TOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017 Achtergrond Eind september heeft Studiekeuze123 de opleidingspagina s op haar website vernieuwd. Naast een nieuwe design en indeling, zijn er ook diverse data-aanpassingen doorgevoerd. Deze aanpassingen komen voort uit de vernieuwing van Studie in Cijfers en het advies van ROA over de weergave van indicatoren met betrekking tot de arbeidsmarkt. Hieronder lichten wij toe welke indicatoren zijn gewijzigd of toegevoegd. Voor deze indicatoren is gebruik gemaakt van een vijftal bronnen; HBOmonitor, Nationale Alumni Enquête, Nationale Studenten Enquête, Arbeidsmarktinformatiesysteem en 1CijferHO. Bronnen HBO-monitor 2016 - De HBO-monitor is een landelijke enquête onder afgestudeerde hbo ers (bachelors, masters en associate degrees) die jaarlijks in opdracht van de Vereniging Hogescholen wordt afgenomen. De enquête wordt circa anderhalf jaar na afstuderen afgenomen. Alle informatie uit de HBO-monitor wordt per opleiding op landelijk niveau weergegeven, niet voor elke instelling apart. Bijbehorende indicatoren: - Werkloosheid - Werk op niveau - Werk aansluitend aan de opleiding - Salaris - Werkuren - Opnieuw kiezen van dezelfde studie - Opleiding goede basis voor start arbeidsmarkt - Tevredenheid gevonden werk - Loopbaanperspectief - Beroepen Nationale Alumni Enquête 2015 (NAE) - De Nationale Alumni Enquête is een landelijke enquête onder afgestudeerde wo-masterstudenten die tweejaarlijks in opdracht van de VSNU wordt afgenomen. De enquête wordt circa anderhalf jaar na afstuderen afgenomen. Alle informatie uit de NAE wordt per opleiding op landelijk niveau weergegeven, niet voor elke instelling apart. Omdat de NAE alleen onder wo-masterstudenten wordt afgenomen, worden er voor wo-bacheloropleidingen geen arbeidsmarktgegevens getoond. Bijbehorende indicatoren: - Werkloosheid - Werk op niveau - Werk aansluitend aan de opleiding - Salaris - Werkuren - Opnieuw kiezen van dezelfde studie - Opleiding goede basis voor start arbeidsmarkt - Beroepen
Arbeidsmarktinformatiesysteem 2015 (AIS) - Het arbeidsmarktinformatiesysteem wordt beheerd door het Researchcentrum Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Onderdeel hiervan zijn prognoses voor ontwikkeling van de werkgelegenheid in verschillende bedrijfssectoren tot 5 jaar vooruit (2015 2020). Deze prognoses worden tweejaarlijks bijgewerkt. Alle informatie uit de AIS wordt per opleiding op landelijk niveau weergegeven, niet voor elke instelling apart. Bijbehorende indicatoren: - Prognose - Conjunctuurgevoeligheid - Uitwijkmogelijkheden sector - Uitwijkmogelijkheden beroepsgroep Nationale Studenten Enquête (NSE) 2017 - De Nationale Studenten Enquête is een landelijke enquête die jaarlijks in opdracht van Studiekeuze123 door GfK wordt uitgevoerd onder alle studenten die op dat moment staan ingeschreven bij deelnemende instellingen. Alle universiteiten nemen deel aan de NSE, en de meeste hogescholen. Het gaat zowel om door de overheid bekostigde als privaat bekostigde instellingen. Een klein aantal instellingen neemt niet elk jaar deel aan de NSE, maar eens in de twee jaar. Bij deze instellingen worden de gegevens gebruikt van het meest recente jaar dat ze hebben meegedaan. Bekijk de lijst met deelnemende instellingen aan de NSE 2017. Bijbehorende indicatoren: - Algemene studenttevredenheid - Contacttijd eerstejaars 1 Cijfer HO (1cHO) 2016 - Het 1 Cijfer HO-bestand bevat gegevens over alle inschrijvingen en examens voor opleidingen in het hoger onderwijs die door de overheid bekostigd worden. Deze gegevens zijn aangeleverd door de instellingen en worden beschikbaar gesteld door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Bijbehorende indicatoren: - Aantal eerstejaars - Percentage vrouwen - Totaal aantal studenten aan de opleiding - Totaal aantal studenten aan de vestiging van de opleiding - Doorstroom naar het tweede jaar - Diploma binnen 4/5 jaar - Doorstuderen - Doorstroom wo-bachelor naar de womaster
