3 Wordt bij de ontwikkeling van duurzame stallen extra aandacht besteed aan de fijn stof problematiek?

Vergelijkbare documenten
*PDOC01/249535* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

2. Deelt dit college de mening van de PVV dat sommige varkenstallen en mestopslagen goed herbestemd kunnen worden? Zo nee, waarom niet?

Terugdringen van ammoniak uitstoot door innovatieve Voeren managementmaatregelen in de veehouderij

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Minder ammoniak door innovatief voer en management

Aanpak fijn stof bij veehouderijen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 november 2009 Betreft MZI-beleid. Geachte Voorzitter,

Subsidies in de regio

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Programmatische Aanpak Stikstof: PAS

Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP3 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Drenthe 2019

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Flexibele subsidies 2018: Thema - Positieve Gezondheid

Flexibele subsidies 2018: Thema - Weerbaar opvoeden en competenties versterken

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Flexibele subsidies 2018: Thema - Samen voor de Stad

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap

Onderstaand vindt u de antwoorden op de vragen van de leden Cegerek en Albert de Vries.

Mkb Innovatiestimulering Topsectoren (TKI mkb-versterking en Mkb innovatiestimulering Topsectoren) - Subsidieregeling sterktes in innovatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

3 Q NOV /48/A.20, LGW Galen Last L.J. van (050)

BELEIDSREGEL DUURZAME STRUCTUURVERSTERKING LAND- EN TUINBOUW (VOLLEDIGE KETEN)

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Bijeenkomst VNG. Frank van de Ven & Jan Hartholt Netwerk Platteland

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 19 februari 2018 Betreft Stand van zaken Regio Envelop

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 juli 2018 Betreft Monitor betaaltermijnen Overheid 2017

Plantaardige eiwitten op het bord. Openingsdatum: 26 januari 2017 Sluitingsdatum: 1 mei Budget : ,- (fase 1) en

Fondsreglement Fonds Delft 2040

Datum 29 januari 2010 Betreft Aanbieding antwoorden op Kamervragen V009Z25420 t/m V009Z25432

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2015 en 2016

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Datum 30 mei 2011 Betreft Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: inzet artikel 68 in 2011, 2012 en 2013

Kenmerk: DH/KdG Bleiswijk, 15 juni 2009

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten (Tussensegmenten) 2009 t/m 2011

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2010 Betreft Stand van zaken Q-koorts

Huishoudelijke Hulp Toelage in Leeuwarden: de Himmelsjek

Werken aan duurzame landbouw en een aantrekkelijk platteland. Frits van der Schans

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

Datum 24 april 2019 Beantwoording Kamervragen GroenLinks over het bericht in het FD over verdozing van het landschap

Kiplekker Topklimaat

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland (verder: Natuurpact), geven ons

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

..^i-fie EERSTE WAfe < IR , TyU ^ 0 9 JUL 2010 DATUM V J U L KOPIE

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Nota van Antwoord Kabinetsstandpunt Verlengen Nationaal Samenwerkingsprogramma

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het bericht dat het pgb-systeem van de SVB failliet is. (2015Z25247).

Wie kan subsidie aanvragen? Iedere rechtspersoon of natuurlijke persoon kan LEF subsidie aanvragen, mits ingeschreven in de Kamer van Koophandel.

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2017 en 2018

GS brief aan Provinciale Staten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Investeren in het waddengebied is de moeite meer dan waard!

Duurzame Dierlijke Agroketens

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Postbus EA..DEN HAAG

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 16 juni 2009 Nummer voorstel: 2009/81

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EK Den Haag Directoraat-generaal Agro

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

h.ebels(&gemeentelangediik.ni en (in cc.) s.appeiman(d~c~emeenteiangediik.nl

Fonds Impuls Bedrijventerreinen. Tussenevaluatie februari

Flexibele subsidies 2018: Thema - Diversiteit en integratie

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport.

Fijnstof nieuws mag wel naar buiten! #fijnstofevent

Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten

Ruimtelijke impact fijn stof bij veehouderijen

Financieringsvoorwaarden ondersteuning regionale allianties

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Tenders Flexibele subsidies 2015: Nieuwe Vrijwilligersorganisaties

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Provinciale Staten van Noord-Holland

Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 4, kan ten vroegste ingaan vanaf 1 april 2019 en kan uiterlijk lopen tot en met 31 maart 2021.

Datum : 6 september 2005 Nummer PS : PS2005IME06 Dienst/sector : MEC/DER Commissie : IME

Datum 27 april 2012 Betreft Beantwoording schriftelijke vragen met kenmerk 2012Z05314

Nadere regels stimuleringsfonds voor circulaire bedrijvigheid Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 oktober 2011) Nummer 2567

Subsidie. Bijlage 1. De definities van de categorieën zijn als volgt:

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.minlnv.nl Uw referentie 31700XIV-149 Betreft Feitelijke vragen Stimuleringsmaatregelen LNV Bijlagen Geachte Voorzitter, Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de stimuleringsmaatregelen van LNV. 1 Kan worden uiteengezet hoe de 20 miljoen is verdeeld over de posten ontwikkeling en investering in duurzame stallen? Ja, er gaat 1 miljoen naar de SBIR (Small Business Innovation Research programma) voor de ontwikkeling van duurzame stallen en 19 miljoen gaat naar de investering in Duurzame stallen. 2 Wordt bij de ontwikkeling van duurzame stallen ook aandacht besteed aan sectoren die nu nog niet onder de Maatlat duurzame veehouderij vallen? Ja. Volgens de huidige planning van de onderzoeksprogrammering zal vanaf 2010 gewerkt gaan worden aan herontwerptrajecten voor de sectoren waarvoor nog geen Maatlat duurzame veehouderij is ontwikkeld. 3 Wordt bij de ontwikkeling van duurzame stallen extra aandacht besteed aan de fijn stof problematiek? Ja, fijn stof is één van de randvoorwaarden in de herontwerptrajecten voor nieuwe integraal duurzame stallen en houderijsystemen. 4 Kan een inschatting worden gegeven hoeveel extra werkgelegenheid deze maatregelen opleveren in de bouwsector, en in het verlengde hiervan, in hoeverre aandacht besteed wordt aan de doorlooptijd van vergunningen? Pagina 1 van 7

De duurzame stallen worden vooral door Nederlandse bouw- en installatiebedrijven gebouwd. De extra investeringen in duurzame stallen komen dan ook vooral ten goede aan Nederlandse bedrijven. Exacte cijfers hiervoor zijn niet te geven. Het verstrekken van vergunningen is een verantwoordelijkheid van gemeenten en provincies. Zij zijn zich terdege bewust van de financiële crisis en de noodzaak om het verlenen van subsidies te bespoedigen. 5 Gaat het bij het onderdeel duurzame stallen om nieuw te bouwen stallen of om aanpassingen aan bestaande, en worden bij de maatschappelijke randvoorwaarden ook de locatie en omgeving van bestaande dan wel nieuw te bouwen stallen betrokken, zoals de nabijheid van kwetsbare Natura 2000-gebieden? In de meeste gevallen zal het gaan om nieuw te bouwen stallen, maar aanpassingen van bestaande stallen worden niet uitgesloten als aan de voorwaarden van de investeringsregeling integraal duurzame stallen kan worden voldaan. Locatie en omgevingsgebonden factoren spelen geen directe rol bij het type integraal duurzame stal dat gebouwd wordt. Deze factoren spelen natuurlijk wel een rol bij de vergunningverlening, waaronder de Natuurbeschermingswet 1998. 6 Wat is de samenhang tussen de eerste maatregel betreffende duurzame stallen en de tweede maatregel betreffende luchtwassers? Duurzame stallen betreffen het gehele stal- en houderijsysteem, waarbij een integrale aanpak van dierenwelzijn, milieu, diergezondheid, arbeidsomstandigheden en economie wordt nagestreefd. Luchtwassers zijn primair gericht op het verminderen van de emissies naar het milieu en kunnen onderdeel uitmaken van een integraal stal- en houderijsysteem. 7 Wat is de definitie van het begrip nabijheid, en is de nabijheid van Natura 2000- gebieden daarvoor een afstandsnorm? In de module gecombineerde luchtwassystemen van de Regeling LNV subsidies is het begrip nabijheid als volgt gedefinieerd. De landbouwonderneming is ten hoogste 1000 meter verwijderd van een Natura 2000-gebied, waarvan de kritische depositiewaarde kleiner is dan 2.400 mol N per hectare per jaar. 8 Kan de minister uiteenzetten langs welke randvoorwaarden de duurzaamheid ingevuld kan worden, en hoe denkt zij maatschappelijke randvoorwaarden en wettelijke eisen en welzijnsnormen te toetsen? De maatschappelijke randvoorwaarden en wettelijke eisen, zoals die in de Investeringsregeling integraal duurzame stallen op dit moment worden gehanteerd, hebben betrekking op dierwelzijn, milieu, diergezondheid, arbeidsomstandigheden en economische haalbaarheid. Pagina 2 van 7

