ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBOVE:2015:1985

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

ECLI:NL:RBALK:2003:AI0650

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

ECLI:NL:RBMNE:2016:978

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:RBBRE:2009:BK1693

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:RBBRE:2008:BC7819

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBHAA:2011:BP8672

ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBOVE:2014:6970

ECLI:NL:RBROT:2017:3298

ECLI:NL:RBMNE:2016:7721

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407


Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

LJN: BX2217, Rechtbank Almelo, 08/ Print uitspraak. Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694

Transcriptie:

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02/628386-08 [P] Strafrecht Eerste aanleg - meervoudig Het vertonen van een geslachtsdeel via een computer en een webcamverbinding valt onder de delictsomschrijving van artikel 240a van het wetboek van strafrecht, nu met deze technische hulpmiddelen de realiteit wordt afgebeeld. De bedoeling van de wetgever is geweest personen beneden de leeftijd van 16 jaar te beschermen tegen ongewenste beïnvloeding die het gevolg kan zijn van de confrontatie met dergelijke beelden. De wil van de betrokken jeugdige is daarbij niet van belang. Zoals bekend maken met name jeugdige personen veelvuldig gebruik van chatsites en webcamverbindingen. Uitgaand van de bedoeling van de wetgever is een restrictieve uitleg van dit artikel naar het oordeel van de rechtbank niet voor de hand liggend." Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJFS 2009, 106 Uitspraak RECHTBANK BREDA Sector strafrecht parketnummer: 02/628386-08 [P] vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 maart 2009 in de strafzaak tegen [verdachte], geboren op [datum] 1972 te [geboorteplaats] (Turkije), wonende te [adres] raadsman mr. Verstijnen, advocaat te Veghel. 1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 19 februari 2009, waarbij de officier van justitie, mr. Reinders, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. 2 De tenlastelegging De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte: primair: aan vier meisjes, beneden de 16 jaar, via de webcam zijn geslachtsdeel heeft getoond en daarbij zich heeft afgetrokken en/of een seks/pornofilm heeft getoond. subsidiair: in zijn woning via de webcam aan vier meisjes zijn geslachtsdeel heeft getoond en zich heeft afgetrokken, terwijl dit tegen hun wil gebeurde. 3 De voorvragen De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging. 4 De beoordeling van het bewijs 4.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft gepleegd en zij baseert zich daarbij op de verklaringen van de aangeefsters en de bekennende verklaringen van verdachte. 4.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. Volgens de raadsman is er geen sprake van het tonen van een afbeelding, zoals is bedoeld in artikel 240a van het wetboek van strafrecht en zoals primair is tenlastegelegd. Het waarnemen van een ontbloot geslachtsdeel via een webcamverbinding kan niet als zodanig worden aangemerkt. Bovendien moet het om gevallen gaan waarbij minderjarigen onverhoeds worden overvallen. Dit kan slechts van aangeefster [aangeefster 1] worden gezegd. De overige aangeefsters wisten wat zij te zien zouden krijgen en hadden de webcamverbinding kunnen weigeren. Er is geen sprake van vertonen, als bedoeld in artikel 240a van het wetboek van strafrecht. Verdachte moet van het primair tenlastegelegde worden vrijgesproken, aldus de raadsman. Van het subsidiaire feit kan het onderdeel zijns ondanks niet bewezen worden. De aangeefster [aangeefster 2], [aangeefster 3] en [aangeefster 4] wisten immers, voordat zij een webcamverbinding aangingen dat zij een man zouden zien die naakt was. Met een simpele muisklik hadden zij de webcamverbinding kunnen beëindigen. Gebleken is dat zij juist wel daarbij aanwezig wilden zijn. Bovendien is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de meisjes beneden de 16 jaar waren. Verdachte moet dan ook van dit feit worden vrijgesproken, aldus de raadsman. 4.3 Het oordeel van de rechtbank In de periode van 31 oktober 2007 tot en met 21 november 2007 legde verdachte vanuit zijn woning in Veghel via MSN contact met meisjes onder de naam Olaf en maakte hij gebruik van het emailadres

