegeleden, Bianca DEBAETS Pascal SMET Guy VANHENGEL 7