Werkloosheid Het werkloosheidspercentage is gebaseerd op vragen uit de HBO-monitor of NAE over de arbeidsmarktsituatie van afgestudeerden aan deze studie. Deze vragenlijst wordt anderhalf jaar na afstuderen afgenomen en geeft de arbeidsmarktsituatie op dat moment weer. Van alle afgestudeerden aan deze studie die deel uitmaken van de beroepsbevolking wordt het percentage getoond dat geen werk heeft. De beroepsbevolking bestaat uit iedereen die een uur of meer werkt of op zoek is naar werk. Afgestudeerden die niet werken maar ook niet op zoek zijn naar werk, worden in de berekening van dit percentage dus niet meegeteld. Ook mensen die doorstuderen en daarnaast een bijbaan hebben worden niet meegeteld. Het werkloosheidspercentage wordt niet getoond als er voor deze studie minder dan twintig deelnemers aan de HBO-monitor of NAE zijn die deel uitmaken van de beroepsbevolking. Het werkloosheidspercentage wordt alleen getoond voor voltijd studies. Werk op niveau Het percentage van alle werkende deelnemers aan de HBO-monitor of NAE dat een baan heeft waarvoor minstens het niveau van deze opleiding is vereist. Dit percentage is gebaseerd op vragen uit de HBO-monitor of NAE over de arbeidsmarktsituatie van afgestudeerden aan deze studie. Deze vragenlijst wordt anderhalf jaar na afstuderen afgenomen en geeft de arbeidsmarktsituatie op dat moment weer. Het percentage is berekend over alle werkende (een uur per week of meer) afgestudeerden aan deze studie die deelnamen aan de HBO-monitor of NAE en op het moment van invullen geen student meer waren. Dit percentage wordt niet getoond als er voor deze studie minder dan twintig deelnemers aan de HBO-monitor of NAE zijn die een baan hebben waarvan bekend is wat het benodigde opleidingsniveau is. Het percentage wordt alleen getoond voor voltijd studies. Werk aansluitend aan de opleiding Het percentage van alle werkende deelnemers aan de HBO-monitor of NAE dat een baan heeft waarvoor een opleiding in deze richting, of een verwante richting, is vereist. Dit percentage is gebaseerd op vragen uit de HBO-monitor of NAE over de arbeidsmarktsituatie van afgestudeerden aan deze studie. Deze vragenlijst wordt anderhalf jaar na afstuderen afgenomen en geeft de arbeidsmarktsituatie op dat moment weer.
Het percentage is berekend over alle werkende (een uur per week of meer) afgestudeerden aan deze studie die deelnamen aan de HBO-monitor of NAE en op het moment van invullen geen student meer waren. Dit percentage wordt niet getoond als er minder dan twintig deelnemers zijn aan de HBO-monitor of NAE die hebben aangegeven of de opleidingsrichting aansluit bij de huidige functie. Het percentage wordt alleen getoond voor voltijd studies. Salaris Het mediane bruto startsalaris van afgestudeerden aan deze opleiding, zoals opgegeven in de HBOmonitor of NAE. Deze vragenlijst wordt anderhalf jaar na afstuderen afgenomen en geeft de arbeidsmarktsituatie op dat moment weer. Van het bruto startsalaris wordt de mediaan (het middelste getal als je alle waarden op een rij zet van klein naar groot) berekend, niet het gemiddelde. Dit voorkomt dat uitschieters (mensen die veel meer of juist veel minder verdienen dan wat gangbaar is onder afgestudeerden aan deze studie) een grote invloed hebben op het getoonde cijfer. Daardoor wordt een realistischer beeld gegeven van het salaris dat iemand kan verwachten te verdienen met dit diploma op zak. Het cijfer is gebaseerd op werkende met een of meer uur werk per week. Het salaris wordt niet getoond als van minder dan twintig werkende afgestudeerden het salaris bekend is. Het salaris wordt alleen getoond voor voltijd studies. Werkuren Het gemiddeld aantal reguliere werkuren per week (dat wil zeggen: contracturen, geen overwerk) van deelnemers aan de HBO-monitor of NAE. Deze vragenlijst wordt anderhalf jaar na afstuderen afgenomen en geeft de arbeidsmarktsituatie op dat moment weer. Het cijfer is gebaseerd op werkenden met een of meer uur werk per week. Het aantal werkuren wordt niet getoond als er van minder dan twintig werkende afgestudeerden het salaris bekend is. Het gemiddeld aantal werkuren wordt alleen getoond voor voltijd studies.
