Subsidiekader Innovatiebudget Werk en Bijstand 2004

Vergelijkbare documenten
Aanvraagformulier. Voor subsidieverlening in het kader van het Innovatiebudget Werk en Bijstand indieningstermijn 1 juli oktober 2004

4200AD177. CA-ICT T.a.v... Postbus AD GORINCHEM

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

4200AD177. CA-ICT T.a.v... Postbus AD GORINCHEM

3833AM1. BOA-ACP T.a.v... Larikslaan AM LEUSDEN

4200AD177. CA-ICT T.a.v... Postbus AD GORINCHEM

3440AM520. Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV).. Postbus AM WOERDEN

7324AE1C. VNO-NCW Midden.. Boogschutterstraat 1 c 7324AE APELDOORN

3004EC Stichting MKB-Rotterdam T.a.v... Postbus EC ROTTERDAM

Model. Aanvraagformulier. Tijdelijke subsidieregeling stimuleren leeftijdsbewust beleid. Aanvraagronde 2007

besluit ik de genoemde verlening als volgt te herzien (de vet gedrukte gegevens zijn hierbij gewijzigd):

3561GG4. Christelijk Nationaal Vakverbond Nederland (CNV).. Tiberdreef GG UTRECHT

5061PA14. Contactpersoon. Stichting Midpoint House of Leisure T.a.v... Almystraat PA OISTERWIJK

4200AD177. CA-ICT T.a.v... Postbus AD GORINCHEM

INNOVATIEVE PROJECTEN

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

2390AB77. Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro (A+O) T.a.v... Postbus AB HAZERSWOUDE-DORP

Handleiding Projectadministratie

Op hebt u in het kader van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 subsidie aangevraagd voor het project: Grenzenloos Werken.

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

6041GK77. Limburgse Werkgevers Vereniging T.a.v... Godsweerdersingel GK ROERMOND

1170AC144. STOOF Postbus AC BADHOEVEDORP

218RP69. Contactpersoon. Vereniging FME-CWM T.a.v... Zilverstraat RP ZOETERMEER

Op 10 juni 2015 hebt u in het kader van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 subsidie aangevraagd voor het project: Vierkant voor Werk

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

R P 3 M E R A L. OKT r '"> No. Kcnnisi temen Afdoen Bespreken Advies

.l,,. l,. l..,l,l,l.., l ll..

Beschrijving aanvraagprocedure/aanvraagformulier

7324AE1C. VNO-NCW Midden T.a.v... Boogschutterstraat 1 c 7324AE APELDOORN

Op hebt u in het kader van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 subsidie aangevraagd voor het project: StichtingLECRZ.

Aanvraagformulier voor projecten in Nederland

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

Subsidieregels Cultuurfonds

3700AK428. Stichting Opleidingsfonds Mode-, Interieur, Tapijt-, en Textiel Industrie Postbus AK ZEIST

Aanvraagformulier voor projecten in Nederland

Algemene subsidievoorwaarden Agis Innovatiefonds

Op 4 juni 2015 hebt u in het kader van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 subsidie aangevraagd voor het project: MKB Sectorplan Limburg.

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

Op uw verzoek van 29 maart 2017 heeft er een herverdeling van het budget over de maatregelen plaatsgevonden.

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 november 2016, kenmerk SBH/ ;

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Algemene subsidieverordening Texel

Subsidieregeling AMIF en ISF. mr JW Kempers

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Subsidiebeschikking. in het kader van het EFRO Doelstelling 2 programma, Kansen voor West, programmadeel West-Regio

overwegende dat het gewenst is om de gemeente Hardenberg beter op de kaart te zetten middels evenementen die een economische spin-off opleveren;

Subsidiebeschikking. in het kader van het EFRO Doelstelling 2 programma, Kansen voor West, programmadeel Rotterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 32b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Beschikking. Beleidsregel sociale veiligheid Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

