DIERENWELZIJNSORGANISATIES DEN HELDER. Oktober 2013 Nummer 2



Vergelijkbare documenten
Zeezoogdieren in de Noordzee

DE GEWONE ZEEHOND. Huiler

GEWONE ZEEHOND. Huiler

De orka. De geschiedenis van de orka. Kenmerken van de orka

DE BRUINVIS. Kleinste walvisachtige van ons grootste natuurgebied, de Noordzee

Zeehond. Inhoud. Inleiding. Oorzaken waardoor zeehonden aanspoelen.

Dolfijnen behoren tot de walvisachtigen. Er bestaan 2 soorten walvissen:

LESBESCHRIJVING GROEP 1-2

Spreekbeurt Hulp aan dieren in nood

SPREEKBEURT MAANVIS VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Op zoek naar walvissen in de Oosterschelde

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

DE CALIFORNISCHE ZEELEEUW

inhoud 1. Dolfijnen 2. De bouw van een dolfijn 3. De zintuigen 4. De school 5. Voedsel 6. Sprongen en spel 8. Gevaar! 9.

Stichting Kansarme Dieren

6,4. Werkstuk door een scholier 1095 woorden 3 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave:

Bijlage VMBO-GL en TL

SPREEKBEURT SLUIERSTAARTGOUDVIS

5,4. Werkstuk door Sanne 729 woorden 8 januari keer beoordeeld. De orka. Dier

LESBESCHRIJVING GROEP 3-4

WOLF. Huilend roofdier

De Waddenzee - Informatie

DE IJSBEER. Super speurneus

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

SPREEKBEURT DISCUSVIS

Spreekbeurtpakket. Dierenambulance NHZ. Colofon SPOEDNUMMERS. Bezoek ons ook eens op

Stichting strand in zicht, Voorne Maasvlakte. (Voorheen Stichting zeehonden centrum Voorne) Jaarverslag BSN/RSIN

* makkelijk (voor kleine kinderen) ** normaal (voor kinderen) *** moeilijk (voor volwassenen)

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

IJsbeer. Wetenschappelijke naam ursus maritimus

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

Nieuwsbrief 4Cats najaar 2011

DE HUMBOLDT PINGUÏN. Een levend kostuum

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

ZEEHONDEN informatiepakket

De pinguïn. De geschiedenis van de pinguïn. Kenmerken van de pinguïn

Eekhoorn. Kids for Animals Eekhoorn spreekbeurt. Eekhoorn kennis. Woonplaats

[datum woensdag 15 april, auteur Guido Keijl, gepubliceerd op

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

SPREEKBEURT SUMATRAAN

Spreekbeurt Huisdieren (goed) houden

HANDIG KONIJNEN KOPPELEN

1. Inleiding 3 2. Waarom heb ik voor deze verzameling gekozen? 3 3. Foto s verzameling 4

SPREEKBEURT WITLIPBOOMKIKKER

Spreekbeurt of Werkstuk over dolfijnen

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

Bezoek de website voor meer informatie over deze 3 hondjes.

SPREEKBEURT GROENE LEGUAAN

inhoud 1. Een bijzondere vogel 2. De woonplaats 3. Soorten pinguins 4. Pinguinweetjes 5. Filmpjes Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

De Noordzee HET ONTSTAAN

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

ZEEHONDENOPVANG informatiepakket

De ronde volle maan. Alleen als de maan rond en vol is, wordt dit feest gevierd. En dat heeft een hele bijzondere reden.

SPREEKBEURT Chinese vuurbuiksalamander

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

SPREEKBEURT GUPPY VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT LACHDUIF VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Vacature: Vrijwilliger Dierzorg.

SPREEKBEURT Chinchilla

Roodborstje tikt tegen 't raam, tik, tik, tik laat mij erin, laat mij erin. 't Is hier te guur en te koud naar mijn zin Laat mij er in, ja er in.

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

Reisverslag Helgoland

Over haaien, vissen en bruinvissen. Leerlingen ontdekken het verschil tussen hondshaaien, bruinvissen en vissen.

Gevlederde Vrienden. Vleermuizen in en om het huis

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

SPREEKBEURT LAMA EN ALPACA

DE WOLF. Huilend roofdier

Nieuwsbrief Mei Deze maand in de nieuwsbrief. Honden en Warmte Juni chipmaand Nieuwe collega *Actie* Huisdieren ras van de maand

Materiaal spreekbeurt of presentatie. De gewone zeehond

ONTDEKKINGSTOCHT. Veel plezier! Deze speurtocht is voor de hele familie! De sterretjes geven aan hoe moeilijk de vragen zijn. makkelijk moeilijk

Cursistenmateriaal Werkblad 4 Niveau A2 / 1F ... Opdracht 1, Lezen Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen op bladzijde 3.

DE SIBERISCHE TIJGER

SPREEKBEURT VUURSTAARTLABEO

Chinchilla. Kids for Animals chinchilla spreekbeurt. Chinchilla kennis. Wilde chinchilla s. Als huisdier

- Zaakvoerder: Erwin Thielemans. - Site Manager: Nerinckx Brenda. - 4 werknemers - 2 werknemers Vaste vrijwilligers.

Vacature: Vrijwilliger Dierzorg.

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Mamma vliegt steeds hoger.

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui.

Beach Clean-up Naam: Klas: Mentor: Vakgroep Biologie ( ) Penta college CSG Scala Rietvelden

SPREEKBEURT Vissengroep Harnasmeervallen

Potvis op de dool. Wat is een potvis? De potvis in Heist. Waar leeft de potvis? Stijn Dekelver. baleinwalvissen. De potvis is een

Heeft niet gereageerd op deze stelling. Heeft niet gereageerd op deze stelling. Heeft niet gereageerd op deze stelling.

Werkstuk Biologie Zee-otter

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

Waarom dit boekje? Overal. Dierverzorging. Afwisselend. Allerlei dieren. Toekomst

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

SPEURTOCHT. Groep 7 en 8. Met deze speurtocht loop je door de hele dierentuin. Beantwoord de vragen, verzamel alle letters en raad het geheime woord!

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

LESBESCHRIJVING GROEP 7-8

Tijger. Een machtige streepjeskat

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:

De visserij. Frank Beens Groep 7

SPREEKBEURT NEONTETRA

SPREEKBEURT KORTSTAARTOPOSSUM

Beste leerkracht, Instructies Voorpret Lespakket

Pinguïns. Inhoud. Waarom de naam? Bouw van een pinguïn

Katten kunnen 15 tot 20 jaar worden! Als je een kat in huis haalt, dan moet je dus bereid zijn om er een hele tijd voor te zorgen.

Transcriptie:

DIERENWELZIJNSORGANISATIES DEN HELDER Oktober 2013 Nummer 2 1

Inhoud / Belangrijke telefoonnummers Inhoud... 2 Voorwoord.... 3 Dierentehuis t Schuthok bestaat 35 jaar!!.. 4 Zeezoogdieren in de Noordzee........ 7 Ecomare.....18 Het Kinderhoekje......23 Opvallend in 2013.24 Dierenbescherming 4 kerntaken..25 Kuikenmoord op zondag.27 Opendag dierenasiel t Schuthok.32 Informatie over de Dierenambulance Den Helder. 34 De organisaties op het web..35 BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS: Spoedeisende hulp 112 Politie algemeen 0900 8844 Red een Dier 144 Dierenambulance Den Helder 06 51697115 Secretariaat Dierenambulance Den Helder 06 23556755 Vogelasiel de Paddenstoel 0223 620586 Dierenasiel t Schuthok 0223 631447 Amivedi 088 0063301 Dierenbescherming Noord-Holland Noord 072 5143050 LID Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming 0900 2021210 Dierencrematorium Majesta in Schagerbrug 0224 573068 Dierenartsen/kliniken: Dierenkliniek Duinpark 0223 680222 Dierenkliniek Nieuw Den Helder 0223 620006 Dierenartspraktijk Binnenhaven 0223 627094 Dierenkliniek Pasteurstraat 0223 622627 Dierenkliniek Julianadorp 0223 645200 Dierenartsenpraktijk Veterinair Centrum Holland Noord (VCHN) 0223 747042 Oplossing rebus pagina : Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding 2

