33011/255/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Vergelijkbare documenten
34042/114/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Dossiernummer 7C/37011/17/2/M/1

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /RP/si

MLAV1/ /MV/bd

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

37007/21/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

Gelet op het M.B. d.d waarbij in beroep het besluit d.d van de Bestendige Deputatie wordt bevestigd;

Dossiernummer 7C/31005/80/3/M/3

Dossiernummer 7C/32030/129/1/M/1

34042/84/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

38025/88/1/A/4. De deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

Dossiernummer 7C/36019/48/2/M/8

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

MLVER/ /PAG/sdv

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

p r o v i n De deputatie van de provincie Limburg

MLAV1/ /RP/bd

MLAV1/ /RTH/vive

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

31022/22/1/A/6. De deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

35006/166/2/A/2. De deputatie van de Provincieraad,

33021/21/2/A/4. De deputatie van de Provincieraad,

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie;

32030/129/1/A/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

Besluit van de Deputatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Afdeling Sectie Perceelnummer IZEGEM 2 AFD (EMELGEM) D 961/L

MLVER/ /RTH/AG/sdv

Dossiernummer 34022/4/1/M/4

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV! !1000

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

Besluit van de Deputatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 14 augustus 2015

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Besluit van de deputatie van de Provincieraad, houdende vergunning aan N.V. VOEDERS OSTYN voor het veranderen van een inrichting gelegen te ROESELARE.

31005/80/3/W/2. De deputatie van de Provincieraad,

34027/22/2/A/3. De deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/ /1004

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

38002/26/3/A/2. De deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Dossiernummer 7C/31005/447/1/M/2

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

MLAV1/ /FL/DL

MLAV1/ /MV/pn.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Omgevingsvergunning - meldingsakte

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

37012/68/2/A/4. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

38014/31/2/A/3. De deputatie van de Provincieraad,

36019/48/2/A/3. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 december 2016

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

De melding ingediend door Herbosch Kiere, Sint-Jansweg 7, 9130 Beveren, werd per beveiligde zending verzonden op 4 augustus 2017.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Dossiernummer 34027/59/2/M/2

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

De melding heeft betrekking op een terrein gelegen te Hofmeierlaan Brugge, kadastraal gekend in BRUGGE 18 AFD/DEEL ST-KRUIS, sectie B, 0279H

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

Transcriptie:

33011/255/1/A/2 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende gedeeltelijk vergunning aan De heer DESMET WALTER voor het verder exploiteren en veranderen van een inrichting gelegen te IEPER. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, van 12 december 1990, van 21 december 1990, van 22 december 1993, van 21 december 1994, van 8 juli 1996, van 21 oktober 1997, van 11 mei 1999, van 18 mei 1999, van 9 maart 2001, van 21 december 2001, van 18 december 2002, van 16 januari 2004, van 6 februari 2004, van 26 maart 2004 en van 22 april 2005; Gelet op het besluit d.d. 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 27 februari 1992, bij besluit van 28 oktober 1992, bij besluit van 27 april 1994, bij besluit van 1 juni 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 22 oktober 1996, bij besluit van 12 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 29 september 2000, bij besluiten van 20 april 2001, besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 7 september 2001, bij besluit van 5 oktober 2001 en bij besluit van 31 mei 2002, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004 het besluit van 5 december 2003, het besluit van 14 mei 2004, het besluit van 14 juli 2004, bij besluit van 23 april 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 29 april 2005 en bij besluit van 3 juni 2005 en het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad d.d. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit 17 juli 2000, bij besluit 13 oktober 2000, bij besluit 19 januari 2001, bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003, bij besluit van 21 maart 2003, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004, het besluit van 2 april 2004, het besluit van 26 maart 2004, het besluit van 23 april 2004, bij besluit van 14 mei 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 7 januari 2005, bij besluit van 22 juli 2005 en bij besluit van 27 januari 2006. Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Gelet op het besluit d.d. 09/06/1977 van het CBS waarbij akte verleend wordt voor 50 runderen en pluimvee (10.000-20.000) voor een termijn tot 09/06/2007; Gelet op het besluit d.d. 02/07/1987 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het uitbreiden met 20.400 kippen, 5800 l propaangas voor een termijn tot 09/06/2007 (kippenhokken niet gebouwd, vergunning vervallen); Gelet op het besluit d.d. 24/08/1989 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het uitbreiden met 25.000 kippen voor een termijn tot 09/06/2007; Gelet op het besluit d.d. 20/02/1992 van de Bestendige Deputatie waarbij akte verleend wordt voor 70 runderen, 560 m3 mest voor een termijn tot 01/09/2011; 1