Opnieuw kiezen van dezelfde studie In de HBO-monitor en in de NAE wordt deelnemers gevraagd of ze achteraf gezien dezelfde opleiding opnieuw zouden kiezen. De mogelijke antwoorden waren: 1. Ja, dezelfde opleiding aan dezelfde instelling 2. Ja, dezelfde opleiding aan een andere instelling. 3. Nee, een andere opleiding aan dezelfde instelling 4. Nee, een andere opleiding aan een andere instelling 5. Nee, ik zou niet gaan studeren. Deze vragenlijst wordt anderhalf jaar na afstuderen afgenomen en geeft de situatie op dat moment weer. Het weergegeven percentage toont hoeveel van alle deelnemers optie 1 of optie 2 hebben gekozen. Met andere woorden, het percentage toont welk deel van de afgestudeerden achteraf dezelfde opleiding zou hebben gekozen, aan dezelfde instelling of een andere. Het percentage wordt niet getoond als minder dan twintig deelnemers aan de HBO-monitor of NAE deze vraag beantwoord hebben. Het percentage wordt getoond voor voltijd, deeltijd en duale studies. Opleiding goede basis voor start op de arbeidsmarkt Deelnemers aan de HBO-monitor of NAE wordt gevraagd om op een schaal van 1 tot en met 5 aan te geven in welke mate de opleiding een goede basis was om te starten op de arbeidsmarkt. Deze vragenlijst wordt anderhalf jaar na afstuderen afgenomen en geeft de situatie op dat moment weer. In de HBO-monitor staat 1 voor helemaal niet, en 5 voor in sterke mate ; in de NAE staat 1 voor niet, en 5 voor in zeer sterke mate. Het percentage is gebaseerd op de respondenten die een 4 of 5 aangaven en toont derhalve het percentage van alle deelnemers dat vond dat de opleiding in (zeer) sterke mate een goede basis gaf om te starten op de arbeidsmarkt. Het percentage wordt niet getoond als minder dan twintig deelnemers aan de HBO-monitor of NAE deze vraag beantwoord hebben. Het percentage wordt getoond voor voltijd, deeltijd en duale studies.
Tevredenheid met gevonden werk Bron: HBO-monitor Werkende (een uur of meer) deelnemers aan de HBO-monitor wordt gevraagd om op een schaal van 1 tot en met 5 aan te geven in hoeverre ze tevreden zijn met hun huidige functie/werkzaamheden, waarbij 1 staat voor zeer ontevreden en 5 voor zeer tevreden. Het gemiddelde van de ingevulde waarden voor deze opleiding wordt getoond. Antwoorden van deelnemers die verder studeren en daarnaast een baan hebben zijn niet meegenomen in dit gemiddelde. Deze vraag is in de NAE niet gesteld en wordt dus alleen voor het hbo getoond. Het gemiddelde wordt niet getoond als minder dan twintig werkende deelnemers aan de HBOmonitor deze vraag beantwoord hebben. Het gemiddelde wordt alleen voor voltijd studies getoond. Loopbaanperspectief Bron: HBO-monitor Werkende (een uur of meer) deelnemers aan de HBO-monitor wordt gevraagd om op een schaal van 1 tot en met 5 aan te geven in hoeverre hun huidige functie goede carrièreperspectieven biedt, waarbij 1 stond voor nauwelijks, en 5 voor heel veel. Het gemiddelde van de ingevulde waarden voor deze opleiding wordt getoond. Antwoorden van deelnemers die verder studeren en daarnaast een baan hebben zijn niet meegenomen in dit gemiddelde. Deze vraag is in de NAE niet gesteld en wordt dus alleen voor het hbo getoond. Het gemiddelde wordt niet getoond als minder dan twintig werkende deelnemers aan de HBOmonitor deze vraag beantwoord hebben. Het gemiddelde wordt alleen voor voltijd studies getoond. Beroepen In de HBO-monitor en NAE wordt aan deelnemers die hadden aangegeven te werken (een uur of meer) gevraagd de naam van hun beroep/functie in te typen. Voor de HBO-monitor zijn de opgegeven beroepen ingedeeld volgens de internationale ISCO08-standaard. Voor de NAE zijn beroepen niet volgens een standaard ingedeeld, maar zijn op elkaar lijkende functienamen gegroepeerd onder dezelfde naam. Deze groepering is gedaan door I&O Research. In de toekomst zullen ook voor het wo de beroepen gecodeerd worden volgens de ISCO08-standaard. Per opleiding worden de vaakst ingevulde beroepen getoond. Een beroep wordt worden alleen getoond als minstens vijf afgestudeerden aan een opleiding dat beroep hebben ingevuld. Als er voor een opleiding minder dan twintig mensen een beroep hebben opgegeven worden er voor deze opleiding helemaal geen beroepen getoond. Bijbanen van deelnemers die aangegeven hebben verder te studeren worden niet getoond.