Voorwoord Voor u ligt het tweede boekje van de Dierenwelzijnsorganisaties Den Helder. Het boekje zal rond dierendag bij alle donateurs van de betrokken organisaties op de mat vallen. Zoals de tekening op het voorblad al suggereerd zouden dit jaar de dierenwelzijnsorganisaties in theorie compleet moeten zijn en bestaan uit; dierentehuis t Schuthok, wildopvang (vogelasiel) de Paddenstoel en de dierenambulance Den Helder. Het dierentehuis t Schuthok (zie in de tekening de kar achter de dierenambulance) doet, na vorig jaar afwezig te zijn geweest, nu wel mee. Maar door omstandigheden moest echter het vogelasiel (zie in de tekening de rode paddenstoel) dit jaar verstek laten gaan. We hopen dat volgend jaar het trio compleet zal zijn. Inmiddels doet de Dierenbescherming Noord-Holland Noord ook altijd mee omdat hun werkgebied nu eenmaal ook Den Helder en omgeving omvat. Hun hoofdkantoor is dan wel gevestigd in Alkmaar, maar men is van Texel tot en met Zaanstad aktief. Om deze zichtbaarheid wat meer gestalte te gaan geven zullen ze elk jaar een stukje schrijven voor in dit blad. Naast de vier organisaties die nu het blad kunnen vullen, is er ook ruimte ingedeeld voor een gast instantie die te maken heeft met één van de Dierenwelzijnsorganisaties Den Helder. Dit jaar is Ecomare op Texel gevraagd zodat ze kunnen laten zien wat ze allemaal doen en wat hun verbintenis is met de Dierenwelzijnsorganisaties Den Helder. Ecomare doet namelijk de zeehondenopvang. Het blad wordt verspreid onder alle donateurs van de organisaties, hierdoor weten donateurs van deze instanties ook een beetje van wat er bij de anderen gebeurd. Er gaat veel tijd en energie zitten in een blad als deze en daarom is het leuk om te weten hoe het ontvangen wordt door de lezers. Door uw eventuele op en aanmerkingen, is het blad dan te verbeteren. Dus geef uw mening en verzend deze naar: donateurs@dierenambulancedenhelder.nl Ik hoop dat het een leuk en informatief blad is geworden. Veel lees plezier. Ronald Post Donateursadministratie Dierenambulance Den Helder 3

Dierentehuis t Schuthok bestaat 35 jaar!! Officieel op 2 september 1978 in gebruik genomen, stevig gevierd op 7 september samen met alle vrijwilligers, donateurs en iedereen die ons een warm hart toedraagt!! In het asiel zijn naast de vaste krachten heel veel vrijwilligers druk bezig: alle dierverblijven moeten dagelijks schoongemaakt worden, moederpoezen met kittens/kittens zonder moederpoes hebben opvang nodig, er zijn speciale vrijwilligers met talent voor schuwe kittens te socialiseren, voor de nazorg na plaatsing, tuinonderhoud, als bestuur of als wandelteam met asielhonden. Zonder vrijwilligers kan een dierenasiel niet draaien!! 35 jaar geleden was t Schuthok helemaal nieuw, uniek voor die tijd en dringend nodig als vervanging van het oude onderkomen. Het asiel toen: Het asiel nu: 4

Hoeveel er ook veranderd is, het uitgangspunt is natuurlijk hetzelfde: opvang, verzorging en herplaatsing van dieren die onze hulp hard nodig hebben. Honden, katten en konijnen/knaagdieren zijn welkom als zwerfdier (dieren waarvan de eigenaar niet bekend is) en op afspraak als afstand (dieren die niet meer bij hun baasje kunnen blijven). Een zwerfdier blijft 14 dagen in opvang zodat een eigenaar de tijd heeft om het dier op te halen. De kosten van verzorging worden per dag berekend. Is het dier gechipt kan hereniging met het baasje snel gerealiseerd worden, tenminste als de registratie klopt en men niet is verhuisd of het dier heeft weggegeven zonder de chipgegevens aan te passen. (Tip: hoe is dat met uw hond of kat?) Binnen 5 dagen is het asiel verplicht om het dier te laten enten en chippen. Meld zich geen eigenaar, komt bij katten en konijnen geregeld voor in tegenstelling tot de meeste honden die wel worden opgehaald door hun baasje., dan is na 14 dagen de weg vrij om een nieuw baasje te zoeken. De katten verhuizen van de quarantaineruimte naar één van de open kattenkamers. Door de sitebeheerder wordt een leuk informatief verhaal gemaakt voor de site: www.schuthok.nl www.ikzoekbaas.nl Voor honden wordt een gedragstest afgenomen om een zo volledig beeld te krijgen van gedrag en karakter. Het doel: een passende match en mens en dier samen een gelukkige toekomst. Behalve asiel biedt t Schuthok ook pension voor hond en kat en bij voldoende ruimte ook voor konijnen/knaagdieren. Gaat u op vakantie of kunt u tijdelijk niet voor uw huisdier zorgen, dan bent u in t Schuthok aan het goede adres. Speciale voeding, medicatie of wellicht een minder makkelijk karakter? Geen probleem, veel is mogelijk. In de maanden juli en augustus is (ver) van tevoren reserveren noodzakelijk. Buiten de zomermaanden is een tijdig telefoontje meestal voldoende. Noodgevallen zijn te regelen. Nieuw is dagopvang voor honden: van 7 uur s ochtends tot 18.00 uur s avonds is uw hond (op afspraak) van harte welkom. Handig als u een dagje weg gaat of als u van huis bent in verband met werk. De pensionvoorwaarden van geldige entingen zijn hetzelfde voor dagopvang. Wilt u meer informatie of even rondkijken? Bel (0223-631447) of mail (info@schuthok.nl)! 5

Met de economische crisis hebben mensen soms moeite om goed voor hun dier te zorgen. Zwerfdieren komen in slechte conditie binnen de periode van herstel en genezing in het asiel meer kosten met zich meebrengt. Een lastige situatie omdat gemeente fors bezuinigt op vergoeding en subsidie. Voor onderhoud is vrijwel geen budget, terwijl een pand van 35 jaar, zo intensief in gebruik als t Schuthok serieus onderhoud nodig heeft. Momenteel zijn de buitenkennels van asiel en pension dringend aan vervanging toe. Dankzij de vele acties en financiële bijdragen kan hopelijk in het najaar gestart worden met de eerste 4 kennels. Voor het overige is nog veel geld nodig. Uitbreiding van het donateursbestand is dan ook van harte welkom!! U steunt t Schuthok al voor 5 euro per maand Adres: Dierentehuis t Schuthok Rijksweg 4 1785 PA DEN HELDER Telefoon: 0223-631447 Internet: www.schuthok.nl e-mail: info@schuthok.nl 6

Zeezoogdieren in de Noordzee Het natte gebied van de dierenambulance Den Helder Als dierenambulance houden we ons niet alleen bezig met de op het land en in de lucht levende dieren. De gemeente Den Helder heeft naast land ook nog ongeveer 25 kilometer zeekust. Daarvan behoort 9 kilometer bij de Noordzee en 16 kilometer bij de Waddenzee. Op zich heeft de dierenambulance alleen te maken met de dieren die aanspoelen en dat zijn naast de zeevogels ook de zeezoogdieren. Zeevogels spoelen, sinds er bijna geen olie meer wordt geloosd op zee, aanzienlijk minder aan. Het zijn nu meer de zeevogels die op het land leven die de aandacht vragen. Van de zeezoogdieren gaat het om twee soorten zeehonden en een aantal tandwalvissen. Zeehonden In Nederland komen twee soorten zeehonden voor. De gewone zeehond, de kleinste van de twee, en de grijze zeehond of kegel rob. Gewone zeehond maten, gewichten en nieuw leven Mannetje: lengte: 130 tot 195 centimeter gewicht: 55 tot 130 kilo Vrouwtje: lengte: 120 tot 150 centimeter gewicht: 45 tot 105 kilo Paartijd: augustus Innesteltijd eitje: augustus t/m oktober Draagtijd: november t/m juni (8 maanden) Zoogtijd: juli - 35 dagen Grijze zeehond of Kegel rob maten, gewichten en nieuw leven Mannetje: lengte: 195 tot 330 centimeter gewicht: 170 tot 350 kilo Vrouwtje: Lengte: 165 tot 250 centimeter gewicht: 105 tot 220 kilo Paartijd: januari Innesteltijd eitje: februari t/m april Draagtijd: april t/m december (8,5 maanden) Zoogtijd: januari - 16 tot 21 dagen Geschiedenis Er werd in Nederland al heel lang op zeehonden gejaagd, voor het vlees maar ook omdat ze met de mens zouden concurreren om de vis. Het dier werd dan ook als schadelijk gezien. Vanaf 1591 werd er al een premie uitgeloofd voor elke gedode 7

