Voor dit gedeelte van de tweede ronde heb je 75 minuten de tijd. Exitus fortunatus vobis sit!

Vergelijkbare documenten
Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Latijnse taal en cultuur

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Regel 678 nec pauper voluntas Met deze woorden wordt impliciet een tegenstelling uitgedrukt.

Latijnse taal en cultuur

Klassieke Olympiaden Latijn Brief van Penelope aan Odysseus annotaties

Examen VWO. Latijn Latijn. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

waarmee de dichter naar zijn eigen activiteit verwijst.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Klassieke Olympiaden Opgaven Latijn ronde 2

Examen VWO Grieks. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tevens oud programma Latijn. tijdvak 1 woensdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn Latijn. tijdvak 1 vrijdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

1p 1 Leg uit om welke reden Seneca dit zo stellig kan beweren. Baseer je antwoord op het voorafgaande (Hodierno t/m avocavit regel 1-2).

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Vraag Antwoord Scores

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn Latijn. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

Regel bacchatur t/m deum In deze regels wordt het optreden van Lucilius vergeleken met dat van een zieneres.

Examen VWO. Latijn. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur. Vragenboekje

Samenvatting Latijn Grammatica t/m les 19

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

DE BIJWOORDELIJKE BIJZIN Is een zin die de waarde heeft van een bijwoordelijke bepaling

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 donderdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Toelichting bij correctievoorschrift klassieke talen 2010

a. Leerlingen kiezen de brieftypen en talige verschijnselen uit lijsten

Het gebruik van de conjunctivus

Algemene opmerkingen:

Examen VWO. Grieks. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni uur. Vragenboekje

De taakverdeling tussen de lexicograaf en de syntacticus dare caveas lenonem

Overweging Bij de vergelijking van vrouwen gaat het om het gedrag van de vrouwen en niet om hun schoonheid.

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn

Examen VWO. Latijn. tevens oud programma Latijn. tijdvak 2 dinsdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Nalatenschap van de Romeinse filosofie: gedachten over de structuur van onze wereld

Leren van woorden Herhalen en consolideren van kennis van woorden uit leerjaar 1 en 2.

De ira, 3.36 (deel 3, blz. 39)

Deze tekst begint niet meteen met de lotgevallen van Romulus en Remus.

Algemene opmerkingen:

Examen VWO. Grieks. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

kdelen k te geven embleem Wat hebben ze nu weer gedaan wat maakt een huisstijl een schild dat de client beschermd

Documentnaam over twee regels, onderwerp rapportlayout over Rijksoverheid en we typen nog even door

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Inhoud. Jan Brams - Wendy Geerts - Kristien Hulstaert Eliane Lammens - Wim Moreau - Bram Roosen. geef meer dan les

Correctievoorschrift VWO 2015

HET VOORNAAMWOORD. 1. Persoonlijk voornaamwoord. a) Het persoonlijk voornaamwoord van de 1ste en 2de persoon. 1 persoon. 2 persoon

Examen VWO. Grieks. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Deel 3: Merkarchitectuur Werkwinkel. Netwerk jij mee?

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

Examen VWO. Grieks Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Antwoorden Nederlands Ontleding

Correctievoorschrift VWO 2019

VOORWOORD. René van Royen

Vraag Antwoord Scores

UvA-DARE (Digital Academic Repository) De taakverdeling tussen de lexicograaf en de syntacticus Pinkster, H.

Eindexamen Latijn vwo 2008-I

Instructies invullen Lesmodel TPRS

Extra opdrachten met het zinsbouwpakket. Bijlage bij het Basisboek syntaxis

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Grammaticablad Latijn

Opdrachten. Bijlage bij Lampas 48.3, 2015

Online cursus spelling en grammatica

Examen VWO. Grieks. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen Grieks vwo 2005-II

Correctieadvies VCN examen Latijn 2013

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 vrijdag 1 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tevens oud programma Grieks. tijdvak 1 maandag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury

De geslachtsregels van de a-, o-, u- en e-stammen, inclusief de uitzonderingen manus en domus. Van de medeklinkerstammen de regels:

Ik weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

De verbuiging/uitgangen van Iuppiter.

Gasten- of Toeristen informatiecentrum enquête

energieprestatiecertificaat

De imperativus... 2 De dativus... 2 Gebruik van de dativus... 2 De vocativus... 2 De Romeinse goden... 2 Tekst Tekst

Eindexamen Grieks vwo 2006-I

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Transcriptie:

Beste deelnemers aan de tweede ronde, Hieronder tref je een deel van het gelezen pensum aan. De 17 vragen over dit gedeelte vind je op de andere blaadjes. Deze mag je losscheuren van de tekst om het beantwoorden van de vragen te vergemakkelijken. Voor dit gedeelte van de tweede ronde heb je 75 minuten de tijd. Exitus fortunatus vobis sit! Diruta sunt aliis, uni mihi Pergama restant, incola captivo quae bove victor arat. Iam seges est ubi Troia fuit, resecandaque falce luxuriat Phrygio sanguine pinguis humus. 55 Semisepulta virum curvis feriuntur aratris ossa, ruinosas occulit herba domos. Victor abes, nec scire mihi, quae causa morandi, aut in quo lateas ferreus orbe, licet. Quisquis ad haec vertit peregrinam litora puppim, 60 ille mihi de te multa rogatus abit, quamque tibi reddat, si te modo viderit usquam, traditur huic digitis charta notata meis. Nos Pylon, antiqui Neleia Nestoris arva, misimus; incerta est fama remissa Pylo. 65 Misimus et Sparten; Sparte quoque nescia veri. Quas habitas terras aut ubi lentus abes? Utilius starent etiamnunc moenia Phoebi. Irascor votis, heu, levis ipsa meis! Scirem ubi pugnares, et tantum bella timerem, 70 et mea cum multis iuncta querela foret. Quid timeam, ignoro; timeo tamen omnia demens, et patet in curas area lata meas. Quaecumque aequor habet, quaecumque pericula tellus, tam longae causas suspicor esse morae. 75 Haec ego dum stulte metuo, quae vestra libido est, esse peregrino captus amore potes. Forsitan et narres, quam sit tibi rustica coniunx, quae tantum lanas non sinat esse rudes. fallar, et hoc crimen tenues vanescat in auras, 80 neve, revertendi liber, abesse velis. 1