[e-mail adres]. Hij voerde seksueel getinte gesprekken met de meisjes. In de gesprekken kwam ter sprake dat de meisjes nog op school zaten. Op vragen van de meisjes hoe oud verdachte was, antwoordde hij 17/18 jaar. Hij heeft de meisjes verzocht de webcam aan te zetten. Bij het totstandkomen van een verbinding was er vervolgens een foto van een jongen met een petje te zien, niet zijnde de foto van verdachte. Die foto had verdachte van internet gehaald en gebruikt om zelf anoniem te blijven. Op het webcambeeld liet verdachte zien dat hij zijn geslachtsdeel vasthield en zich aan het aftrekken was. Hiervan werd aangifte gedaan door [aangeefster 1], [aangeefster 2] en [aangeefster 4], allen beneden de leeftijd van 16 jaar en wonende te Etten-Leur. Zij hebben verklaard dat een persoon die zich Olaf noemde via MSN met hen chatte. Olaf sloeg allerlei vieze praat tegen hen uit en drong aan om de webcam aan te zetten. Toen de webcamverbinding tot stand kwam zagen de aangeefsters meteen dat een man zich aan het aftrekken was. De rechtbank is van oordeel dat het vertonen van voornoemde handelingen via een computer en een webcamverbinding valt onder de delictsomschrijving van artikel 240a van het wetboek van strafrecht, nu met deze technische hulpmiddelen de realiteit wordt afgebeeld. De bedoeling van de wetgever is geweest personen beneden de leeftijd van 16 jaar te beschermen tegen ongewenste beïnvloeding die het gevolg kan zijn van de confrontatie met dergelijke beelden. De wil van de betrokken jeugdige is daarbij niet van belang. Zoals bekend maken met name jeugdige personen veelvuldig gebruik van chatsites en webcamverbindingen. Uitgaand van de bedoeling van de wetgever is een restrictieve uitleg van dit artikel naar het oordeel van de rechtbank niet voor de hand liggend. Het verweer van de raadsman wordt verworpen. De rechtbank acht bewezen dat het voorwaardelijk opzet van verdachte was gericht op het vertonen van zijn geslachtsdeel aan meisjes beneden de 16 jaar. Verdachte deed zich voor als iemand van 17/18 jaar, terwijl hij in werkelijkheid 34 jaar oud was. Hij bracht ook een foto van een jonge man in beeld waarmee hij kennelijk wilde voorwenden dat hij die jonge man was. In de gesprekken met de meisjes ging het vaak over school. De rechtbank is van oordeel dat verdachte op grond hiervan kon verwachten meisjes van een jonge leeftijdscategorie aan te spreken. Hij heeft aldus welbewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat deze beneden de leeftijd van 16 jaar zouden zijn. Dat risico heeft hij op de koop toegenomen. Zij acht de feiten wat de aangeefsters [aangeefster 1], [aangeefster 2] en [aangeefster 4] betreft wettig en overtuigend bewezen. Voor het tonen van een seks-/pornofilm aan [aangeefster 3] acht de rechtbank onvoldoende bewijs aanwezig en zal verdachte van dit onderdeel in de tenlastelegging vrijspreken, nu [aangeefster 3] deze film niet zelf heeft gezien, maar deze door haar moeder is bekeken en beoordeeld. 4.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op tijdstippen in de periode van 31 oktober 2007 tot en met 21 november 2007 te Etten-Leur en te Veghel, een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is voorpersonen beneden de leeftijd van zestien jaar heeft vertoond aan [initialen] [aangeefster 1] (1993) en/of [aangeefster 2] (1994) en [aangeefster 4] (1994), van wie hij, verdachte, redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet had(den) bereikt, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar (telkens) middels een computerverbinding en/of een webcam (respectievelijk) zijn geslachtseel getoond en/of zich afgetrokken, waarbij beeld(en) rechtstreeks werd(en) getoond aan