eten. zeehond. De jacht werd voornamelijk gedaan door vissers en werd gezien als extra inkomen. De zeehond had nog een extra voordeel, omdat ze in zee leven waren ze eigenlijk een soort vis, waardoor je in het katholieke Nederland van toen, in de vasten periode toch rood vlees kon Ondanks de jacht bleef het aantal dieren elk jaar gelijk op ongeveer 3000 stuks en dat terwijl er door de waddenbevolking jaarlijks 600 dieren werden gedood. Deze jacht heeft bijna 400 jaar geduurd. Rond 1950 echter kwam het gebruik van zeehondenbont in de mode. Toen werden er veel meer dieren gedood en liep het aantal zeehonden snel terug en al in 1954 werden er reservaten aangegeven en kon je alleen op jacht met een vergunning op zak. In 1962 is de jacht in zijn geheel verboden en nam het aantal dieren weer toe, tot 1965 toen er meer vervuiling in zee kwam en vooral die van giftige chemische stoffen. Hierdoor liep het aantal dieren weer terug. Door inzicht en wetgeving is deze vervuiling terug gedrongen en nam het aantal dieren na 1977 weer toe. Maar niet alleen de mens heeft invloed op het leven van de zeehond. In 1988 en in 2002 heeft de populatie nog stevig geleden onder de virusziekte PDV (Phocine Distemper Virus), zie de grafiek hier boven. De grijze zeehond is pas rond 1990 teruggekeerd, na in de middeleeuwen volledig te zijn uitgeroeid. In die tijd leefden er veel meer grijze zeehonden dan gewone zeehonden in Nederland. Aantallen Gewone zeehond Grijze zeehond 1965 1450 0 1980 515 7 1995 1410 275 2010 5848 2036 Tegenwoordig wordt de zeehond gelukkig niet meer als schadelijk dier gezien, maar is het een belevenis als je er één in het wild ziet. 8

Leefgebied In Nederland leeft de zeehond in Zeeland en de Waddenzee. De gewone zeehond leeft op zandbanken. Tijdens de eb periode liggen ze op de zandbanken te zonnen om de noodzakelijke vitaminen op te doen. Bij de opkomst van de vloed gaan ze te water om op jacht te gaan. De pasgeboren jonge zeehondjes moeten dus al een paar uur na hun geboorte kunnen zwemmen! Het rustgebied van de grijze zeehond ligt meer op gebieden die altijd droog blijven. De pasgeborenen hebben dan ook nog geen zwemvacht maar een warme dons vacht. De gewone zeehond heeft deze dons vacht ook, maar die is meestal al voor de geboorte, al in de baarmoeder, vervangen door een zwemvacht. De dons vacht van de grijze zeehond is belangrijk omdat ze in december worden geboren, terwijl de gewone zeehond zijn jongen in juli krijgt. Aangespoeld Door verhongering, ziekte en stormen spoelt een zeehond wel eens aan op de kust. Als dit op de kust van Den Helder gebeurt, wordt meestal de dierenambulance gebeld. We vertellen de vinder dat het dier met rust moet worden gelaten en dat honden en mensen op afstand moeten blijven. Dit om te voorkomen dat de stress voor het dier te veel oploopt en ze weer het water in gaan. Wij gaan dan eerst naar het vogelasiel om daar de zeehondenbak en het bijbehorende karretje op te halen. Vroeger hadden we geen karretje en dan was de Gevonden zeehond in transportbak tocht, van vaak een halve kilometer door het mulle zand, met een zware zeehond in de bak, geen eenvoudige opgave. In de zomer bofte je dan nog wel eens, want er lopen dan nog redelijk wat Duitsers rond die zich vervelen en dan graag hielpen dragen; dan hadden ze weer wat te vertellen thuis. Tegenwoordig hebben we een karretje (geschonken door Marjon Berts) waar de twee maten bakken van de zeehondenopvang Ecomare mee vervoerd kunnen worden en hebben we de badgasten niet meer nodig. Als we de zeehond gevonden hebben, benaderen we deze zo dat wij tussen de zee en het dier komen te staan, dit om te voorkomen dat het weer het water in zal gaan. Als we in de buurt van het dier komen, trekken we stevige handschoenen aan (zie de foto van het gebit van de zeehond), zetten we de bak op zijn zijkant ernaast en rollen het dier snel in de bak. Terwijl we de zeehond naar de dierenambulance brengen, bellen we de opvang. Dit is voor ons Ecomare op Texel. We maken een afspraak zodat we weten op welk tijdstip ze met de boot van 9

Texel komen. Wij proberen dan op tijd op de plek te zijn waar de auto s van de veerboot afkomen en wachten ze daar dan op. Als ze er zijn krijgen zij onze bak met de zeehond en komt er weer een lege retour. Ook geven wij een formulier af waar op staat; waar, wanneer en door wie het dier gevonden is, want het is een goed gebruik om het dier de naam van de vinder te geven. Na deze uitwisseling gaat de auto van Ecomare weer naar de veerboot om met dezelfde boot weer in te schepen richting Texel. Walvisachtigen In de Noordzee verblijven een aantal soorten kleine tandwalvissen permanent en een aantal alleen in een bepaald seizoen. Degenen die hier permanent blijven zijn de bruinvis, de witsnuitdolfijn en de tuimelaar. Bruinvis Van de soorten die hier blijven is de kleinste tandwalvis, de bruinvis, de bekendste omdat deze zo massaal voorkomt in de Noordzee. Zeker 85 duizend zouden er in het Nederlandse deel moeten rondzwemmen en dat is bijna de helft van alle dieren in het zuidelijke deel van de Noordzee. In de gehele Noordzee leven er ongeveer 250 duizend. Ze leven in ondiepe kust wateren (tot 300 meter). De hoeveelheid bruinvissen blijft gelijk, maar de hoeveelheid in de Nederlandse wateren neemt toe. Schijnbaar verplaatsten de dieren zich vanaf het noordelijke deel naar het zuidelijke deel van de Noordzee. Zijn naam klopt eigenlijk helemaal niet, want het is geen vis maar een zoogdier en bruin is hij ook al niet. Vroeger werden echter alle donkere en grauwe kleuren bruin genoemd en alles wat in zee zwemt was automatisch een vis. De bruinvis heeft een donkergrijze tot blauwe rug en zijn buik is wit of licht grijs. Opvallend is zijn rugvin die kort en driehoekig is (zie foto), bij de andere walvisachtigen is deze langer en meer sikkelvormig. Bruinvissen zijn het liefst in ondiep water, d.w.z. tot 300 meter diep. Het water moet sub-polair of gematigd zijn (in elk geval beneden de 17 C ). Zout, zoet of brak water mag wat de bruinvis betreft allemaal, het komt wel eens voor dat een bruinvis een rivier opzwemt. Hun voedsel vinden ze met hun sonar. Ze maken dan een hoog piepend geluid wat wij niet kunnen horen en luisteren dan of er een echo terug komt en waar deze van dan komt. De sonar van een bruinvis is vrij zacht, waarschijnlijk om niet te veel op te 10

