ADVIES Voorontwerp van ordonnantie betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot omzetting van richtlijn 2009/128/EG 22 november 2012 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan 26 1000 Brussel Tel : 02 205 68 68 Fax : 02 502 39 54 www.esr.irisnet.be
Aanvrager Minister Evelyne Huytebroeck Aanvraag ontvangen op 11 oktober 2012 Aanvraag behandeld door Aanvraag behandeld op Commissie Leefmilieu 25 oktober 2012 + schriftelijke procedure Advies uitgebracht door de Plenaire zitting op 22 november 2012
Advies 1. Algemene beschouwingen 1.1 Tweevoudige doelstelling De Raad stelt vast dat de Regering besloten heeft om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (GBM) in «openbare ruimten» en in «gevoelige risicogebieden» te verbieden. De Richtlijn laat dit verbod toe, maar legt het niet op. De Raad neemt er akte van dat de Regering niettemin enkele welbepaalde gevallen heeft voorzien waarin het gebruik van sommige pesticiden toegelaten zal blijven. Er is een doelstelling zowel op het vlak van het leefmilieu als op het vlak van de openbare gezondheid, met name naar de meest kwetsbare groepen toe (kinderen, bejaarden, zieken, ). De Raad sluit zich aan bij deze doelstellingen. Behoudens een gepaste opleiding voor de gebruikers, vragen de representatieve werkgevers- en middenstandsorganisaties zich niettemin af of het opportuun is om een dergelijk verbod op te leggen. Naast een niet verwaarloosbare meerkost voor de openbare instanties voor een geringe efficiëntie en een geringe veiligheid voor de gebruikers, werd er immers op basis van een evaluatie van de levenscyclus 1 aangetoond dat het gebruik van de alternatieven voor de GBM grotere gevolgen voor het leefmilieu heeft in vergelijking met het gebruik van chemische onkruidbestrijding, die wordt toegepast volgens de aanbevelingen op de etiketten en de gebruiksaanwijzing van de producten. 1.2 Evaluatie van de impact De Raad stelt voor om enkele jaren na de tenuitvoerlegging van deze ordonnantie tot een evaluatie ervan over te gaan. Deze evaluatie zal de impact van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (GBM) enerzijds en van de alternatieven voor deze GBM anderzijds op het leefmilieu, de begroting en de openbare gezondheid moeten meten. Op basis van deze wetenschappelijke en objectieve gegevens zouden de keuzes op het vlak van het pesticidegebruik om de milieu- en gezondheidsdoelstelling in een moeilijke begrotingscontext te behalen, zo nodig eventueel kunnen worden heroverwogen. De representatieve werkgevers- en middenstandsorganisaties betreuren het dat er vóór de opmaak van dit voorontwerp van ordonnantie geen enkele evaluatie werd verricht van de gevolgen op de begroting, het leefmilieu, de veiligheid en de gezondheid van de aan te wenden alternatieven ten opzichte van een doelgericht gebruik van de GBM door personen die hiertoe zijn opgeleid. 1 Niels Jonkers, «LCA-quickscan "Onkruidbestrijding op verhardingen"/ Quick scan ACV "vergelijking van de verschillende onkruidbestrijdingsmethoden"», Universiteit van Amsterdam en de Chemiewinkel Amsterdam - Interfacultaire Vakgroep Milieukunde, juli 2012. Pagina 3/5
1.3 Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen De Raad benadrukt dat bepaalde problemen (verwaaiingen of overmatig gebruik van GBM, aantastingen van de gezondheid van gebruikers van GBM, ) kunnen voortvloeien uit een verkeerd gebruik van GBM. Een efficiënte opleiding hieromtrent laat het dus toe om enerzijds de gevaren die aan het gebruik van GBM zijn verbonden te verminderen en om anderzijds de gebruikte hoeveelheden GBM te doen afnemen. Tevens is het noodzakelijk om de gebruikers op te leiden voor het gebruik van de alternatieve methodes. Deze opleidingen zouden hen aldus in staat stellen om de verschillende technieken aan te leren en om deze op een efficiënte wijze toe te passen. Van hun kant zijn de representatieve werkgevers- en middenstandsorganisaties van mening dat de invoering van een verplichte gepaste opleiding voor het gebruik van GBM en alternatieve methodes in plaats van een nagenoeg volledig verbod op GBM voldoende was geweest om de nagestreefde doelstellingen te behalen. 1.4 Uitvoeringsbesluiten De Raad stelt vast dat er voor de tenuitvoerlegging van deze ordonnantie verschillende uitvoeringsbesluiten zullen moeten worden opgemaakt. Aangezien hij deze voorontwerpen van besluit niet gelijklopend met dit voorontwerp van ordonnantie heeft kunnen onderzoeken, vraagt hij om vóór de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad te worden geraadpleegd. 2. Bijzondere beschouwingen 2.1 Artikel 3, 21 en artikel 10, 1 De Raad vestigt de aandacht van de Regering op een onsamenhangendheid tussen de definitie van «bufferzone» en een «gemeenschappelijke bepaling». De definitie voorziet immers dat «[ ] de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen verboden is, behoudens beperkte en plaatselijke behandeling [ ]» in een bufferzone. De in artikel 10 voorziene bepaling stipuleert echter dat «de toepassing van pesticiden verboden is in de volgende bufferzones [ ]». Anderzijds stellen de representatieve werkgevers- en middenstandsorganisaties vast dat artikel 10, 1, 1 een bufferzone van 6 meter langsheen de waterpunten oplegt. Ze hebben vragen bij de keuze van deze afstand die niet evenredig kan blijken te zijn ten opzichte van de baten voor het leefmilieu. Wanneer een bufferzone immers noodzakelijk blijkt te zijn op basis van de resultaten van de verrichte wetenschappelijke onderzoeken (onderzoeken naar verwaaiingen en de gevolgen voor het leefmilieu), dan wordt deze uitdrukkelijk op het etiket van het product vermeld en moet deze door de gebruiker worden nageleefd. 2.2 Artikel 6, 2, 3 De Raad vraagt zich af of het relevant is om een specifieke afwijking te voorzien die, op bepaalde voorwaarden, het gebruik van pesticiden voor «het onderhoud van sportterreinen» toelaat. Pagina 4/5
2.3 Artikel 11 De representatieve werkgevers- en middenstandsorganisaties steunen de informatie naar het publiek toe wanneer een zone werd behandeld om het publiek te beschermen tot het verstrijken van de heropeningstermijn. Om elke psychose of verwarring op basis van namen of producten die de meerderheid van de bevolking niet kent te voorkomen, stellen ze voor om een duidelijke boodschap aan te brengen die als volgt zou kunnen worden samengevat : «Opgelet zone in behandeling : verboden zich in de zone te begeven». * * * Pagina 5/5