Indien mogelijk wordt een lijst van vijf meest gekozen beroepen getoond. Vervolgens kan men doorklikken om de (eventuele) andere beroepen te tonen. Bij het bepalen welke beroepen gedaan worden door afgestudeerden aan een opleiding wordt geen onderscheid gemaakt tussen studenten die de opleiding in voltijd, deeltijd, of in een duale variant hebben gevolgd. Arbeidsmarktperspectief Bron: AIS Het Researchcentrum Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) stelt een arbeidsmarktperspectief op per groep studies (een niveau tussen studies en sectoren: opleidingstype). De prognoses (2020) worden apart gemaakt voor hbo- en wo-niveau. Voor elk opleidingstype worden vier gegevens getoond: Prognose De verwachte arbeidsmarktsituatie Conjunctuurgevoeligheid De mate waarin de werkgelegenheid gevoelig is voor veranderingen van de economische situatie. Uitwijkmogelijkheden sector De mate waarin iemand met deze opleidingsachtergrond kan uitwijken naar een andere sector om in te werken. Uitwijkmogelijkheden beroepsgroep De mate waarin iemand met deze opleidingsachtergrond kan uitwijken naar een andere beroepsgroep om in te werken. Arbeidsmarktperspectieven worden niet getoond voor hbo-associate degrees, hbo-masters en wobachelors. Het ROA maakt alleen onderscheid tussen hbo en wo, niet tussen verschillende diploma s binnen deze onderwijssoorten. Omdat de arbeidsmarktperspectieven per diplomatype sterk kunnen verschillen, wordt voor hbo en wo alleen het arbeidsmarktperspectief getoond op het meest gangbare uitstroomniveau. Voor hbo is dat het bachelorniveau en voor wo is dat het masterniveau. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijd, deeltijd en duale varianten van opleidingen. Algemene Studenttevredenheid Bron: NSE Deelnemers aan de Nationale Studenten Enquête geven met een cijfer van 1 tot en met 5 antwoord op de vraag Hoe tevreden ben je over je studie in het algemeen?, waarbij een 1 staat voor zeer ontevreden en een 5 voor zeer tevreden. Het gemiddelde van de gekozen cijfers wordt getoond. Daarnaast is er een mogelijkheid om de verdeling van de antwoorden en het aantal respondenten te bekijken door op meer informatie te klikken. De percentages en het gemiddelde zijn gewogen. Dat wil zeggen dat sommige deelnemers aan de enquête zwaarder meetellen in de berekening dan andere. Dit wordt gedaan om te corrigeren voor verschillen in het deelnamepercentage aan de NSE tussen verschillende opleidingen, instellingen en vestigingen. De aantallen zijn ongewogen weergegeven. Lees meer over de wegingsfactor.