vallen voor de dieren die weer op hen jagen. Een bruinvis kan 150 tot 190cm lang worden en een gewicht bereiken van 40 tot 60kg. Filmpje van 15 minuten over de bruinvis De fluisteraars van de zee is te vinden op: https://vimeo.com/65547205 Witsnuitdolfijn De witsnuitdolfijn komt een stuk minder vaak voor in ons deel van de Noordzee, maar heel af en toe spoelt er één aan, zoals deze bij Den Helder in 2011. Het dier is verzorgd door de dierenambulance totdat het werd opgehaald door SOS Dolfijn, maar helaas is het de volgende dag toch nog overleden. Deze dieren komen meestal voor in diep water, ver van de kust. Witsnuitdolfijnen hebben een korte, wittige (maar soms ook grijze) snuit, zwarte flippers en rugvin en een zwarte staart. Volwassen dieren hebben een gemiddelde lengte van ongeveer 2.40 meter (minimaal 1.2 meter, maximaal 3meter). De lengte bij de geboorte bedraagt ruim een meter. Hun gewicht kan oplopen tot 300 kilogram. Tuimelaar Ook de tuimelaar (sinds jaar en dag heten ze allemaal Flipper ) is inheems maar komt na 1950 minder voor bij ons. In 2004 trokken enkele groepen tuimelaars volkomen onverwacht het Marsdiep (bij Texel) in, om vervolgens weer uit deze omgeving te verdwijnen. Tegenwoordig kun je tuimelaars tegenkomen in het Kanaal (Normandische en Bretonse kustwateren) en langs de oostkust van Schotland. Tuimelaars zijn grijs gekleurd aan de boven kant en wit van onderen. De tuimelaars die in de Nederlandse en Belgische wateren zijn gevonden hadden een gemiddelde lengte van 270 centimeter. 11

Gasten in de Noordzee: Gewone dolfijn, Gestreepte dolfijn, Witflank dolfijn Griend en Dwergvinvis Gewone dolfijn Gestreepte dolfijn Witflank dolfijn Griend Dwergvinvis Geschiedenis In de middeleeuwen stond de bruinvis vaak op het menu. Hij werd gekookt en vervolgens gevuld met veel kruiden, zoals peper, saffraan en kaneel. Het dier werd ook wel "varkensvis" of meerzwijn genoemd. In Brabantse archieven vindt men wel eens "waterverken" (watervarken) als benaming. In de tijd dat de bruinvis nog veel werd gegeten, werd er dus ook op gevist. Die vissers werden wel varkenvissers genoemd. Daar zijn nog sporen van terug te vinden: in een plaats als Katwijk komt de achternaam Varkevisser nog veel voor. Ondanks het feit dat hij een zoogdier en dus geen vis is, stond de rooms-katholieke Kerk het eten van bruinvis tijdens de vasten en op vrijdagen toe. 2012 732 stuks 2013 547 t/m augustus Voor 1950 kwam de bruinvis veel voor in de Nederlandse wateren en kon je op sommige plaatsen vanaf het land altijd bruinvissen zien, zoals in het Marsdiep. Dit veranderde vanaf de jaren 1950 tot 1980. In alle kustgebieden van de zuidelijke Noordzee leefden er toen veel minder door verontreinigingen (vooral PCB's). De 12

visserij op kleine vissoorten nam toe waardoor er minder voedsel voor de bruinvissen beschikbaar was. Bovendien raakten ze steeds vaker verstrikt in visnetten. Vanaf 1995 worden er weer meer bruinvissen langs de Nederlandse kust waargenomen en stranden er dus ook meer. Het is overigens opvallend dat er zoveel dieren aanspoelen op de Nederlandse kust. In de ons omringende landen is dat aanzienlijk minder, een oorzaak hiervoor is nog niet gevonden. Zwemmen er bijvoorbeeld meer bruinvissen voor onze kust of is het hier gevaarlijker? Worden de bruinvissen hier makkelijker gevonden of is de zeestroming zo dat ze allemaal hier het strand opdrijven? Van deze grote hoeveelheid komen er maar een paar levend aan de kust, zo ongeveer 8 tot 15 dieren per jaar, dat is ongeveer 1,5% van het totaal aan gevonden dieren. De levende exemplaren worden opgevangen door SOS Dolfijn in Harderwijk en doordat men daar steeds meer kennis opdoet en de medische mogelijkheden vergroot zijn is het aantal dieren dat uiteindelijk weer uitgezet wordt gestegen van 40% naar 60%. In 2011 kwamen er verrassend veel witsnuitdolfijnen voor in ons deel van de Noordzee en waren er ook meer strandingen (4 stuks). De verhuizing van de bruinvis van de noordelijke naar de zuidelijke Noordzee stelt de bruinvissen wel voor nieuwe problemen. Want het is er druk: er is veel vrachtverkeer, er wordt seismisch onderzoek gedaan, er vinden explosies plaats, er worden windmolenparken aangelegd. Omdat de bruinvis gebruik maakt van geluid, een soort sonar, om zijn weg en zijn voedsel te vinden wordt dit door al die menselijke activiteiten flink verstoord. Maatregelen zijn daarom nodig. Er wordt al geëxperimenteerd met het gebruik van pingers. Dat zijn apparaatjes die geluidssignalen afgeven die ervoor moeten zorgen dat bruinvissen niet in visnetten belanden en verdrinken. Die pingers kunnen ook gebruikt worden bij de aanleg van windmolenparken. En de scheepvaart zou moeten streven naar geluidsarmere motoren. Elk jaar belanden er bruinvissen in de netten, maar hoeveel dat er precies zijn is onduidelijk. Het effect van de inzet van pingers is ook nog niet bekend. Intussen is al wel een tweede experiment begonnen om die bijvangst terug te dringen. Op een aantal schepen zijn camera s geplaatst, die alles registreren wat er gebeurt op het dek. Als er een bruinvis in de netten zit, dan is dat te zien. De vissers willen af van het beeld dat er heel veel bijvangst van bruinvissen is. Telkens als er één aanspoelt, gaan 13

de beschuldigende vingers weer richting de visserij zeggen ze en daar worden ze niet blij van, maar als een bruinvis met afdrukken van een net op zijn lichaam wordt gevonden is de oorzaak toch wel duidelijk. Er wordt in ieder geval wel aan gewerkt om de bijvangst van zeezoogdieren zo veel mogelijk terug te dringen. In 2006 werd door een grote groep onderzoekers gekeken naar de doodsoorzaak van gestrande bruinvissen. Uit dat onderzoek bleek dat meer dan de helft van de bruinvissen was verdronken. Waarschijnlijk komt dit doordat ze verstrikt raken in netten van warnetvissers of staand wand vissers. Bij soortgelijk onderzoek in Denemarken in 1974 bleek dat daar duizenden bruinvissen het slachtoffer werden van staande visnetten. De verdronken bruinvissen waren verder gezond en hadden vaak volle magen. Verdrinking kwam vooral in maart en april voor. Een tweede belangrijke doodsoorzaak vormden besmettelijke ziekten. Deze zieke dieren, met weinig vetreserves en lege magen, spoelden vooral in augustus aan. In 2007 kwam de zeehondencrèche Pieterburen met een eigen intern onderzoek in opdracht van de Nederlandse Vissersbond. In dit onderzoek was het aandeel van door verdrinking gestorven bruinvissen kleiner. Andere belangrijke doodsoorzaken in dat onderzoek waren longontsteking en verhongering. Onderzoek aan het spek van pas gestrande bruinvissen liet zien dat er veel giftige stoffen in zitten, zoals een giftige vlamvertrager. Deze vlamvertrager wordt gebruikt in isolatieschuim en meubelbekleding. De vlamvertrager komt via afvalwater in zee en komen dan in vissen terecht. Omdat bruinvissen in hun leven veel vis eten, komt er uiteindelijk veel van deze giftige stof in hun spek te zitten. De giftige stof ontregelt de schildklierhormoonhuishouding en de werking van het zenuwstelsel van het dier. Belgische wetenschappers hebben sterke aanwijzingen dat ook de grijze zeehond achter de dood zit van de bruinvissen, die steeds vaker in Nederland aanspoelen. Aanvankelijk werd gedacht dat de dieren in schroeven van schepen waren terechtgekomen. Bij onderzoek van de verwondingen zijn tandafdrukken gevonden die overeenkomen met het gebit van de grijze zeehond. Bovendien zijn de bruinvissen omgekomen in gebieden waar veel grijze zeehonden voorkomen. Het Nederlandse onderzoekscentrum IMARES noemt de conclusies van hun Belgische collega's aannemelijk, maar wel opmerkelijk. Het was tot nu toe niet bekend dat zeehonden bruinvissen aanvallen. "Nederlandse zeehonden zijn daarmee uniek, dit zou een nieuw natuurfenomeen zijn", zegt het centrum. Een NOS filmpje is te vinden op: http://nos.nl/video/432910-grijze-zeehond-schuldig-aan-dood-bruinvissen.html 14

