Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant

Vergelijkbare documenten
Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van Dekken (PvdA) en Leenders (Pvda) over de Q-koortsepidemie (2016Z18051).

Informatie over Q-koorts

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2010 Betreft Stand van zaken Q-koorts

1 Kent u het bericht Politiek: Euthanasie asieldieren voorkomen? 1)

Toelichting voor de Staatscourant

Stand van zaken Q-koorts

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Veldman (VVD) over het bericht Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar (2018Z16176).

Resultaten Q-koorts onderzoek (Q-VIVE) melkgeitensector

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Notitie Landelijke en regionale OneHealth netwerken in de praktijk

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 augustus 2010 Betreft Q-koorts. Geachte Voorzitter,

Zicht op Q-koorts. Kernboodschap

Zie mijn brief van 7 mei 2008 (28 286, nr. 215).

Onderwerp: Adviesaanvragen Q-koorts. Geachte mevrouw Burger, geachte heer Huijts,

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer A. Klink Postbus EJ DEN HAAG

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Hygiëneprotocol voor melkgeiten- en schapenhouderijen

*PDOC01/229801* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

ons kenmerk BAOZW/U Lbr. 09/126

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 februari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 oktober 2009 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juli 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting. Q-koorts in Nederland

De rol van het ministerie van LNV bij besmettelijke dierziekten

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 februari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

KNJV presentatie wilde zwijnen AVP 10 december 2018

Wageningen Bioveterinary Research. Biomedisch en veterinair onderzoek ter bescherming van dier- en volksgezondheid

Minsterie van VWS t.a.v. de heer P.H. Huyts. Ministerie van LNV t.a.v. mevrouw A. Burger. Geachte heer Huyts, geachte mevrouw Burger,

Papegaaienziekte. (Psittacose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor vogelhouders en -handelaren

Brabant-Zuidoost. Zicht op Q-koorts. Ronald ter Schegget. arts infectieziektebestrijding. GGD Brabant-Zuidoost

De epidemiologie van Legionellose

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Veehouderij en gezondheid omwonenden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

8e HERZIENE CONVOCATIE (agendapunten * toegevoegd) SPREEKTIJD PER FRACTIE: 7 minuten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 maart 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 april 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus Datum 4 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld op mensen [1]

Onze missie. Wij beschermen de dier- en volksgezondheid door veterinair onderzoek op topniveau. For quality of life

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Factsheet maatregelen Q-koorts (12 februari :00 uur)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Monitoring Vectoren. Achtergrondinformatie bij de monitoring van steekmuggen en teken, uitgevoerd door het Centrum Monitoring Vectoren.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 april 2009 Betreft Kamervragen Mexicaanse griep

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over spoed-ambulances die vaak te laat komen (2016Z08663).

Datum 26 februari 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Zorg over groei geweld door verwarde mensen in Rotterdam'

Veehouderij en volksgezondheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 26 april 2019 Betreft Evaluatie van het diergezondheidsfonds

Q-koorts. en de melkgeitenhouderij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Actieplan wachttijden in de zorg 11 mei 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aan de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mw. drs. A. Berg Postbus E] DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 juni 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

One Health for Food 1H4F. Veilig voedsel produceren

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Veelgestelde vragen en antwoorden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 februari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Kent u het bericht rechter gaat varkenstransport bekijken? 1)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Vaccinatie tegen rotavirus. Nr. 2017/16. Samenvatting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

*PDOC01/229345* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vaccinatie tegen meningokokken. Nr. 2018/28, Den Haag 19 december Samenvatting

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/131

Geen vergoeding van vaccinatie Gemeente Amsterdam GGD Amsterdam

De staatssecretaris van Economische Zaken T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman Postbus EK DEN HAAG. Geachte xxx,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, HANDELENDE IN OVEREENSTEMMING MET DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 september 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van LNV en de minister van VWS

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Datum 18 september 2015 Betreft Kamervragen over het informeren van familie bij erfelijke aanleg voor kanker

Transcriptie:

08-05-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant Vragen van het lid Thieme aan de ministers van Volksgezondheid Welzijn en Sport en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant 1. Kent u het bericht GGD bezorgd over nieuwe gevallen Q-koorts in Brabant 1? 2. Deelt u de zorgen van de GGD in Oss over de gevolgen van de Q-koorts voor de volksgezondheid? Zo ja, op welke wijze gaat u besmettingen tegen? Zo neen, waarom niet? 3. Kunt u aangeven welke resultaten het onderzoek van de GGD, GD en het RIVM in samenwerking met de VWA naar besmettingsbronnen en risicofactoren van Q-koorts heeft opgeleverd? 4. Kunt u aangeven of u nog steeds van mening bent dat de ongebruikelijke toename van Q-koorts over zijn hoogtepunt heen lijkt te zijn 2? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo neen, welke toename verwacht u en welke maatregelen gaat u nemen om verdere toename van besmettingen tegen te gaan? 5. Kunt u aangeven of u nog steeds geen instrumenten in handen heeft om verspreiding van Q-koorts onder dieren te voorkomen 2? 6. Kunt u aangeven of er nog steeds geen algemene, doeltreffende maatregelen kunnen worden genomen om besmetting van mensen tegen te gaan 2? 7. Acht u het nog steeds waarschijnlijk dat de volksgezondheid geen grote risico s loopt als gevolg van dier op mens besmettingen met Q-koorts? Zo neen, kunt u dit toelichten? 8. Bent u nog steeds van mening dat klimaatverandering heeft geleid tot verschuivende grenzen van habitats voor dierziekten en dat daarnaast een grote toename van de wereldwijde handel heeft plaatsgevonden waardoor de kans op insleep van ziekten uit (sub)tropische landen toeneemt? Zo ja, deelt u de mening dat hierdoor het risico van uitbraken van de voor mensen besmettelijke dierziekten in de (intensieve) veehouderij ook verder zullen toenemen en zo ja, welke conclusies verbindt u daaraan voor de toekomst van de (intensieve) veehouderij in Nederland? Zo neen, waarom niet? 9. Deelt u de mening dat veehouderij een belangrijke medeveroorzaker is van klimaatverandering en van verspreiding van dierziekten via handelsstromen en om die reden eerder ingeperkt dan gestimuleerd zou moeten worden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u werken aan een sanering van de grootschalige Nederlandse veehouderij en de daarmee samenhangende grootschalige transportbewegingen? 10. Vindt u het tijdig signaleren van (nieuwe) dierziekten door middel van risicogebaseerde monitoringsprogramma s afdoende om mensen en dieren te beschermen tegen besmettingen met Q-koorts en andere dierziekten? Zo ja, waarom en hoeveel besmettingen moeten er plaatsvinden voordat monitoring

wordt omgezet in preventie van de insleep van (nieuwe) dierziekten? Zo neen, welke andere maatregelen gaat u nemen en binnen welke termijn? 11. Kunt u aangeven op welke wijze economische criteria worden afgewogen tegenover volksgezondheids- en diergezondheidscriteria als het gaat om het nemen van maatregelen tegen dierziektenuitbraken en besmettingen van mensen met dierziekten? 12. Deelt u de indruk dat economische motieven een proactief preventie beleid wat betreft voor de mens besmettelijke dierziekten in de weg staan? Zo ja, op welke wijze wilt u dit veranderen en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet en waar blijkt dat uit in de keuze van maatregelen om verdere toename van de verspreiding van dierziekten te voorkomen? (1) Agrarisch Dagblad, 7 mei 2008 (2) Antwoorden op kamervragen van het kamerlid Thieme (PvdD) over de gevaren van Q-koorts voor mensen en dieren. (2060724640), 4 september 2008. Antwoord(en) op de Kamervragen: Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Thieme (PvdD) over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant (2080819880). Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Thieme (PvdD) over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant (2080819880). 1 Kent u het bericht GGD bezorgd over nieuwe gevallen Q-koorts in Brabant? 1) 1 Ja. 2 Deelt u de zorgen van de GGD in Oss over de gevolgen van de Q-koorts voor de volksgezondheid? Zo ja, op welke wijze gaat u besmettingen tegen? Zo neen, waarom niet? 2 Vooralsnog is er dit jaar geen sprake van een uitbraak van Q-koorts zoals dit in 2007 het geval was in Noord-Brabant. Wel worden er - in het hele land - meer gevallen gemeld dan in de jaren daarvoor. Het is aannemelijk dat dit ook een gevolg is van de aandacht die er is geweest voor Q-koorts; in de medische sector wordt nu eerder dan voorheen aan Q-koorts gedacht en specifieke diagnostiek daarvoor verricht. Onlangs is een cluster van Q-koorts patiënten in een GGZ-instelling in Nijmegen vastgesteld (per 16-5-2008 13 bevestigde en 17 mogelijke patiënten). Dit betreft

echter hoogstwaarschijnlijk een lokaal cluster, waarbij vooralsnog alleen cliënten en medewerkers van de betreffende instelling Q koorts hebben opgelopen. Ik heb geen aanleiding om mij op dit moment meer zorgen te maken dan voorheen. In mijn antwoorden op uw eerdere vragen over Q-koorts (2007-2008, nr. 377 en 2007-2008, nr 2235) heb ik u geïnformeerd over het tegengaan van besmettingen. 3 Kunt u aangeven welke resultaten het onderzoek van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD), Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en het RIVM in samenwerking met de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) naar besmettingsbronnen en risicofactoren van Q-koorts heeft opgeleverd? 3 Over de ingezette onderzoeken heb ik u reeds geïnformeerd (29 april 2008). Uit onderzoek naar de Q-koorts uitbraak in 2007 blijkt dat de verspreiding van de bacterie die Q-koorts veroorzaakt heeft, waarschijnlijk plaatsgevonden heeft via de lucht. Daarnaast werd direct contact met mest, hooi en stro als risicofactor gevonden. Het uitzonderlijke warme weer vorig voorjaar en de daarmee samenhangende droogte hebben vermoedelijk bijgedragen aan de verspreiding. Uit het onderzoek naar besmettingsbronnen en risicofactoren van Q-koorts op 13 melkgeitenbedrijven in 2007 door de Gezondheidsdienst voor Dieren en het RIVM komt naar voren dat humane gevallen van Q-koorts in de regio Herpen zich hebben voorgedaan binnen een straal van 5 kilometer tot het dichtstbijzijnde geitenbedrijf met klinische Q-koorts en dat de gemiddelde afstand van een humaan geval tot een willekeurig geitenbedrijf met een onbekende Q-koortsstatus ruim 12 kilometer is. Andere mogelijke bronnen die een rol kunnen spelen bij de de verspreiding van Q- koorts onder mensen zijn in dit onderzoek niet betrokken geweest. De aanbevelingen uit dit onderzoek naar verder onderzoek worden door de Gezondheidsdienst voor Dieren en het RIVM momenteel uitgevoerd. De resultaten uit dit onderzoek worden eind dit jaar en begin volgend jaar verwacht. 4 Kunt u aangeven of u nog steeds van mening bent dat de ongebruikelijke toename van Q-koorts over zijn hoogtepunt heen lijkt te zijn? 2) Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo neen, welke toename verwacht u, en welke maatregelen gaat u nemen om verdere toename van besmettingen tegen te gaan? 4 De uitbraak die in 2007 werd waargenomen is over het hoogtepunt heen. Hieronder treft u een figuur die de epidemische curve van Q-koorts meldingen in Nederland sinds juni 2003 toont. Naar verwachting zal het aantal meldingen van Q-koorts bij de mens blijvend hoger zijn dan voor 2007 als gevolg van de toegenomen alertheid voor Q koorts bij de mens. Figuur. Aantal meldingen van Q-koorts sinds juni 2003 naar maand en jaar van

eerste ziektedag (indien de eerste ziektedag onbekend was is de datum van vaststellen van de verwekker genomen). (RIVM/Centrum Infectieziektebestrijding, 14-05-2008) 5 Kunt u aangeven of u nog steeds geen instrumenten in handen heeft om verspreiding van Q-koorts onder dieren te voorkomen? 5 Naast hygiënemaatregelen, waar u eerder over heb geïnformeerd (2007-2008, nr 2235), zijn er nog geen nieuwe, adequate interventiemaatregelen om verspreiding tussen dieren of tussen bedrijven te voorkomen. Lopend onderzoek moet dit jaar leiden tot een beter inzicht in de risicofactoren. In Frankrijk en Denemarken wordt geëxperimenteerd met een in Frankrijk ontwikkeld vaccin. Deze ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd. 6 Kunt u aangeven of er nog steeds geen algemene, doeltreffende maatregelen kunnen worden genomen om besmetting van mensen tegen te gaan? 6 Zie de antwoorden op uw eerdere vragen (2007-2008, nr 2235). 7 Acht u het nog steeds waarschijnlijk dat de volksgezondheid geen grote risico s loopt als gevolg van dier op mens besmettingen met Q-koorts? Zo neen, kunt u dit toelichten? 7 Een uitbraak van Q-koorts zoals die in 2007 is nooit eerder gezien in Nederland. Die uitbraak is aanleiding geweest om hygiënemaatregelen te inventariseren, diverse onderzoeken in te zetten, zorgverleners te informeren en betere gegevensuitwisseling tussen de veterinaire en de medische sector tot stand te brengen. Dit alles om meer inzicht te krijgen in de ziekte en de overdracht te beperken. Ik zie vooralsnog geen aanleiding om te spreken van grote risico s voor de volksgezondheid, wel volg ik nauwlettend - met mij collega van LNV - de situatie. 8 Bent u nog steeds van mening dat klimaatverandering heeft geleid tot verschuivende grenzen van habitats voor dierziekten en dat daarnaast een grote toename van de wereldwijde handel heeft plaatsgevonden waardoor de kans op insleep van ziekten uit (sub)tropische landen toeneemt? Zo ja, deelt u de mening dat hierdoor het risico van uitbraken van de voor mensen besmettelijke dierziekten in de (intensieve) veehouderij ook verder zullen toenemen? Zo ja, welke conclusies verbindt u daaraan

voor de toekomst van de (intensieve) veehouderij in Nederland? Zo neen, waarom niet? 8 Ja. Voorbeelden hiervan zijn blauwtong overigens niet besmettelijk voor de mens dat tot voor kort niet in Nederland voorkwam en het West Nile Fever in de Verenigde Staten dat met muggenlarven mogelijk in partijen oude autobanden uit besmette gebieden is geïntroduceerd. Vooral veranderingen in het voorkomen van vectorgebonden aandoeningen lijken geassocieerd te zijn met klimaatveranderingen. Het RIVM heeft hier in 2007 onderzoek naar verricht. Op dit moment is er geen aanleiding om te constateren dat juist de voor de mens besmettelijke dierziekten in de veehouderij zullen toenemen. 9 Deelt u de mening dat veehouderij een belangrijke medeveroorzaker is van klimaatverandering en van verspreiding van dierziekten via handelsstromen en om die reden eerder ingeperkt dan gestimuleerd zou moeten worden? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze wilt u werken aan een sanering van de grootschalige Nederlandse veehouderij en de daarmee samenhangende grootschalige transportbewegingen? Zo neen, waarom niet? 9 Ik verwijs voor het antwoord op deze vraag naar de toekomstvisie op de veehouderij die mijn collega van LNV in januari naar uw Kamer heeft gestuurd. (2007-2008, 28973, nr.18) Daarin zijn de uitdagingen voor de veehouderij en de beleidsinzet van de Minister van LNV neergelegd. 10 Vindt u het tijdig signaleren van (nieuwe) dierziekten door middel van risicogebaseerde monitoringsprogramma s afdoende om mensen en dieren te beschermen tegen besmettingen met Q-koorts en andere dierziekten? Zo ja, waarom? Hoeveel besmettingen moeten er plaatsvinden voordat monitoring wordt omgezet in preventie van de insleep van (nieuwe) dierziekten? Zo neen, welke andere maatregelen gaat u nemen en binnen welke termijn? 10 Het tijdig signaleren van (nieuwe) dierziekten is in Nederland een continu proces. Signalering is gebaseerd op monitoringsprogramma s en early warningsystemen op zowel het terrein van volksgezondheid als dat van diergezondheid. Momenteel heeft een nog betere uitwisseling tussen deze twee gebieden de aandacht van mij en mijn collega van LNV. In de Nationale Agenda diergezondheid, die op 12 oktober 2007 (2007-2008, 28286, nr. 76 ) door mijn collega van LNV aan u is verzonden, wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende aspecten van uw vraag. 11

Kunt u aangeven op welke wijze economische criteria worden afgewogen tegenover volksgezondheids- en diergezondheidscriteria als het gaat om het nemen van maatregelen tegen dierziektenuitbraken en besmettingen van mensen met dierziekten? 11 Bij het bepalen van maatregelen bij een uitbraak vindt altijd een afweging plaats tussen dier- en volksgezondheidscriteria en economische criteria. Als een bedreiging van volks- of diergezondheid groot is, zullen eerder ingrijpende, kostbare maatregelen getroffen worden dan als dat niet het geval is. Zo zijn zeer ingrijpende maatregelen in de veehouderij genomen en vele miljarden euro s besteed aan de BSE-bestrijding. In mijn antwoord op uw vragen over een mysterieuze zenuwziekte bij medewerkers van slachterijen (16 mei 2008) heb ik u een lijst gegeven met opkomende zoönotische ziekteverwekkers die voor Nederland mogelijk van belang kunnen worden. In het betreffende onderzoek wordt ook gekeken naar de prioriteit. Voor deze prioritering wordt een multcriteria analyse ontwikkeld. Ook in Europa is men bezig dergelijke methodes te ontwikkelen om een objectievere afweging te kunnen maken bij de bestrijding van besmettelijke dierziekten. 12 Heeft u de indruk dat economische motieven een proactief preventiebeleid wat betreft voor de mens besmettelijke dierziekten in de weg staan? Zo ja, op welke wijze wilt u dit veranderen en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet? Waar blijkt dat uit in de keuze van maatregelen om verdere toename van de verspreiding van dierziekten te voorkomen? 12 Mijn collega van LNV en ik zijn het erover eens dat dierziekten die een gevaar vormen voor de volksgezondheid snel opgespoord en aangepakt moeten worden en dat insleep van deze ziekten - indien mogelijk - voorkomen moet worden. Door meer samenwerking tussen de veterinaire en de medische sector door bijvoorbeeld gegevensuitwisseling, gezamenlijk onderzoek en informatievoorziening vanuit de medische sector aan de veehouderij en vice versa, zorgen we ervoor dat een ziekte die in Nederland binnen is gekomen, zo snel mogelijk wordt aangepakt.