Voor sommige opleidingen wordt de studenttevredenheid niet getoond. Dit is het geval wanneer de instelling niet meedoet aan de NSE of wanneer de resultaten niet voldoen aan de betrouwbaarheidsen privacyeisen die voor de NSE gehanteerd worden. Dit komt vooral voor bij opleidingen met een klein aantal studenten. Lees meer over de beslisregels voor het tonen van resultaten van de NSE. De studenttevredenheid wordt getoond per opleiding, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen opleidingsvormen (voltijd, deeltijd en duaal). Contacttijd eerstejaars Bron: NSE Het aantal ervaren contacturen per week in het eerste studiejaar is gebaseerd op antwoorden op de vraag Geef aan welke antwoordcategorie voor jou van toepassing is ten aanzien van contacttijd binnen je opleiding in de Nationale Studenten Enquête. Bij deze vraag wordt toegelicht dat het gaat om het aantal klokuren per week waarin studenten geprogrammeerd contact hebben met een onderwijsgevende (docent, tutor, e.d.), en dat activiteiten als stages, werkplekleren, scripties en afstudeeronderzoek niet tot contacttijd gerekend worden. De antwoordmogelijkheden zijn: Minder dan 6 klokuren per week 6 tot 12 klokuren per week 12 tot 18 klokuren per week, 18 tot 24 klokuren per week 24 tot 30 klokuren per week 30 of meer klokuren per week Niet van toepassing Het aantal uren dat getoond wordt voor deze opleiding, is het antwoord dat het vaakst gekozen werd door eerstejaarsstudenten aan deze opleiding. Als twee antwoordmogelijkheden beide door evenveel studenten zijn gekozen wordt de contacttijd van de opties samengevoegd. Er kan dan bijvoorbeeld 12-24 staan. Dit betekent dat de derde en vierde optie even vaak zijn gekozen. Als er drie aaneengesloten opties even vaak zijn gekozen, dan wordt alleen de middelste getoond. Als meerdere niet-aaneengesloten opties even vaak zijn gekozen, of als er meer dan drie opties even vaak zijn gekozen, dan wordt de contacttijd niet getoond. Er zijn ook andere redenen waarom de contacttijd voor eerstejaars voor sommige opleidingen niet wordt weergegeven. Het kan zijn dat de instelling niet meedeed aan de NSE, of dat de resultaten niet voldoen aan de betrouwbaarheids- en privacyeisen die voor de NSE gehanteerd worden. Dit laatste komt vooral voor bij opleidingen met een klein aantal studenten. Lees meer over de beslisregels voor het tonen van resultaten van de NSE. Op de opleidingspagina wordt contacttijd getoond voor voltijd, deeltijd en duale opleidingsvormen van bachelor-, master- en associate degree-opleidingen.
Aantal eerstejaars Het aantal studenten dat in september 2016 is begonnen met deze opleiding. Uitwisselingsstudenten, studenten die een premaster doen (wat alleen voorkomt in het wo), extranei, en studenten die op een ander moment in het jaar zijn gestart worden niet meegeteld. Het aantal eerstejaars wordt per instelling, opleiding, opleidingsvorm en vestiging getoond. Er geldt geen weergaveregel; aantal eerstejaars wordt indien mogelijk getoond voor hbo en wo; bachelors, masters en associate degrees. Percentage vrouwen Het percentage vrouwen onder de eerstejaarsstudenten aan deze opleiding (zie aantal eerstejaars ). Dit gegeven wordt voor elke opleiding, opleidingsvorm, instelling en vestiging getoond. Totaal aantal studenten aan de opleiding Het totaal aantal studenten dat deze opleiding volgt. Dit gegeven wordt voor elke opleiding, opleidingsvorm, instelling en vestiging getoond. Dit wordt alleen weergegeven voor opleidingen die een nominale duur hebben van langer dan een jaar. Totaal aantal studenten aan de vestiging van de opleiding Het totaal aantal studenten dat een opleiding volgt aan deze vestiging van deze instelling. Hierbij worden alle studenten (bachelor, masters en associate degrees) van alle opleidingsvormen (voltijd, deeltijd en duaal) dus bij elkaar opgeteld.