1118ZP Sectorfonds Luchtvaart Postbus ZP LUCHTHAVEN SCHIPHOL

Subsidiebeschikking. in het kader van het EFRO Doelstelling 2 programma, Kansen voor West, programmadeel West-Regio

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

Datum 13 december Betreft Bonus Wsw over Geacht college,

Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

Subsidiebeschikking. in het kader van het EFRO Doelstelling 2 programma, Kansen voor West, programmadeel West-Regio

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Subsidiebeschikking. in het kader van het EFRO Doelstelling 2 programma, Kansen voor West, programmadeel Amsterdam

Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) T.a.v... Postbus AM WOERDEN

Subsidiebeschikking. in het kader van het EFRO Doelstelling 2 programma, Kansen voor West, programmadeel West-Regio

Datum 15 oktober 2015 Betreft Beschikking herziening subsidieverlening cofinanciering sectorplannen project 2013RCSP2015

1. Regeling Regeling cofinanciering sectorplannen 2015

1. Regeling Regeling cofinanciering sectorplannen 2015

Departementale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEAGENDA CULTUUR MAASTRICHT ( )

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Subsidievoorwaarden Maag Lever Darm Stichting. Wetenschappelijk Onderzoek Patiëntenverenigingen

Als gevolg van uw wijzigingsverzoek is de beschikking subsidieverlening op de vetgedrukte onderdelen gewijzigd.

Courage. Datum. project Gezonde Partners. Geachte heer XX

REGELING ONTWIKKELINGS- EN ONDERZOEKSSUBSIDIES VOOR ROTTERDAMSE KUNSTENAARS Artikel 1 Reikwijdte

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

1119PD209. Stichting A&O fondsgrafimediabranche T.a.v... Boeing Avenue PD SCHIPHOL-RIJK

Subsidiebeschikking. in het kader van het EFRO Doelstelling 2 programma, Kansen voor West, programmadeel West-Regio

1. Regeling Regeling cofinanciering sectorplannen 2015

Regeling subsidie Duurzaam wonen in Kennemerland

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

De subsidie is gebaseerd op artikel 4:23, derde lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht.

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.

Als gevolg van uw wijzigingsverzoek is de beschikking subsidieverlening op de vetgedrukte onderdelen gewijzigd:

-1/5- Ons kenmerk:

1. Regeling Regeling cofinanciering sectorplannen 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

_ eir u.._ kaaer van cut samenwerkingsverband op als penvoerder. Ministerie van Economische Zaken

REGELING ONTWIKKELINGS- EN ONDERZOEKSSUBSIDIES VOOR ROTTERDAMSE KUNSTENAARS Artikel 1 Reikwijdte

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

3008JE Deltalinqs T.a.v... Postbus JE ROTTERDAM

Voorlichtingsbijeenkomst AMIF aanvraagtijdvak 2017

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân:

: provinciale bijdrage voor het project Closing the Loops

Transcriptie:

