De striping van de bromfietsen en de scooters met kleine cilinderinhoud van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus Normatieve benadering De materiële uitrusting die we hierna beschrijven valt onder de noemer striping van de bromfietsen en de scooters met kleine cilinderinhoud ; dit materiaal wordt vernoemd in de omzendbrief GPI 18 met betrekking tot het in voege treden en het toepassingsgebied van normering van de uitrusting, toepasbaar op de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. 1 Operationeel gebruik Het doel van deze markering beoogt de herkenning en de identificatie van «de bromfietsen en de scooters met kleine cilinderinhoud van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus». 2 Beschrijving De «striping van de bromfietsen en de scooters met kleine cilinderinhoud» wordt beschreven in de verschillende delen van 1 tot 3, zoals aangegeven in de inhoudstafel hieronder. Deel 1 behandelt de technische aspecten van de «striping van de bromfietsen en de scooters met kleine cilinderinhoud». De andere delen behandelen de plaatsing op zich van de striping van de bromfietsen en de scooters met kleine cilinderinhoud. 3 Inhoudstafel Technische aspecten van de film voor de markering deel 1 Vormen en afmetingen van de verschillende elementen van de «striping van de bromfietsen en de scooters met kleine cilinderinhoud» deel 2 Plaatsing van de verschillende elementen van de «striping van de bromfietsen en de scooters met kleine cilinderinhoud» deel 3 Foto dossier deel 4
Techniciteit van de films voor de markering 1 Types van de uit te rusten voertuigen a. Bromfietsen b. Scooters met kleine cilinderinhoud 2 Samenstelling van de markering Het logo vergezeld van de vermeldingen Police / Politie / Polizei noemt men de logo-tekst. De logo-teksten, de tekens SOS 101, de termen Police / Politie / Polizei en de vermeldingen van de lokale politiezone of van het departement van de federale politie zijn blauw PMS 072C. De grafische lijn omvat vier strepen. Drie strepen zijn blauw PMS 072C; de vierde streep is oker PMS 1525 C (Federale Politie) of lichtblauw PMS 5503C (Lokale Politie). Deze grafische lijn, nader omschreven in deel 2, is gezeefdrukt op een retroreflecterende, witte film met een witte retroreflecterende bies. De naam van de zone is in het blauw PMS 072C gezeefdrukt op een retroreflecterende, witte film. De letters van de naam van de zone mogen nergens met een bies omrand zijn. De naam van de zone of van het departement moet worden opgemaakt met het lettertype «The SANS». De vermeldingen «Police / Politie / Polizei» moeten opgemaakt worden in het lettertype «The Mix». 3 Eigenschappen van het retroreflecterend, wit basismateriaal De hierboven onder punt 2 beschreven films voor de markeringen moeten zeer flexibel zijn en zijn bestemd voor het realiseren van duurzame markeringen op voertuigen. Zij moeten bovendien bij dag en bij nacht hetzelfde uitzicht hebben als ze worden verlicht. Zij moeten een dimensionele stabiliteit vertonen en mogen niet krimpen na te zijn aangebracht. Zij moeten weerstaan aan strenge klimatologische omstandigheden en zelfs aan temperaturen die in België slechts bij uitzondering voorkomen. Zij moeten aangebracht kunnen worden op alle koetswerkvormen, met of zonder reliëf. De zelfklevende films moeten permanent hechten op geschilderde koetswerken. Om het aanbrengen te vereenvoudigen moet de klever gemakkelijk te herschikken zijn alvorens definitief te worden aangebracht. Een systeem dat luchtevacuatie toelaat tijdens het aanbrengen is aangeraden om zowel het ogenblikkelijk kleven als het vormen van luchtbellen en plooien te vermijden. Hij moet aangebracht kunnen worden bij minstens 5 C op vlakke oppervlakken (temperatuur van het oppervlak) en bij minstens 8 C op oppervlakken met reliëf. De film moet binnen de 5 jaar door verwarming op alle oppervlakken verwijderbaar zijn en dit met zo weinig mogelijk sporen van lijm. De films moeten kunnen weerstaan aan veelvuldige wasbeurten (commerciële reinigingsprodukten voor voertuigen) met hoge druk (80 bar) onder een hoek van 90 en met een sproeiingshoek van 40, op een afstand van 30 cm en een temperatuur van maximum 70 C. De films moeten weerstaan aan de in België toegelaten reinigingsdetergenten en organische oplosmiddelen (bijvoorbeeld : cellulose-aceton), alsook aan petroleumderivaten (bijvoorbeeld : benzine, diesel, motorolie) en specifieke produkten voor het verwijderen van eventuele teervlekken. De films en de inkt moeten beschermd worden door een doorzichtige film of een laag vernis. De films dragen het homologatienr. ECE 104 en het identificatienr. van de fabrikant ; de films moeten voldoen aan de fotometrieke eisen van de reglementering UN/ECE104.