Gelet op het besluit d.d. 26/10/1994 van het CBS waarbij de vergunning verleend wordt voor grondwaterwinning 15 m3/d en 4000 m3/j in het landeniaan voor een termijn tot 26/10/2014; Gelet op het besluit d.d. 19/01/1995 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het uitbreiden tot 59.900 mestkippen, 70 runderen, 560 m3 mest, 5800 l propaangas, 45 ton veevoeder, 1000 l mazout, 5000 l petroleum, lozen HA, opslag 35 m3 gierwater voor een termijn tot 09/06/2007; Gelet op het besluit d.d. 10/06/1999 van de Bestendige Deputatie waarbij akte verleend wordt voor het verplaatsen van 3900 mestkippen, verminderen met 4800 l propaangas voor een termijn tot 09/06/2007 en waarbij geen akte verleend wordt voor het uitbreiden met 8000 l petroleum; Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid art. 33 ter en de bijhorende uitvoeringsbesluiten (inzonderheid besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2005 Besluit tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2001 tot uitvoering van artikel 33 ter van het mestdecreet); Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 19/12/2005, ingediend door De heer DESMET WALTER, wonende te Kasteelhoekstraat 14 8902 Hollebeke, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting gelegen te Kasteelhoekstraat 14 te Hollebeke (Ieper), kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0064/Y IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/M IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/N IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/P IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/R IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/S IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/V IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/W met als voorwerp : - verder exploiteren van een kippenfokkerij met 59.900 slachtkippen, 595 m3 mest, 1000 l propaangas, 45 ton veevoeder, 1000 l mazout, 5000 l petroleum, lozen HA 120 m3/j - uitbreiden met 6413 slachtkippen, 10 m3 mest, 8000 l petroleum, 1 verdeelslang, 6 stookinstallaties 480 kw - verminderen met 70 runderen tot een totale capaciteit van 66.313 slachtkippen, 595 m3 mest, 1000 l propaangas, 45 ton veevoeder, 1000 l mazout + 1 verdeelslang, 13.000 l petroleum, lozen HA 120 m3/j, stookinstallaties 480 kw, grondwaterwinning 15 m3/d en 4000 m3/j in het landeniaan 2

Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X 3.2 Afvalwater en koelwater: het lozen van niet in de rubrieken 3.3 en 3.6 begrepen huishoudelijk afvalwater: (Totale eenheden: 120 kubieke meter per jaar) 9.3.1.c.2 9.3.1.d Gevogelte: stal voor pluimvee en/of niet onder rubr. 9.2.2.f en 9.3.2. begr. gevogelte, incl. de installaties voor dierlijk afval eigen aan de inr.: in een agrarisch gebied: voor meer dan 20.000 st. pluimvee of gevogelte ouder dan 1 week (Totale eenheden: 66313 Stuks (aantal)) Gevogelte: stal voor pluimvee en/of niet onder rubrieken 9.2.2.f en 9.3.2. begrepen gevogelte, incl. de installaties voor dierlijk afval eigen a/d inr.: in een ander gebied dan deze vermeld onder b) of c): intensieve pluimveehouderij > 40.000 plaatsen (Totale eenheden: 66313 Stuks (aantal)) 16.8.1 Gassen: opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten tot en met 3.000 l (Totale eenheden: 1000 liter) 17.3.5.2 Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen, met uitzondering van deze bedoeld in rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van: meer dan 5.000 l tem 100.000 l (Totale eenheden: 13000 liter) 1 A A L R 0 N 1 A L L R 0 N X 2 0 3