Subsidiekader Innovatiebudget Werk en Bijstand 2004 Met ingang van 2004 beschikt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor beleidsinnovatie over een specifiek subsidiebudget, het zgn. Innovatiebudget. Voor het jaar 2004 is het onderstaand subsidiekader van toepassing. Het doel van dit innovatiebudget is het stimuleren en ondersteunen van beleidsontwikkeling- en uitvoering bij gemeenten op het terrein van de Wet werk en bijstand en direct daaraan gerelateerde beleidsterreinen. De doelgroep van dit subsidiebudget is primair dan ook gemeenten. Dit sluit aan bij de filosofie van de WWB, waarbij gemeenten een grote mate van beleidsvrijheid hebben en volledige financiële verantwoordelijkheid dragen voor het bijstandsbeleid. Het is ook mogelijk dat andere organisaties met volledige rechtsbevoegdheid een projectaanvraag indienen, mits dit een duidelijke meerwaarde heeft boven een aanvraag door gemeenten. In de aanvraag dient de meerwaarde expliciet aangetoond te worden en moet duidelijk worden gemaakt op welke wijze gemeenten betrokken zijn bij het project. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een eerste stadium van beleidsvoorbereiding waarbij de organisatie (ketenpartner) de voortrekkersrol kan vervullen en gemeenten daarbij stimuleert om nieuwe beleids- of uitvoeringsprocessen te beproeven. Ook moet inzichtelijk worden gemaakt dat er draagvlak bij gemeenten bestaat voor de uitvoering van het project. Het Innovatiebudget Werk en Bijstand 2004 zal bij voorkeur worden ingezet voor projecten met meerdere gemeenten en voor de prioritaire thema s die zich richten op het in juni 2004 vastgestelde Innovatieprogramma Werk en Bijstand (IPW) 1 juli 2004-31 december 2005. Dit programma is tot stand gekomen in overleg met de VNG en Divosa. Het subsidieplafond van het Innovatiebudget Werk en Bijstand 2004 bedraagt 3,0 miljoen. De verlening van subsidie geschiedt op grond van de Kaderwet SZW-subsidies 1 onder de beperking (voorwaarde) dat de wetgever gelden ter beschikking stelt. Een subsidie uit dit budget is éénmalig en heeft bij voorkeur een looptijd van één of anderhalf jaar. Het dient te gaan om kosten van een vernieuwend project: de ontwikkeling en implementatie van nieuwe methodieken en werkwijzen. Er kan geen subsidie worden verstrekt voor activiteiten die gemeenten of organisatie (ketenpartner) al uit hoofde van hun reguliere werkzaamheden worden geacht uit te voeren. Een subsidieaanvraag voor 2004 wordt met ingang van 1 juli 2004 in behandeling genomen en kan tot 1 oktober 2004 worden ingediend. De subsidieaanvraag dient betrekking te hebben op de vier hoofdthema s uit het Innovatieprogramma Werk en Bijstand (IPW)1 juli 2004-31 december 2005. Overgangsjaar 2004 Tot en met 2003 hebben diverse organisaties een beroep kunnen doen op het zogenoemde Achterstandsbudget. Dit budget is opgegaan in het nieuwe Innovatiebudget. Voor enkele organisaties, die meerdere voorgaande jaren achtereen een subsidie hebben aangevraagd, geldt 2004 als een overgangsjaar. Aan deze organisaties zal in 2004 nog op basis van het hun bekende subsidiekader (zie beschikkingen 2003) subsidie kunnen worden toegekend. 1 Wet van 19 juni 1997, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Geschiedenis: Staatsblad 1997, 789; Staatsblad 1999, 579: Staatsblad 2000, 569. 1

