Raadsinformatiebrief

Vergelijkbare documenten
ECSD/U Lbr. 15/012

ons kenmerk ECSD/U Lbr. 14/007

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Cuijk 2015

Artikel uit de verordening: 1. Algemeen

Raadsinformatiebrief

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Coevorden

BELEIDSREGELS LEERLINGENVERVOER Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam; overwegende dat;

Beleidsregels leerlingenvervoer 2014

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Borger-Odoorn 2016

Besluit B&W over Beleidsregels Leerlingenvervoer 2019

Gemeente Borger-Odoorn, Beleidsregels leerlingenvervoer 2016

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Beek 2016

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Boxtel Mei 2013

Gelet op de Verordening leerlingenvervoer gemeente Bergen 2015 (hierna de verordening)

BAOZW/U Lbr. 14/001

Gemeente De Bilt Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente De Bilt 2016

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Wijchen 2015

Gemeente Heusden - Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Heusden 2015

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Heusden 2018

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Deurne 2012

Gemeente Den Haag RIS166265_28-OKT-2009

Sector : II Nr. : besluit: vast te stellen de volgende: VERORDENING LEERLINGENVERVOER Algemene bepalingen

Datum Agendapunt Nummer. 22 mei R06S003. Wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Zeewolde 2009

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF 2014

Beleidsregels behorende bij de Verordening leerlingenvervoer gemeente Súdwest-Fryslân 2017

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Cuijk 2009

Aanvraag leerlingenvervoer schooljaar (VERLENGING)

- commissie voor de begeleiding: commissie als bedoeld in artikel 40b van de Wet op de expertisecentra;

Verordening leerlingenvervoer gemeente Voorst 2016

1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van het van burgemeester en wethouders van 18 december 2012;

In andere voorkomende situaties wordt als volgt gehandeld:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 januari 2015 (raadsvoorstel nr. 14MO12726); raadsstuk 15bb532;

Verordening Leerlingenvervoer Algemene bepalingen

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Zoetermeer 2014

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Hattem 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Korendijk

Aanvraagformulier leerlingenvervoer, schooljaar

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Westland gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2017;

Verordening leerlingenvervoer gemeente Zoetermeer 2014

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Hattem 2015

Titel 1 Algemene bepalingen

Verordening leerlingenvervoer

Verordening leerlingenvervoer. Gemeente Sliedrecht 2010

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE BUNNIK 2015

Verordening leerlingenvervoer gemeente Scherpenzeel

e. woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft;

1 Algemene bepalingen

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Nederweert 2014

Verordening leerlingenvervoer gemeente Noord-Beveland 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2014, BESLUIT:

Beleidsregels leerlingenvervoer Gemeente Montfoort 2015

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Boxmeer

Verordening leerlingenvervoer. gemeente Sliedrecht. De raad van de gemeente Sliedrecht, gelezen het voorstel van het college,

CVDR. Nr. CVDR74335_3. Verordening Leerlingenvervoer Dantumadiel. Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: 12 juni 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Oude IJsselstreek

Verordening leerlingenvervoer gemeente Midden- Groningen 2018

Verordening leerlingenvervoer Tynaarlo 2017

Verordening leerlingenvervoer Gemeente De Marne 2015

Verordening leerlingenvervoer gemeente Hengelo. VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE HENGELO Titel 1 Algemene bepalingen

BELEIDSREGEL LEERLINGENVERVOER HELMOND Burgemeester en wethouders van Helmond. Collegevoorstel. B e s l u i t

Verordening leerlingenvervoer Koggenland 2008

Verordening leerlingenvervoer gemeente Mill en Sint Hubert gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening leerlingenvervoer gemeente Goirle 2003-I

Verordening leerlingenvervoer gemeente Aalten

Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen 2019

Beleidsregels leerlingenvervoer Gemeente IJsselstein 2015

Verordening leerlingenvervoer gemeente Echt-Susteren 2009

Verordening leerlingenvervoer gemeente ENKHUIZEN 2015

Meest gestelde vragen (en antwoorden)

Verordening leerlingenvervoer

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten;

Lokale regelgeving. Verordening leerlingenvervoer gemeente Buren

Verordening leerlingenvervoer gemeente Enschede 2015

Verordening leerlingenvervoer Gemeente Winsum 2015

Beleidsregels leerlingenvervoer Katwijk 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015;

Verordening leerlingenvervoer 2014

De raad van de gemeente Heusden, in zijn openbare vergadering van 22 maart 2011 ;

BAOZW/U Lbr. 14/001

De raad van de gemeente Nuth;

Motie Naar aanleiding van de motie is nadrukkelijk gekeken naar de schooltijden en de voor- en nadelen van de invoering van opstapplaatsen.

Tevens worden hierbij de voorgaande Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Nijmegen 2010 (GB ) ingetrokken.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, d.d. 28 mei 2013, nummer 279;

Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Kampen

Beleidsregels leerlingenvervoer Gemeente IJsselstein 2018

Intrekken van de Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Amsterdam en vaststellen van de nieuwe Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Amsterdam

Verordening leerlingenvervoer

BAOZW/U Lbr. 14/001

- 1 - gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden;

Wijzigingen verordening leerlingenvervoer gemeente Nederweert 2014

Verordening leerlingenvervoer Gemeente Ten Boer 2014

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Meierijstad

Aanvraag leerlingenvervoer

Transcriptie:

Raadsinformatiebrief Onderwerp : Beleidsregel behorende bij artikel 30 verordening "leerlingenvervoer 2013" Aard : Actieve informatie Portefeuillehouder : Baudet Datum college : 9 april 2013 Openbaar : Ja Afdeling : RMO Contactpersoon : Marion Abels Telefoon : 0485-396615 E-mail : marion.abels@cuijk.nl In te vullen door de griffie Nummer brief : 2013-69 Datum verzending : 11 april 2013 Nummer weekbericht : 15 Aanleiding Hierbij informeren wij u over de wijziging in de beleidsregel behorende bij artikel 30 verordening Leerlingenvervoer 2013.. Op 19 maart is de beleidsregel behorende bij artikel 30 verordening leerlingenvervoer gemeente Cuijk 2013 vastgesteld. In verband met een wijziging die is voorgesteld door de VNG en een wijziging in de routeplanner, is de beleidsregel aangepast en in de vergadering van 9 april 2013 vastgesteld. Inhoud Het betreft de volgende wijzigingen: - Het vervallen van de routeplanner, www.locatievinder.nl. - De vervallen van de sterabonnement waardoor de eigen bijdrage niet meer uniform kan worden vastgesteld. Routeplanner (artikel 1, sub f): Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres wordt gebruik gemaakt van de routeplanner www.locatievinder.nl. De huidige routeplanner is niet meer operationeel beschikbaar voor raadpleging. Om die reden stappen we over op de routeplanner www.anwb.nl. Drempelbedrag (artikel 23): Voor ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basis onderwijs bezoekt, kan een drempelbedrag in rekening worden gebracht (zie artikel 23 van de verordening). Bij het drempelbedrag is de ouderlijke bijdrage gekoppeld aan de door de gemeente vastgestelde kilometergrens, dat wil zeggen de afstand van de woning tot de school waarboven aanspraak kan bestaan op leerlingenvervoer. In onze verordening is deze grens vastgesteld op 6 kilometer. De ouderlijke bijdrage is in dat geval gelijk aan de kosten van het openbaarvervoer voor deze 6 kilometer. Afhankelijk van het inkomen wordt per leerling een eigen bijdrage in rekening gebracht. Om de inkomensgrens voor het schooljaar 2013-2014 te bepalen is het bedrag van vorig jaar per 1 januari 2013 geïndexeerd aan de hand van de stijging van het indexcijfer van de Caolonen, volgens de in de Wet op het primair onderwijs bepaalde systematiek. Voor het schooljaar 2013-2014 (peiljaar 2011) leidt dit tot een inkomensgrens van 24.300,=. 1

Vanaf 1 januari 2013 is het landelijk sterabonnement niet meer te koop. Voor bepaalde delen van Nederland geldt een regionaal sterabonnement, voor andere delen geldt een product voor een vast reisgebied. Omdat het sterabonnement in onze regio niet meer te koop is, is het niet mogelijk de landelijk geldende richtlijn voor de bepaling van het drempelbedrag te hanteren. Voor het vaststellen van de eigen bijdrage is de berekening als volgt: Jaarlijks worden de eigen bijdragen geïndexeerd aan de hand van het consumentenprijsindexcijfer(cpi) vervoersdiensten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft het CPI voor vervoersdiensten voor 2012 vastgesteld. Dit betekent een stijging van 4,5%. Als alternatief voor de berekening op basis van het sterabonnement is het tot 1 januari 2013 van toepassing zijnde drempelbedrag als uitgangspunt genomen en is dit geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer voor 2013. Dit heeft voor ouders verder geen extra gevolgen. De genoemde bedragen worden met ingang van 2014 jaarlijks geïndexeerd. In schooljaar 2012-2013 bedraagt de inkomensgrens 23.850,=. - Eigen bijdrage (speciale school voor basisonderwijs): 295,= - Eigen bijdrage (basisonderwijs): 484,50 Voor schooljaar 2013-2014 wordt uitgegaan van de eigen bijdragen van schooljaar 2012-2013 + stijging van 4,5%. In schooljaar 2013-2014 bedraagt de inkomensgrens 24.300,=. Berekening wordt dan als volgt: - Eigen bijdrage (speciale school voor basisonderwijs) 295,= + 4,5 % = 308,27 - Eigen bijdrage (basisonderwijs) 484,50 + 4,5 % = 506,30 Participatieraad Welzijn De Participatieraad Welzijn is over de wijziging van de beleidsregel geïnformeerd. Procedurele informatie N.v.t. Bijlagen - Beleidsregel behorende bij artikel 30 verordening Leerlingenvervoer gemeente Cuijk 2013. - Ledenbrief VNG Burgemeester en wethouders van Cuijk mr. R.P. Hoffmann secretaris mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester 2

Beleidsregel behorende bij artikel 30 verordening Leerlingenvervoer gemeente Cuijk 2013 Burgemeester en wethouders van Cuijk; gelet op artikel 30 Verordening Leerlingenvervoer gemeente Cuijk 2013 waarin wordt bepaald dat het college nadere regels stelt betreffende de uitvoering van deze verordening overwegende dat deze beleidsregel wordt opgesteld om aanvragen voor leerlingenvervoer op een eenduidige manier te kunnen beoordelen. besluiten: vast te stellen de volgende Beleidsregel behorende bij artikel 30 verordening Leerlingenvervoer gemeente Cuijk 2013. Artikel 1, sub f: Afstand Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres wordt gebruik gemaakt van de routeplanner op www.anwb.nl met de optie kortste en veilige route, waarna het gemiddelde van zowel de heen- als terugreis wordt vastgesteld. Het door deze routeplanner aantal uitgerekende kilometers is te allen tijde uitgangspunt bij de beoordeling van de aanvraag en voor de bekostiging van leerlingenvervoer. Artikel 1, sub g: Wisselende schooltijden Het aangepaste vervoer wordt alleen georganiseerd op de vaste schooltijden, genoemd in de schoolgids van de school. Uitzonderingen worden gemaakt voor leerlingen die dit vanwege hun structurele handicap niet kunnen volbrengen of voor wie de algemene schoolgids is aangepast in een individueel schoolplan. Toelichting: In de uitvoeringspraktijk komt het regelmatig voor dat kinderen halverwege de dag de school verlaten bijvoorbeeld vanwege ziekte, een doktersbezoek o.i.d. Er zijn ouders die voor het vervoer de gemeente vragen dit te organiseren. Dit vervoer behoort echter niet tot de gemeentelijke taak, maar tot de verantwoordelijkheid van de ouders zelf. Artikel 1, sub I: Toegankelijke school In gemeente Cuijk worden twee scholen aangemerkt als een school voor speciaal basisonderwijs: - Speciaal basis onderwijs, SBO de Wingerd in Cuijk - Speciaal basisonderwijs, SBO Palet, Boxmeer Wanneer een kind in aanmerking komt voor leerlingenvervoer is SBO de Wingerd in Cuijk de voor de leerling de meest dichtstbijzijnde toegankelijke school. Vijf kinderen bezoeken (1-7-2011) het Palet, school voor Speciaal Basisonderwijs in Boxmeer. Het Palet in Boxmeer is niet de voor de leerlingen de meest dichtstbijzijnde toegankelijke school. Leerlingenvervoer is aan hen toegekend op basis van godsdienstige richting. Overgangsregeling Op basis van oude afspraken maken vijf kinderen (1-8-2011) gebruik van taxi/bus vervoer naar SBO Palet in Boxmeer. Zolang één van de vijf kinderen het Palet in Boxmeer bezoekt, geldt dat alle nieuwe aanvragen voor dezelfde regeling (taxi/bus vervoer) in aanmerking komen. Op het moment dat de laatste van de vijf kinderen (naar verwachting schooljaar 2012-2013) het Palet in Boxmeer verlaat, geldt voor alle andere leerlingen die deze school bezoeken de regeling openbaar vervoer met begeleiding.

Artikel 3, 1 e lid: Dichtstbijzijnde toegankelijke school De basisregel is, dat het door de gemeente georganiseerde vervoer, plaatsvindt van de woning dan wel de opstapplaats naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school en vice versa. Onder school wordt hierbij ook verstaan de plek waar de leerling stage volgt, mits de opleiding dit vereist en er een stageovereenkomst is afgesloten. Hierin is onder meer beschreven met welk doel de leerling stage volgt, wat de werkzaamheden zijn en voor welke periode de stage is afgesproken. Een vergoeding voor de vervoerskosten van en naar de stageplek vindt plaats in aansluiting op de schooltijden tenzij de branche waarin stage gevolgd wordt deze aansluiting niet mogelijk maakt. Tenzij het aantoonbaar niet mogelijk is zal de stage altijd plaatsvinden binnen het reistraject tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school. Bij voorkeur dient een stageplek te worden gezocht in de nabijheid van de woning, waardoor leerlingen minder lang hoeven te reizen. Er wordt geen vervoerskostenvergoeding voor stage toegekend indien er niet ook recht bestaat op vervoerskostenvergoeding naar de school. Voor de stageplek geldt hetzelfde afstandscriterium als voor de school en er vindt geen vergoeding plaats als de stageplek binnen de afstandsgrens staat. Ter voorbereiding op deelname in het maatschappelijk verkeer door de leerling en het vergroten van de zelfredzaamheid wordt voor het stagevervoer gekeken naar de mogelijkheden van het reizen met de (brom-)fiets en/of het openbaar vervoer. Er wordt een zo maximaal mogelijke zelfstandige manier van reizen naar het stageadres nagestreefd. Dit vormt de basis van de verstrekte vergoeding. Toelichting: Stage vormt een onderdeel van het onderwijsprogramma van een school en valt daardoor onder het leerlingenvervoer. De stageplekken liggen vrijwel altijd buiten de schoollocaties. Dat leidt tot een verhoging van de kosten. Daarnaast wijken de stagetijden regelmatig af van de schooltijden. Om de kosten te beheersen en willekeur te voorkomen zijn aanvullende beleidsregels gesteld. Artikel 3, 4 e lid: Afwijkend adres / buitenschoolse opvang De basisregel is, dat het door de gemeente georganiseerde vervoer, plaatsvindt van de woning dan wel de opstapplaats naar de school en vice versa. Op verzoek kan de gemeente de ouders tegemoet komen, door de leerling te laten uitstappen op een ander gewenst adres dan hun woning. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan: - het alternatieve uitstapadres dient op de route te liggen; - er dient sprake te zijn van een structurele situatie; - vervoer naar het alternatieve adres mag niet leiden tot meer kosten dan vervoer naar de woning c.q. het opstapadres; - overige leerlingen in betreffend vervoermiddel mogen er geen onevenredig veel nadeel van ondervinden. Indien er voor het vervoer een opstapplaats wordt gehanteerd kan opstappen of afzetten op een ander adres dan de van toepassing zijnde opstapplaats slechts in uitzonderlijke situaties plaatsvinden waarbij er sprake is van een toepassing van de hardheidsclausule (artikel 29 van de verordening). Toelichting: Het leerlingenvervoer is bedoeld voor het vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school en vice versa. Leerlingenvervoer is niet bedoeld om leerlingen na schooltijd te vervoeren naar een sportvereniging, therapeut etc. In het geval dat ouders gebruik maken van buitenschoolse opvang of van opvang door bijvoorbeeld familieleden kan deze ouders tegemoet gekomen worden door hen de mogelijkheid te bieden om binnen de grenzen van hun woonplaats een ander opstap- of uitstapadres te hanteren. Hierbij dient sprake te zijn van een structurele situatie (bijvoorbeeld iedere

maandag). Deze mogelijkheid staat in principe niet open voor de in de gemeente aangewezen opstapplaatsen omdat daarmee het effect van het toepassen van opstapplaatsen teniet wordt gedaan. Artikel 6, lid 7: Ontoelaatbaar gedrag in het aangepaste vervoer Bij leerlingen, die in het aangepaste vervoer ontoelaatbaar gedrag vertonen, vindt er in beginsel een gesprek plaats tussen de ouders en de chauffeur. Het doel van dit gesprek is een verbetering van het gedrag van de leerling. Zo nodig betrekt één van de partijen ook de vervoerder bij het zoeken naar een oplossing. Wanneer dit niet leidt tot vermindering van het probleem dan stuurt de opdrachtnemer(vervoerder) een schriftelijke waarschuwing aan de ouders over het ongewenste gedrag. Een afschrift wordt gezonden aan de gemeente. Als het probleem aanhoudt, treedt de vervoerder in overleg met de gemeente en wordt bekeken welke (kostenneutrale) oplossingen mogelijk zijn om de route op een zodanige wijze aan te passen, dat het gedrag van de betreffende leerling positief beïnvloed wordt en niet nadelig is voor de andere kinderen in de route. Indien dit niet mogelijk is, worden de ouders schriftelijk gewaarschuwd voor het risico dat het vervoer beëindigd wordt indien het gedrag van het kind niet verbetert. Aan hen wordt de gelegenheid geboden om hun kind in het aangepaste vervoer te (laten) begeleiden. Ouders zijn verantwoordelijk voor het kind en zij dienen de begeleiding te organiseren. De ondernomen acties worden in het dossier van de betreffende leerling vastgelegd. Mocht het ontoelaatbare gedrag van de leerling niet in positieve zin veranderen, ouders geen begeleiding verzorgen en indien er geen sprake is van gedrag als gevolg van een aandoening/handicap, kan de gemeente besluiten het aangepaste vervoer te beëindigen. Toelichting: In het aangepaste vervoer kan er sprake zijn van ontoelaatbaar of onacceptabel gedrag door één of meerdere leerlingen, dat een gevaar kan zijn voor de leerling zelf en/of anderen, bedreigend of onhygiënisch. Door hier aandacht voor te hebben en hier een kader voor te bieden, kunnen escalaties in het aangepast vervoer worden voorkomen. Artikel 23: Drempelbedrag De kosten van het openbaar vervoer als bedoeld in artikel 23, 1 e artikel 23 2 e lid zijn vastgesteld op de volgende bedragen: c.q. de eigen bijdrage als bedoeld in - Voor basisonderwijs: 506,30 - Voor scholen voor speciaal basisonderwijs: 308,27. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd aan de hand van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) vervoersdiensten zoals dat jaarlijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het drempelbedrag wordt berekend op basis van een heel schooljaar (200 schooldagen). Indien ouders pas in de loop van het schooljaar gebruik gaan maken van het vervoer of het vervoer voor afloop van het schooljaar wordt beëindigd wordt het drempelbedrag berekend naar rato van het aantal resterende schooldagen Toelichting Tot 1 januari 2013 werd het drempelbedrag ( kosten openbaar vervoer c.q. eigen bijdrage) vastgesteld op basis van landelijke sterabonnementen, Vanaf 1 januari 2013 is het landelijk sterabonnement niet meer te koop. Voor bepaalde delen van Nederland geldt een regionaal sterabonnement, voor andere delen geldt een product voor een vast reisgebied. Omdat het regionaal sterabonnement in onze regio niet te koop is, is het niet mogelijk het drempelbedrag hierop te baseren.

Als alternatief voor de berekening op basis van het sterabonnement is het tot 1 januari 2013 van toepassing zijnde drempelbedrag als uitgangspunt genomen en is dit geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer voor 2013. De genoemde bedragen worden met ingang van 2014 jaarlijks geïndexeerd. Sommige kinderen maken slechts gedurende een deel van het schooljaar gebruik van het vervoer. Dit kan leiden tot onbillijkheden bij de toepassing van het drempelbedrag. Daarom is er voor gekozen om dit bedrag te hanteren als een bijdrage voor het hele schooljaar en wordt dit bedrag verlaagd indien men slechts een deel van het jaar van het vervoer gebruik maakt. Inwerktreding beleidsregel Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking. Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Cuijk, in de vergadering van.2013. mr. R.P. Hoffmann mr. W.A.G. Hillenaar secretaris burgemeester

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Bedragen leerlingenvervoer 2013-2014 Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk BAOZW/U201300209 Lbr. 13/010 bijlage(n) datum 13 februari 2013 De in de modelverordening leerlingenvervoer genoemde bedragen, te weten de inkomensgrens en de draagkrachtafhankelijke bijdrage zijn geïndexeerd. Met deze ledenbrief brengen wij u op de hoogte van de bedragen voor het schooljaar 2013-2014.

Aan de leden informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Bedragen leerlingenvervoer 2013-2014 uw kenmerk ons kenmerk BAOZW/U201300209 Lbr. 13/010 bijlage(n) datum 13 februari 2013 Geacht college en gemeenteraad, Hierbij informeren wij u over de bedragen genoemd in de modelverordening leerlingenvervoer, voor het schooljaar 2013-2014. 1. Inkomensgrens zoals bedoeld in artikel 23 modelverordening leerlingenvervoer Om de inkomensgrens voor het schooljaar 2013-2014 te bepalen is het bedrag van vorig jaar per 1 januari 2013 geïndexeerd aan de hand van de stijging van het indexcijfer van de Cao-lonen, volgens de in de Wet op het primair onderwijs (artikel 4) bepaalde systematiek. Het inkomensbedrag van 22.050, genoemd in de modelverordening voor het schooljaar 2008-2009 vormde het uitgangspunt. Uiteraard wordt telkens het niet-afgeronde bedrag geïndexeerd. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft voor 2012 het indexcijfer vastgesteld op 127,4. Voor het jaar 2011 was dit cijfer 125,7. Dat betekent een stijging van 1,4 %. Voor het schooljaar 2013-2014 leidt dit tot een inkomensgrens van 24.300. Indien gekozen is voor een hoger inkomensbedrag wordt dit bedrag geïndexeerd met 1,4 % en afgerond op een veelvoud van 450. Onder inkomen moet worden verstaan het inkomensgegeven, bedoeld in artikel 21, onderdeel e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, in het peiljaar. In het genoemde wetsartikel wordt het inkomensgegeven als volgt gedefinieerd: 1. indien over een kalenderjaar een aanslag of navorderingsaanslag inkomstenbelasting is of wordt vastgesteld: het na afloop van dat kalenderjaar van betrokkene over dat kalenderjaar laatst bepaalde verzamelinkomen; 2. indien over een kalenderjaar geen aanslag of navorderingsaanslag inkomstenbelasting is of wordt vastgesteld: het na afloop van dat kalenderjaar van betrokkene over dat kalenderjaar laatst bepaalde belastbare loon. Als peiljaar moet op grond van de Wet op het primair onderwijs (artikel 4) worden aangemerkt het

tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd. Dit is voor het schooljaar 2013-2014 het jaar 2011. 2. Drempelbedrag zoals bedoeld in artikel 23 modelverordening leerlingenvervoer Vanaf 1 januari 2013 is het landelijk sterabonnement niet meer te koop. Voor bepaalde delen van Nederland geldt een regionaal sterabonnement, voor andere delen geldt een product voor een vast reisgebied. De prijzen kunnen variëren per vervoersgebied. Zie daarvoor de OV-website 9292.nl onder Prijzen en abonnementen. Het is om bovenstaande reden niet mogelijk een landelijk geldende richtlijn voor de bepaling van het drempelbedrag te geven. Voor een bepaald vervoersgebied kan men de prijs van een regionaal sterabonnement als drempelbedrag nemen, voor andere gebieden zou de kilometerprijs van de in artikel 11 van de modelverordening genoemde afstand kunnen gelden. Gemeenten kunnen de wijze van vergoeding van de kosten van het openbaar vervoer naar school en de berekening van het drempelbedrag het beste onderling binnen de eigen vervoersregio afstemmen. 3. Draagkrachtafhankelijke bijdrage zoals bedoeld in artikel 24 modelverordening leerlingenvervoer Na indexering op grond van artikel 24, vierde en vijfde lid van de modelverordening, zijn de bedragen als volgt: Inkomen in euro s Eigen bijdragen in euro s 0-32.500 Nihil 32.500-39.000 130 39.000-45.000 545 45.000-51.000 1015 51.000-58.000 1485 58.000-64.000 1955 64.000 en verder Voor elke extra 5.000: 480 erbij Voor de indexering van de inkomensbedragen zie punt 1. De bedragen worden afgerond op een veelvoud van 500. De eigen bijdragen zijn geïndexeerd aan de hand van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) vervoersdiensten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft het CPI voor vervoersdiensten voor 2012 vastgesteld op 114,98; voor 2011 was dit cijfer 110,04. Dit betekent een stijging van 4,5%. De geïndexeerde eigen bijdragen zijn vervolgens afgerond op een veelvoud van 5. Onderwerp Bedragen leerlingenvervoer 2013-2014 Datum <datum> 02

4. Kilometervergoeding Indien het college besluit aan ouders een kilometervergoeding voor eigen vervoer toe te kennen, wordt volgens de artikelen 14, 19 en 27 van de modelverordening leerlingenvervoer een vergoeding verstrekt die is afgeleid van de Reisregeling binnenland. Voor 2013 geldt op grond van deze regeling voor de eigen auto een bedrag van 0,37 per kilometer. Dit bedrag is niet gewijzigd ten opzichte van 2012. Het genoemde bedrag wordt uitgekeerd voor de kilometers die de leerling aflegt. Wanneer zowel de heen- als de terugreis tweemaal worden vergoed kunnen gemeenten het gehalveerde bedrag (i.e. 0,19) hanteren. In vervolg op de tot 1 april 1993 geldende systematiek kunnen de gemeenten kiezen voor een schijvenmodel. Indien deze systematiek gehanteerd wordt, moet de heen- en terugreis tweemaal worden vergoed. Aantal kilometers Kilometervergoeding in euro s 0 5.000 0,24 (65% x 0,37) 5.001 10.000 0,18 (48% x 0,37) 10.001 20.000 0,14 (37% x 0,37) 20.001 en verder 0,12 (33% x 0,37) De vergoeding voor het gebruik van een eigen fiets bedraagt 0,09 per kilometer. De vergoeding voor het gebruik van een eigen bromfiets is op grond van de Reisregeling binnenland gelijk aan de vergoeding voor de eigen auto, en bedraagt 0,37 per kilometer. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten drs. C.J.G.M. de Vet Waarnemend voorzitter directieraad Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven. Onderwerp Bedragen leerlingenvervoer 2013-2014 Datum <datum> 03