FLORA- EN FAUNATOETS. Begraafplaats Vredehof te Bodegraven. Milieudienst Midden-Holland Postbus AA Gouda t:

Vergelijkbare documenten
Flora- en faunatoets. Basisschool De Tweeklank Hazerswoude-Rijndijk. Watersnip-rapport 10A033

Flora- en faunatoets. Huize Miland te Kanis. Watersnip-rapport 10A039

Flora- en faunatoets. Rottekade 6 en 8 te Bergschenhoek. Watersnip-rapport 10A014

Verkennend ecologisch onderzoek

Flora- en faunatoets. Zuidzijde 58 te Bodegraven. Watersnip-rapport 11A021

Flora- en faunatoets. Onderweg 16 te Waddinxveen. Watersnip-rapport 11A028

Flora- en faunatoets. Notaris D Aumerielaan te Reeuwijk-Brug. Watersnip-rapport 11A035

Winkelcentrum Zuidplas Waddinxveen

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Ecologisch onderzoek. Laageind 18/18a te Driebruggen. Watersnip-rapport 09A011

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Verkennend Ecologisch Onderzoek

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Notitie. 1 Aanleiding

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

6 Flora- en fauna quickscan

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Flora- en faunatoets. Plasweg 6 te Waddinxveen. Watersnip-rapport 11A036

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Bureauonderzoek Flora en fauna

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Notitie flora en fauna

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Ecologisch onderzoek. Onderweg 12 Waddinxveen. Watersnip-rapport 09A012

Verkennend Ecologisch Onderzoek Rondweg Boskoop

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

Onderzoek flora en fauna

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Samenvatting quickscan natuurtoets

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Nieuwe bedrijfslocaties

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Onderzoek flora en fauna

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Ecologisch Onderzoek. Nieuwdorperweg ten westen van nr. 33a, te Reeuwijk Uitgave: oktober Watersnip-rapport 14A022

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Ecologisch Onderzoek. G. van de Valk Boumanstraat 13 te Linschoten. Watersnip-rapport 12A036

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs.

- 1."} APR Hierbij bieden wij u de rapportage 'Quickscan Boezemlaan 9-35 te Boskoop' aan. U ontvangt het rapport in drievoud.

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Verkennend natuurwaardenonderzoek

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Verkennend Ecologisch Onderzoek

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

:Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Quick scan flora en fauna locatie Torenschouw te Oosterhout

Natuurtoets Kop Zuidas

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

Quickscan flora en fauna

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Notitie Quickscan flora en fauna

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Jacob Poelsweg te America

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Veldverslag Flora-en fauna-inspectie Putteringvaart Waddinxveen

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2).

Bijlage 1 Wettelijk kader

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Natuurtoets Bestemmingsplan Wiener

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Ordito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Ecologisch Onderzoek. Leeghwaterstraat 1 te Reeuwijk Uitgave: augustus Watersnip-rapport 15A026

Concept QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RECONSTRUCTIE- LOCATIE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Transcriptie:

FLORA- EN FAUNATOETS Begraafplaats Vredehof te Bodegraven

Documentnummer 201028011 Omschrijving Flora- en faunatoets Begraafplaats Vredehof Status Definitief Datum 11 november 2010 Opdrachtgever Gemeente Bodegraven Opgesteld door Mw. B. van Vliet Dit rapport is op basis van de ten tijde van het opstellen geldende wet- en regelgeving opgesteld. Deze wet- en regelgeving is sterk aan verandering onderhevig. Geadviseerd wordt om het rapport tijdig voor het starten van de ruimtelijke procedure te laten controleren op de houdbaarheid.