Dit subsidiekader voor het Innovatiebudget Werk en Bijstand geldt voor 2004/2005 en geeft aan: I) de uitgangspunten waarbinnen subsidie mogelijk is; II) de beoordelingscriteria van een subsidieaanvraag; III) de onderdelen die aan de orde dienen te komen in het projectplan; IV) de algemene voorwaarden; V) de voorwaarden die gesteld worden aan de verantwoordingsinformatie. I. Uitgangspunten voor subsidiëring uit het Innovatiebudget Het Innovatiebudget is primair bedoeld om vernieuwende projecten van gemeenten door middel van een subsidie te stimuleren en te ondersteunen. De projecten dienen betrekking te hebben op het terrein van het bijstandsbeleid (op grond van de WWB) en relevante c.q. aanpalende beleidsterreinen, en/of de gemeentelijke ketenprocessen. Op basis van het Innovatieprogramma Werk en Bijstand 1 juli 2004-31 december 2005 zijn er vier prioritaire hoofdthema s vastgesteld op het terrein van: 1) WWB in toekomstperspectief 2) Optimale werking van (het systeem van) de WWB 3) Werk Centraal 4) Aanpak onderkant van het klantenbestand. Zie voor nadere beschrijving en toelichting het Innovatieprogramma Werk en Bijstand (IPW). Aan te verlenen subsidies is voor het jaar 2004 in totaal een bedrag van 3,0 mln. beschikbaar. De directeur Werk en Bijstand is budgethouder van het Innovatiebudget en ondertekent de subsidietoekenningen, vaststellingen en afwijzingen. II. De beoordelingscriteria subsidieaanvraag Subsidieaanvragen voor 2004 moeten voldoen aan de volgende beoordelingscriteria: innovatief karakter: - Het project moet vernieuwend van opzet en of werkwijze zijn voor gemeenten en daarom buiten de eerder gebaande paden gaan. Het mogen GEEN activiteiten zijn die normaliter gerekend kunnen worden tot de reguliere werkzaamheden. Innovatieve projecten hebben in de regel een pilotkarakter met het doel om van de resultaten en uitkomsten te leren alvorens die in de eigen organisatie of naar andere organisaties over te dragen of te implementeren. - Het project dient betrekking te hebben op de thema s die in het Innovatieprogramma Werk en Bijstand 1 juli 2004 31 december 2005 als prioritair zijn aangemerkt en moet voor gemeenten toepasbaar c.q. vertaalbaar zijn op regionaal, provinciaal of landelijk niveau. verbetering beleidsontwikkeling en of uitvoering: Het project moet gericht zijn op de verbetering van de ontwikkeling en of uitvoering van het gemeentelijk beleid op het terrein van de Wet werk en bijstand en de direct daaraan gerelateerde beleidsterreinen. looptijd project: een project heeft bij voorkeur een looptijd van één of anderhalf jaar (maximum looptijd is 3 jaar, analoog aan de maximum experimenteerperiode op basis van het innovatieartikel WWB). 2

indienings- en sluitingstermijn aanvraag 2004: Een subsidieaanvraag voor 2004 wordt met ingang van 1 juli 2004 in behandeling genomen en kan tot 1 oktober 2004 worden ingediend. projectplan: Een projectplan dient te worden opgesteld volgens de indeling en vereisten die bij hoofdstuk III, inclusief een daaraan gerelateerde project/prestatiebegroting gemeentelijk draagvlak: Uit de subsidieaanvraag moet expliciet blijken dat sprake is van gemeentelijk draagvlak voor het project, doordat een gemeente zelf aanvrager is, en wanneer er sprake is van (mede)betrokkenheid of participatie van tenminste één gemeente, maar bij voorkeur meerdere gemeenten. uitgangspunten wetgeving: Het project moet passen binnen de wet- en regelgeving van SZW en moet aansluiten bij de filosofie van de WWB (gedecentraliseerde, gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het bijstandbeleid en de uitvoering daarvan). gevraagde subsidie: Er geldt geen maximaal subsidie per in te dienen projectaanvraag. De gevraagde subsidie/de kosten dienen in reële verhouding te staan met het uit te voeren project /de uit te voeren activiteiten. Projectaanvragen waarbij sprake is van een eigen financiële bijdrage of co-financiering genieten de voorkeur. andere subsidieregeling: Er wordt geen subsidie verleend indien de activiteiten van het project kunnen worden gefinancierd uit hoofde van een andere (specifieke) (subsidie)regeling 2. Een compleet subsidieverzoek dient te bestaan uit: 1. a. Een subsidieaanvraag, ingediend door één gemeente, mede namens één of meerdere andere gemeenten of organisaties, of b. Een subsidieaanvraag, ingediend door een (private) organisatie waarin nadrukkelijk de betrokkenheid van één of meerdere gemeenten blijkt middels een schriftelijke verklaring (of medeondertekening van de aanvraag) en de meerwaarde voor gemeenten is aangetoond. Uit de verklaring moet blijken dat de doelstelling van het project wordt onderschreven en dat de bereidheid bestaat om inhoudelijk aan het project deel te nemen en de resultaten te implementeren in de eigen organisatie. 2. Een projectplan, opgesteld volgens de indeling en vereisten die bij hoofdstuk III wordt gegeven, inclusief een daaraan gerelateerde project/prestatiebegroting. Verder dient rekening te worden gehouden met de uitgangspunten van het Innovatiebudget zoals hierboven in hoofdstuk I beschreven (zie ook het aanvraagformulier dat kan worden gedownload van de website van SZW). 2 Voorbeelden van bestaande regelingen: - Tijdelijke stimuleringsregeling bevordering activering en uitstroom Abw, IOAW en IOAZ door middel van klantmanagement, Staatscourant 27 december 2001, nr. 249 / pag 32 - Tijdelijke subsidieregeling Hoogwaardige Handhaving, Staatscourant 29 januari 2003, nr. 20 / pag 32 - Tijdelijke subsidieregeling samenwerkingsverband Abw, Staatscourant 28 mei 2003, nr. 102 / pag 25 - Subsidieregeling emancipatieprojecten, Staatscourant 29 december 2003, nr. 250 / pag 37 - Tijdelijke subsidieregeling projecten regionale platforms arbeidsmarktbeleid, Staatscourant 29 december 2003, nr. 250 / pag 50 - Subsidieregelingen Equal 2004 en ESF-3. 3

