ECLI:NL:RBMNE:2014:1329

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBGEL:2013:5798

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ECLI:NL:GHSHE:2016:2010

ECLI:NL:RBLIM:2017:3848

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:GHARN:2010:BO7685

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV9150

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

CLI:NL:RBMNE:2014:6501

ECLI:NL:RBSHE:2012:BV8479

ontnemingsbeslissing

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158

Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling Strafrecht Locatie Lelystad. Parketnummer : (ontneming)

ECLI:NL:GHSHE:2014:1318

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:RBROT:2017:465

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:RBOVE:2017:234

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBOBR:2016:3587

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2556

ECLI:NL:RBAMS:2016:9239

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:RBMNE:2016:7721

Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling Strafrecht Zittingslocatie Utrecht. Parketnummer: 16/ (ontneming)

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917

ECLI:NL:RBMAA:2002:AE1659

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

ECLI:NL:RBROT:2017:1476

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBROT:2004:AR5336

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

ECLI:NL:RBNHO:2017:2863

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBGEL:2016:5380

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:HR:2012:BT8778

ECLI:NL:RBLIM:2014:6800

ECLI:NL:RBMNE:2016:7618

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Transcriptie:

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-03-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 16-655450-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel van 149.706,92 Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Strafrecht Zittingslocatie Utrecht Parketnummer: 16/655450-12 (ontneming) Vonnis van de rechtbank d.d. 28 maart 2014 in de ontnemingszaak tegen: [veroordeelde], hierna te noemen veroordeelde, geboren te [geboorteplaats] op [1962], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres], [woonplaats]. Raadsman mr. S.Ph.Chr. Wester, advocaat te Amsterdam. 1 De procedure De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:

- de vordering, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt; - het strafdossier onder parketnummer 16/655450-12 waaruit blijkt dat verdachte op 26 juni 2012 door de rechtbank Utrecht is veroordeeld ter zake opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod tot de in het vonnis vermelde straf; - het proces-verbaal van berekening wederrechtelijk verkregen voordeel; - de conclusie van antwoord van raadsman van veroordeelde, mr. S.Ph.Chr. Wester; - de conclusie van repliek van de officier van justitie; - de conclusie van dupliek van de raadsman van veroordeelde, mr. S.Ph.Chr. Wester; - de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 14 maart 2014; - de overige stukken. Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 14 maart 2014. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord. Hij heeft daarbij zijn vordering gewijzigd in dier voege dat hij het aanvankelijk gevorderde bedrag heeft verminderd met het bedrag van 1.100,-- (opladen chipknip), en thans het maximumbedrag stelt op 181.366,62. Tevens is de veroordeelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.Ph.Chr. Wester. 2 Het standpunt van de officier van justitie De vordering van de officier van justitie strekt tot het aan de veroordeelde opleggen van de verplichting tot betaling aan de staat van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel van 181.366,62. Dit bedrag is blijkens het proces-verbaal van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel berekend aan de hand van een kasopstelling. In deze methode zijn de totale contante uitgaven afgezet tegen de beschikbare legale contante gelden over de periode van 1 maart 2011 tot en met 22 februari 2012. De berekening ziet er na correctie, naar aanleiding van het door de verdediging aangevoerde, als volgt uit: - Beginsaldo contant geld 0,00 - Legale contante ontvangsten inclusief bankopnamen 8.370,37 - Eindsaldo contact geld 488,70 ---------------- - Beschikbaar voor het doen van uitgaven 7.881,67 - Werkelijke contante uitgaven inclusief bankstortingen 189.248,29 ----------------- - Verschil (wederrechtelijk verkregen voordeel) 181.366,62 3 Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft bij antwoord en dupliek het volgende gesteld. 1. De aangetroffen hennepdrogerij heeft pas sinds de maand januari 2012 in de garage van veroordeelde gestaan. Om deze reden stelt veroordeelde dat de onderzoeksperiode dient te worden aangepast naar twee maanden. 2. De henneptoppen hebben bij veroordeelde in consignatie gelegen. Het openbaar ministerie gaat er vanuit dat de hennep aan veroordeelde toebehoort. Dit is onjuist. Het standpunt dat de aankoopprijs van de hennep door veroordeelde is betaald strookt niet met de feiten. Om deze reden dient de vordering van 113.308,40 te worden verminderd naar 69.158,22. Mocht de rechtbank beslissen dat de hennep aan veroordeelde toebehoort, verzoekt de verdediging de rechtbank om de vordering ter zake hennep aanzienlijk te matigen. De verdediging voert hierbij tevens aan dat er uitgegaan dient te worden van de daadwerkelijke aangetroffen natte hennep. Deze hoeveelheid dient te worden vermenigvuldigd met de daadwerkelijke prijs voor natte hennep. 3. De contante stortingen op de ABN AMRO rekening van veroordeelde in de periode 7 maart 2011 tot en met 13 januari 2012 zijn in totaal 26.530. De bedragen zijn niet afkomstig van enige bron die met enig misdrijf van doen heeft. Om die redenen verzoekt veroordeelde om de ontnemingsvordering met laatstgenoemd bedrag te verminderen. Ten aanzien van de contante stortingen op de ING rekening is aangevoerd dat het gehele bedrag van 6.820 afkomstig is van legale bron en in mindering dient te worden gebracht op de ontnemingsvordering. De reparatie van de Volkswagen Touareg is betaald door derden die aan veroordeelde een lening hebben verstrekt. Veroordeelde heeft met zijn pokerwinsten auto s aangeschaft. Het onder de post aanschaf auto s opgenomen geldbedrag van 15.150 is derhalve uit legale bron afkomstig. Ten aanzien van de uitgaven in Las Vegas is aangevoerd dat deze afkomstig zijn van het salaris van veroordeelde van Holland Casino. Om deze reden zijn deze geldbedragen van legale bron afkomstig. 4. Ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen is de totale waardevermindering 8.850. Deze omstandigheid dient voor rekening van het openbaar ministerie te komen. 4 De beoordeling De rechtbank acht de uitgangspunten in het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel 1 voldoende onderbouwd en maakt deze tot de hare. De rechtbank zal vervolgens meer specifiek ingaan op hetgeen door de verdediging is aangevoerd. Ad 1 De rechtbank overweegt ten aanzien van de periode dat veroordeelde op 23 februari 2012 bij de politie heeft verklaard dat hij ongeveer een jaar op het adres [adres] woont. 2 De getuige [getuige] heeft op 23 februari 2012 verklaard dat de bewoners van het pand [adres], vader en zoon, daar ongeveer 9 maanden wonen. 3 Anders dan de verdediging heeft bepleit zal de rechtbank de officier van justitie volgen in bepaling van de periode nu uit de bewijsmiddelen is gebleken dat de woning in elk geval vanaf 1 maart 2011 door veroordeelde is gebruikt en in deze woning de hennepdrogerij is aangetroffen.