INHOUD 1 INLEIDING... 4 2 WETTELIJK KADER... 5 3 LOCATIEBESCHRIJVING... 8 4 ECOLOGISCH ONDERZOEK... 10 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 13 6 BRONNEN... 15

1 INLEIDING De gemeente Bodegraven is voornemens de gemeentelijke begraafplaats Vredehof uit te breiden. In voorbereiding op deze uitbreiding is een Flora- en fauna-onderzoek uitgevoerd. Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet (FF-wet) in werking getreden. De FF-wet regelt de bescherming van planten en dieren in Nederland. Beschermde plantensoorten mogen niet vernietigd of beschadigd worden. Beschermde diersoorten mogen niet gedood, verwond of opzettelijk verontrust worden. Daarnaast mogen hun nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfsplaatsen niet beschadigd, vernield, uitgehaald, weggenomen of verstoord worden en mogen hun eieren niet vernietigd of vernield worden. Als dit wel dreigt te gebeuren tijdens het uitvoeren van bouwwerkzaamheden en dit door aanpassing van de plannen niet te voorkomen is, moet een ontheffingsaanvraag ingediend worden. Een onderzoek naar de aanwezige flora en fauna is daarom altijd noodzakelijk voor het uitvoeren van ruimtelijke inrichtings- of ontwikkelingsmaatregelen. In oktober 2010 hebben gekwalificeerde medewerkers van Watersnip Advies een Flora- en faunainventarisatie uitgevoerd in het plangebied. Hierbij werd met name gelet op het voorkomen van beschermde planten- en diersoorten. Daarnaast zijn de verschillende biotopen binnen het plangebied beoordeeld met betrekking tot potentieel voorkomende beschermde soorten. Dit rapport geeft een overzicht van de aanwezige flora en fauna in het plangebied. Daarnaast wordt aangegeven of er bij het realiseren van de uitbreidingsplannen schade verwacht wordt aan beschermde soorten. Met het oog op de algemene zorgplicht worden waar mogelijk maatregelen beschreven gericht op het voorkomen van schade.

2 WETTELIJK KADER Als initiatiefnemer van de voorgenomen uitbreidingsplannen dient de gemeente Bodegraven te verkennen of er mogelijk schadelijke gevolgen zijn voor beschermde natuurwaarden in het plangebied. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen beschermde planten- en diersoorten en beschermde gebieden. Concreet betekent het dat er nagegaan moet worden of: Er overtreding van de verbodsbepalingen voor beschermde soorten plaatsvindt (toetsing Flora- en Faunawet en provinciaal compensatiebeleid); Er mogelijk significante gevolgen zijn voor beschermde gebieden (toetsing Natuurbeschermingswet 1998); Er wezenlijke waarden en kenmerken van Ecologische Hoofdstructuurgebieden aangetast worden (toepassen afwegingskader Structuurschema Groene Ruimte). 2.1 Landelijk natuurbeleid en wetgeving 2.1.1 Flora- en Faunawet Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet (FF-wet) van kracht geworden. De FF-wet regelt de bescherming van planten en dieren in Nederland. Het uitgangspunt van de wet is dat beschermde planten- en diersoorten geen schade mogen ondervinden. Voor werkzaamheden die geen schade veroorzaken aan beschermde soorten, hoeft vooraf niets geregeld te worden. Als het echter onmogelijk is om schade aan beschermde soorten te voorkomen, dan moet vooraf bepaald worden of er een vrijstelling geldt of dat er een ontheffing moet worden aangevraagd. De voorwaarden verbonden aan een vrijstelling of ontheffing zijn afhankelijk van de mate van bescherming van de planten- en diersoorten die binnen het plangebied voorkomen. De soorten zijn onderverdeeld in drie categorieën: algemeen beschermde soorten (tabel 1 FF-wet), streng beschermde soorten (tabel 3 FF-wet) en overige soorten (tabel 2 FF-wet). Wanneer in geval van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting schade ontstaat aan beschermde planten en dieren, geldt voor de algemeen beschermde soorten uit tabel 1 een vrijstelling. Ook voor de soorten uit tabel 2 kan een vrijstelling gelden, onder voorwaarde dat er gehandeld wordt volgens een door het (toenmalige) ministerie van LNV goedgekeurde gedragscode. Wanneer het opstellen van een gedragscode niet mogelijk is of niet voldoende blijkt te zijn, moet voor de beschermde soorten uit tabel 2 een ontheffing worden aangevraagd bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (via het LNV-loket). Wanneer schade ontstaat aan de streng beschermde soorten uit tabel 3 moet altijd een ontheffing worden aangevraagd. Een ontheffing wordt alleen toegekend als de werkzaamheden het voortbestaan van de soort niet in gevaar brengen. Daarnaast geldt ten aanzien van soorten uit tabel 3 die eveneens opgenomen zijn in bijlage IV van de Habitatrichtlijn, dat een ontheffing alleen verleend wordt wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten. Het is ook mogelijk om in het planconcept ecologische maatregelen te integreren die de duurzame staat van instandhouding van de (streng) beschermde soorten waarborgen. Het gaat daarbij dus om het voorkómen van schade. In dat geval is een ontheffingsaanvraag niet nodig. Het is dan wel nood-

