Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Vergelijkbare documenten
Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Scheemda afzettingen. 1 Algemene lithologie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

- B o o r s t a a t -

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Eén topsysteem. Water- en bodembeheer. Voor alle geodisciplines. TNO Kennis voor zaken

Groundwater Technology B.V. Syncera IT Solutions B.V. D06B0126 F:\data\project\Info06\D06B0126\Quickscan ondergrond Lisse_v3.doc

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Afzettingen van Rijsbergen

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Titel van de presentatie :24

5 Fase III: Granulaire analyses

Aquiferkaarten van Nederland

1 Veghel afzettingen. 1.1 Algemeen. 1.2 Lithologie

De nieuwe lithostratigrafische indeling van afzettingen in de ondergrond van Nederland

Matrix modelgebieden versus geologische eenheden

De Oostrivier. Inleiding

Urk afzettingen. 1.1 Algemeen. 1.2 Lithologie

1 Afzettingen van Oosterhout

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

De lithostratigrafische indeling van Nederland Formaties uit het Tertiair en Kwartair Versie 2000

Plaats binnen WBI. Stochastische Ondergrond Schematisatie (SOS) Globale SOS. Marc Hijma (Deltares)

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008

1 Harderwijk afzettingen

Matrix modelgebieden versus geologische eenheden

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

zandmediaan kleur kalkgehalte

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT

Afzettingen van Veldhoven

Ontdek de ondergrond. 3D informatie toegepast in het veenweidegebied Roula Dambrink, Jan Stafleu

NL3D. Inleiding. Werkwijze. Boringen. Geologisch raamwerk

UITVOEREN BORINGEN IN HET KADER VAN ONDERZOEK NAAR ONDIEPE KLEILAAG. Gemeente Beerse

Grondwatereffectberekening Paleis het Loo. 1. Inleiding. 2. Vraag. Datum: 16 september 2016 Goswin van Staveren

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen

DENEMARKEN ALGEMEEN PALEOCEEN EOCEEN

boring: 2016J187_ Lier Ygo

Achtergrond Oervondstchecker. Bedenkers: Onno van Tongeren Wil Borst

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN

DE NOORDZEE. Algemeen

Bureau voor Archeologie Rapport 268. Koninginneweg 2a, IJsselmonde, gemeente Rotterdam: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid

De invloed van de korrelgrootte op de zware mineralen inhoud van zanden

Hoe oud zijn de Nederlandse strandfossielen? Frank Wesselingh, Tom Meijer, Anton Janse & Peter Moerdijk

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

I Hili RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Rapportage van onderzoek aan eigenschappen van de Klei van Boom die relevant zijn bij de beschouwing van dit laagpakket voor opslag van kernafval.

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Figuur 1. Resultaten onderzoek geprojecteerd op het Actueel Hoggtebestand Nederland (AHN).

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: project aan de Aubade en de Vurehout te Zaandam. Opdrachtnr. : HA /

Het gebruik van Thorium/Kalium metingen als indicator voor klimaat in het Midden-Pleistoceen

Notitie. Onderwerp Aandachtspunten DGM versie v2.2, stand 1 september Inleiding

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Samenvatting Inleiding

Wegomlegging N355 Zuidhorn- Noordhorn

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Betekenis van afkortingen. Blinde buis : : grind/grindig. : zand/zandig BK-00 : : leem/siltig BK-300 : : klei/kleiig QS : : Klinker.

Roestig land. De Wijstgronden

De Rijn-Maasdelta's in de Noordzee

RAPPORT A I Archeologisch onderzoek aan de Loostraat 20 te Aerdt (gemeente Rijnwaarden)

RAPPORT A I Archeologisch onderzoek aan de Graafweg 2c te Lopik, gemeente Lopik

Formatie Samenstelling Geohydrologische betekenis mv. tot 5 Nuenen Groep fijn en matig fijn zand,

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

1 Het Bekken van Amsterdam (alternative)

Archol. Archol. Karterend booronderzoek deelgebied 1 Andelsch Broek Pompveld

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Grindgroepen in Nederland afzettingen