III. Het projectplan In een projectplan dienen de volgende punten aan de orde te komen c.q. zijn de navolgende criteria voor de beoordeling van het projectplan van toepassing: 1. Inleiding Een projectsamenvatting bestaande uit een beschrijving die het project in een bredere context plaatst en aangeeft aan welke aspecten van het bijstands- en reïntegratiebeleid van de gemeente(n), of aan welk ketenproces in relatie tot cliënten van de sociale dienst het project een concrete bijdrage levert. Tevens dient te worden aangegeven wat de relatie van het projectvoorstel is met de prioritaire hoofdthema s uit het Innovatieprogramma Werk en Bijstand (IPW). Aangegeven dient te worden wat de probleemanalyse is, de doelen, de werkwijze, de organisatie, de beoogde resultaten, de prestaties of opbrengsten, de planning, de gevraagde subsidie o.g.v. de begroting, en de initiatieven die ten aanzien van het genoemde probleem tot dusverre zijn genomen. Ook is een omschrijving van het sociaal en of maatschappelijk gebied, waarover het project en de activiteiten zich uitstrekken vereist. 2. Doelstelling en organisatie Een zo concreet mogelijke beschrijving van de doelstelling, werkwijze en organisatie van het project is vereist (inclusief probleemstelling). Aannemelijk dient te worden gemaakt waarom en/of waardoor het project vernieuwend of experimenteel is. Indien het erom gaat om bestaande ideeën of good practices geschikt te maken voor een nieuwe doelgroep of context dient eveneens aannemelijk te worden gemaakt wat de meerwaarde en vernieuwende van het project is ten opzichte van het bestaande project. Aangegeven dient te worden voor welke doelgroep(en) het project vooral is bedoeld. Een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de omvang van de doelgroep(en) en de doelgroep(en) waarop u het project richt is vereist. Een beschrijving van de projectorganisatie en de benodigde randvoorwaarden ( w.o. de bestuurlijke inbedding, de plaats binnen de organisatie, de samenwerking met andere gemeentelijke partners, de uitwerking administratieve organisatie et cetera.) is vereist. Hierbij dient u onder meer aan te geven de kwalitatieve- en kwantitatieve personele inzet, wie de projectverantwoordelijke is, wie de projectleider en projectmedewerker(s)en zijn aan wie intern (tussentijds) gerapporteerd dient te worden met betrekking tot de stand van zaken. Daarmee kunt u tegelijkertijd voldoen aan hetgeen is vereist onder 5. Looptijd, fasering en rapportage. 3. Samenwerking Aangegeven dient te worden met welke andere gemeente(n) en/of organisatie(s) en op welke wijze wordt samengewerkt; de rol en betrokkenheid van deze organisatie(s) moet duidelijk zijn omschreven. De aanvrager is te allen tijde eindverantwoordelijk en aansprakelijk voor een goed verloop van het project en de te leveren resultaten. 4. Beoogde resultaten en effecten Aannemelijk dient te worden gemaakt hoe het innovatieve project bijdraagt aan een oplossing van de problematiek en wat de beoogde resultaten en effecten zullen zijn. Daarbij dient zoveel mogelijk kwalitatief als kwantitatief (meetbaar in aantallen, actie e.d.) beschreven te worden welke producten en activiteiten worden ontwikkeld, uitgevoerd of gerealiseerd. De beoogde resultaten c.q. prestaties dienen de volgende (SMART-) kenmerken hebben: - specifiek: d.w.z. helder en eenduidig (geen ruimte voor discussie of andere interpretatie - meetbaar: door zoveel mogelijk te kwantificeren (bijv. prijs, hoeveelheid, aantal) 4

- afgesproken: vóóraf overeenstemming over de te leveren resultaten c.q. prestatie. - realistisch: kan het resultaat c.q. prestatie tegen aanvaardbare kosten worden geleverd. - tijdgebonden: kan het resultaat c.q. prestatie binnen het aangegeven tijdpad tot stand komen. 5. Looptijd, fasering en rapportage Aangegeven dient te worden de start- en einddatum van het project (een looptijd van één of anderhalf jaar geniet de voorkeur: een project kan ten hoogste drie jaar duren), het tijdpad en de fasering van verschillende activiteiten met tussentijdse resultaten. Ook evaluatiemomenten dienen benoemd te zijn. Door SZW kan op die momenten gevraagd worden om over de voortgang te rapporteren. 6. Overdraagbaarheid en implementatie Aangegeven dient te worden hoe de resultaten naar verwachting kunnen worden ingepast in het reguliere beleid van de betrokken gemeente en/of betrokken organisatie(s) en welke afspraken daarover zijn gemaakt met de gemeente en andere betrokken organisatie(s) (ketenpartners). Er dient ook te worden beschreven welke bijdrage het project zal leveren om resultaten over te dragen (bijvoorbeeld welke vormen van publiciteit zullen worden gebruikt). Indien mogelijk kunnen ook voorbeelden worden gegeven van andere situaties waarin de bereikte resultaten of de opzet/methodiek ook toepasbaar is/zijn. SZW zal het projectplan en de resultaten van het project publiceren en landelijk beschikbaar stellen. 7. Projectbegroting Een projectbegroting dient inzicht te geven in de reële kosten per te onderscheiden activiteit (prestatie) als in de totale kosten van het project en de financiële dekking er van. Alleen ontwikkelkosten die betrekking hebben op het innovatieve project en de kosten voor extra capaciteit die nodig zijn voor het project komen voor subsidie in aanmerking. De projectbegroting dient narekenbaar per activiteit onderbouwd, gespecificeerd en toegelicht te zijn. Een realistische begroting wil zeggen dat de opgevoerde kosten en inkomsten noodzakelijk zijn, gemeenteconform en in redelijke c.q. billijke verhouding staan tot de te verrichten activiteiten. Onvoorziene posten en p.m. bedragen zijn niet subsidiabel. Voor gemeentelijke aanvragen geldt dat de BTW niet subsidiabel is. De BTW kan door de gemeente immers verrekend worden bij het BTW-compensatiefonds van het Ministerie van Financiën. Voor BTW-plichtige subsidie-ontvangers wordt de BTW eveneens niet subsidiabel. Interne uren van medewerkers kunnen worden doorberekend tegen het uurtarief zoals geldt voor de betreffende gemeente, overeenkomstig de reguliere gemeentelijke begrotingssystematiek. De gehanteerde tarieven dienen aan te sluiten bij het binnen de gemeentelijke sector gebruikelijke beloningsniveau. Voorts gelden de artikelen 5 en 6 Subsidieverlening van de Algemene Regeling SZW-subsidies 3. Daarnaast dient in een sluitende begroting te worden aangegeven welke bijdragen er zijn uit de inzet van eigen middelen van de gemeente, uit bijdragen van derden (co-financiering) en eventueel door het project gegenereerde of te genereren inkomsten. 3 Staatscourant 1997, nr. 247. 5

IV. Algemene voorwaarden 1) Kaderwet SZW-subsidies, Algemene wet bestuursrecht en Algemene regeling SZW-subsidies De verlening van subsidie geschiedt op grond van de Kaderwet SZW-subsidies. Op de subsidieverlening zijn de verplichtingen en de voorwaarden als neergelegd in de Kaderwet SZW-subsidies, titel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene regeling SZW-subsidies, met uitzondering van de artikelen 8, eerste lid, 14, eerste lid, 15 lid 1 en 2, 16 van toepassing. Op grond van artikel 4:46, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de subsidie op een lager bedrag worden vastgesteld indien aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet in voldoende mate zijn nageleefd. 2) Toekenning, bevoorschotting en rapportages - De subsidietoekenning vindt plaats op grond van het met de aanvraag ingediende innovatieve projectvoorstel en met inachtneming van hoofdstukken I en II van dit subsidiekader. - Hierbij dient het projectvoorstel te voldoen aan de onder hoofdstuk III: Het projectplan, beschreven criteria. - Er wordt een voorschot tot 100% verleend van de toegekende subsidie. - De aanvrager kan in de subsidiebeschikking verzocht worden om tussentijdse voortgangsrapportages in te dienen. Dit geldt voor projecten met een looptijd van langer dan 1 jaar. - Bij het niet doorgaan van een project dan wel bij het optreden van een aanzienlijke vertraging (meer dan 2 maanden) is de subsidieaanvrager verplicht dit direct te rapporteren. 3) Subsidievaststelling/resultaatsfinanciering - Resultaatsfinanciering Er wordt uitgegaan van resultaatsfinanciering. Dat wil zeggen dat gemeenten die een subsidie ontvangen voor een innovatief project volledig verantwoordelijk zijn voor de voortgang en de resultaten van de afgesproken activiteiten. Daarover moet verantwoording worden afgelegd. Op grond van deze verantwoordingsinformatie wordt ook afgerekend. Dit wil zeggen dat het vast te stellen subsidiebedrag niet wordt gerelateerd aan de werkelijk gemaakte kosten, maar aan het behalen van het afgesproken resultaat c.q. geleverde prestatie. De voorwaarden waaraan deze verantwoordingsinformatie dient te voldoen worden aangegeven bij hoofdstuk V: De verantwoordingsinformatie. Dit betekent dat er alleen een verantwoordingsverslag wordt ingediend met concrete resultaten. Indien de resultaten achterblijven bij de vóóraf overeengekomen resultaatsafspraken kan dit een (pro rato) financieel gevolg hebben middels een verlaging/wijziging van de subsidie. In geval het resultaat niet volledig tot stand is gebracht dient u dit enerzijds te kwantificeren in relatie tot de vóóraf overeengekomen resultaatsafspraken en anderzijds te relateren aan de goedgekeurde begroting. Het verantwoordingsverslag dient binnen 3 maanden na de afgesproken einddatum van het project te worden ingediend. Na ontvangst van het verantwoordingsverslag c.q. de verantwoordingsinformatie zal de subsidie binnen 6 maanden worden vastgesteld en worden verrekend met het verleende voorschot. 6