zakelijk dat het nieuwe leefgebied functioneel is vóórdat het bestaande biotoop schade ondervindt. Het is mogelijk om de visie van DLG op de ecologische balans in het plan te toetsen door een formele ontheffingsaanvraag. Deze kan leiden tot een zgn. positieve afwijzing. Dat wil zeggen: Er is geen schade (meer) door het totaalplan en een ontheffing is dus niet nodig. Deze extra toetsing aan de natuurwetgeving leidt tot juridische zekerheid en geeft adequaat antwoord aan eventuele indieners van zienswijzen. Overigens geldt voor alle planten- en diersoorten de algemene zorgplicht uit artikel 2 van de FF-wet. Deze bepaalt dat een ieder die weet dat zijn of haar handelen nadelige gevolgen kan hebben voor flora en/of fauna, verplicht is om maatregelen te nemen (voor zover redelijkerwijs kan worden gevraagd) die deze negatieve gevolgen zoveel mogelijk voorkomen, beperken of ongedaan maken. De zorgplicht kan gezien worden als algemene fatsoenseis die voor iedereen geldt. 2.1.2 Natuurbeschermingswet 1998 De bescherming van Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet). Tevens regelt de NB-wet de bescherming van beschermde Natuurmonumenten. Ten noorden van het plangebied ligt het Natura2000-gebied Nieuwkoopse plassen & De Haeck. Ten zuiden ligt het gebied Broekvelden-Vettenbroek & Polder Stein. Beide gebieden liggen op ongeveer 3 kilometer afstand van het plangebied. De geplande werkzaamheden zullen geen invloed hebben op de Natura2000-gebieden. 2.1.3 Nota Ruimte (2006) Het beleid met betrekking tot de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan van 1990, is voortgezet in de planologische kernbeslissing Nota Ruimte van de Ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ (2006). Voor EHS-gebieden geldt de verplichting tot instandhouding van de wezenlijke kenmerken en waarden. Binnen deze gebieden zijn nieuwe plannen die de wezenlijke kenmerken van het gebied significant aantasten niet toegestaan, tenzij er geen reële alternatieven zijn én er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Eventuele schade moet zoveel mogelijk worden gemitigeerd en/of gecompenseerd. Dit compensatiebeginsel is geïntroduceerd in het Structuurschema Groene Ruimte (SGR). Provincies werken dit compensatiebeginsel uit in hun structuurvisie. Provinciale ecologische verbindingszones zijn beschreven in het rapport Ecologische verbindingszones in Zuid-Holland (1998). Aan de noord- en oostzijde van het plangebied liggen verschillende ecologische verbindingszones. Ten oosten van het plangebied ligt de ecologische verbindingszone Bodegraven Noord Reeuwijk. Belangrijke soorten Figuur 1: EHS in de omgeving van het plangebied voor deze verbindingszone zijn Waterspitsmuis, Aardmuis, Rosse woelmuis, Dwergmuis, Hermelijn, Ringslang, Rugstreeppad, Heikikker, Zilveren maan, Aardbeivlinder, Kleine vuurvlinder, Groene glazenmaker, Glassnijder, Vroege glazenmaker en Bruine glazenmaker. In het noorden loopt de ecologische verbindingszone Boskoop/Reeuwijk Bodegraven Noord. Belangrijke soorten voor deze verbinding zijn Waterspitsmuis, Dwergmuis, Hermelijn, Rugstreeppad, Kleine vuurvlinder en Bruine glazenmaker.