De ademhaling van een zeezoogdier is anders dan van een landzoogdier De zeezoogdieren hebben een aantal aanpassingen ondergaan voor het leven in zee. Hun longen zijn echter niet groter geworden dan van de landzoogdieren, eerder kleiner. Groter kan ook niet, want zie met zoveel lucht in je lijf maar onder water te komen, hun drijfvermogen zou zo groot worden dat ze als een bal op het water zouden blijven drijven. Om toch voldoende zuurstof mee omlaag te nemen hebben ze een aantal aanpassingen ondergaan aan het bloed en gaan ze onderwater erg zuinig om met de opgeslagen zuurstof. Bloed De hoeveelheid bloed is bijna twee maal meer als dat van een mens met hetzelfde gewicht. Daarnaast bevat het bloed meer rode bloedlichamen met daarin ook meer hemoglobine (dit is het molecuul dat de zuurstof vasthoud). Door deze aanpassingen kan een zeezoogdier drie tot vijf maal meer zuurstof opslaan in een liter bloed dan een mens. Ook hebben zeezoogdieren een eiwit in hun spieren dat zuurstof op kan slaan. Dat eiwit heet myoglobine en dat molecuul slaat het zuurstof op. Door dit molecuul zijn de spieren van zeezoogdieren dieprood, bijna zwart gekleurd, in plaats van lichtrood zoals bij landzoogdieren. Zuinig met zuurstof Alleen het hart, hersenen en de meest belangrijke organen worden van zuurstof voorzien. De lichaamstemperatuur en het metabolisme dalen drastisch en de hartslag vermindert zelfs tot slechts een tiende van het normale ritme. Ademreflex De ademreflex bij de mens zorgt er voor dat we automatisch ademhalen en dat we verdrinken als we te lang onder water blijven, we ademen dan automatisch water in. Voor zeezoogdieren zou dat onhandig zijn en daar hebben ze wat op gevonden. Deze dieren hebben een zwakke ademhalingsreflex wat inhoudt dat ze bewust adem halen, het is geen automatische reflex zoals bij ons. Hierdoor zal een dier wanneer het onderwater zuurstof gebrek krijgt en het bijvoorbeeld ergens in vast is komen te zitten, niet in paniek raken en water gaan inademen. Het zal na verloop van tijd stikken door gebrek aan zuurstof zonder dat er water in de longen komt. 15

Voor een zeezoogdier als de zeehond blijft deze reflex ook afwezig als het dier op het land verblijft. Het zal bewust blijven ademen en als het slaapt regelmatig een beetje wakker moeten worden om adem te gaan halen. Door al deze aanpassing kan een gewone zeehond om voedsel te vangen gemakkelijk 5 à 6 minuten onder water blijven, en als ze slapen kunnen ze minstens 20 tot 30 minuten zonder adem te halen. Ze kunnen dan ook in zee slapen, ze staan dan als een dobber overeind of liggen op de bodem. Een kleine walvisachtige als de bruinvis kan ook 5 tot 6 minuten onderduiken. Dieren die groter zijn kunnen meer zuurstof opslaan en dus wat langer onder water blijven. Slapen doen walvisachtigen anders dan zeehonden. Een walvisachtige slaapt met één hersenhelft en niet met twee helften tegelijkertijd. Aangespoelde dolfijn of bruinvis, wat moet je doen In ieder geval niet proberen terug te zetten in zee. Wanneer een bruinvis of dolfijn levend op het strand terecht komt is er bijna altijd iets aan de hand. Het kan zijn dat het gewond, ziek of verzwakt is of dat het om een jong gaat dat zijn moeder kwijt is geraakt. Ook kunnen andere dingen meespelen; harde wind bijvoorbeeld. Omdat het dier zich niet redt in zee en daardoor aanspoelt is direct terugzetten geen goede idee. Wat moet je doen als je een levende bruinvis of dolfijn tegen komt; Bel eerst de dierenambulance Den Helder: 06-516 97 115 Zij nemen contact op met SOS Dolfijn in Harderwijk en die sturen dan een reddingsploeg naar Bruinvis op een drijfmat het dier. De dierenambulance zal zo spoedig mogelijk naar het gestrande dier toe gaan om het zo goed mogelijk te verzorgen, totdat SOS Dolfijn arriveert. Maar u als melder kunt ook wat doen: Omdat walvisachtigen zeer goed zijn geïsoleerd met hun vetlaag tegen koud zeewater, is oververhitting een groot gevaar bij een gestrand dier. De huid zal hierdoor uitdrogen en verbranden. Het plotselinge stranden op land is voor een dier dat gewend is aan een gewichtsloos bestaan in zee, een buitengewone vervelende ervaring. Er is dan ook grote kans op stress, angst en shock bij deze dieren. Houdt hier rekening mee als je een dier vindt. 16

Bruinvissen en dolfijnen EHBO, eerste hulp bij stranding Er zijn 4 gouden EHBO regels door experts van SOS dolfijn opgesteld als een levende bruinvissen of dolfijnen wordt gevonden. Als je een gestrand dier aantreft, volg dan onderstaande regels op: 1. Blaasgat: een bruinvis of dolfijn haalt adem via het blaasgat op zijn hoofd. Zorg dat er geen water of zand in kan komen. 2. Rust: een bruinvis of dolfijn op het strand schrikt snel. Loop rustig, houd mensen en honden op afstand. 3. Koelen: een bruinvis of dolfijn op het strand krijgt het snel te warm. Koel het dier met water en natte doeken (het blaasgat altijd droog houden en niet afdekken) en zorg voor schaduw bij zon. 4. Hulp! Bel de dierenambulance 06-51697115 en zorg goed voor het dier tot zij ter plaatse zijn. Een overleden zeezoogdier gevonden De kans om een overleden bruinvis te vinden is vele malen groter dan het vinden van een levend exemplaar, 98,5% van de aangespoelde bruinvissen is overleden. Voor zeehonden ligt het percentage aanzienlijk hoger. Gevonden dode zeezoogdieren gaan naar IMARES voor wetenschappelijk onderzoek, hier wordt gekeken waaraan het dier is overleden. IMARES is de afkorting van Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies. In principe betekent dit Instituut voor kennis van mariene ecosystemen voor duurzaam gebruik en beheer van kust en zee. Het valt onder de koepelorganisatie Wageningen UR (Wageningen Universiteit en Researchcentrum). IMARES heeft in Den Helder een dependance met een grote koelruimte. Als u een dood zeezoogdier vindt kunt u de dierenambulance bellen. Zij gaan dan kijken op de plaats die aangegeven is en nemen het dier mee. Als het dier te groot is voor de ambulance wordt de gemeente gebeld die dan een aannemer benaderd om het dier te bergen en naar IMARES Den Helder te brengen. Als de dierenambulance het dier zelf kan meenemen wordt het ook naar IMARES Den Helder gebracht. Als het dier geborgen is nemen we contact op met IMARES zodat ze weten wat ze kunnen verwachten en de koeling kunnen openen. Ronald Post Bron: Walvisstrandingen.nl Instructieboek Dierenambulance Natuurinformatie.nl SOS Dolfijn Wikipedia ecomare.nl dinosaurus.net Trouw.nl/Bruinvis-weet-Hollandse-Noordzee-weer-te-vinden 17