17.3.6.1.b Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: 100 l tem 20.000 l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: 1000 liter) 17.3.9.1 Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): inricht. voor de verdeling vd in 17.3.6.1 bedoel. vloeistoffen met max. 1 verdeelslang (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) 28.2.c.1 Mest of meststoffen: opslagplaats van dierlijke mest in een agrarisch gebied: van 10 m3 tot en met 5.000 m3 (Totale eenheden: 605 kubieke meter) 43.1.2 Verbrandingsinrichtingen: verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproduktie (stookinstallaties e.d.) met een totaal warmtevermogen van: meer dan 500 kw tot en met 5.000 kw (Totale eenheden: 480 kilo watt) 2 0 Rubriek Product Hoeveelheid 3.2 huishoudelijk afvalwater 120 kubieke meter per jaar 9.3.1.c.2 kippen 66313 Stuks (aantal) 9.3.1.d kippen 66313 Stuks (aantal) 16.8.1 propaan 1000 liter 17.3.5.2 petroleum 13000 liter 17.3.6.1.b mazout 1000 liter 17.3.9.1 verdeelslangen 1 Stuks (aantal) 28.2.c.1 dierlijke mest 605 kubieke meter 43.1.2 stookinstallaties Opslag: 6 van 80 kilo watt 480 kilo watt 4

Een kippenfokkerij Hernieuwing lozing van huishoudelijk afvalwater 120 m³/jaar in oppervlaktewater Hernieuwing gemengde veeteeltinrichting, vergund voor 59.900 vleeskippen en 70 runderen en omvorming van 70 runderen naar 6413 vleeskippen op te komen tot een totaal van 66.313 vleeskippen (bouw van een nieuwe kippenstal ter vervanging van een oude kleinere kippenstal) Hernieuwing propaangastank 1000 l Hernieuwing 5000 l petroleumopslag en uitbreiding met 8000 l (totaal 13.000 l) Hernieuwing mazouttank 1000 l Uitbreiding met een brandstofverdeelslang mazout Hernieuwing 595 m³ mestopslag en uitbreiding met 10 m³ (totaal 605 m³) Uitbreiding met 6 stookinstallaties van 80 kw (totaal 480 kw) om te komen tot : lozing van huishoudelijk afvalwater 120 m³/jaar in oppervlaktewater stallen voor het houden van max. 66.313 vleeskippen propaangastank 1000 l 13.000 l petroleumopslag Hernieuwing mazouttank 1000 l een brandstofverdeelslang mazout 605 m³ mestopslag 6 stookinstallaties van 80 kw (totaal 480 kw) grondwaterwinning max. 15 m³/dag en 4000 m³/jaar (blijft vergund tot 25/10/2014) Gelet op het feit dat op datum van 22/12/2005 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen dd. 11/02/2006 waaruit blijkt dat geen schriftelijke en mondelingen bezwaren en opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies dd. 6/02/2006 van het College van Burgemeester en Schepenen mits volgende bijzondere voorwaarden : - het aanbrengen van een dicht streekeigen groenscherm rondom de stallen - het aantal waarderingspunten voor de nieuwe stal bedraagt minimaal 151 - de mest wordt na elke opfokronde onmiddellijk afgevoerd Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; Gelet op het gunstig advies dd. 30/01/2006 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de afdeling ROHM van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en infrastruktuur; Gelet op het ongunstig advies dd. 20/02/2006 van de Vlaamse Landmaatschappij; Gelet op het gedeeltelijk gunstig advies dd. 10/03/2006 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie 5

Gelet op de ligging van de inrichting in een landschappelijk waardevol agrarisch gebied van het gewestplan Ieper-Poperinge (d.d. 14/08/1979) waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : "de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen". Overwegende dat (motivering vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten) gesteld kan worden dat de verandering/verdere exploitatie van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; De exploitant vraagt een vroegtijdige hernieuwing van de globale vergunning in functie van de investering die gepaard gaat met de bouw van een nieuwe kippenstal. De lopende vergunning komt overigens te vervallen op 9/6/2007. Hiervoor wordt een beroep gedaan op de bepalingen van artikel 18, 3 van het milieuvergunningendecreet. Op 10/6/1999 werd akte verleend voor het verplaatsen van 3900 vleeskippen. Deze verplaatsing werd niet doorgevoerd zoals in de melding vermeld werd. Stal 6 (rundveestal) op het uitvoeringsplan was op het uitvoeringsplan horende bij de aktename 10/6/1999 niet opgenomen. Deze stal wordt sedert 1999 gebruikt als kippenstal. De 3900 vleeskippen werden naar deze stal verplaatst. Deze regularisatie is aanvaardbaar gelet op art. 33 ter 1,1 c 7) van het mestdecreet: de regularisatie van de verandering van een veeteeltinrichting, waarvan de milieuvergunning omwille van de verplaatsing van de standplaatsen binnen de veeteeltinrichting geheel of gedeeltelijk van rechtswege vervallen is ingevolge van artikel 28 van het milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985. De regularisatie is beperkt tot de in de oorspronkelijke milieuvergunning vergunde mestproductie. Er is een vergunde mestproductie van 42.264 kg N en 19.003 kg P2O5, overeenkomstig de mestproductie van 59.900 slachtkuikens, 70 runderen (17 < 1j, 16 van 1-2j, 37 andere). De exploitant deelt zijn 70 runderen als volgt in 30 ru van 1-2 jaar en 40 melkkoeien. De vergunde mestproductie wordt bepaald op basis van de aangegeven standplaatsen van de laatste mestbankaangiftes (aanslagjaar 2003, 2004 en 2005) en verhoudingsgewijs berekend kan het rundvee als volgt ingedeeld worden; 17 runderen <1 jaar, 16 runderen tussen 1 en 2 jaar en 37 andere runderen. De opgegeven indeling wordt niet aanvaard. 6