Geohydrologisch onderzoek

DINOloket, internet portaal van de Geologische Dienst Nederland

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM

Een tijdsindeling van het Neogeen

Transcriptie:

Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver: Datum: Maart 2003 J. Huizer & H.J.T. Weerts 1 Naam van de lithostratigrafische eenheid Naam: Rang: Naam van de moedereenheid: Rang van de moedereenheid: Code: Oorsprong Naam: Maassluis Formatie Boven Noordzee Groep MS Doppert et al. (1975) voert de naam in als lithostratigrafische eenheid voor mariene schelphoudende zanden, die voornamelijk tijdens het Vroeg-Pleistoceen (Pretiglien en een groot gedeelte van het Tiglien) zijn afgezet. Tussen deze zanden, die variëren van grof tot fijn, komen (overigens meestal zandige) kleilagen of kleilenzen voor. De naam is afkomstig van de plaats Maassluis in Zuid-Holland, waar de oorspronkelijke typeboring is gelegen. Formatie van Maassluis 1

2 Beschrijving van de lithostratigrafische eenheid 2.1 Beschrijving van de lithologische kenmerken Algemene lithologie: - Zand, uiterst fijn tot matig grof (63 300 µm), grijs, overwegend kalkrijk, schelphoudend (mariene schelpen), glimmers. - Klei, grijs tot donkergrijs, vaak siltig, vaak zandig, overwegend kalkrijk, glimmers, schelparm tot schelphoudend (mariene schelpen). Dominante lithologie: - Zand, uiterst fijn tot matig grof (63 300 µm), grijs, overwegend kalkrijk, (marien)schelphoudend, glimmers. Ondergeschikte lithologie: - Klei, grijs tot donkergrijs, vaak siltig, vaak zandig, overwegend kalkrijk, glimmers, (marien)schelparm tot schelphoudend. Sporadisch voorkomende lithologie: - Schelpenlagen, dun (enkele cm). - Zand, uiterst grof (420 2000 µm), grijs. - Klei, humeus, kalkloos, zandig. - Leem. - Verspoelde plantenresten (houtresten, rietresten of wortelresten). - Spoor glauconiet. 2.2 Definitie en aard van de grenzen Definitie en aard van de ondergrens: De Formatie van Maassluis ligt vrijwel overal op mariene afzettingen van de Formatie van Oosterhout. De grens tussen beide formaties is meestal geleidelijk en wordt gekarakteriseerd door de afname in korrelgrootte en een toenemend glauconietgehalte van het bovenste deel van deze laatste eenheid. Daar waar een kleilaag (Laagpakket van Wouw) voorkomt, is de grens met de Formatie van Oosterhout scherp. In het uiterste oosten van het verbreidingsgebied komen onder de Formatie van Maassluis kustnabije en deltaische afzettingen van de Formatie van Peize voor. De Formatie van Peize bestaat uit kalkloos, kwartsrijk zand zonder schelpen en is goed van de kalkrijke, veelal schelphoudende afzettingen van de Formatie van Maassluis te onderscheiden. Definitie en aard van de bovengrens: In het zuiden van het verbreidingsgebied wordt de Formatie van Maassluis bedekt door fluviatiele zanden en getijde-afzettingen (zanden en kleien) van de Formatie van Waalre. In het uiterste zuiden (Zeeland en zuidelijk Noord-Brabant) is de grens tussen beide erosief. De grens tussen de Formatie van Maassluis en de bovenliggende afzettingen van de Formaties van Waalre of Peize wordt gekenmerkt door de afwezigheid van (mariene) schelpen in laatstgenoemde afzettingen. Wel kunnen in zanden onder in de Formaties van Waalre en Peize omgewerkte mariene schelpen voorkomen, waardoor de bovengrens van de Formatie van Maassluis niet altijd duidelijk is. In het noorden en in het uiterste zuiden van het verbreidingsgebied liggen afzettingen van respectievelijk de Formatie van Peelo en de Formatie van Naaldwijk erosief op de Formatie van Formatie van Maassluis 2