Ecomare Bij Ecomare op Texel worden zeehonden opgevangen die aanspoelen op Texel en langs de Noord-Hollandse kust tussen Den Oever en IJmuiden. Ook fungeert Ecomare als regionaal asiel voor zeevogels. Dierenambulance Den Helder helpt regelmatig met het transport van zeehonden en zeevogels naar de veerboot. Alle reden dus voor een artikeltje over het werk van Ecomare! Ecomare is van alles wat Ecomare ligt bij De Koog op Texel. Het centrum combineert verschillende functies: opvang van zeehonden en zeevogels, zeedierentuin, natuurmuseum, educatie- en informatiecentrum. Per jaar komen er zo n 270.000 bezoekers. Grootste publiekstrekkers zijn de zeehonden, de bruinvissen en het zeeaquarium. Ecomare wil mensen laten zien hoe mooi en bijzonder de natuur van de wadden en Noordzee is. De dieren vormen een levende illustratie van dit verhaal. Een vaste groep zeehonden Ecomare staat bekend om de zeehonden. Al sinds begin jaren 50 worden er op Texel zeehonden opgevangen. Er is een vaste groep van 15 gewone en drie grijze zeehonden en er is een zeehonden opvang. Twee keer per dag wordt er een voerpresentatie bij de zeehonden gehouden. De dierverzorger vertelt dan niet alleen over de dieren die bij Ecomare verblijven, maar ook over hun leven in het wild. Door hun grote ronde ogen zijn zeehonden echte publiekslievelingen. Ecomare maakt dankbaar gebruik van deze aantrekkingskracht en beschouwt de zeehond als ambassadeur van de Wadden- en Noordzee. Via de zeehond ontdekken bezoekers hoe waardevol de ons omringende zeeën zijn. 18

Bruinvissen Bij Ecomare zijn twee bruinvissen te bekijken. Ze zijn allebei opgevangen geweest door Stichting SOS Dolfijn in Harderwijk en kunnen door uiteenlopende redenen niet meer uitgezet worden. Doordat bruinvissen hun hele leven in het water blijven, zijn ze vrij onbekend. Er leven veel meer bruinvissen in de Noordzee dan zeehonden, maar de meeste mensen hebben ze nog nooit gezien. Bij Ecomare zijn deze kleine walvissen zowel onder als boven water te bekijken. Tijdens de voerpresentaties die twee keer per dag worden gegeven, vertellen de dierverzorgers over de dieren en worden ze tegelijkertijd getraind. Stichting SOS Dolfijn in Harderwijk is het enige opvangcentrum voor bruinvissen en dolfijnen in Nederland. Wanneer er een levende bruinvis of dolfijn aanspoelt, wordt deze altijd zo snel mogelijk naar Harderwijk gebracht. De zeehondenopvang In de opvang van Ecomare worden een groot deel van het jaar jonge zeehonden verzorgd. In de winter zijn het grijze zeehonden, in de zomer gewone. Grijze zeehonden worden tussen november en januari geboren en hebben dan een pluizige witte vacht. Meestal komt er elk jaar wel zo n witte zeehond in de opvang. De geboortevacht verdwijnt binnen enkele weken. Gewone zeehonden werpen in juni-juli. De jongen van deze soort gaan meteen te water en hebben bij de geboorte al een korte vacht. Er komen drie categorieën zeehonden in de opvang terecht: Huilers, dieren die nog geen maand oud zijn en het contact met hun moeder zijn verloren. Jonge gespeende zeehonden die verzwakt en ondervoed aanspoelen Zieke en gewonde zeehonden 19

In samenspraak met de dierenarts krijgt elke opgevangen zeehond een eigen behandelplan. Jonge zeehondjes die nog moedermelk nodig hebben krijgen vervangende poedermelk, zieke dieren krijgen medicijnen. De zeehonden hebben in het begin van hun opvangperiode intensieve zorg nodig. Ze moeten met de hand gevoerd worden; de hele jonge dieren wel vijf keer per dag. Als ze heel licht en zwak zijn, kunnen ze zichzelf slecht warm houden. De eerste weken verblijven ze dan ook binnen, in kleine quarantaineverblijven met vloerverwarming. Als de zeehonden sterker en dikker worden, kunnen ze naar buiten. Eerst verhuizen ze naar kleine buitenbassins, later worden ze groepsgewijs gehuisvest in grotere bassins. Zo wordt de intensiteit van de zorg langzaam afgebouwd. Na enkele maanden wegen de dieren zo n 35 kg en worden ze weer vrijgelaten in zee. Het aantal zeehonden dat wordt opgevangen, is de laatste jaren enorm toegenomen. Voorheen werden bij Ecomare jaarlijks 30 tot 40 zeehonden opgevangen. De laatste jaren is dat gestegen naar 70 tot 80 dieren per jaar. Om een optimale zorg te garanderen zijn er afspraken gemaakt met de zeehondencrèche in Pieterburen en wordt er een maximale dag capaciteit gehanteerd. Wanneer het aantal op te vangen dieren de dag capaciteit overschrijdt, worden er zeehonden overgedragen aan Pieterburen. De vogelopvang De vogelopvang van Ecomare beperkt zich tot zeevogels. Andere vogels worden wel aangenomen, maar worden vervolgens zo snel mogelijk overgedragen aan Vogelopvang De Paddenstoel in Den Helder. De zeevogels die worden opgevangen zijn ondervoed, gewond, verstrikt in zwerfvuil of vervuild met olie. De olieslachtoffers zijn meestal zeekoeten en alken, maar soms ook een Jan-vangent of andere zeevogel. Ecomare maakt onderdeel uit van het landelijk netwerk van opvangcentra voor olieslachtoffers SON (Stichting 20

Olievogelopvang Nederland). Binnen SON worden kennis over en ervaringen met het wassen en verzorgen van olievogels gedeeld. De opvangcentra hanteren dezelfde protocollen en houden elkaar op de hoogte gehouden van de nieuwste inzichten op olievogelgebied. Een apart gedeelte van de vogelopvang is bestemd voor Jan van Genten. Ecomare heeft een permanente groep van zeven Jan van Genten, die niet meer vrijgelaten kunnen worden. Herstellende soortgenoten kunnen tijdelijk bij deze groep gevoegd worden. Dit is voor Jan van Genten heel prettig; het bevorderd hun welzijn en daarmee hun herstel. Omdat deze grote zeevogels veel ruimte nodig hebben, hebben ze een ruime vliegkooi met waterpartij en een kunstmatige rotswand tot hun beschikking. Het zeeaquarium Het zeeaquarium van Ecomare maakt onderdeel uit van het museum. In zes grote open aquaria leven tientallen soorten dieren die voorkomen in de Wadden- en Noordzee. Elk aquarium stelt een ander leefgebied voor en heeft andere bewoners. Zo zwemmen er palingen en diklipharders in de haven en kleine platvisjes in de Waddenzee. Boven de aquaria hangen skeletten en modellen van grote zeedieren als de witsnuitdolfijn, maanvis en dwergvinvis. Samen met de tentoonstellingselementen rond de aquaria geeft het een goed beeld van het veelzijdige leven in onze zee. Ecomare steunen Ecomare krijgt voor het opvangen van zeehonden geen subsidie. Dankzij de steun van zo n 8000 donateurs worden de kosten van de verzorging, huisvesting, dierenarts en voeding betaald. Veel van deze mensen steunen de opvang via de adoptie van een zeehond. Drie gewone en een grijze zeehond uit de vaste groep worden ter adoptie aangeboden en staan symbool voor alle zeehonden die bij Ecomare worden verzorgd. Wilt u de zeehondenopvang van Ecomare steunen? Dat kan door een gift te doen, 21

Vriend van Ecomare te worden (min. 15,- per jaar), een zeehond te adopteren (min. 48,- per jaar) of een bruinvis te adopteren (min. 60,- per jaar). Meer informatie vindt u op www.ecomare.nl of door een mailtje te sturen aan vrienden@ecomare.nl. Adresgegevens: Ecomare Ruijslaan 92 1796 AZ De Koog Info en contact: internet: www.ecomare.nl e-mail: vrienden@ecomare.nl e-mail: info@ecomare.nl telefoon: 0222-317741 22