De gewenste vergunde mestproductie bedraagt 41.114 kg N en 19.231 kg P2O5, overeenkomstig de mestproductie van 66.313 slachtkuikens. Er is dus een stijging van de vergunde mestproductie. Het aantal dieren dient beperkt te worden tot een mestproductie van 42.264 kg N en 19.003 kg P2O5. Er kan een vergunning verleend worden voor 65.527 slachtkuikens. De mestproductie bedraagt dan 40.627 kg N en 19.003 kg P2O5. De exploitant heeft zich hiermee akkoord verklaard op de provinciale milieuvergunningscommissie. Met een fax d.d. 06/04/2006 heeft de exploitant aangetoond dat het plan op zich niet verandert, enkel het aantal vleeskippen per stal wordt aangepast. De inrichting is een bestaande veeteeltinrichting. De laatste drie kalenderjaren werd voldaan aan de aangifteplicht van het mestdecreet. In het verleden werd de opgegeven mestproductie afgezet conform de bepalingen van het mestdecreet. De aanvrager is dezelfde natuurlijke persoon als degene die bij de mestbank gekend is als producent. De inrichting is gelegen op meer dan 400 m van hindergevoelige gebieden. In de nabije omgeving van de stallen en/of mestopslagplaatsen bevindt zich volgende vreemde bewoning: ten westen op circa 140 m een vreemde woning en op circa 100 m ten noordoosten een andere landbouwbedrijf. Er zijn geen aanwijzingen dat er abnormale geurhinder zou zijn voor de omgeving, gelet op het feit dat er geen bezwaren werden ingediend. Dit blijkt ook niet uit het onderzoek van de aanvraag; er is bijgevolg geen abnormale geurhinder te verwachten. De inrichting ligt op circa 500 m van een Natura 2000 gebied Westvlaams Heuvelland. Er werd advies gevraagd aan afdeling Natuur. Er werd geen advies ontvangen. Het betreft eerder een beperkte uitbreiding van vleeskippen en de runderen worden verwijderd. De nieuwe stal wordt geplaatst ter vervanging van de bestaande. De aanvraag bevat geen elementen die de natuur in het gedrang brengt. Er is reeds een groenscherm aanwezig. Voor de nieuwe stal dient de bouwvergunning nog verleend te worden. Er wordt een nieuwe kippenstal gebouwd. Voor deze dierencategorie (slachtkippen) is het nog toegestaan dat nog een traditionele stal gebouwd wordt. Op de lijst van toegelaten systemen voor ammoniakemissiereductie uit varkens- en pluimveestallen (MB d.d. 19 maart 2004, BS 14/10/2004) zijn voorlopig geen toepassingen omtrent stallen voor slachtkippen opgenomen. Het is toch aangewezen dat bij bouwen van de nieuwe stal reeds maximaal rekening wordt gehouden met de bestaande technieken voor ammoniakemissiebeperking. Er kan verwacht worden dat in de toekomst alle stallen in Vlaanderen ammoniakemissiearm dienen te zijn. Er dient opgemerkt te worden dat indien een stal grondig verbouwd wordt, [dit is vooral wanneer de verbouwingen zodanig uitgebreid zijn dat alle technische of constructieve elementen van de stal die een invloed hebben op de ammoniakemissie (vloeren, roosters, mestkelders, mestafvoersystemen,..) dienen vervangen te worden om de verbouwingswerken te kunnen uitvoeren], deze verbouwing conform de omzendbrief ammoniakemissiearm dient uitgevoerd te worden. De omzendbrief wijst er op dat verbouwingen, wijzigingen, veranderingen aan een stal (m.a.w. wanneer er een wijziging van uitbating plaats heeft) best het voorwerp uitmaken van een vergunningsaanvraag of een mededeling van een kleine verandering. Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties en wordt geloosd via een septische put. De exploitant dient de nodige maatregelen te treffen opdat voldaan zou zijn aan de van toepassing zijnde voorwaarden voor het lozen van HA in oppervlaktewater. 7