4 Kleurvastheid De logo-teksten, de grafische lijn, het teken 101, de naam van de zone of van het departement, alsook de identificatiemarkering (vier cijfers) moeten met geschikte inkt gezeefdrukt worden op de retroreflecterende witte film. De vastheid van de kleuren tegenover het licht is levenslang gewaarborgd en de kleuren zijn zo aangepast dat het vroegtijdig loskomen van de markering en het ontstaan van scheurtjes uitgesloten is. 5 Verenigbaarheid van de bestanddelen Alle bestanddelen van de markering (film, kleeflaag, inkt, vernis, overbrengingspapier,...) moeten gegarandeerd onderling volledig verenigbaar zijn. 6 Afmetingen van de elementen van de striping De voorschriften inzake de vormen en de afmetingen van de elementen van de striping worden hernomen in deel 2. De voorschriften met betrekking tot de vormen van de verschillende elementen van de striping moeten volledig worden gerespecteerd. De kleuren van de verschillende elementen van de striping zullen de voorschriften zoveel mogelijk moeten benaderen en zullen het voorwerp uitmaken van een door de Administratie uitgevoerde evaluatie. 7 Aanbrengen en verwijderen 7.1 Aanbrengen Het aanbrengen van de gehele of gedeeltelijke striping moet zowel in de inrichting van de fabrikant of de plaatser van de striping als in de lokalen van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, kunnen plaatsvinden. 7.2 Verwijderen Het geheel of gedeeltelijk wegnemen van de markering moet kunnen uitgevoerd worden zonder de verf van de ondergrond te beschadigen. In voorkomend geval moeten de specifieke instructies voor het verwijderen van de markering door niet gespecialiseerd personeel van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, door de aannemer worden meegedeeld bij de eerste levering van de kits 8 Individualisering van de markeringen 8.1 Basisprincipes De verschillende elementen van de striping moeten als volledige kit per voertuig of als afzonderlijk element (grafische lijn, logo-tekst, SOS 101, identificerend element, omtrekmarkering) besteld kunnen worden. De logo-tekst moet worden aangebracht op de linker- en rechterflank en op de voor- en achterkant van de voertuigen op basis van de voorschriften hernomen in deel 3. Bij de tweetalige versies verschijnen de logo-teksten van de hoofdtaal op de voorkant, alsook op de rechterflank van het voertuig. De logo-teksten van de tweede taal worden aangebracht op de achterkant en op de linkerflank van het voertuig. De vorm en de afmetingen van het SOS 101-teken worden voorgesteld in deel 2. Dit teken is in het blauw PMS 072C gezeefdrukt op een retroreflecterende, witte film met een witte, retroreflecterende bies. Het 101-teken is aangebracht op de flanken van de voertuigen. De grafische lijn met de kleuren van de lokale politie of van de federale politie wordt aangebracht op de rechterflank vooraan en op de linkerflank achteraan. Een dubbele streep, waarvan de kleur identiek is aan deze die de lokale of de federale politie identificeert in de grafische lijn, wordt aangebracht op de voorkant en op de achterkant (de koffer) van het voertuig. Elk voertuig moet worden voorzien van twee grafische lijnen en twee dubbele strepen. De beschrijving van de plaatsing van deze elementen wordt hernomen in het deel 3. Het aanbrengen van een retroreflecterende markering moet een duidelijke waarneming van de omtreklijnen van het voertuig mogelijk maken bij nacht (conspicuity), en dit zowel wat betreft de zijkanten, de voorkant (wit) als onderaan de achterkant (rood). Overdag moet deze markering zo discreet mogelijk zijn. Deze elementen worden voorgesteld in deel 3.
9 Waarborg De duur van de door de inschrijver toegekende waarborg zal zowel voor de dimensionele stabiliteit van de markeringen als voor de kleurvastheid, de hechting en de weerstand van de markeringen, dezelfde zijn. De tijdsduur van de waarborg zal ten minste 5 jaar bedragen.
1 Breedte van de gekleurde strepen Afmetingen van de striping 1.1 Op de flanken van het voertuig Alle strepen zijn even breed. Eén streep is 18 millimeter breed en heeft aan weerskanten een outline van 2 millimeter, zijnde 22 millimeter voor de totale breedte van de streep. De ruimte tussen de strepen moet worden teruggebracht tot de verhouding van 22 millimeter. 1.2 Op de voorkant en de achterkant van het voertuig Alle strepen zijn even breed. Eén streep is 16 millimeter breed en heeft aan weerskanten een outline van 2 millimeter, zijnde 20 millimeter voor de totale breedte van de streep. De ruimte tussen de strepen moet worden teruggebracht tot de verhouding van 20 millimeter. Tolerantie : Voor de breedte van de strepen : +/- 1 millimeter Voor de breedte van de outline : +/- 0,5 millimeter
2 Afmetingen van het logotype Diameter van het logo (blauwe schijf) 31 millimeter met een outline van 2 mm, zijnde een totale diameter van 35 millimeter. Tolerantie : Outline witte omtrek : Diameter van het logo : Lengte van de logo-tekst : +/- 0,3 mm +/- 0,5 mm +/- 1,0 mm 3 Kenmerken 101-teken Het teken 101 moet 29 millimeter hoog zijn, met een outline van 1,5 millimeter, zijnde een totale hoogte van 32 millimeter
Methodologie van de plaatsing 1 De bromfietsen 1.1 Op de voorkant 1.1.1 Plaatsing van de strepen De twee strepen (oker of lichtblauw) moeten geplaatst worden zoals hieronder weergegeven en moeten de bovenkant van het voorlicht bereiken. 1.1.2 Plaatsing van het logo De logo-tekst, en in het bijzonder het woord «Politie», moet over de verticale as van het voorlicht worden geplaatst.
1.2 Achterkant 1.2.1 Plaatsing van de strepen De twee strepen (oker of lichtblauw) moeten worden geplaatst zoals hieronder weergegeven. De bovenkant van de bovenste streep moet vertrekken bovenaan rechts op de koffer. 1.2.2 Plaatsing van het logo De logo-tekst, en in het bijzonder het woord «Politie», moet bovenaan links op de koffer worden geplaatst. 1.2.3 Identificatie van het voertuig met vier cijfers van de zone Kleef de vier cijfers onderaan links op de koffer op de verticale middenlijn van het logo.
1.3 Rechterkant 1.3.1 Plaatsing van het logo Plaats het logo zoals hieronder weergegeven in het hoogste gedeelte achteraan op de bromfiets. Het logo moet zichtbaar zijn als de motorrijder op zijn voertuig zit. 1.3.2 Plaatsing van de vier strepen Plaats de vier strepen zoals hieronder weergegeven in het hoge gedeelte vooraan op de bromfiets. De vier strepen moeten zichtbaar zijn. 1.3.3 Plaatsing van het 101-teken Het 101-teken is geplaatst zoals hieronder weergegeven in het achterste gedeelte van het voertuig, in voorkomend geval op de koffer.
1.3.4 Naam van de zone of van het departement In functie van de beschikbare plaats wordt de naam van de zone of van het departement achteraan op de rechterkant van de bromfiets geplaatst, in voorkomend geval op de zijkoffer. De hoogte van de eerste letter van de naam van de zone of van het departement bedraagt 30 millimeter. 1.4 Linkerkant 1.4.1 Plaatsing van het logo-type Plaats het logo zoals hieronder weergegeven in het hoogste gedeelte achteraan op de bromfiets. Het logo moet zichtbaar zijn, als de motorrijder op zijn voertuig zit. De positie van het logo moet de plaatsing van de grafische lijn mogelijk maken. Plaats het logo zoals hieronder weergegeven onder de zitting van het voertuig op zo n wijze dat : - het mogelijk is de grafische lijn (4 strepen) rechts van het logo te plaatsen. - het logo en de logo-tekst van de politie herkend kan worden, als de motorrijder op zijn voertuig zit. 1.4.2 Plaatsing van de vier strepen De vier strepen moeten steeds doorlopen. De punt van de lichtblauwe of okerkleurige streep moet zo geplaatst zijn dat de vier strepen zichtbaar zijn op het beschikbaar koetswerk van het voertuig. 1.4.3 Plaatsing van het 101-teken Het 101-teken is geplaatst zoals hierboven aangegeven aan de voorkant van het kader, op dezelfde hoogte als het logo, dat zich op de linkerkant bevindt.
2 Scooters met een kleine cilinderinhoud 2.1 Op de voorkant 2.1.1 Plaatsing van de strepen De twee strepen (oker of lichtblauw) moeten geplaatst worden zoals hieronder weergegeven en moeten de bovenkant van het voorlicht bereiken. 2.1.2 Plaatsing van het logo De logo-tekst, en in het bijzonder het woord «Politie» moet over de verticale as geplaatst worden van het voorlicht of van de mediaan tussen de twee voorlichten. 2.2 Achterkant 2.2.1 Plaatsing van de strepen De twee strepen (oker of lichtblauw) moeten worden geplaatst zoals hieronder weergegeven. De bovenkant van de bovenste streep moet vertrekken bovenaan rechts op de koffer. 2.2.2 Plaatsing van het logo De logo-tekst, en in het bijzonder het woord «Politie», moet bovenaan links op de koffer worden geplaatst. 2.2.3 Identificatie van het voertuig met de vier cijfers van de zone. Kleef de vier cijfers op de onderkant van de koffer op de verticale middenlijn van het logo.
2.3 Rechterkant 2.3.1 Plaatsing van het logo-type Plaats het logo zoals hieronder weergegeven in het hoogste gedeelte achteraan op de scooter (in voorkomend geval op de koffer). Het logo moet zichtbaar zijn als de motorrijder op zijn voertuig zit. 2.3.2 Plaatsing van de vier strepen Plaats de vier strepen zoals hieronder weergegeven in het hoge gedeelte van het windscherm van de scooter. De linkerkant van de punt van de streep (de lichtblauwe of de okerkleurige) moet zichtbaar zijn. De onderkant van de bovenste streep (PMS 072C) moet vertrekken op de raaklijn van de rand van het koetswerk van de scooter en stoppen op de denkbeeldige lijn die loopt tussen de rechterkant en de voorkant van de scooter. 2.3.3 Plaatsing 101-teken Het 101-teken is geplaatst op het achterste gedeelte van het voertuig, in voorkomend geval op de koffer. 2.3.4 Naam van de zone of van het departement In functie van de beschikbare plaats kan de naam van de zone of van het departement op de rechterkant en achteraan de scooter verschijnen, in voorkomend geval op de zijkoffer.. De hoogte van de eerste letter van de naam van de zone of van het departement bedraagt 30 millimeter.
2.4 Linkerkant 2.4.1 Plaatsing van het logo-type Plaats het logo zoals hieronder weergegeven achteraan op de scooter. Het logo moet zichtbaar zijn als de motorrijder op zijn voertuig zit. Plaats het logo zoals hieronder weergegeven onder de zitting van het voertuig op zo n wijze dat: - het mogelijk is de grafische lijn (4 strepen) rechts van het logo te plaatsen - het logo en de logo-tekst van de politie herkend kan worden, als de motorrijder op zijn voertuig zit. 2.4.2 Plaatsing van de vier strepen De vier banden moeten steeds doorlopen. De punt van de lichtblauwe of okerkleurige streep moet zo geplaatst zijn dat de vier strepen zichtbaar zijn op het beschikbaar koetswerk van het voertuig. 2.4.3 Plaatsing van het 101-teken Het 101-teken is geplaatst zoals hieronder weergegeven op de voorkant van het voertuig. De linkerkant van het logo raakt de denkbeeldige lijn, die loopt tussen de linkerkant en de voorkant van het voertuig. Het logo is geplaatst op dezelfde hoogte als het logo dat zich aan de linkerkant bevindt.
Foto dossier