Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering in het kader van de WWB, IOAW, IOAZ en WIJ

Vergelijkbare documenten
TOELICHTING BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B123 Aflossingsregels terugvorderingsschulden

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND

Beleidsregels terugvordering & verhaal WIJ

gelet op artikelen 1:3 en 4:81, lid v van de Algemene wet bestuursrecht en artikelen 54 en 58 tot en met 60 van de Wet werk en bijstand,

Beleidsregels inzake opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van bijstand en inkomensvoorzieningen

Beleidsregels terugvordering uitkeringen gemeente Noordoostpolder 2015

BELEIDSREGEL inzake opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van uitkeringen 2015 (beleidsregels terugvordering Utrecht 2015)

Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW, IOAZ en verhaal WWB

TOELICHTING BELEIDSREGELS TERUGVORDERING & VERHAAL WWB

Beleidsregels terug- en invordering in het kader van WWB, IOAW, IOAZ en WIJ Hoofdstuk I Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Participatiewet Hellevoetsluis 2017

BELEIDSREGEL HERZIENING, INTREKKING EN TERUGVORDERING REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG (RDWI) 2013

Beleidsregels terugvordering WWB

Debiteurenbeleid Sociaal Domein Waalre

b e s l u i t : vast te stellen de volgende Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering Wet werk en bijstand

Dit document omvat dan ook de Beleidsregels en Uitvoeringsvoorschriften Terugvordering en Verhaal van de gemeente Gouda.

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013

B&W 01 december 2009 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B123 AFLOSSINGSREGELS TERUGVORDERINGSSCHULDEN

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE OLDEBROEK

Politieke schriftelijke vragen (art. 39 RvO)

B&W 20 april 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE RICHTLIJN NR. B123 AFLOSSINGSREGELS TERUGVORDERINGSSCHULDEN

De beleidsregels treden in werking op het tijdstip waarop de verordening bestuursrechterlijke geldschulden in werking treedt: 4 december 2012.

Technische aanpassing beleidsregels terugvordering Wet werk en bijstand

Beleidsregels terugvordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Beleidsregels terugvordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013

Beleidsregels terugvordering en verhaal gemeente Amstelveen

Nota van B&W Beleidsregels terugvordering en verhaal Wet werk en bijstand R. Kouwenhoven H. Tuning

Beleidsregels 2013 e.v. van de gemeente Montferland inzake terugvordering inzake WWB, IOAW en IOAZ

HOOFDSTUK I ALGEMEEN. Artikel I Begripsomschrijvingen. Regeling terugvordering en verhaal 2019 Waalre

Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal WWB/IOAW/IOAZ gemeente Vught.

Beleidsregels terugvordering Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Edam-Volendam

BELEIDSREGELS EN UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN TERUGVORDERING EN VERHAAL WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HULST

Terugvorderingsbeleid Midden-Drenthe

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregel terugvordering gemeente Elburg

Beleidsregels terugvordering, verhaal en invordering Kempengemeenten 2016

ALGEMEEN TERUGVORDERING

Beleidsregels Terugvordering WWB, IOAW & IOAZ

Beleidsregel terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ 2018

B&W 16 maart 2010 Gemeenteblad BELEIDSREGELS HERZIENING, INTREKKING EN TERUGVORDERING WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ)

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg

Beleidsregels Terugvordering. Wet werk en bijstand (WWB) Gemeente Voorst

Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW en IOAZ

Debiteurenbeleid gemeente Eindhoven

gezien het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 februari 2015;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 september 2004; gezien het advies van de commissie Inwonerszaken d.d.

Beleidsregel Terug- en invordering 2018

Beleidsregels verhaal en terugvordering Participatiewet gemeente Slochteren. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Slochteren,

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ

TERUGVORDERING VAN BIJSTAND

Beleidsregels Verhaal WWB en WIJ. Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling. Opmerkingen m.b.t. de regeling. Grondslagen

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017

B&W 29 januari 2013 Gemeenteblad

Onderwerp: Dagtekening: Nummer: Beleidsregels Invordering B125

technisch aan te passen aan de per 1 januari 2015 gewijzigde wet(tekst);

Beleidsregels en uitvoeringsvoorschiften terugvordering onder de Wet Werk en Bijstand van de gemeente Vianen

HOOFDSTUK 2 GEHEEL OF GEDEELTELIJK AFZIEN VAN VERDERE TERUGVORDERING

Beleidsregels terug- en invordering sociale zekerheidswetten gemeente Bussum 2014

Beleidsregels terugvordering- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 gemeente Waterland

Uitvoeringsregels Terugvordering en Verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ 2016 voor de gemeenten Súdwest-Fryslân en Littenseradiel

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

heeft het voorstel van de afdeling Sociale Zaken van 9 december 2014 gelezen, en;

Beleidsregels terugvordering, invordering, leenbijstand en verhaal PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZGR Ferm Werk

Volledige naam: Beleidsregels opschorting, herziening, intrekking, terugvordering en

Beleidsregels terugvordering en verhaal Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Maasgouw 2015

Beleidsregels Terug- en invordering WWB, IOAW, IOAZ en Bz 2004 Versie 2013

Beleidsregels Terugvordering en Verhaal 2015

Beleidsregels terugvordering, invordering, verhaal en kwijtschelding Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Beleidsregel Terugvordering bijstand/uitkering Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almelo;

Datum advies : 21 oktober 2013 Auteur advies : Peter de Laaf

Beleidsregels terugvordering inkomensvoorzieningen gemeente Dinkelland 2013

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND

Beleidsregels terugvordering en verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ Breda 2016

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

Beleidsregels Terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Olst-Wijhe

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels Terug- en invordering 2015

Hoofdstuk I Algemeen 2

Beleidskader Terug-, en Invordering WWB, Wij, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Boxtel en Haaren

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING EN VERHAAL Wwb, Ioaw en Ioaz GEMEENTE ROERDALEN Gemeente Roerdalen. 23 oktober 2013, Sint Odiliënberg.

B&W 6 september 2011 Gemeenteblad

Omgevingsvergunning. Publicatieblad openbare bekendmakingen gemeente Brummen. Datum: 28 januari 2015 Weeknummer: 05. Inlichtingen

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 7 juli 2015;

Artikel 1 Verhaal van bijstand Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:

Toelichting op de Beleidsregels Terugvordering Afdeling Mens en Werk 2013

Beleidsregels terug- en invordering Wet werk en bijstand, IOAW en IOAZ gemeente Zoeterwoude 2013

Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 (versie maart 2015)

Inhoudsopgave. Hoofdstuk I Algemeen 2. Hoofdstuk II Geheel of gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering 3. Hoofdstuk III Invordering 4

BELEIDSREGELS TERUG- EN INVORDERING EN VERHAAL IN HET KADER VAN DE WET WERK EN BIJSTAND VAN DE SOCIALE DIENST WALCHEREN.

Transcriptie:

Voorstel Aan Status Afdeling Medewerk(st)er Telefoonnummer Ponefeuillehouder Bijlage(n) : Burgemeester en Wethouders : Openbaar / Ter besluitvorming : Sociale Zaken : M.S. Jaspers : 071406 5202 : Mostert, l.g. Zaaknummer : :toto - /34 /jo Datum : 16juni 2010 Paraaf Raad: : Nee medewerk(st)er: 1...- OR: : Nee \ Communicatie: : Nee Onderwerp: Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering in het kader van de WWB, IOAW, IOAZ en WIJ Samenvatting: Aan de raad is een voorstel gedaan om de Verordening handhaving in het kader van de WWB en de WIJ te wijzigen per 1 juli 2010 zodat deze tevens voor de IOAW en IOAZ kan gelden. In de verordening wordt bepaald dat het college van B en W zorg draagt voor een beleidsplan handhaving. Aan het college is een voorstel gedaan om het Beleids- en Controle plan Handhaving in het kader van de WWB,WIJ,IOAW en IOAZ per 1juli 2010 vast te stellen. Uit dit beleidsplan vloeit voort dat het terug- en invorderingsbeleid is vastgelegd in beleidsregels. De beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering waren alleen van toepassing op de WWB. De beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften zijn aangepast, zodat deze ook voor de IOAW, IOAZ en de WIJ gelden. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de beleidsregels met betrekking tot het onderdeel WWB te actualiseren. Zo is het rekenen van wettelijke rente over vorderingen afgeschaft en zijn de oude artikelen die nog refereerden aan de Algemene bijstandswet verwijderd. Gevraagde beslissing: Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering in het kader van de WWB, IOAW, IOAZ en WIJ vaststellen. o Intern advies Geen o Extern advies Geen Circuleren B&W Secr. Burg. Weth.t W~I Weth.1II wettf Datum besluit B&WjBurgemeester Akkoord: Bespreken B&W vercadenne Besluit: ~. ~ r...,.ti I'll:> IA 2 8 JUN 2010 Nr. ID ; \ Overeenkomstig het voorstel besloten 16juni 2010

Zaaknummer Onderwerp : MlO _ 10480 : Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering in het kader van de WWB, IOAW, IOAZ en WIJ ~atwijl{ Inleiding Het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand in het kader van de WWB is een algehele bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Sinds de inwerktreding op 1 oktober 2009 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) geldt dit eveneens voor de ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening op grond van deze wet. Daarnaast gelden dezelfde bevoegdheden sinds 1januari 2010, als gevolg van de Wet bundeling inkomensvoorzieningen gemeenten (Wet BmG), ook voor ten onrechte verstrekte uitkeringen op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (IOAZ). De bepalingen in deze wetten over terugvordering vormen op zichzelf geen sluitende grondslag voor de gemeentelijke terugvorderingspraktijk. Er is een voorstel gedaan aan de raad om de Verordening handhaving WWB en WIJ te wijzigen per 1juli 2010 zodat deze ook voor de IOAW en IOAZ kan gelden (zaaknummer 2010-010282). Aan het college is een voorstel gedaan om het Beleids- en Controle plan Handhaving in het kader van de WWB,WIJ, IOAW en IOAZ per 1juli 2010 vast te stellen. Uit dit beleidsplan vloeit voort dat het terug- en invorderingsbeleid is vastgelegd in beleidsregels. De beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering waren alleen van toepassing op de WWB. De beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften zijn aangepast, zodat deze ook voor de IOAW, IOAZ en de WIJ gelden (bijlage 1). Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de beleidsregels met betrekking tot het onderdeel WWB te actualiseren. Zo is het rekenen van wettelijke rente over vorderingen afgeschaft en zijn de oude artikelen die nog refereerden aan de Algemene bijstandswet verwijderd. Beoogd resultaat Invulling geven aan de uit het beleidsplan handhaving voortvloeiende beleidsregels met betrekking tot terugvordering in het kader van de WWB, IOAW,IOAZ en WIJ. Argumenten 1.1. Het Beleidsplan Handhaving WWB, WIJ, IOAW en IOAZ schrijft voor dat het college zorg draagt voor beleidsregels met betrekking tot terugvordering. Met het bijgevoegde voorgestelde beleid wordt hieraan invulling gegeven. 1.2. De terugvordering in het kader van de IOAW,IOAZ en WIJ is qua strekking gelijk aan de terugvordering inde WWB. Het ligt voor de hand in het beleid hierbij aan te sluiten. 1.3 Gelet op definanciële verantwoordelijkheid van het college voor de kosten van bijstand en andere inkomensvoorzieningen is het van groot belang dat deze uitkeringen alleen terechtkomen bij die burgers die er recht op hebben. Met het bijgevoegde voorgestelde beleid wordt hieraan invulling gegeven. 1.4 De ontvangsten voortvloeiend uit de terugvordering hebben een gunstig effect op het beschikbare budget. Met het bijgevoegde voorgestelde beleid wordt hieraan invulling gegeven. 16juni 2010

~atwijl{ 1-5 Het plegen van uitkeringsfraude mag onder geen enkele voorwaarde worden beloond door de ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening niet terug te vorderen. Met het bijgevoegde voorgestelde beleid wordt hieraan invulling gegeven. 1.6 Het afschaffen van het rekenen van wettelijke rente over vorderingen bespaart extra werk en geeft debiteuren met hoge schulden perspectief op het aflossen van hun schuld. Kostenfbaten afweging: met de invoering van de 4' tranche Algemene wet bestuursrecht (Awb) per 1 juli 2009 dient de wettelijke rente in een aparte beschikking aan de klant medegedeeld te worden. Dit kan per klant meerdere malen per jaar nodig zijn als het een klant betreft die niet regelmatig aan zijn betalingsverplichting voldoet. Als blijkt dat het te rekenen bedrag aan rente onder de C 20,00 ligt dient dit bedrag weer kwijtgescholden te worden. In veel gevallen zal het zo zijn dat de rente minder dan C 20,00 zal bedragen en dus niet verschuldigd is. De verschuldigde wettelijke rente moet jaarlijks als deze meer bedraagt dan C 20,00 bij de hoofdsom worden opgeteld. Kortom, het rekenen van wettelijke rente levert veel extra werk en het invoeren van extra bewakingsmomenten op tegen geringe tot geen opbrengsten. Debiteuren met een hoge schuld houden perspectief op het aflossen van hun schuld: klanten met een hoge schuld komen vaak aan aflossen op de vordering niet toe wanneer er wettelijke rente in rekening wordt gebracht. Als er geen wettelijke rente wordt geheven komen de betalingen direet ten goede aan de aflossing van de schuld en houden ze perspectief op aflossing. Kanttekeningen Geen. Middelen Niet van toepassing. Uitvoering Na vaststelling zullen de beleidsregels op de gebruikelijke wijze bekend worden gemaakt. De beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering treden in werking met ingang van 1juli 2010. Na het collegebesluit wordt dit voorstel met de bijlage 1ter kennisname verstuurd aan het cliëntenpanel StaandeBij en de Wmo-adviesraad. BijIage(n) 1. Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering in het kader van de WWB, IOAW, IOAZ en WIJ. 2. Brief aan cliëntenpanel StaandeBIJ. 3. Brief aan de Wmo-adviesraad. 3

BELEIDSREGELS EN UITVOERINGSVOORSCHRIFrEN TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKNEMERS WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE ZELFSTANDIGEN WET INVESTEREN IN JONGEREN Juli 2010

BELEIDSREGELS EN UI1VOERINGSVOORSCHRIFfEN TERUGVORDERING Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften Terugvordering Wet werk en bijstand (WWB), Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (IOAZ), Wet Investeren in jongeren (WIJ) van de gemeente Katwijk. ALGEMEEN 1. Gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheid Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot: a. het herzien of intrekken van het toekenningsbesluit ingevolge artikel S4 lid 3 en lid 4 van de WWB; artikel 17lid 3 en lid 4 van de IOAW, artikel 17lid 3 en lid 4 van de IOAZ en artikel 40 lid 3 en lid 4 van de WIJ b. het terugvorderen van ten onrechte verleende inkomensvoorziening zoals neergelegd in paragraaf 6.4 van de WWB, paragraaf S van de Ioaw, paragraaf S van de Ioaz en hoofdstuk 7 van de WIJ. HERZIENING EN INTREKKING 2. Herziening ofintrekking van het toekenningsbesluit Een besluit tot toekenning van bijstand wordt herzien of ingetrokken indien: a. het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 17lid 1 en lid 2 WWB, of de artikelen 28 lid 2 en 29 lid 1van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet Suwi), artikel 13 lid 1en lid 2 IOAW, artikel 13 lid 1 en lid 2 IOAZ of artikel 44 lid en lid 2 van de WIJ, heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van een inkomensvoorziening; b. anderszins de inkomensvoorziening ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend. Van het nemen van een herzienings- of intrekkingsbesluit kan op grond van dringende redenen worden afgezien. TERUGVORDERING 3. Terugvordering De bijstand of uitkering wordt teruggevorderd beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften. in de gevallen zoals vermeld in deze 4. Ten onrechte verleende inkomensvoorziening Burgemeester en wethouders vorderen de inkomensvoorziening terug van de belanghebbende voorzover deze: a. ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend; b. in de vorm van een geldlening is verleend en de uit de geldlening voortvloeiende verplichtingen niet of niet behoorlijk worden nagekomen; c. voortvloeit uit gestelde borgtocht; d. ingevolge artikel gz WWB en artikel 37 van de WIJ bij wijze van voorschot is verleend en nadien is vastgesteld dat geen recht op een inkomensvoorziening bestaat; e. anderszins onverschuldigd is betaald voorzover de belanghebbende dit redelijkerwijs kon begrijpen, of f. anderszins onverschuldigd is betaald, waaronder begrepen dat: 1. de belanghebbende naderhand met betrekking tot de periode waarover een inkomensvoorziening is verleend, over in aanmerking te nemen middelen als bedoeld in artikel 31 WWB, artikel 8 IOAW, artikel 8 IOAZ en artikel 7 van de WIJ beschikt of kan beschikken; 2. een inkomensvoorziening is verleend met een bepaalde bestemming en naderhand door de belanghebbende vergoedingen of tegemoetkomingen worden ontvangen met het oog op die bestemming. g. terugvordering als bedoeld onder e. vindt niet plaats, indien de betreffende kosten zijn gemaakt meer dan twee jaar vóór de datum van verzending van het besluit tot terugvordering.

5. Terugvordering van gezinsleden a. Onverminderd het bepaalde onder regel 4 worden kosten van bijstand of uitkering, indien deze aan een gezin wordt verleend, van alle gezinsleden teruggevorderd. b. Indien de inkomensvoorziening als gezinsbijstand of - uitkering aan gehuwden had moeten worden verleend, maar zulks achterwege is gebleven omdat belanghebbende de verplichting bedoeld in artikel 17lid 1en lid 2 WWB, of de artikelen 28 lid 2 en 29 lid 1van de Wet Suwi, artikel 13lid 1en lid 2 van de IOAW, artikel 13 lid 1en lid 2 van de IOAZ of artikel 44 lid 1 en lid 2 van de WIJ, niet of niet behoorlijk is nagekomen, kunnen de kosten van bijstand of uitkering mede worden teruggevorderd van de persoon met wiens middelen als bedoeld in artikel 31 WWB, artikel 8 van de IOAW, artikel 8 van de IOAZ en artikel 7 van de WIJ bij de verlening van de inkomensvoorziening rekening had moeten worden gehouden. c. de onder a. en b. genoemde personen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling van de kosten van bijstand of uitkering die worden teruggevorderd. 6. Afzien van het nemen van een terugvorderingbesluit Burgemeester en wethouders zien af van het nemen van een terugvorderingsbesluit indien hiertoe een dringende reden aanwezig is. KWIJTSCHELDING 7. Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek Burgemeester en wethouders kunnen besluiten tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de teruggevorderde inkomensvoorziening indien: a. redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, en b. redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in regel 8 bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, en c. de vordering van de gemeente wegens teruggevorderde bijstand of uitkering ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang. 8. Afzien van kwijtschelding wegens schuldenproblematiek Van kwijtschelding als bedoeld in regel 7 wordt afgezien indien: a. de terugvordering van een inkomensvoorziening het gevolg is van verwijtbaar gedrag van de belanghebbende; b. de vordering wordt gedekt door pand of hypotheek op een goed of goederen, behoudens voor zover de vordering niet op die goederen verhaald kan worden. 9. Inwerkingtreding van het besluit tot kwijtschelding wegens schuldenproble-matiek Het besluit tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de teruggevorderde bijstand of uitkering als bedoeld in regel 7 treedt niet in werking voordat een schuldregeling tot stand is gekomen. 10. Intrekking kwijtscheldingsbesluit schuldenproblematiek Het besluit tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de teruggevorderde inkomensvoorziening als bedoeld in regel 7 wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien: a. niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling is tot stand gekomen; b. de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of c. onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid. 11. Kwijtschelding na het voldoen aan de betalingsverplichting Burgemeester en wethouders kunnen besluiten van terugvordering of van verdere terugvordering af te zien, indien de belanghebbende:

a. gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan; b. gedurende vijf jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald; c. gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten; of d. een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom in één keer aflost. 12. Verkorting van de periode van voldoen aan betalingsverplichting De in regel 11 genoemde termijn is drie jaar indien: a. het gemiddeld inkomen van de belanghebbende in die periode de beslagvrije voet bedoeld in de artikelen 475C en 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet te boven is gegaan; en b. de terugvordering niet het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, lid 1 en lid 2 van de WWB, artikel 28 lid 2 en artikel 29 lid 1van de Wet Suwi, artikel 13 lid 1en lid 2 van de IOAW, artikel 13 lid 1en lid 2 van de IOAZ of artikel 44 lid 1en lid 2 van de WIJ. 13. Afzien van kwijtschelding na voldoen aan betalingsverplichting Van kwijtschelding als bedoeld in regel 11 wordt afgezien indien: c. de terugvordering van bijstand het gevolg is van verwijtbaar gedrag van de belanghebbende; d. de vordering wordt gedekt door pand of hypotheek op een goed of goederen, behoudens voor zover de vordering niet op die goederen verhaald kan worden. 14. Kwijtschelding op individuele gronden Burgemeester en wethouders kunnen in zeer bijzondere omstandigheden op individuele gronden besluiten tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de teruggevorderde bijstand. INVORDERING VAN TERUGGEVORDERDE INKOMENSVOORZIENING 15. Terugvorderingsbesluit In het terugvorderingsbesluit delen burgemeester en wethouders aan de belanghebbende mede: a. tot welk bedrag en over welke periode de ten onrechte ontvangen inkomensvoorzieing wordt teruggevorderd; b. de termijn of termijnen waarbinnen de belanghebbende de ten onrechte ontvangen inkomensvoorziening dient terug te betalen; c. op welke wijze het besluit, bij gebrekkige betaling, ten uitvoer zal worden gelegd. 16. Verplichtingen met betrekking tot de invordering a. Het aflossingsbedrag zoals medegedeeld in het terug- of invorderingsbesluit geldt als een opgelegde betalingsverplichting; b. tenminste één keer per 24 maanden verrichten burgemeester en wethou-ders onderzoek naar de hoogte van het inkomen. Indien het inkomen daartoe aanleiding geeft wordt als gevolg van dit onderzoek de betalings-verplichting gewijzigd vastgesteld. 17. Verrekening en beslaglegging Indien de belanghebbende niet bereid is tot het treffen van een minnelijke betalingsregeling, of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, dan wordt het terugvorderingsbesluit tenuitvoergelegd door middel van: 1. verrekening met de maandelijks verleende bijstand of uitkering op grond van artikel 48, lid 5 en artikel 60 lid 3 van de WWB, artikel 28 lid 2 en lid 3 van de IOAW, Artikel 28 lid 2 en lid 3 van de IOAZ of artikel 56 lid 3 van de WIJ, of bij het ontbreken van deze mogelijkheid; 2. een executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 47ge lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, of; 3. beslag in de zin van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering.

OVERIGE BEPALINGEN 18.Kosten Indien de belanghebbende zich niet houdt aan de verplichtingen, voortkomend uit het terugvorderingsbesluit, dan wordt de vordering verhoogd met kosten. De kosten worden daarbij bepaald op 15% van de hoofdsom met een minimum van C 45,-- en een maximum van C 680,--. 19. Brutering Loonbelasting en de premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand of uitkering verstrekt krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtige is, alsmede de vergoeding bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, worden teruggevorderd, voor zover deze belasting, premies en vergoeding niet verrekend kunnen worden met de belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, tenzij de terugvordering de klant niet te verwijten is en er sprake is van onvoortvarendheid bij burgemeester en wethouders bij de verwerking van de tot de terugvordering leidende inlichtingen. 20. Inwerkingtreding Deze beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften treden in werking met ingang van 1juli 2010. Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk

TOELICHTING BELEIDSREGELS EN UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND 1. Algemeen In de Wet werk en bijstand, die per 1januari 2004 in werking is getreden, is het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand een algehele bevoegdheid geworden van burgemeester en wethouders. Sinds de inwerktreding op 1oktober 2009 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) geldt dit eveneens voor de ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening op grond van deze wet. Daarnaast gelden dezelfde bevoegdheden sinds 1januari 2010, als gevolg van de Wet bundeling inkomensvoorzieningen gemeente (Wet buig), ook voor de ten onrechte verstrekte uitkeringen op grond van de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (IOAZ). Dit houdt in dat het wettelijk kader op zichzelf geen sluitende basis vormt voor de gemeentelijke terugvorderingspraktijk. Burgemeester en wethouders maken gebruik van de hierboven bedoelde bevoegdheid in de gevallen en op grond van de bepalingen in de wet en deze beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften. In een handboek kunnen nadere werkafspraken en administratieve handelingen worden beschreven. Gelet op de financiële verantwoordelijkheid voor de kosten van bijstand en andere inkomensvoorzieningen achten burgemeester en wethouders het van groot belang dat deze uitkeringen alleen terecht komt bij die burgers die er recht op hebben. Bovendien hebben de ontvangsten voortvloeiend uit de terugvordering een gunstig effect op het beschikbare budget binnen het Inkomensdeel van de WWB. Een eventueel overschot op dit budget kan bijvoorbeeld worden ingezet voor extra re-integratietrajecten ten behoeve van werkzoekenden. Daarnaast is een belangrijk beleidsuitgangspunt dat het plegen van uitkeringsfraude onder geen enkele voorwaarde mag worden beloond door de ten onrechte verleende inkomensvoorziening niet terug te vorderen. 2. Herziening ofintrekking van het toekenningsbesluit Evenals terugvordering van de verstrekte inkomensvoorziening (bijstand of uitkering) is het met terugwerkende kracht gewijzigd vaststellen van het recht op deze inkomensvoorziening door middel van een herzienings- of intrekkingsbesluit een algehele bevoegdheid geworden van burgemeester en wethouders. Gelet op de hierboven geformuleerde uitgangspunten maken burgemeester en wethouders in beginsel in alle gevallen waarin er aanleiding is het toekenningsbesluit met terugwerkende kracht te wijzigen gebruik van deze bevoegdheid. De bepalingen onder a. en b. zijn identiek aan de bepalingen van artikel 54 lid 3 en lid 4 WWB, en de gelijkluidende bepalingen in de IOAW, IOAZ en WIJ, maar met een dwingend karakter geformuleerd. a. indien als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenverplichting van de belanghebbende ten een inkomensvoorziening is verleend dan wordt in alle gevallen het recht naar het verleden toe gecorrigeerd naar de juiste situatie. Het kan hierbij gaan om het schenden van de inlichtingenplicht naar zowel de gemeente als naar het UWV Werkbedrijf. b. In gevallen waarin er kennelijk in het verleden een niet correct toeken-ningsbesluit is genomen, maar dit niet is veroorzaakt door de belang-hebbende, dan kan in voorkomende gevallen toch herziening of intrek-king van het toekenningsbesluit aan de orde zijn. Dit zal zich vooral voordoen in gevallen waarin onjuiste besluitvorming heeft plaatsgehad. Deze vorm van intrekking/herziening staat op ge-spannen voet met het rechtszekerheidsbeginsel. Op grond van dit beginsel kunnen rechten niet zonder meer met terugwerkende kracht worden gewijzigd. Doorslaggevend moet zijn of belanghebbende enige blaam treft bij het niet melden van de onjuiste situatie. De belangheb-bende zal derhalve "op zijn klompen" hebben kunnen aanvoelen dat er iets mis was met de toekenning. Als dit niet het geval is dan gaan burgemeester en wethouders niet over tot herziening/intrekking met terugwerkende kracht. Het uitkeringsrecht zal in dat geval uiterlijk met ingang van de datum waarop de onjuistheid is geconstateerd worden gewijzigd, mits de belanghebbende hiervan tijdig op de hoogte wordt gebracht.

Een andere overweging is of burgemeester en wethouders als gevolg van een grove fout een foutief besluit hebben genomen. Grove nalatig-heid van het bestuursorgaan kan uiet voor rekening komen van de belanghebbende, tenzij het bij de belangbebbende volkomen duidelijk kan zijn dat het hier een fout betreft. 3. Terugvordering Deze bepaling vormt de kernbepaling van het gemeentelijke terugvorderings-beleid. Benadrukt wordt dat de bijstand of uitkering uitsluitend wordt teruggevorderd in de gevallen waarin dit in de wet zelf of in beleidsregels is vastgelegd. 4. Ten onrechte verleende inkomensvoorziening De hier omschreven situaties waarin een inkomensvoorziening wordt teruggevorderd zijn identiek aan de bepalingen ten aanzien van terugvordering in de WWB, de IOAW, de IOAZ en de WIJ. Om echter geen misverstand te laten bestaan over wanneer een inkomensvoorziening moet worden teruggevorderd zijn deze beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften dwingend geformuleerd. a. Een inkomensvoorziening is ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleend wanneer achteraf komt vast te staan dat over de betreffende periode geen, of tot een lager bedrag, recht op bijstand bestond. Voorafgaande aan deze terugvordering dient eerst een herzieuings- of intrekkingsbesluit te worden genomen. b. aan de inkomensvoorziening die in de vorm van een geldlening is verleend moet in alle gevallen een terugbetalingsverplichting te worden verbonden. Deze verplichting wordt in het toekenningsbesluit vastgelegd. Eerst wanneer deze verplichting niet wordt nagekomen wordt ten aanzien van het nog resterende bedrag van de lening een terugvorderingsbesluit genomen. Hiermee ontstaat er ten aanzien van het resterende deel van de lening een executoriale titel. c. borgstelling is een vorm van bijstandsverlening. Dit betekent dat in het toekenningsbesluit vastgelegd moet zijn dat de gemeente bijstand heeft verleend in de vorm van een borgstelling. Deze bijstand komt echter pas tot uitbetaling (aan de geldverstrekker) indien de belangbebbende in gebreke blijft met het terugbetalen van de door de geldverstrekker verleende geldlening. Op het moment van uitbetaling van de bijstand ontstaat tevens een vordering die op grond van artikel 58 lid 1sub c WWB en de gemeentelijke regels kan worden teruggevorderd. In dat geval is, evenals bij de terugvordering van een geldlening, een afzonderlijk terugvorderingsbesluit noodzakelijk. d. een voorschot wordt op grond van de artikelen 52 WWB en 37 van de WIJ van rechtswege (automatisch op grond van de wet) verstrekt als een renteloze geldlening. Dit impliceert dat belanghebbende deze lening moet terugbetalen. De genoemde artikelen regelen dat het verstrekte voorschot ineens wordt verrekend met de toegekende uitkering over de periode waarop het voorschot betrekking had. Soms behoort verrekening van dit voorschot niet of niet volledig tot de mogelijkheden. Dat kan zijn omdat er geen toekenning van een uitkering tot stand komt, of dat de toegekende uitkering niet toereikend is om het totale bedrag van het voorschot ineens te verrekenen. Het openstaande bedrag van het voorschot wordt dan van belanghebbende teruggevorderd op grond van dezelfde, eerder genoemde artikelen. Wanneer deze omstandigheid zich voordoet dan is een afzonderlijk terugvorderingsbesluit noodzakelijk ten aanzien van het bedrag dat niet (volledig) kan worden verrekend met de toegekende bijstand of inkomensvoorziening. e. er kunnen naast de hierboven genoemde omstandigheden andere redenen zijn waarin de inkomensvoorziening bij nader inzien onverschuldigd is betaald. Het gaat hierbij met name om situaties waarin er geen reden is om te komen tot herziening of intrekking van het toekenningsbesluit, bijvoorbeeld wanneer als gevolg van een administratieve vergissing ten onrechte een inkomensvoorziening is verleend. Als restrictie geldt dat alleen kan worden teruggevorderd indien de belanghebbende redelijkerwijs kon begrijpen dat hij ten onrechte bijstand ontving. Voor de hier bedoelde vorm van terugvordering geldt een wettelijke vervaltermijn van ajaar. f. hier wordt gedoeld op situaties waarin een inkomensvoorziening is verleend in afwachting van het beschikbaar komen van middelen (inkomen of vermogen), of wanneer achteraf een vergoeding wordt ontvangen voor kosten waarvoor in een eerder stadium ook reeds (bijzondere) bijstand of uitkering is ontvangen. Hiervoor gelden

niet de restricties of de vervaltermijn genoemd onder e. 5. Terugvordering van gezinsleden Op grond van de terugvorderingsbepalingen in de WWB, de IOAW, de IOAZ en de WIJ kan de verstrekte inkomensvoorziening die als gevolg van schending van de inlichtingenplicht niet als gezinsbijstand of gezinsuitkering is verleend, maar wel als zodanig verleend had moeten worden, tevens worden teruggevorderd van degene met wiens middelen rekening had moeten worden gehouden. Eenvoudiger gesteld: bijstand die aan een alleenstaande is verleend, die achteraf een gezamenlijke huishouding blijkt te voeren, kan tevens van de verzwegen partner worden teruggevorderd. Duidelijk moet zijn dat: de ontvanger het voeren van een gezamenlijke huishouding met deze partner heeft verzwegen. de verzwegen partner van de uitkeringsverlening op de hoogte was. Alle gezinsleden waarvan in bovengenoemde situaties kan worden teruggevorderd zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele vordering. Dit betekent in de praktijk dat het gehele bedrag van elk gezinslid kan worden teruggevorderd. In gevallen waarin één (of meer) gezinsleden niet in staat zijn om (het volledige) bedrag terug te betalen kunnen andere gezinsleden voor het gehele (restant)bedrag worden aangesproken. In principe dienen alle debiteuren die hoofdelijk aansprakelijk zijn hun aandeel in de aflossing onderling met elkaar te verrekenen. Dit is niet het probleem van de gemeente. 6. Afzien van het terugvorderingsbesluit In het terugvorderingsproces kan op twee momenten worden afgezien van terugvordering. Ten eerste kan worden besloten om geen terugvorderingsbesluit te nemen. De vordering komt in dat geval niet tot stand. Ten tweede kan worden afgezien van verdere terugvordering in een later stadium. Deze variant, ook wel kwijtschelding genoemd, wordt behandeld in regel 7 en verder. In de individuele situatie kunnen er dringende redenen zijn op grond waarvan van een terugvorderingsbesluit kan worden afgezien. Hiervan kan sprake zijn wanneer de vordering is ontstaan buiten toedoen van de belanghebbende, en hem hiervan geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Tevens zal in dat geval aannemelijk moeten zijn dat de belanghebbende niet kon weten dat hij ten onrechte een inkomensvoorziening ontving. Dringende redenen van de kant van de gemeente kunnen worden ingegeven door doelmatigheidsoverwegingen, in gevallen waarin de ten onrechte verleende bijstand dermate laag is dat de kosten die de terugvordering met zich meebrengen hoger zijn dan de vordering (kruimelbedragen). In gevallen waarin eerst een herzienings- of intrekkingsbesluit aan de orde is kan van een dergelijk besluit reeds worden afgezien wegens een dringende reden (zie regel 2). In dat geval is er ook geen grond tot het nemen van een terugvorderingsbesluit. 7. tot en met 10. Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek Wanneer een vordering door middel van een terugvorderingsbesluit is vastgelegd dan kan er in een later stadium reden zijn om de vordering (gedeeltelijk) kwijt te schelden. 11. tot en met 13. Kwijtschelding na voldoen aan betalingsverplichting De bepalingen in deze beleidsregels zijn grotendeels overgenomen van artikel 78 c van de in 2004 vervalen Algemene bijstandswet (Abw) aangezien in de diverse inkomensvoorzieningen een dergelijke bepaling niet meer voorkomt. Op grond van artikel 78c Abw kon een restant van de nog openstaande vorde-ring worden kwijtgescholden indien de belanghebbende gedurende een perio-de van 5 jaar aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan. Overigens wordt met de onder 11. sub d. genoemde mogelijkheid tot afkoop van 50% van de restsom tegen finale kwijting van het restant zeer terughoudend omgegaan. Van deze mogelijkheid wordt alleen gebruikt gemaakt in situaties waarin tevoren vrijwel vast staat dat de reguliere wijze van invordering minder oplevert dan datgene dat met afkoop van 50% van het restant kan worden geïncasseerd. 14. Kwijtschelding op individuele gronden Naast de hiervoor genoemde 2 vormen van kwijtschelding is het ook mogelijk om op andere gronden een schuld kwijt te schelden. Dit kan echter slechts in zeer bijzondere gevallen en op

individuele basis. Als algemeen uitgangspunt geldt immers dat ten onrechte of te veel ontvangen bijstand wordt teruggevorderd. Toch kunnen er zich omstandigheden voor doen, welke kwijtschelding rechtvaardigen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan kwijtschelding bij een succesvolle afronding van een re-integratietraject. Op deze wijze kan kwijtschelding, naast of aanvullend op reeds bestaande subsidiemogelijkheden, fungeren als een prikkel tot het aanvaarden van betaalde arbeid, of het deelnemen aan scholing of sociale activering. Kwijtschelding op individuele gronden vraagt om een totaalafweging, waarbij aan alle relevante aspecten aandacht wordt besteed. Van deze mogelijkheid zal met uiterste terughoudendheid gebruik gemaakt knnnen worden. Het ligt niet voor de hand, dat kwijtschelding op individuele gronden in de uitvoeringspraktijk vaak voor komt. 15. Invorderingsbesluit In deze regel is geregeld welke aspecten in ieder geval onderdeel uitmaken van het terugvorderingsbeslnit. 16. Verplichtingen met betrekking tot de invordering In de beleidsregels wordt meerdere malen gesproken over het aflossingsbedrag als betalingsverplichting. Om er geen misverstand over te laten bestaan dat in dit verband van een verplichting wordt gesproken wordt hier bepaald dat een aflossingsbedrag dat is opgenomen in een terug- of invorderingsbesluit geldt als aflossingsverplichting. Burgemeester en wethouders verrichten regelmatig onderzoek naar de hoogte van het inkomen. Dit gebeurt tenminste eenmaal per 24 maanden, of zoveel vaker als wijzigingen in het inkomen hiertoe aanleiding geven. 17. Verrekening en beslaglegging De gemeente kan overgaan tot dwanginvordering door middel van verrekening (wanneer aan de debiteur tevens bijstand of een andere inkomensvoorziening wordt verleend) of door middel van het leggen van vereenvoudigd derdenbeslag (artikel 479g Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering) nadat aan de debiteur door toezending per post een dwangbevel bekengemaakt is. Daarnaast staat ook de "gewone" weg van executoriaal beslag open, daar waar verrekening of vereenvoudigd derdenbeslag niet mogelijk is. Deze omstandigheid kan zich voordoen wanneer er geen inkomstenbron beschikbaar is, of wanneer beslag wordt gelegd op een onroerend goed. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat verrekening van een schuld met een vordering alleen is toegestaan op basis van een wettelijk voorschrift. Hiertoe zijn bepalingen omtrent verrekening opgenomen in de diverse wetten in de artikelen over terug- en invordering. Deze bepalingen maken het mogelijk om inkomensvoorzieningen onderling met elkaar te verrekenen. Dat betekent dat een bijstandsschuld bijvoorbeeld mag worden verrekend met de IOAW-uitkering. Verrekening is alleen mogelijk voor zover de uitkering waarmee verrekend wordt, vatbaar is voor beslag. Een openstaande vordering mag dus niet worden verrekend met bijzondere bijstand. De bijstand die is verstrekt in de vorm van een geldlening mag overigens wel (op grond van artikel 48 lid 5 van de WWB) met de algemene bijstand of met een andere inkomensvoorziening worden verrekend. Er hoeft geen sprake te zijn van verzuim, voordat Burgemeester en wethouders tot verrekening van de vordering kan overgaan. Bij verrekening moet altijd de beslagvrije voet in acht worden genomen. Tenuitvoerlegging door middel van beslag kan geschieden conform de regels van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De gemeente heeft de mogelijkheid van vereenvoudigd derdenbeslag op loon of uitkering. De procedure is als volgt: de gemeente stuurt met een kennisgeving een afschrift van het dwangbevel uit naar degene van wie debiteur een periodieke uitkering ontvangt, hierin wordt de beslagvrije voet aangegeven, de derde-beslagene moet de kennisgeving binnen 8 dagen voor gezien terugzenden aan de gemeente, door de terugzending is het beslag gelegd. De derde-beslagene wordt hiermee verplicht het voor beslag vatbare bedrag uit te betalen aan de gemeente,

de gemeente moet binnen 7 dagen na retourontvangst van de kennisgeving een afschrift van die kennisgeving aangetekend toezenden aan de debiteur. Als de gemeente dit nalaat kan debiteur de President van de rechtbank vragen het beslag op te heffen. 18. Rente en kosten Wanneer de belanghebbende de betalingsverplichting niet nakomt, dan dienen voor de onder 16. genoemde vormen van dwanginvordering kosten te worden gemaakt. Deze kosten hebben betrekking op de kosten van betekening en dergelijke. Deze kosten worden in beginsel vastgesteld op een percentage van de hoofdsom. 19. Brutering In de verschillende wetten is, voor zover van toepassing, het bruteren van de vordering, over het algemeen aan het einde van het kalenderjaar, als bevoegdheid geformuleerd. Door deze bepaling met een dwingend karakter in de Beleidsregels op te nemen brengt de gemeente tot uiting dat in alle gevallen waarin de vordering niet binnen het kalenderjaar kan worden terugbetaald, deze zal worden gebruteerd. Een uitzondering geldt voor die situaties waarin de terugvordering de klant niet verwijtbaar is, en er sprake is van onvoortvarendheid bij Burgemeester en wethouders bij de verwerking van de tot de terugvordering leidende inlichtingen. De klant mag niet het nadeel ondervinden van te trage verwerking door de gemeente.