Vraag 1 - zondag 1: Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven? Antwoord: Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven, (a) niet mijn, (b) maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben, (c) die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald (d) en mij uit alle heerschappij des duivels verlost heeft, (e) en alzo bewaart, (f) dat zonder den wil mijns hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan; (g) ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet, (h) waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van het eeuwige leven verzekert, (i) en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt. (j) Vraag 2 - zondag 1: Hoeveel stukken zijn u nodig te weten, opdat gij in deze troost zaliglijk leven en sterven moogt? Antwoord: Drie stukken. (k) Ten eerste: hoe groot mijn zonden en ellende zijn. (l) Ten andere: hoe ik van al mijn zonden verlost worde. (m) En ten derde: hoe ik Gode voor zulke verlossing zal dankbaar zijn. (n) Heidelbergse-Catechismus.nl pagina 1 van 5
Bewijsteksten a. Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren. Romeinen 14:8 b. Of weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt? 1 Korinthe 6:19 c. Doch gij zijt van Christus, en Christus is Gods. 1 Korinthe 3:23 Die Zichzelven voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken. Titus 2:14 d. Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is; Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam. 1 Petrus 1:18-19 Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. 1 Johannes 1:7 En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld. 1 Johannes 2:2 Ik schrijf u, kinderkens, want de zonden zijn u vergeven om Zijns Naams wil. 1 Johannes 2:12 e. Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet doen zou dengene, die het geweld des doods had, dat is, den duivel. Hebreeën 2:14 Die de zonde doet, is uit den duivel; want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. 1 Johannes 3:8 Heidelbergse-Catechismus.nl pagina 2 van 5
Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde. En de dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk. Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. Johannes 8:34-36 f. En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage. Johannes 6:39 En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. Johannes 10:28 Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken en bewaren van den boze. 2 Thessalonicenzen 3:3 Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, die bereid is, om geopenbaard te worden in den laatsten tijd. 1 Petrus 1:5 g. En ook uw haren des hoofds zijn alle geteld. Mattheüs 10:30 Doch niet een haar uit uw hoofd zal verloren gaan. Lukas 21:18 h. En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn. Romeinen 8:28 i. Die ons ook heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes in onze harten gegeven. 2 Korinthe 1:22 Die ons nu tot ditzelfde bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des Geestes gegeven heeft. 2 Korinthe 5:5 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid. Efeze 1:14 Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn. Romeinen 8:16 j. Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Romeinen 8:14 Heidelbergse-Catechismus.nl pagina 3 van 5
En een iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is. 1 Johannes 3:3 k. Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht. Mattheüs 11:28-30 Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts. Efeze 5:8 l. Jezus zeide tot hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde. Johannes 9:41 Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Mattheüs 9:12 Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een. Romeinen 3:10 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid. Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zo maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn woord is niet in ons. 1 Johannes 1:9-10 m. En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. Johannes 17:3 En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden. Handelingen 4:12 Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam. Handelingen 10:43 n. Beproevende wat den Heere welbehagelijk zij. Efeze 5:10 Offert Gode dank, en betaalt den Allerhoogste uw geloften. Psalmen 50:14 Heidelbergse-Catechismus.nl pagina 4 van 5
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. Mattheüs 5:16 En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken, die zij in u zien, God verheerlijken mogen in den dag der bezoeking. 1 Petrus 2:12 En stelt uwe leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; maar stelt uzelven Gode, als uit de doden levende geworden zijnde, en stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid. Romeinen 6:13 Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt. 2 Timotheüs 2:15 Heidelbergse-Catechismus.nl pagina 5 van 5