Het Kinderhoekje Oplossing rebus: pagina 1 (Inhoud) 23

OPVALLEND IN 2013 Is het aantal kittens dat letterlijk als oud vuil aan de kant wordt gezet. Een oplettende buurtbewoner vond tijdens het wegbrengen van wat vuilnis in de container 4 kittens van 2-3 weken. Als oud vuil weggegooid bijna nog voor het leven is begonnen. Gelukkig, dankzij de goede zorgen van het gastgezin, de talloze flesjes kittenmelk is het met de kittens helemaal goed gekomen. Ze zijn met 8 weken in goede gezondheid geplaatst bij lieve baasjes. Waar moederpoes is gebleven is helaas niet bekend. Niet lang daarna was het weer raak: opnieuw bij een vuilniscontainer, alleen in een andere buurt stond een doos met 3 kittens. Mager, ziek en met grote honger, te sneu voor woorden. Gelukkig mankeerde er niets aan de levenslust van het stoere drietal. Na medische behandeling (antibiotica en oogzalf) en een poosje gezelligheid in een gastgezin helemaal klaar voor plaatsing. Inmiddels hebben ze allemaal een nieuw lief baasje gevonden. En ja hoor, opnieuw werden 3 kittens gevonden, deze keer langs de kant van de weg in Anna Paulowna. Het deurtje van het vervoersmandje stond open, 2 kleintjes waren bezorgd in het mandje blijven zitten, de 3 e was een eindje op pad gegaan maar kon gelukkig makkelijk gevonden worden. De kleintjes waren ongedeerd, alleen een beetje geschrokken en kwamen dankzij de oplettende vinder in opvang in het dierenasiel. Inmiddels heeft ook dit stel lieve baasjes gevonden, maar eigenlijk is het te gek voor woorden. Laten we hopen dat het geen trend gaat worden. Ter voorkoming van soortgelijke situaties gelden voor het afstand doen van kittens tot 3 maanden speciale tarieven. Geen enkel levend wezen verdient het om als oud vuil weggedaan te worden! Bianca Engels, bedrijfsleider 24

Dierenbescherming Noord-Holland Noord De Dierenbescherming is de grootste organisatie in Nederland die opkomt voor de belangen van dieren. Dieren kunnen op de professionele en toegewijde inzet van de mensen bij de Dierenbescherming rekenen. Het doel is een diervriendelijke maatschappij waarin mens en dier in harmonie met elkaar leven. De Dierenbescherming heeft zo n 20 regionale afdelingen. Den Helder valt onder de Dierenbescherming afdeling Noord-Holland Noord (NHN). Waar de dieren op kunnen rekenen Hulp geven aan dieren is een van de belangrijkste taken. Zo worden jaarlijks circa 1700 katten, 500 honden en 1000 knaagdieren uit de regio opgevangen in de vijf gelieerde opvangcentra van de Dierenbescherming NHN. Voor al deze dieren wordt vervolgens een nieuwe baas gezocht. De gelieerde opvangcentra zijn het Dierenopvangcentrum Schagen, Het Dierenopvangcentrum Waterland, het Dierentehuis Alkmaar, het Knaagdierencentrum Heiloo en het Kerbert Dierentehuis in IJmuiden. Naast hulp aan dieren is toezicht op dierenwelzijn een belangrijke taak. In samenwerking met de Dierenpolitie spelen de inspecteurs van de Dierenbescherming een belangrijke rol bij de inspectie van dierenleed. Vrijwilligers van de Dierenbescherming NHN helpen dieren die in de problemen zijn gekomen, of dreigen te komen. Dierenmishandeling en verwaarlozing kan bij de Dierenpolitie gemeld worden via het meldnummer 144. Ook wordt er veel aandacht besteed aan voorlichting en educatie. Want als je weet hoe je met een dier moet omgaan of beseft waaraan je begint als je een huisdier neemt, dan is er al een wereld gewonnen. De Dierenbescherming NHN geeft gastlessen op basisscholen, organiseert jaarlijks educatieve lezingen en ook middels voorlichtingscampagnes wil de Dierenbescherming NHN kennis en respect voor dieren bijbrengen. Minder zichtbaar, maar net zo urgent, is het lobbywerk. Door beleid mede vorm te geven en te beïnvloeden werkt de Dierenbescherming NHN hard aan verbetering van het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid. Dit heeft er onder andere in geresulteerd dat de gemeente Den Helder een wethouder Dierenwelzijn heeft aangesteld en een nota Dierenwelzijn heeft opgesteld. In de gehele regio Noord-Holland Noord heeft een derde van de gemeenten een 25

dierenwelzijnsbeleid vastgesteld en 18 van de 32 gemeenten hebben een portefeuillehouder Dierenwelzijn. Zonder overheidssubsidie Vaak wordt gevraagd hoe het werk van de Dierenbescherming NHN wordt gefinancierd. Het antwoord: in eerste instantie door de leden en donateurs! Daarbij is de collecte in de week rond Werelddierendag enorm belangrijk. Voor door de organisatie van de collecte zijn bijna 200 wijkhoofden nodig en lopen circa 3.000 collectanten deur aan deur. Nieuw is de knittencampagne van de Dierenbescherming NHN. Voor deze campagne hebben vrijwilligers bijna 7.000 knittens, wollen kittens, gebreid die vervolgens verkocht worden. Meer informatie hierover is te vinden op de speciale campagnewebsite knitten.nl Vrijwilligers Honden verzorgen, konijnenhokken verschonen, zwerfkatten vangen, collecteren, een regionale afdeling besturen, gastlessen geven op basisscholen het is allemaal het werk van vrijwilligers die zich belangeloos voor dieren inzetten. De Dierenbescherming is trots op al deze vrijwilligers; zonder hen zou het werk niet gedaan kunnen worden. Ook vrijwilliger worden? Kijk voor meer informatie op de website van de Dierenbescherming NHN Contact gegevens: Dierenbescherming Noord-Holland Noord Adres: Kwakelkade 2 C / 1823 CK Alkmaar Telefoon: 072-514 30 50 internet: www.dierenbeschermingnhn.nl Rekening: NL43RABO 0149 8264 51 Email: info@dierenbeschermingnhn.nl t.n.v. Dierenbescherming Noord-Holland Noord BIC:RABONL2U Het meest noordelijke werkgebied is Texel. De zuidelijke lijn loopt onder: IJmuiden, Zaanstad, Purmerend 26

Kuikenmoord op zondag Als er één vogel is met imago problemen dan is het wel de meeuw en dan maakt het niet uit welke soort, want ze doen allemaal hetzelfde en daar is niets positiefs aan. Ze schreeuwen, poepen je ramen vol, of je was als het tegenzit, en zijn er als de kippen bij als je wat andere leukere vogels wat te eten wilt geven. Het vervelend is dat het nog waar is ook, dus waarom dan toch een stukje over de meeuw en in het bijzonder de Zilvermeeuw en Kleine Mantelmeeuw. Als lid van de dierenambulance maakt het mij niet uit welke vogel ik kan redden ze zijn mij allemaal even veel waard, maar daarin ben ik een uitzondering ook bij de dierenambulance. Nu is het zo dat onbekend, maakt onbemind. Toen ik het stukje las over Kees Camphuysen met zijn meeuwen wilde ik het jullie niet onthouden. Nadat ik Kees gebeld had voor wat meer informatie begon hij enthousiast te vertellen. Toen ik zijn verhaal zo aanhoorde bemerkte ik een aantal parallellen tussen de mensenwereld en de meeuwenwereld; mannen en vrouwen doen in clubverband hun eigen ding, honkvast, sociaal, enzovoorts. Ik denk niet dat het stukje veel zal veranderen aan het imago van het dier, maar ik denk wel dat de wenkbrauwen iets minder gefronst zullen worden als zo n groep schreeuwend witte lijven zich op jouw net gegooide boterham stort die natuurlijk niet voor hen bedoeld was. Waarom worden meeuwenkuikens vooral op zondag vermoord? Hoe beïnvloedt de mens de grootte van meeuwenpopulaties? Kees Camphuysen Deze en vele andere vragen worden beantwoord in het proefschrift van Kees Camphuysen van het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee). Op dit onderzoek promoveerde Camphuysen op 21 juni 2013 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Al sinds 1973 doet Kees Camphuysen onderzoek aan zeevogels en sinds 2006 is Kleine Mantelmeeuw met datalogger dat toegespitst op meeuwen in de Texelse duinen. De Zilvermeeuw en de Kleine Mantelmeeuw hadden daar zijn speciale aandacht. Het aantal Zilvermeeuwen nam sinds de jaren zestig enorm in aantal toe, om vervolgens te stabiliseren en daarna sterk af te nemen. 27