Indien het subsidiebedrag lager c.q. gewijzigd vastgesteld wordt, betekent dit dat het bij wijze van voorschot verstrekte subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk zal worden teruggevorderd. - Niet doorgaan of voortijdig beëindigen project Bij het niet doorgaan of voortijdig afbreken van een project dient terstond melding aan SZW plaats te vinden. SZW zal in geval van voortijdig beëindigen van het project nadere verantwoordingsinformatie vragen op grond waarvan tot subsidievaststelling kan worden overgegaan. Bij de subsidievaststelling wordt uitgegaan van de geleverde prestatie tot dan toe. Daarbij kan worden betrokken de oorzaak c.q. de reden van tussentijdse beëindiging en de (mate) van verwijtbaarheid van de subsidieontvanger. Dit ter beoordeling van de subsidiënt. Bij het niet doorgaan van het project zal de subsidie worden vastgesteld op nihil en zal het verleende voorschot worden teruggevorderd. 4) Evaluatie Voor een brede bekendmaking (publicatie) van de resultaten van het innovatieve project levert u een verantwoordingsrapportage aan zoals bedoeld onder hoofdstuk V. De verantwoordingsinformatie. SZW zal de projectaanvraag (zie hoofdstuk III: Projectplan, onderdeel 1) en de hier bedoelde evaluatie landelijk beschikbaar stellen. 5) Bezwaar en beroep Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen een beschikking schriftelijk bezwaar worden gemaakt door degene wiens belang rechtstreeks bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de dag van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden, Bureau Ondersteuning Bezwaar en Beroep, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en tenminste te bevatten de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze beschikking met de reden(en) waarom de beschikking niet juist wordt gevonden. Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van deze beschikking en eventuele andere op de zaak betrekking hebbende stukken te voegen. Het bezwaar schort de werking van deze beschikking niet op. V. De verantwoordingsinformatie Aan de op te leveren verantwoordingsinformatie worden navolgende voorwaarden gesteld: 1. De verantwoordingsinformatie dient tijdig: uiterlijk 3 maanden na de overeengekomen einddatum van het project bij SZW, aangeleverd te worden. 2. De verantwoordingsinformatie dient een overzicht te geven van en inzicht te geven in de behaalde resultaten en effecten t.o.v. de in het plan van aanpak beschreven beoogde resultaten en effecten. Hierbij dient (zoveel mogelijk) kwantitatief en kwalitatief beschreven te worden welke producten en activiteiten zijn ontwikkeld, uitgevoerd en/of gerealiseerd. Daarbij dient de subsidieontvanger bij de ondertekening expliciet te verklaren dat de verantwoordingsinformatie juist en volledig is en naar waarheid is opgesteld. 7

3. Indien de vooraf beoogde resultaten en effecten niet of slechts ten dele zijn behaald, dient in de verantwoordingsinformatie aangegeven te worden wat de reden daarvan is. Bij het ten dele behalen van de beoogde resultaten wordt tevens gevraagd aan te geven voor welk deel (bijvoorbeeld percentage) het project al dan niet is geslaagd. 4. Ten behoeve van de overdraagbaarheid van de projecten dient aan de verantwoordingsinformatie toegevoegd te worden een casusbeschrijving van het project, waarin is opgenomen: - een korte projectomschrijving met: de inhoud van het project, doelstelling, de beoogde resultaten en effecten, en de looptijd van het project; - de resultaten van het project vormgegeven in conclusie en aanbevelingen. 5. De aanvrager dient de resultaten -om niet- beschikbaar te stellen aan andere instellingen en organisaties binnen de sector. De resultaten van de innovatieve projecten worden kosteloos beschikbaar gesteld aan het ministerie van SZW. Het Innovatieprogramma Werk en Bijstand (IPW) 1 juli 2004-31 december 2005 en dit subsidiekader Innovatiebudget Werk en Bijstand 2004 staan op het szw-web (www://gemeenteloket.szw.nl). Een aanvraagformulier dat de subsidieaanvrager dient te gebruiken staat eveneens op het gemeenteloket. Voor meer informatie kunt contact opnemen met: Ferrie Hooghiemstra, tel (070) 333 47 60, e-mail: nhooghiemstra@minszw.nl en Petra van Golen, tel (070) 333 47 91, e-mail: pvgolen@minszw.nl. 8