De grondwaterwinning maakt geen deel uit van deze aanvraag en blijft vergund tot 26/10/2014. Overwegende dat het gunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen luidende als volgt : gunstig mits volgende bijzondere voorwaarden : - het aanbrengen van een dicht streekeigen groenscherm rondom de stallen - het aantal waarderingspunten voor de nieuwe stal bedraagt minimaal 151 - de mest wordt na elke opfokronde onmiddellijk afgevoerd niet kan in aanmerking genomen worden voor wat betreft het uitbreiden met 786 slachtkippen en wordt weerlegd door bovenvermelde overwegingen; Overwegende dat het gunstig advies van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur, luidende als volgt : gunstig voor 20 jaar niet kan in aanmerking genomen worden voor wat betreft het uitbreiden met 786 slachtkippen en wordt weerlegd door bovenvermelde overwegingen; Overwegende dat het ongunstig advies van de Vlaamse Landmaatschappij, luidende als volgt : er wordt niet voldaan aan alle criteria van het mestdecreet aangezien de aanvraag een stijging van de vergunde mestproductie beoogt niet kan in aanmerking worden genomen voor wat betreft het samenvoegen tot 65.527 slachtkippen en wordt weerlegd door bovenvermelde overwegingen; Overwegende dat de elementen aangebracht door de aanvrager, gehoord door de Provinciale Milieuvergunningscommissie als volgt kunnen weergegeven worden: er wordt een nieuwe kippenstal gebouwd; het rundvee wordt afgebouwd; de oude stal zal afgebroken worden; rekening houdende met de EG-richtlijn is er een normale bezetting van 20 kippen/m2; de bouwvergunning is nog niet aangevraagd; er is reeds een groenscherm; er komt een mestopslag in een overdekte loods; de mest gaat momenteel naar Frankrijk; voor de indeling van de runderen heeft men zich gebaseerd op de bezetting van de laatste jaren; de VLM rekent met de plaatsen; we gaan hiermee akkoord; 65.527 slachtkuikens is het nieuwe aantal dieren; Overwegende dat deze elementen niets afdoen aan de hierboven vermelde overwegingen en vaststellingen; Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico s voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting; Dat het daarom noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten; dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden; dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage; 8

Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering/verdere exploitatie, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt, behalve voor wat betreft het uitbreiden met 786 slachtkippen; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning gedeeltelijk toe te staan; Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Jan Durnez, gegeven in zitting van heden; Artikel 1 BESLUIT 1. Aan De heer DESMET WALTER, wonende te Kasteelhoekstraat 14 8902 Hollebeke wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend, om een inrichting gelegen te Kasteelhoekstraat 14 te Hollebeke (Ieper), kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0064/Y IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/M IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/N IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/P IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/R IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/S IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/V IEPER 15 AFD (HOLLEBEKE) B 0065/W met als voorwerp : - verder exploiteren van een kippenfokkerij met 59.900 slachtkippen, 595 m3 mest, 1000 l propaangas, 45 ton veevoeder, 1000 l mazout, 5000 l petroleum, lozen HA 120 m3/j - uitbreiden met 5627 slachtkippen, 10 m3 mest, 8000 l petroleum, 1 verdeelslang, 6 stookinstallaties 480 kw - verminderen met 70 runderen tot een totale capaciteit van 65.527 slachtkippen, 595 m3 mest, 1000 l propaangas, 45 ton veevoeder, 1000 l mazout + 1 verdeelslang, 13.000 l petroleum, lozen HA 120 m3/j, stookinstallaties 480 kw, grondwaterwinning 15 m3/d en 4000 m3/j in het landeniaan Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X 3.2 Afvalwater en koelwater: het lozen van niet in de rubrieken 3.3 en 3.6 begrepen huishoudelijk afvalwater: (Totale eenheden: 120 kubieke meter per jaar) 9