Maassluis. 2.3 Overige kenmerken Beschrijving van overige kenmerkende eigenschappen: De molluskeninhoud van de Formatie van Maassluis komt overeen met de Onder-Pleistocene associatiezones MOL.A en MOL.B (Spaink, 1975). MOL.A bevat een soortenarme molluskenfauna zoals die in het huidige zuidelijke Noordzeebekken voorkomt en wordt gedomineerd door Mya arenaria en Hydrobia ulvae. MOL.B bevat een glaciale molluskenfauna zoals die thans uit de Poolzee bekend is en wordt gekenmerkt door Serripes groenlandicus en Yoldia lanceolata. Binnen de Formatie van Maassluis vertonen de molluskenfauna s verschillende variaties, die mogelijk verband houden met trans- en regressieve bewegingen tijdens het Vroeg-Pleistoceen. De zware mineraleninhoud wordt gekenmerkt door een dominantie van de instabiele mineralen granaat, epidoot en hoornblende (elk tot circa 30%). Daarnaast komen de stabiele mineralen alteriet en zirkoon in kleinere percentages voor. Deze associatie, die verwantschap vertoont met de Mineraalzone van Noordlaren, verschilt met die van de Formatie van Peize doordat laatstgenoemde lagere percentages stabiele mineralen vertoont. Het onderscheid tussen de zware mineralenassociatie van afzettingen van de Formaties van Maassluis en Waalre is echter minimaal. Regionale lithologische verschillen: Van het zuidoosten naar het noordwesten neemt de gemiddelde korrelgrootte van de afzettingen af en wordt ook de hoeveelheid schelpen in de afzettingen geleidelijk kleiner. In noordwest Nederland bevindt zich op een diepte van 350 tot 400 m NAP in de Formatie van Maassluis een kleipakket van enkele tientallen meters dikte (Rijks Geologische Dienst, 1984). Dikte (minimum, maximum, variatie, gemiddeld): De dikte van de Formatie van Maassluis is sterk variabel en wordt voornamelijk bepaald door de geometrie van het Noordzeebekken ten tijde van de afzetting. De dikte neemt globaal in noordwestelijke richting toe. Onder Vlieland en Terschelling bedraagt de dikte meer dan 250 meter. Aan de randen van het verbreidingsgebied neemt de dikte af tot enkele tientallen meters. 3 Typelocatie, stratotype en verbreiding 3.1 Geografische beschrijving van de typelocatie Correcte typelocatie: Lectostratotype: Boring 37D0228 te Maassluis, traject 103 206 m beneden maaiveld. Deze boring vervangt de oorspronkelijke typelocatie (boring 37B0025 te Maassluis). Coördinaten: 37D0228 X (km) 77,386 Y (km) 436,643 Maaiveld (m tov NAP) 3,71 Locatiekaartje 1:25 000 + jaar & nummer Topografische Dienst: Formatie van Maassluis 3

3.2 Beschrijving van het stratotype 3.3 Geografische verbreiding Verbreidingskaartje: 4 Genese voor zover relevant voor de faciësinterpretatie De Formatie van Maassluis bestaat uit een gevarieerde opeenvolging van ondiep mariene en kustnabije afzettingen, die zand- en kleipakketten omvatten. Over het algemeen vertonen deze pakketten een toename in korrelgrootte naar boven toe ( coarsening-upward sequenties ) van klei naar zand, hetgeen wijst op het geleidelijk ondieper worden van het afzettingsmilieu. De matig fijne tot uiterst grove (150 2000 µm) schelphoudende tot schelprijke zanden zijn in de kustzone of op het onderzeese deltafront afgezet. 5 Samenhang met andere benoemde lithostratigrafische eenheden Relatie tot andere benoemde lithostratigrafische eenheden: De Formatie van Maassluis is te correleren met de Westkapelle Ground Formatie, die op seismostratigrafische gronden op het Nederlandse deel van het continentale plat wordt onderscheiden (Cameron et al., 1984). De Formatie van Maassluis komt waarschijnlijk overeen met de in East Anglia voorkomende Red Crag Formation en Norwich Crag Formation (Mathers & Zalasiewicz, 1988; Gibbard et al., 1998). Problematiek van vertandingen en mogelijke verwarring met andere eenheden De kustnabije en deltaische (overwegend schelphoudende) zanden gaan in het noordelijk gedeelte van het verbreidingsgebied in oostelijke richting lateraal over in lagunaire tot fluviatiele afzettingen van de Formatie van Peize. Vertanding met afzettingen van de Formatie van Waalre, in het zuidelijk deel van het verbreidingsgebied, komt onder meer voor tussen Breda en Bergen op Zoom. De afzettingen van de Formaties van Waalre en Peize, die voorkomen boven de Formatie van Maassluis, kunnen omgewerkt (schelp)materiaal uit de Formatie van Maassluis bevatten. 6 Relatie tot eerder beschreven eenheden Naam van de eerder beschreven eenheid/eenheden, waarvoor de nieuwe eenheid (gedeeltelijk) in de plaats komt: Niet van toepassing. Oorspronkelijke literatuurverwijzing, waarin de eerder beschreven eenheid/eenheden voor het eerst formeel wordt gedefinieerd: De Formatie van Maassluis werd voor het eerst door Doppert et al. (1975) beschreven. Daarvoor werd Formatie van Maassluis 4