die [aangeefster 1] en [initialen] [aangeefster 2] en [aangeefster 4]; De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 5 De strafbaarheid Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op. Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit. 6 De strafoplegging 6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie vordert op grond van hetgeen zij bewezen acht aan verdachte op te leggen een werkstraf van 100 uur subsidiair 50 dagen hechtenis, alsmede een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. 6.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft geen standpunt ingenomen over de op te leggen straf. 6.3 Het oordeel van de rechtbank Verdachte heeft via een webcamverbinding aan jonge meisjes (beneden de 16 jaar) getoond dat hij zich aan het aftrekken was. Verdachte begon met de meisjes onder een andere naam te chatten via MSN en deed zich veel jonger voor dan hij in werkelijkheid was. Al snel begon hij taal van seksuele aard tegen hen uit te slaan. Vervolgens vroeg hij hun de webcam in te schakelen. Toen de meisjes dit deden, zagen zij dat verdachte bezig was zich af te trekken. Confrontatie met dergelijke beelden kan een ongewenste beïnvloeding van jeugdige personen tot gevolg hebben. Dit kan schadelijk zijn voor hun ontwikkeling en zij dienen dan ook hiertegen beschermd te worden. De rechtbank houdt rekening met het blanco strafblad van verdachte. Verdachte heeft verklaard het foute van zijn gedrag in te zien. Alles afwegend acht de rechtbank een straf, zoals door de officier van justitie gevorderd, passend. Zij zal hem een werkstraf opleggen en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf om te trachten hem in de toekomst te weerhouden van het plegen van soortgelijke feiten. 7 De wettelijke voorschriften De beslissing berust op de artikelen 9, 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240a van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde. 8 De beslissing De rechtbank:

Bewezenverklaring - verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; Strafbaarheid - verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert: primair: Een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie de dader redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd. - verklaart verdachte strafbaar; Strafoplegging - veroordeelt verdachte tot een werkstraf van 100 uren; - beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 50 dagen; - veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van een maand, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar; - bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast: * omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit; Dit vonnis is gewezen door mr. Van Kralingen, voorzitter, mrs. Louwerse en De Schepper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Oostlander-Vink, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 maart 2009. BIJLAGE I: De tenlastelegging hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 oktober 2007 tot en met 21 november 2007 te Etten-Leur en/of te Veghel, althans in Nederland, (telkens) een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar heeft verstrekt en/of aangeboden en/of vertoond aan [aangeefster 1] (1993) en/of [aangeefster 2] (1994) en/of [aangeefster 3] (1994) en/of [aangeefster 4] (1994), van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet had(den) bereikt, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar (telkens)

middels een computerverbinding en/of een webcam (respectievelijk) zijn geslachtseel getoond en/of zich afgetrokken en/of een seks-/pornofilm getoond/verzonden, waarbij het/de beeld(en) rechtstreeks werd(en) verstrekt en/of aangeboden en/of getoond aan die [initialen] [aangeefster 1] en/of [initialen] [aangeefster 2] en/of [aangeefster 3] en/of [aangeefster 4]; art 240a Wetboek van Strafrecht subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 oktober tot en met 21 november 2007 te Etten-Leur en/of te Veghel, althans in Nederland, zich (telkens) opzettelijk oneerbaar op een niet openbare plaats, te weten in zijn, verdachtes, woning voor zijn, verdachtes, computer en/of webcam en/of/althans in een chatprogramma (MSN) op internet, waarbij (respectievelijk) [aangeefster 1] (1993) en/of [aangeefster 2] (1994) en/of [aangeefster 4] (1994), haars/huns ondanks tegenwoordig was/waren, met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar (telkens) middels een computerverbinding en/of een webcam (respectievelijk) zijn geslachtsdeel getoond aan die [aangeefster 1] en/of [aangeefster 2] en/of [aangeefster 4] en/of zich afgetrokken ten overstaan van die [aangeefster 1] en/of [aangeefster 2] en/of [aangeefster 4]; art 239 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht