Protestantse gemeente te Markelo, Martinuskerk Witte Donderdag, 3 april 07 Viering heilig avondmaal Organist: Henk Langenkamp Ouderling: Henk Bolink Voorganger: Marten Dijkstra Orgelspel Welkom Zingen: LB 395: en Op de avond, toen de uittocht uit Egypte werd gevierd, en de matse werd gebroken en de wijn werd ingeschonken, toen heeft Jezus aan zijn mensen een geheim geleerd: Refrein: Wij gaan rond met het brood, wij gaan rond met de wijn, want iedereen mag leven en vrolijk zijn. (alles x) Op de avond van het paasfeest heeft Hijzelf ons uitgelegd, dat het brood ons werd gegeven als een teken van zijn leven, dat Hij uitdeelt aan zijn mensen, dat heeft Hij gezegd. Refrein Lofprijzing en bemoediging (Psalm 03, GNB 983) Vg. Ik dank de Heer, ik dank Hem uit de grond van mijn hart. Dank aan de heilige God, geen van zijn weldaden zal ik vergeten. Allen Hij vergeeft mijn fouten en geneest mijn kwalen. Hij redt mij van de dood, omringt mij met liefde en goedheid. Groet Vg. Welkom in dit huis van ontmoeting en gebed.
Allen Vrede voor jou van God onze Heer. Zingen: GOZ 5: (tekst: Jan van Opbergen, melodie: LB 865) Vrede voor jou, hierheen gekomen, zoekend met ons om mens te zijn. Jij maar alleen, jij met je vrienden, jij met je last, verborgen pijn. Vrede, genade, God om je heen, vergeving, nieuwe moed voor jou en iedereen. Gebed Lezing: Johannes 3: -7 (BGT 04) Zingen: LB 569:, en 3 Toen Jezus wist: nu is gekomen het uur om door de nacht te gaan, heeft Hij een linnen doek genomen en water in een schaal gedaan. Hij gaf ons zwijgende een teken en kwam ons voet voor voet nabij, Hij deed het water van zich spreken, het stort zich uit en reinigt mij. 3 Zo is de Heer een knecht geworden en tot de bodem toe gegaan om ons met ootmoed te omgorden, Hij doet ons zijn geringheid aan. Preek Zingen: LB 840 Lieve Heer, Gij zegt kom en ik kom want mijn leven is onder de macht gesteld van de Heer die mijn dagen en nachten telt en de Heer zegt kom en ik kom.
O mijn God, Gij zegt ga en ik ga, Gij zegt ga en ik ga, laat mij niet alleen, wees het woord in mijn vlees en de geest om mij heen, wees de adem waaruit ik ontsta. 3 Want o Heer, ik zeg kom en Gij komt, ik zeg kom en Gij komt en uw bloed wordt wijn en uw lichaam brood voor wie hongerig zijn en uw naam wordt een lied in mijn mond. Inzameling van de gaven Zingen: LB 653:,, 5 en 7 (intussen toebereiden van de tafel) U kennen, uit en tot U leven, Verborgene die bij ons zijt, zolang ons t aanzijn is gegeven, de aarde en de aardse tijd, o Christus, die voor ons begin en einde zijt, der wereld zin! Gij zijt het brood van God gegeven, de spijze van de eeuwigheid; Gij zijt genoeg om van te leven voor iedereen en voor altijd. Gij voedt ons nog, o hemels brood, met leven midden in de dood. 5 Gij zijt de wijnstok van het leven, in duizend ranken uitgebreid, het leven, ons in U gegeven, draagt goede vruchten op zijn tijd. Laat ons uw ranken zijn voorgoed, doorstroom ons met uw hartenbloed. 7 O Christus, ons van God gegeven, Gij tot in alle eeuwigheid de weg, de waarheid en het leven, Gij zijt de zin van alle tijd.
Vervul van dit geheimenis uw kerk die in de wereld is. Avondmaalsgebed Vg. Brengen wij dank aan God. Allen Want Hij is onze dankbaarheid waardig. Vg.: U komt onze dank toe, HEER onze God, om alles wat Gij voor ons zijt ( ) En met allen die uw Naam hoog houden in lief en leed, in leven en sterven, spreken wij ons voor U uit en zingen wij U toe (LB 405: 3 en 4): Heilig, heilig, heilig! Gij gehuld in duister, geen oog op aarde ziet U zoals Gij zijt. Gij alleen zijt heilig, enig in uw luister, één en al vuur en liefd en majesteit. Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig hemel, zee en aarde verhoogt uw heerlijkheid. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die één in wezen zijt. Vg. Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer! Hosanna in de hoogste hemelen! U komt onze dank toe, HEER onze God, om Jezus uw Zoon ( ) Zo houden wij uw Naam hoog, zo zijn wij U van dienst, zo danken wij U, o God, omdat Gij liefde zijt, door Jezus Christus, onze Heer, die ons leerde bidden: Allen Onze Vader ( ) Nodiging Gemeenschap van brood en wijn Zingen: LB 870: 4, 5, 6 en 7 4 Uw liefde, God, zo wijs en goed: wat eens in Adam viel, ons menselijke vlees en bloed, wordt leven weer en ziel. 5 Ja, meer dan ziel en leven zijn gegund aan bloed en vlees, Godzelf zal in ons wezen zijn, de ademende Geest!
6 Want wie voor ons gestreden heeft alleen, man tegen man, als God én mens geleden heeft wat niemand lijden kan, 7 die leidt ons door de doodsjordaan en houdt ons bij de hand, die heeft voor ons de weg gebaand naar het beloofde land. De attributen van de avondmaalstafel worden afgeruimd. Woord van heenzending Onder orgelspel verlaten we de kerk.