de formatie aangeduid met Afzettingen van het Icenien, marien Icenien of slechts Icenien (Pannekoek, 1956; Zonneveld, 1958). 7 Ouderdom van de eenheid Vroeg-Pleistoceen (Pretiglien-Tiglien). Mogelijk moet de basis van de Formatie van Maassluis nog binnen het Laat-Plioceen (Reuverien) geplaatst worden. 8 Literatuur Cameron, T.D.J., A.P. Bonny, D.M. Gregory & R. Harland, 1984, Lower Pleistocene dinoflagellate cyst, forminiferal and pollen assemblages in four boreholes in the Southern North Sea, Geol. Mag., 121 (2): 85-97. Doppert, J.W.Chr., 1975, Foraminiferenzonering van het Nederlandse Onder-Kwartair en Tertiair. In: W.H. Zagwijn & C.J. van Staalduinen (eds.), Toelichting bij geologische overzichtskaarten van Nederland. Rijks Geologische Dienst, Haarlem: 114-118. Doppert, J.W.Chr., G.H.J. Ruegg, C.J. van Staalduinen, W.H. Zagwijn & J.G. Zandstra, 1975, Formaties van het Kwartair en Boven-Tertiair in Nederland. In: Zagwijn, W.H. & C.J. van Staalduinen (red.), Toelichting bij geologische overzichtskaarten van Nederland. Rijks Geologische Dienst, Haarlem: 11-56. Gibbard, P.L., J.A. Zalasiewicz & S.J. Mathers, 1998, Stratigraphy of the marine Plio-Pleistocene crag deposits of East Anglia. Mededelingen Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO, 60: 239-262. Mathers, S.J. & Zalasiewicz, J.A., 1988, The Red Crag and Norwich Crag formations of southern East Anglia. Proceedings of the Geologists Association, 99: 261-278. Pannekoek, A.J. (red.), 1956, De geologische geschiedenis van Nederland. Toelichting bij de geologische overzichtskaart van Nederland op de schaal 1:200.000. Staatsdrukkerij- en uitgeverijbedrijf, s-gravenhage. Rijks Geologische Dienst, 1984, Inventarisatie van slecht-doorlatende laagpakketten in de ondergrond van het Nederlandse vasteland. Rapport RGD OP6009, Haarlem. Spaink, G., 1975, Zonering van het mariene Onder-Pleistoceen en Plioceen op grond van mollukenfauna s. In: Zagwijn W.H. & C.J. van Staalduinen (red.), Toelichting bij geologische overzichtskaarten van Nederland. Rijks Geologische Dienst, Haarlem: 118-122. Zandstra, J.G., 1984, Sedimentpetrologisch onderzoek van een diepe luchtliftboring bij Hippolytushoef. Rapport Rijks Geologische Dienst, afdeling Sed. petr. 793, Haarlem. Zonneveld, J.I.S., 1958, Litho-stratigraphische eenheden in het Nederlandse Pleistoceen. Mededelingen van de Geologische Stichting, Nieuwe Serie 12: 31-64. Formatie van Maassluis 5