Dit had alles te maken met de vuilnisstortplaatsen die toen toegankelijk waren voor de vogels. Later toen de stortplaatsen afgedekt werden liep de hoeveelheid Zilvermeeuwen dan ook meteen terug. De Kleine Mantelmeeuw heeft zich rond 1930 in Nederland gevestigd en werd pas later ineens veel talrijker en deze soort heeft de Zilvermeeuw tenslotte in aantal overvleugeld. Heeft de Kleine Mantelmeeuw de Zilvermeeuw verdrongen door de beste plekken in te pikken, Zilvermeeuwen met groene Camphuysen of won hij de concurrentie om voedsel? ring om de poot Of hebben de afname van Zilvermeeuwen en de toename van Kleine Mantelmeeuwen misschien niets met elkaar te maken? Uit het onderzoek van Camphuysen blijkt dat beide meeuwensoorten hebben geprofiteerd van een groter voedselaanbod dat door de mens is veroorzaakt. Zilvermeeuwen hebben het voedsel op vuilstortplaatsen weten aan te boren, terwijl vooral Kleine Mantelmeeuwen afkwamen op het visafval dat op zee overboord werd gezet. Nu de meeste vuilstortplaatsen afgedekt zijn en de vissersvloot krimpt, krijgen beide meeuwensoorten het moeilijker. Het lijkt erop dat de toe- en afname van beide soorten niet direct door elkaar beïnvloed wordt maar door verandering in het gedrag van de mens. Zondag Camphuysen ontdekte ook een merkwaardig ritme in de groei van de kuikens en tevens dat er in het weekend veel meer kannibalisme plaatsvond (meeuwenkuikens die door volwassen meeuwen werden dood gepikt en zelfs opgegeten), dan op andere dagen. Het bleek dat de meeuwen vooral tijdens de kuikenzorg sterk afhankelijk zijn van visafval dat overboord wordt gegooid vanaf vissersboten. In het weekend echter ligt de vissersvloot grotendeels in de haven en is er voor de kuikens veel minder te eten. Vooral in de tweede helft van Kleine Mantelmeeuw met datalogger op zijn rug de kuikenzorg (in juli, als de kuikens al flink zijn gegroeid), is er voor de hongerige kuikens ternauwernood voldoende voedsel te vinden en dan is dit wekelijkse ritme een groot probleem voor hen. De komende jaren zal de vissersvloot naar verwachting nog sterker gaan krimpen. Het probleem van voedseltekort, maar dan de hele week door en niet alleen in het weekend zoals nu, zal hierdoor verder toenemen. Europees beleid waardoor 28

bijvangst niet meer overboord gezet mag worden zal grote gevolgen hebben voor beide soorten meeuwen. Hoe zij daarop zullen reageren is moeilijk te voorspellen. Een sterke toename van meeuwen in het binnenland, op zoek naar alternatieve voedselbronnen, is één van de vermoedelijke effecten. Patatje in de Leidsestraat Camphuysen heeft ook meeuwen voorzien van een data-logger met daarin een GPS, om zo te kunnen zien waar ze zoal voedsel zoeken. Het bleek dat Kleine Mantelmeeuwen veel verder weg foerageerden dan Zilvermeeuwen. Kleine Mantelmeeuwen gingen ook vaker en verder de Noordzee op, achter vissersboten aan. Een Kleine Mantelmeeuw, die drie jongen had die niet goed groeiden, nam een noodsprong en vloog via Hoorn naar Amsterdam, om daar in de Leidsestraat Foerageertrip van een Kleine Mantelmeeuw rond te hangen. Wie weet heeft ze daar patat gegeten, of een broodje kebab. Vervolgens vloog ze naar de Noordzee om daar ver op zee nog achter een vissersboot aan te gaan. Toch alles bij elkaar een trip van een paar honderd kilometer, de dag er na waren haar jongen dan ook goed gegroeid. Een filmpje van vier minuten Meeuw doet een dagje Amsterdam over de mantelmeeuw en Kees Camphuysen is te vinden op: http://www.youtube.com/watch?v=qsoehoy_xcm Het artikel: De voedselkeuze van Kleine Mantelmeeuwen en Zilvermeeuwen en andere indicaties die aanwijzingen geven over het ruimtegebruik van deze vogelsoorten in de Noord-Hollandse Kustwateren is te vinden op: http://www.nioz.nl/files/afdelingen/bibliotheek/nioz%20rapporten/niozreport_2008-12.pdf Dierenambulance Het is opvallend dat we bij de dierenambulance bijna alleen te maken krijgen met Zilvermeeuwen, heel sporadisch halen we een andere soort op zoals een Mantelmeeuw. Door de komst van de vos in de jaren 80 hebben de broedplaatsen van de Zilvermeeuw zich verplaatst naar de daken van gebouwen en het eiland Texel, omdat Texel vos vrij is. Een meeuw blijft zijn voedselgebied echter trouw, dus de Zilvermeeuwen die naar Texel zijn uitgeweken gaan nog steeds naar Den Helder om voedsel te zoeken. 29

Daarnaast haalt elk individu zijn eten ook meestal op dezelfde plaats in de stad. Zo zal je rond een huizenblok ook meestal dezelfde meeuwen zien. Omdat de Zilvermeeuw zo honkvast is en meestal niet zo ver vliegt kom je in Den Helder voornamelijk Zilvermeeuwen tegen. De Kleine Mantelmeeuw die zijn kolonie ook op Texel heeft en vaak wat verder vliegt, slaat Den Helder over en zoekt zijn eten verder het land in en op zee (soms vliegen ze wel 300 km op een dag). Het gevolg hiervan zou moeten zijn dat de dierenambulance Hoorn net zoveel Zilver- als Mantelmeeuwen ophaalt. Meeuwen leren op een gegeven moment waar voedsel te vinden is, ze gaan dan ook niet verder zoeken maar blijven deze plek(ken) trouw en pas als deze niets meer opleveren wordt er verder gezocht. De meeuwen van Kees Camphuysen hebben laten zien dat er ook verschil is in de zoekplaats van voedsel tussen de mannetjes en de vrouwtjes meeuw. De beide geslachten zoeken niet op dezelfde plekken, ieder heeft zijn eigen gebied. Ook bleek uit onderzoek dat de kunstjes die meeuwen kunnen, zoals het trappelen op het gras om wormen omhoog te laten komen en het kloppen op daklichten om te bedelen om eten niet door alle vogels wordt gedaan. Een aantal van hen doet het en soms wordt het kunstje overgenomen door een ander. De grootste probleem bij de opgehaalde Zilvermeeuw door de dierenambulance zijn botbreuken en verhongering. Verhongering bij een vogel kun je voelen. Aan de beide zijkanten van het borstbeen (zie nummer 6 op de afbeelding) zijn de vliegspieren bevestigd (bij de kip uit de supermarkt zijn dat de kipfilets). Als bijna alleen een scherpe kam van het borstbeen te voelen is, zijn de overgebleven vliegspieren niet krachtig genoeg meer om het dier in de lucht te krijgen. Deze dieren moeten dan op krachten komen in het vogelasiel om weer wat spiermassa aan te maken. Soms is het dier zo sterk verhongering dat het dier niet eens meer zelfstandig kan eten, in dat geval wordt de vogel gedwangvoedert totdat het dat weer zelf kan. Als dit niet zou gebeuren zou het dier na één of twee dagen zijn overleden. Aan gebroken botten is meestal niets te doen. De botten van vogels zijn hol, hierdoor besparen ze gewicht en de holle botten worden ook gebruikt in hun ademhalingssysteem. Om de gewrichten heen lopen 30