Doorstroom naar het tweede jaar Het percentage van alle eerstejaarsstudenten (zie de toelichting bij aantal eerstejaars ), gestart aan deze opleiding in september 2015, dat in september 2016 aan dezelfde opleiding en instelling stond ingeschreven. Eerstejaarsstudenten die binnen een jaar hun diploma behaalden worden niet meegenomen in de berekening. 1 Als er in 2015 minder dan elf eerstejaarsstudenten gestart zijn, dan wordt de doorstroom naar het tweede jaar niet getoond in verband met privacyoverwegingen en omdat bij kleine aantallen studenten grote schommelingen in dit percentage mogelijk zijn van jaar tot jaar. De doorstroom naar het tweede jaar wordt apart getoond voor elke opleiding, opleidingsvorm en instelling, zonder onderscheid tussen vestigingen van dezelfde instelling. Voor wo-masters en opleidingen met een nominale duur van 1 jaar of minder wordt geen doorstroom naar het tweede jaar getoond. Diploma binnen 4 (wo bachelors) of 5 jaar (hbo bachelors) Het percentage van de eerstejaarsstudenten (zie de toelichting bij aantal eerstejaars ) dat binnen een bepaalde periode een diploma haalt. Deze periode is de nominale opleidingsduur, plus 1 jaar. Voor hbo-bachelors is dit 5 jaar, voor wo-bachelors is dit 4 jaar. Voor het hbo worden deze cijfers vastgesteld op basis van de lichting eerstejaars van 2011, voor het wo wordt de lichting 2012 als basis gebruikt. Eerstejaarsstudenten die binnen een jaar hun diploma behaalden worden niet meegenomen in de berekening. 2 Er worden twee cijfers getoond: Het percentage studenten dat het diploma haalde bij deze opleiding aan deze instelling. Het percentage studenten dat het diploma behorende bij deze opleiding haalde, of een ander diploma van hetzelfde opleidingsniveau of hoger bij deze of een andere instelling. Als er in 2011 (hbo) dan wel 2012 (wo) minder dan elf eerstejaarsstudenten gestart zijn, dan worden de cijfers over het behalen van het diploma binnen 4 dan wel 5 jaar niet getoond in verband met privacyoverwegingen en omdat bij kleine aantallen studenten grote schommelingen in dit percentage mogelijk zijn van jaar tot jaar. Cijfers over het behalen van een diploma worden alleen getoond voor voltijd bacheloropleidingen (geen master- en associate degree-opleidingen), en worden voor elke opleiding en instelling apart weergegeven, zonder onderscheid tussen vestigingen van dezelfde instelling. 1 Vanwege veranderingen in opleidingscodes zijn in een aantal gevallen enkele gerelateerde wo-opleidingen samengevoegd voor deze berekening. 2 Vanwege veranderingen in opleidingscodes zijn in een aantal gevallen enkele gerelateerde wo-opleidingen samengevoegd voor deze berekening.
Doorstuderen Van alle afstudeerders aan deze opleiding wordt het percentage getoond dat in 2015 en/of in 2016 opnieuw stond ingeschreven aan een opleiding in het hoger onderwijs, ongeacht de opleidingsvorm. Onder een afstudeerder wordt verstaan: een student die op 1 oktober 2014 aan deze opleiding stond ingeschreven en in het collegejaar 2014-2015 het bijbehorende diploma haalde. Als er in het collegejaar 2014-2015 minder dan elf afstudeerders waren, dan wordt het percentage dat doorstudeert niet getoond in verband met privacyoverwegingen en omdat bij kleine aantallen studenten grote schommelingen in dit percentage mogelijk zijn van jaar tot jaar. Het percentage doorstudeerders wordt apart getoond voor elke opleiding, opleidingsvorm en instelling, waarbij alle vestigingen van dezelfde instelling zijn samengenomen. Het percentage wordt niet getoond voor masteropleidingen maar wel voor wo-bachelor-, hbo bachelor-, en associate degreeopleidingen. Doorstroom wo-bachelor naar wo-master Van alle studenten die in 2015 een wo-bachelordiploma van een bepaalde opleiding behaalden wordt gekeken voor welke wo-masteropleiding(en) zij in 2016 en 2017 stonden ingeschreven. In percentages wordt aangegeven welk deel van de bachelorgediplomeerden elke master koos. Per wobachelordiploma worden de vijf meest gekozen wo-masteropleidingen getoond. Vervolgens kan men doorklikken om de (eventuele) andere gekozen wo-masteropleidingen te tonen. De doorstroom tussen wo-bachelors en wo-masters wordt op landelijk niveau getoond, er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen gelijke opleidingen aan verschillende instellingen. Doorstroom tussen een wo-bachelor en wo-master wordt alleen getoond als er in 2015 meer dan tien mensen het wo-bachelordiploma behaalden, en meer dan vijf hiervan de master kozen.