9.3.1.c.2 9.3.1.d Gevogelte: stal voor pluimvee en/of niet onder rubr. 9.2.2.f en 9.3.2. begr. gevogelte, incl. de installaties voor dierlijk afval eigen aan de inr.: in een agrarisch gebied: voor meer dan 20.000 st. pluimvee of gevogelte ouder dan 1 week (Totale eenheden: 65.527 Stuks (aantal)) Gevogelte: stal voor pluimvee en/of niet onder rubrieken 9.2.2.f en 9.3.2. begrepen gevogelte, incl. de installaties voor dierlijk afval eigen a/d inr.: in een ander gebied dan deze vermeld onder b) of c): intensieve pluimveehouderij > 40.000 plaatsen (Totale eenheden: 65.527 Stuks (aantal)) 16.8.1 Gassen: opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten tot en met 3.000 l (Totale eenheden: 1000 liter) 17.3.5.2 Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen, met uitzondering van deze bedoeld in rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van: meer dan 5.000 l tem 100.000 l (Totale eenheden: 13000 liter) 17.3.6.1.b Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: 100 l tem 20.000 l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: 1000 liter) 1 A A L R 0 N 1 A L L R 0 N X 2 0 10

17.3.9.1 Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): inricht. voor de verdeling vd in 17.3.6.1 bedoel. vloeistoffen met max. 1 verdeelslang (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) 28.2.c.1 Mest of meststoffen: opslagplaats van dierlijke mest in een agrarisch gebied: van 10 m3 tot en met 5.000 m3 (Totale eenheden: 605 kubieke meter) 43.1.2 Verbrandingsinrichtingen: verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproduktie (stookinstallaties e.d.) met een totaal warmtevermogen van: meer dan 500 kw tot en met 5.000 kw (Totale eenheden: 480 kilo watt) 2 0 Rubriek Product Hoeveelheid 3.2 huishoudelijk afvalwater 120 kubieke meter per jaar 9.3.1.c.2 kippen 65.527 Stuks (aantal) 9.3.1.d kippen 65.527 Stuks (aantal) 16.8.1 propaan 1000 liter 17.3.5.2 petroleum 13000 liter 17.3.6.1.b mazout 1000 liter 17.3.9.1 verdeelslangen 1 Stuks (aantal) 28.2.c.1 dierlijke mest 605 kubieke meter 43.1.2 stookinstallaties Opslag: 6 van 80 kilo watt 480 kilo watt Een kippenfokkerij Hernieuwing lozing van huishoudelijk afvalwater 120 m³/jaar in oppervlaktewater Hernieuwing gemengde veeteeltinrichting, vergund voor 59.900 vleeskippen en 70 runderen en omvorming van 70 runderen naar 5627 vleeskippen op te komen tot een totaal van 65.527 vleeskippen (bouw van een nieuwe kippenstal ter vervanging van een oude kleinere kippenstal) Hernieuwing propaangastank 1000 l Hernieuwing 5000 l petroleumopslag en uitbreiding met 8000 l (totaal 13.000 l) Hernieuwing mazouttank 1000 l Uitbreiding met een brandstofverdeelslang mazout Hernieuwing 595 m³ mestopslag en uitbreiding met 10 m³ (totaal 605 m³) Uitbreiding met 6 stookinstallaties van 80 kw (totaal 480 kw) 11

om te komen tot : lozing van huishoudelijk afvalwater 120 m³/jaar in oppervlaktewater stallen voor het houden van max. 65.527 vleeskippen propaangastank 1000 l 13.000 l petroleumopslag Hernieuwing mazouttank 1000 l een brandstofverdeelslang mazout 605 m³ mestopslag 6 stookinstallaties van 80 kw (totaal 480 kw) grondwaterwinning max. 15 m³/dag en 4000 m³/jaar (blijft vergund tot 25/10/2014) 2. De vergunning wordt geweigerd wat betreft het volgende onderdeel : het uitbreiden met 786 slachtkippen Het besluit van de Bestendige Deputatie d.d. 20/2/1992 wordt opgeheven bij het definitief worden van deze vergunning. Artikel 2 1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting dient in gebruik genomen binnen een termijn van 1095 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum bepaald in artikel 3,1. 2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, een bouwvergunning nodig is, wordt onderhavige milieuvergunning geschorst, zolang de bouwvergunning niet is verleend. In afwijking van het bepaalde 1 wordt de aanvangsdatum van de milieuvergunning in dat geval verdaagd tot de dag dat deze bouwvergunning definitief is verworven. 3. Wordt de in 2 bedoelde bouwvergunning geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de bouwvergunning in laatste aanleg. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn van 20 jaar 1. die aanvangt op behoudens wanneer : a) onderhavige milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning, vereist krachtens artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, op datum van onderhavige milieuvergunning niet definitief is verleend; de exploitant dient de datum waarop de bouwvergunning werd verleend bij ter post aangetekend schrijven mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend; b) onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 3 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 12