Ad 2 Ten aanzien van het verweer van de verdediging dat de hennep door anderen te drogen is gelegd en dat veroordeelde slechts een vergoeding hiervoor kreeg oordeelt de rechtbank als volgt. Niet aannemelijk is geworden dat verdachte slechts katvanger was en de hennep aan anderen dan hem zelf toebehoorde. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de hennep veroordeelde toebehoorde en zal bij de berekening van de waarde van de hennep uitgaan van natte hennep met een gewicht van 98 kilogram, zoals bewezen is verklaard in het vonnis van 20 juni 2012. De rechtbank gaat uit van een natte hennep kiloprijs van 833,15. 4 De waarde van de natte hennep bedraagt naar het oordeel van de rechtbank: 98 kilogram natte hennep x 833,15 = 81.648,70. Hieruit volgt dat de post Werkelijke contante uitgaven inclusief bankstortingen moet worden verminderd met een bedrag van (113.308,40-81.648,70 =) 31.659,70, zodat een bedrag van 157.588,59 resteert. Ad 3 De rechtbank is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de contante stortingen op de ABN AMRO bankrekening en de ING bankrekening, op naam van veroordeelde, afkomstig zijn van huurpenningen van het door veroordeelde verhuurde appartement aan de [adres], betalingen van zijn ex-vrouw, mevrouw [A], en pokerwinsten. Voorts is niet aannemelijk geworden dat de auto s met pokerwinsten zijn aangeschaft. De rechtbank is tevens van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de rekening voor reparatie van de Volkswagen Toureg door derden is betaald. Voor de uitgaven in Las Vegas geldt dat deze in de berekening zijn opgenomen bij de contante ontvangsten. De veroordeelde heeft hier dus geen voordeel van genoten. Ad 4 Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen overweegt de rechtbank dat uit het proces-verbaal van berekening wederrechtelijk voordeel blijkt dat er voor een bedrag van 22.300 conservatoir beslag is gelegd. Anders dan de verdediging kennelijk heeft begrepen is dit bedrag niet meegenomen in de berekening van het te ontnemen bedrag. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot de volgende uitgangspunten en berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel over de periode 1 maart 2011 tot en met 22 februari 2012. - Beginsaldo 1 maart 2011 0,00 - Legale contante ontvangsten inclusief bankopnamen 8.370,37 - Eindsaldo contant geld 488,70 ---------------------- - Beschikbaar voor het doen van uitgaven 7.881,67 - Werkelijk contante uitgaven inclusief bankstortingen 157.588,59 ---------------------- - Verschil (wederrechtelijk verkregen voordeel) 149.706,92 5 Dit betekent dat de rechtbank het totale wederrechtelijk verkregen voordeel dat veroordeelde heeft behaald vaststelt op: 149.706,92

Draagkrachtverweer De raadsman heeft ter terechtzitting aangevoerd dat veroordeelde niet de draagkracht heeft om aan de Staat een geldbedrag te betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en heeft verzocht de vordering op nihil te stellen dan wel te matigen. Vooropgesteld dient te worden dat noch uit artikel 36e Wetboek van Strafrecht noch uit enige andere wettelijke bepaling voortvloeit dat de draagkracht van de veroordeelde in het algemeen een verplichte maatstaf vormt bij het bepalen van het te betalen geldbedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Slechts indien aannemelijk is dat de veroordeelde geen draagkracht heeft en naar redelijke verwachting ook in de toekomst niet zal hebben, dient de rechter gebruik te maken van zijn matigingsbevoegdheid. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman. Niet aannemelijk is geworden dat veroordeelde - thans niet, noch naar redelijke verwachting - in de toekomst in staat is aan de betalingsverplichting te voldoen. Veroordeelde is een man die in staat geacht moet worden ook door het verrichten van legale arbeid inkomsten te genereren. 5 De beslissing De rechtbank stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geacht op 149.706,92. De rechtbank legt [veroordeelde] de verplichting op tot betaling aan de staat van een geldbedrag van 149.706,92 ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit vonnis is gewezen door mr. M.P. Glerum, voorzitter, mrs. L.M.G. de Weerd en J. Mendlik, rechters, in tegenwoordigheid van drs. E.M.S. Arduin, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 maart 2014. Mr. J. Mendlik is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen. 1 2 3 4 5 Proces-verbaal Onderzoek 097Droog Financieel Onderzoek wederrechtelijk verkregen voordeel dossiernummer [nummer], blz. 1 t/m 613. Proces-verbaal van verhoor verdachte [veroordeelde] nr. [nummer]-18, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisant, blz. 32 van het proces-verbaal nr. [nummer]. Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] nr. [nummer], in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisant, blz. 581 van het proces-verbaal [nummer]. Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, blz. 14 van het proces-verbaal [nummer]. Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, blz. 9-15 van het proces-verbaal [nummer].