De genoemde ecologische verbindingszones liggen op enige afstand van het plangebied en zullen daarom geen schade ondervinden van de geplande werkzaamheden. 2.2 Provinciaal beleid Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland (2010) en Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid- Holland (1997) Op 2 juli 2010 zijn de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vastgesteld door de Provinciale Staten van Zuid-Holland. In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De nieuwe integrale Structuurvisie voor de ruimtelijke ordening vervangt de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte (2005). De Structuurvisie vormt het beoordelingskader van Gedeputeerde Staten voor gemeentelijke ruimtelijke plannen. In het Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland ligt het Provinciale Compensatiebeginsel verankerd. Het Provinciale Compensatiebeginsel vindt zijn oorsprong in het structuurschema Groene Ruimte. In het Compensatiebeginsel wordt gesteld dat: Onomkeerbare en/of ongewenste ontwikkelingen moeten worden tegengegaan. Indien om zwaarwegende redenen aantasting van natuur- en landschapswaarden onontkoombaar is en alternatieve oplossingen ter plaatse niet voorhanden zijn, dient compensatie plaats te vinden. Het Compensatiebeginsel is van toepassing op alle gebieden die onderdeel uit maken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Daarnaast geldt de compensatieverplichting voor biotopen (leefgebieden en groeiplaatsen) van soorten die voorkomen op de Rode Lijsten opgesteld door het Ministerie van LNV. De compensatieverplichting ligt bij de initiatiefnemer van de activiteiten. Het plangebied wordt in de Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland aangeduid als stads- en dorpsgebied.

3 Locatiebeschrijving 3.1 Huidige situatie Het plangebied ligt in de kilometervakken met de Amersfoortse coördinaten: 111,455 en 112,455. Een groot deel van het plangebied is reeds begraafplaats. Figuur 2: plangebied De toegang vanaf de Noordzijde tot de begraafplaats bestaat uit een verharde weg, met aan beide kanten lindebomen. De toegang tot het voorplein van de begraafplaats wordt verschaft door middel van een brug. Momenteel loopt er geen watergang onder deze brug. Aan de westkant van deze toegangsweg ligt langs de Noordzijde een woning daarachter bevindt zich het parkeerterrein. Aan de zuidoostkant liggen buiten het perceel van de huidige begraafplaats enkele volkstuinen. Het gebied om de begraafplaats bestaat momenteel uit grasland. De begraafplaats en deze graslanden worden van elkaar gescheiden door greppels en sloten. Aan de zuid, west- en oostkant wordt het plangebied begrensd door sloten. 455 3.2 Bouwplannen De gemeente Bodegraven is voornemens de huidige begraafplaats uit te breiden door een deel van het omliggende grasland bij de begraafplaats te trekken. Hierbij zal een deel van de bestaande beplanting, bomen en struiken, 112 Figuur 3: Locatie plangebied

verdwijnen. De begraafplaats ligt hoger dan de omgeving. Voor de uitbreiding van de begraafplaats worden aan de oost- en westzijde delen van de weilanden opgehoogd. Hierdoor ontstaan er nieuwe taluds (1:3) die opnieuw ingeplant worden. Het woonhuis langs de Noordzijde wordt afgebroken. De toegangsweg blijft behouden, maar zal voor een deel verlegd worden, zodat auto s rond kunnen rijden. De parkeerplaats zal deels gehandhaafd blijven, maar wel meer richting de Noordzijde verplaatst worden. De volkstuinen zullen verdwijnen. De watergang onder de toegangsbrug zal in ere hersteld worden. Hiervoor zullen enkele van de lindes verdwijnen.