2. die eindigt op behoudens wanneer : - de inrichting overeenkomstig het bepaalde in sub 1. a), later werd in gebruik genomen; in dat geval wordt de einddatum van onderhavige vergunning met een termijn overeenstemmend met deze latere ingebruikname naar later verschoven, behalve wanneer de einddatum samenvalt met de eerder verleende lopende vergunning(en). de grondwaterwinning 15 m3/d en 4000 m3/j in het landeniaan blijft vergund tot 26/10/2014 Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : De algemene en sectorale voorwaarden voor nieuwe/bestaande inrichtingen van titel II van het Vlarem. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectorale bepalingen uit titel II van het Vlarem (waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn) : V01: Algemene milieuvoorwaarden - algemeen: Hoofdstuk 4.1 en bijlage 4.1.8 V02: Algemene milieuvoorwaarden - geluid: Hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6 V03: Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater: Hoofdstuk 4.2 en bijlagen 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4 V04: Algemene milieuvoorwaarden - grond- en bodemwater: Hoofdstuk 4.3 en bijlage 4.2.5.1 V05: algemene milieuvoorwaarden - lucht: Hoofdstuk 4.4. en bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4 en 4.4.5 V32: Dieren: Hoofdstuk 5.9 en bijlage 5.9 V38: Gassen - algemeen: Afdeling 5.16.1 V45: Gassen - opslag in vaste reservoirs voor samengeperste vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen: Afdeling 5.16.6 en bijlagen 5.16.3, 5.16.4 V46: Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders: Afdelingen 5.17.1, 5.17.2 en 5.17.3 en bijlagen 5.17.1, 5.17.2, 5.17.3, 5.17.4, 5.17.5, 5.17.6 en 5.17.7 V57: Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen: Afdeling 5.17.5 V61: Luchtverontreiniging - thermische centrales, stookinstallaties en verbrandingsovens:hoofdstuk 5.43 13

Dit doet niets af van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad dd. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit van 17 juli 2000, bij besluit van 13 oktober 2000, bij besluit van 19 januari 2001 bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003, bij besluit van 21 maart 2003, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004, het besluit van 2 april 2004, bij besluit van 26 maart 2004 en bij besluit van 23 april 2004, bij besluit van 14 mei 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 7 januari 2005, bij besluit van 22 juli 2005 en bij besluit van 27 januari 2006. In het geval van verandering (uitbreiding) van een lopende vergunning gelden voor de tot op heden nog niet vergunde inrichtingen in principe steeds de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van titel II van het Vlarem (met uitzondering van de inplantingsregels indien vergroting minder dan 100 % bedraagt), en dit voor zover de sectorale voorwaarden geen afwijkende regeling bevatten. De in de vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht. Artikel 5 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III bis van titel I van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient voor de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunning verleende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Brugge, de 13/04/2006 Waren aanwezig: de HH. Paul BREYNE, Gouverneur-voorzitter; de Heer Jan DURNEZ, de heer Patrick VAN GHELUWE, de heer Gabriël KINDT, de heer Dirk DE FAUW, de heer Gunter PERTRY, mevrouw Marleen TITECA-DECRAENE, leden; de Heer Hilaire OST, Provinciegriffier De provinciegriffier, De voorzitter, Hilaire Ost Paul Breyne Gouverneur 14

AANDACHT! Ingevolge de koppeling van de bouw- aan de milieuvergunning vervalt de krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, verleende bouwvergunning in geval onderhavige milieuvergunning in beroep zou worden geweigerd, op de dag van de definitieve weigering van de milieuvergunning. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 30 kalenderdagen na verzending (voor de exploitant en de betrokken adviesinstanties en besturen) of aanplakking (derden) bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van AMINAL (Afdeling Milieuvergunningen, Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert IIlaan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking en een bewijs van betaling van de verschuldigde dossiertaks gevoegd te worden. 15