2

1. Tegenover diruta (versregel 51) wordt in het vervolg de nadruk gelegd op de vruchtbaarheid van het Trojaanse grondgebied. Noteer uit het vervolg (tot en met versregel 56) een werkwoord en een bijvoeglijk naamwoord die de vruchtbaarheid van het Trojaanse land weergeven. (4 punten) 2. Noteer drie verschillende stilistische middelen die in versregel 51 voorkomen. Noteer de naam van dit stilistische middel en de desbetreffende woorden. (6 punten) 3. Versregel 51: aliis. Noteer twee namen van personen die tot de aliis gerekend kunnen worden. (4 punten) 4. Noteer de syntactische functie in de zin (bijvoorbeeld onderwerp, gezegde, bijwoordelijke bepaling) van de volgende woorden. (4 punten) a. versregel 52 quae b. versregel 53 seges c. versregel 55 curvis aratris d. versregel 62 huic 5. Versregels 57-58: Victor abes, nec scire mihi, quae causa morandi, aut in quo lateas ferreus orbe, licet. Martine Zuidweg vertaalt dit distichon als volgt: "Winnaar! Waar ben je? Waarom blijf je weg? Mag ik dat van je weten? In welke streek houd je je, man zonder hart, voor mij schuil?" a. Citeer het Latijnse tekstelement dat correspondeert met "man zonder hart" in de vertaling van Martine Zuidweg. (2 punten) b. De vertaalster heeft voor een grammaticale structuur gekozen die heel anders is dan die van het Latijnse origineel. Toon dit aan met drie verschillende voorbeelden. (6 punten) 6. Vertaal de versregels 59 t/m 64. (18 punten) 7. Zet alle vette woorden die in het enkelvoud staan om in het correcte (overeenkomstige) meervoud (versregel 60). (5 punten) Ille mihi de te multa rogatus abit 3

8. Leg uit waarom de coniunctivus is gebruikt. (4 punten) a. versregel 58 lateas b. versregel 67 starent c. versregel 77 sit d. versregel 78 sinat 9. In het Nederlands zijn veel woorden aan het Latijn ontleend. Zoek vijf Latijnse woorden uit deze tekst die voortleven in een nu nog gebruikt Nederlands woord. Beantwoord deze vraag door het citeren van het betreffende Latijnse woord en het noteren van het afgeleide Nederlandse woord. N.B.: namen worden niet goed gerekend! (5 punten) 10. Versregel 67: wat wordt bedoeld met de moenia Phoebi? (2 punten) 11. Versregels 71/72: a. Waarom noemt Penelope zichzelf demens? (2 punten) b. Wat wordt bedoeld met et patet in curas lata area meas? (2 punten) 12. versregel 75: haec. a. Waarnaar verwijst haec? Geef antwoord in het Nederlands. (2 punten) b. Waar is Penelope ook nog bang voor? Geef antwoord in het Nederlands. (2 punten) 13. Versregel 74: a. Scandeer deze versregel (3 punten) b. Leg uit dat Ovidius het metrum met de inhoud heeft laten corresponderen. (2 punten) 14. In versregel 77 wordt narres gevolgd door een afhankelijke vraag. Herschrijf deze vraag in een AcI waarbij je quam vervangt door tam. (3 punten) 4

15. De volgende versregels komen uit een ander deel van de teksten die je hebt gelezen. Maar 'help!': de Inktvraat van het Kindermuseum heeft toegeslagen! Drie woorden zijn beschadigd! Welke namen moeten op welke plaats worden ingevuld? "Hac ibat Simois, haec est Sigeia tellus, hic steterat wwww regia celsa senis. 35 Illic Aeacides, illic tendebat xxxx; hic lacer admissos terruit yyyy equos." Je kunt voor elk antwoord kiezen uit de onderstaande vier namen. Daarbij maak je ook telkens de keuze of je gezien het Latijn een nominativus of een genitivus nodig hebt: (6 punten) Hector/Hectoris Paris/Paridis Priamus/Priami Ulixes/Ulixis 16. In andere delen van deze brief noemt Penelope o.a. Paris, Patroclus, Icarius en Telemachus. Beschrijf in maximaal twee zinnen per persoon waarom Penelope de betreffende persoon noemt. (4 punten) 17. Zie bovenstaande afbeelding, middelste plaatje: a. Klopt Penelope's bewering in het bovenste ballonnetje? (2 punten) b. Klopt Penelope's bewering in het onderste ballonnetje? (2 punten) Einde deel 1 5