4 ECOLOGISCH ONDERZOEK 4.1 Methode Voordat begonnen is met het ecologisch onderzoek in het veld, is er gekeken naar bestaande gegevens, zoals diverse internetsites, relevante artikelen en verspreidingskaarten (o.a. RAVON), om te bepalen welke (streng) beschermde soorten in het plangebied zouden kunnen voorkomen. Deze gegevens dienen als globale indicatie bij het uitvoeren van de veldinventarisatie. Daarnaast is gebruik gemaakt van gegevens die door medewerkers van Watersnip Advies zijn verzameld tijdens eerdere inventarisaties in de omgeving van het plangebied. Op woensdag 13 oktober 2010 hebben gekwalificeerde medewerkers van Watersnip Advies een Flora- en fauna-inventarisatie gedaan in het plangebied. Omdat de sloten niet goed toegankelijk waren is de visinventarisatie met name uitgevoerd op basis van biotooponderzoek. De vleermuisinventarisaties hebben plaatsgevonden met een Batdetector (Petterson D200) op donderdag 7 oktober 2010 van 21.24 22.30 uur (geen wind, temperatuur 10ºC), donderdag 21 oktober 2010 van 21.00 21.45 uur (windstil, bijna volle maan, temperatuur 6ºC) en maandag 25 oktober (windstil, volle maan geweest, temperatuur 5ºC). 4.2 Bureaustudie Uit de bureaustudie is gebleken dat er mogelijk meerdere beschermde diersoorten voorkomen binnen het plangebied. Het is bekend dat de streng beschermde vissoorten Kleine modderkruiper en Bittervoorn voorkomen in de omgeving van het plangebied. Tevens blijkt dat er meerdere beschermde vleermuissoorten voorkomen in de omgeving van het plangebied, zoals Laatvlieger, Gewone dwergvleermuis en Ruige dwergvleermuis. Ook de Ringslang en Rugstreeppad zijn tijdens eerdere onderzoeken in de omgeving van het plangebied waargenomen. 4.3 Inventarisatiegegevens flora De gehele begraafplaats is omgeven door een groene haag van bomen en struiken, om rust te creëren. Langs de toegangsweg staan twee rijen met grote lindes. Rond de parkeerplaats staat een bosschage met onder andere Noorse esdoorn, Figuur 4: Toegangsweg met lindes Gewone esdoorn, Spaanse aak, Hazelaar en Zwarte els. De begraafplaats is aan een lange en een korte zijde omzoomd met hulsthaag. Aan de westelijke zijde van de begraafplaats staat voornamelijk Hazelaar, Gelderse roos, Liguster en Rode kornoelje. Verder staat er rond de gehele begraafplaats ratelpopulieren. Rond het ceremoniegebouw staan enkele grote platanen.

Er zijn binnen het plangebied geen beschermde plantensoorten waargenomen en op basis van het huidige biotoop zijn deze ook niet te verwachten. 4.4 Inventarisatiegegevens fauna Vogels Tijdens de inventarisatie zijn verschillende vogelsoorten aangetroffen binnen het plangebied, waaronder Winterkoning, Merel, Ekster en Kraai. Volgens de terreinbeheerder is de begraafplaats een zeer geschikte locatie voor vogels, vanwege de rust en komen ook Goudhaantje, Zwartkop, Vlaamse gaai, Grote bonte specht en Buizerd voor binnen het plangebied. In de populieren rond de begraafplaats overnacht een groep kauwen. Alle vogels zijn beschermd in het kader van de Flora- en faunawet. Omdat de inventarisatie buiten het broedseizoen van vogels heeft plaatsgevonden zijn er geen broedende vogels waargenomen. Nesten van enkele vogelsoorten, zoals Gierzwaluw en bepaalde uilensoorten, zijn jaarrond beschermd. Dit geldt ook voor het nest van de Buizerd. De verwachting is dat de Buizerd gebruik kan maken van het plangebied, voornamelijk als foerageergebied. Er zijn echter tijdens de inventarisatie geen nesten aangetroffen. Vissen Tijdens de inventarisatie is gebleken dat een deel van de sloten, direct rond de huidige begraafplaats een bepaalde periode van het jaar droog vallen. De permanente aanwezigheid van vis wordt in deze sloten uitgesloten. In de overige sloten zijn tijdens de inventarisatie geen vissen aangetroffen. Gezien de kwaliteit van de sloten, ondiep en veel bagger, wordt de aanwezigheid van streng beschermde soorten, zoals de Kleine modderkruiper (FF-wet tabel 2) en Bittervoorn (FF-wet tabel 3, rode lijst kwetsbaar ) in een groot deel van deze sloten uitgesloten. De sloot aan de oostkant van het plangebied is echter wel een zeer interessante sloot voor Kleine modderkruiper en Bittervoorn. De sloot is onder meer deels begroeid met Grote egelskop, wat een geschikt biotoop oplevert voor deze vissoorten. Ook de Kroeskarper (Rode lijst status kwetsbaar ) kan in deze sloot voorkomen. Er zijn tijdens de inventarisatie verder geen (streng) beschermde vissoorten aangetroffen, deze worden ook niet verwacht. Amfibieën De droogvallende sloten zijn echter wel zeer geschikt als voortplantingsgebied voor verschillende soorten amfibieën. Tijdens de inventarisatie zijn geen amfibieën aangetroffen. De verwachting is echter dat Groene kikker, Bruine kikker, Gewone pad en Kleine watersalamander (allen FF-wet tabel 1) voorkomen binnen het plangebied. Het kleine volkstuinencomplex aan de zuidoostkant van de begraafplaats Figuur 5: Groene kikker kan een zeer geschikte overwinteringsbiotoop vormen voor de streng beschermde Rugstreeppad (FF-wet tabel 3, Habitatrichtlijn bijlage IV, rode lijst gevoelig ). Omdat de

inventarisatie redelijk laat in het seizoen is uitgevoerd, zijn er geen rugstreeppadden aangetroffen. De aanwezigheid van deze soort kan echter niet worden uitgesloten. Verder zijn er geen beschermde amfibieën aangetroffen, deze worden ook niet verwacht. Zoogdieren Uit de bureaustudie blijkt dat er meerdere beschermde vleermuissoorten voorkomen binnen het plangebied. Tijdens het onderzoek zijn echter weinig vleermuizen waargenomen, alleen de Gewone dwergvleermuis (Ff-wet tabel 3, Habitatrichtlijn bijlage IV) is op de eerste avond van het onderzoek waargenomen. Op de andere avonden zijn er geen vleermuizen waargenomen. Dit betekent echter niet dat er geen vleermuizen aanwezig kunnen zijn. Het onderzoek heeft redelijk laat in het seizoen plaatsgevonden en het kan zijn dat de vleermuizen al weggetrokken zijn naar hun winterverblijven. De aanwezige bomen en struiken kunnen dus een zeer geschikt foerageergebied vormen voor vleermuizen. Er zullen echter geen rust- en verblijfplaatsen aanwezig zijn. Ook in het woonhuis zijn geen rust- en verblijfplaatsen aangetroffen voor vleermuizen aangetroffen. Reptielen Uit de bureaustudie blijkt dat de streng beschermde Ringslang (FF-wet tabel 3, rode lijst kwetsbaar ) voorkomt in de omgeving van het plangebied. Tijdens het onderzoek is geen geschikt biotoop aangetroffen. Ook de beheerders van de begraafplaats hebben deze soort nog nooit waargenomen. De verwachting is dat de Ringslang niet voorkomt binnen het plangebied. Overige soorten Tijdens de inventarisatie zijn geen andere (streng) beschermde soorten, zoals insecten, vlinders en overige ongewervelden aangetroffen. Er zijn ook geen geschikte biotopen aangetroffen voor beschermde insecten, vlinders of overige ongewervelden binnen het plangebied. Deze soorten worden hier dan ook niet verwacht.

5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In dit hoofdstuk volgt een opsomming van de conclusies en aanbevelingen. Daarnaast wordt er aangegeven of er bij het realiseren van de uitbreidingsplannen schade verwacht wordt aan de (streng) beschermde soorten binnen het plangebied. 5.1 Conclusies en aanbevelingen Het plangebied heeft geen directe relatie met beschermde gebieden (Natura 2000, beschermde natuurmonumenten, (P)EHS-gebieden of ecologische verbindingszones). De geplande werkzaamheden hebben geen invloed op de beschermde gebieden. Voor de algemeen beschermde soorten (Bruine kikker, Groene kikker, Gewone pad en Kleine watersalamander) geldt in geval van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting een vrijstelling van de Flora- en faunawet. Er hoeft voor deze soorten geen ontheffing aangevraagd te worden. Wel dient voor deze soorten de algemene zorgplicht in acht genomen te worden. Indien vegetatie verwijderd wordt, dient dit bij voorkeur buiten het broedseizoen van vogels te gebeuren, zodat overtreding van de FF-wet wordt voorkomen. Daarbij is het van belang dat de FF-wet geen standaard periode hanteert voor het broedseizoen; van belang is of een nest bewoond is. Indien een bewoond nest wordt aangetroffen, mogen er geen werkzaamheden uitgevoerd worden die het nest verstoren. Vogelnesten die jaarrond beschermd worden door de FFwet, zijn tijdens het onderzoek niet aangetroffen. Vóór aanvang van werkzaamheden tijdens het broedseizoen dient een terzake kundige een inspectie uit te voeren ten aanzien van eventuele broedende vogels. De sloten direct rond het huidige perceel van de begraafplaats zijn niet geschikt voor beschermde diersoorten. In de sloot aan de oostkant van het perceel worden de streng beschermde Kleine modderkruiper en Bittervoorn verwacht. Bij eventuele demping van deze sloot is een ontheffing nodig voor de Bittervoorn. Daarnaast zal er compensatie moeten plaatsvinden. Een andere mogelijkheid is de compensatie van deze sloot te integreren in de bouwplannen, zodat deze voorafgaande van de dempingswerkzaamheden reeds zijn uitgevoerd. Voor de dempingswerkzaamheden kan dan gewerkt worden op basis van een goedgekeurde gedragscode (bijv. Unie van Waterschappen, 2006). Het werken volgens een gedragscode vereist een goede documentatie (als bewijslast ). De werkzaamheden dienen beschreven te worden in een ecologisch werkprotocol, die door de betrokken uitvoerder ondertekend dient te worden. Zowel in het geval van een ontheffing als het werken met een gedragscode, dienen werkzaamheden onder toezicht van een terzake deskundige te worden uitgevoerd. De streng beschermde vleermuissoort Gewone dwergvleermuis is foeragerend waargenomen binnen het plangebied. De huidige plannen zullen geen schade toebrengen aan de gunstige staat van instandhouding van deze soort, omdat er voldoende alternatieve foerageerlocaties aanwezig zijn in de omgeving. En er ook nieuwe bomen en struiken aangeplant zullen worden

die het foerageergebied versterken. Een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is niet nodig. 5.2 Algemene zorgplicht Voor alle planten- en diersoorten geldt de algemene zorgplicht die is opgenomen in artikel 2 van de Flora- en faunawet. Deze bepaalt dat een ieder die weet dat zijn of haar handelen nadelige gevolgen voor flora en/of fauna kan hebben, verplicht is om maatregelen te nemen (voor zover redelijkerwijs kan worden gevraagd) die deze negatieve gevolgen zoveel mogelijk voorkomen, beperken of ongedaan maken. In het kader van de zorgplicht wordt geadviseerd om de oevers van de sloten op een natuurvriendelijke manier in te richten met de beschoeiing op de waterlijn. Hierdoor worden de slootkanten en de taluds van de begraafplaats geschikt leefgebied voor verschillende soorten amfibieën en reptielen. Mits bovenstaande voorzorgsmaatregelen in acht genomen worden, zijn er vanuit de natuurwetgeving géén beperkingen ten aanzien van de voorgenomen plannen.

6 BRONNEN Geraadpleegde literatuur 1. ANWB, Topografische Atlas Zuid-Holland 1:25.000, 2004. 2. Dienst landelijk gebied, Handreiking Flora- en faunawet oktober 2006 3. Ministerie van Landbouw, natuurbeheer en voedselkwaliteit, Rode Lijsten, Den Haag, 2004 4. Gegevensautoriteit Natuur, Netwerk Groene Bureaus, Het protocol voor vleermuisinventarisaties, Zoogdiervereniging VZZ. 2 april 2009 5. Provincie Zuid-Holland, Ecologische verbindingszones in Zuid-Holland, Aanwijzingen voor inrichting en beheer, 1998. Geraadpleegde internetsites 6. www.minlnv.nl 7. www.ravon.nl 8. www.vleermuis.net 9. waarneming.nl 10. www.pzh.nl