Naast een extra verbetering van dierenwelzijn ten opzichte van de huidige wettelijke normen, moeten de stallen tenminste voldoen aan de randvoorwaarden en wettelijke eisen voor milieu, diergezondheid en arbeidsomstandigheden. De subsidieaanvragen worden via een tendersysteem ingediend en per criterium door een deskundigencommissie beoordeeld door het toekennen van scores. Per criterium zijn verschillende wegingsfactoren vastgesteld. Dierwelzijn weegt bij de beoordeling zwaarder mee dan de andere criteria. Na de individuele beoordeling van de ingediende aanvragen, worden de projecten gerangschikt naar kwaliteit, waarbij de beste projecten (met de hoogste score) bovenaan de lijst komen en het eerst voor subsidie in aanmerking komen. 9 Indien er daadwerkelijk getoetst gaat worden op deze bedrijven, kan de minister bevestigen dat deze kosten niet verhaald zullen worden uit de enveloppe voor de duurzame agrarische sector, met andere woorden dat de beschikbare 30 miljoen uitsluitend ten behoeve zal komen aan de agrarische ondernemers die duurzame aanpassingen op hun bedrijf willen maken? Aanvullende toetsing wordt zoveel mogelijk gefinancierd uit bestaande budgetten voor de AID. Indien blijkt dat deze budgetten niet toereikend zijn, zal de extra toetsing uit de enveloppe voor de duurzame agrarische sector moeten worden gefinancierd. 10 Waaruit blijkt dat de ontwikkeling van luchtwassers voor de pluimveehouderij prioriteit heeft binnen het beleid, en hoeveel middelen zijn hiervoor in totaal beschikbaar? In mijn brief van 10 juni jl. met daarin de antwoorden op de schriftelijke vragen over het jaarverslag van LNV voor het jaar 2008 heb ik u hierover geïnformeerd. Het betreft het antwoord op vraag 21. 11 Worden de doelstellingen zoals verwoord in de NEC (National Emission Ceiling) en de Europese richtlijn luchtkwaliteit met het huidige ingezette beleid al bereikt, en leiden deze nieuwe middelen tot versnelling en/of extra emissiereductie? Minister Cramer heeft u tijdens het Algemeen Overleg over ammoniak van 22 januari jl. geïnformeerd (Kamerstukken II, 2008-2009, 30 654, nr. 74), dat Nederland met het nu ingezette ammoniakbeleid net aan het NEC-plafond voor het jaar 2010 zal kunnen voldoen. Dit met inbegrip van het aangekondigde Actieplan Ammoniak. Deze extra middelen ondersteunen het realiseren van het NEC-plafond voor ammoniak. Om te voldoen aan de Richtlijn luchtkwaliteit is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit opgesteld. Dit programma richt zich op het oplossen van de zogenaamde knelpunten. Deze extra middelen leveren daar slechts een beperkte bijdrage aan. De meeste knelpunten voor fijn stof in de landbouw betreffen pluimveehouderijbedrijven. Deze extra middelen leveren echter wel een bijdrage aan het verlagen van de achtergrondconcentratie voor fijn stof. Pagina 3 van 7

12 Hoeveel bedrijven die gecombineerde luchtwassers leveren en installeren zitten in Nederland, wat is de huidige werkgelegenheid bij deze bedrijven, en hoeveel werkopdrachten hebben deze bedrijven op dit moment? Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen de productie en de plaatsing van gecombineerde luchtwassers in Nederland. Er zijn op dit moment vier producenten van gecombineerde luchtwassers, waarvan er één in Duitsland zit. De gecombineerde luchtwassers zullen op de veehouderijen geplaatst worden door lokale aannemers, installateurs e.d. Ik heb geen inzicht in de exacte effecten van deze extra middelen op de werkgelegenheid en op de hoeveelheid werkopdrachten bij de verschillende bedrijven. De kosten voor plaatsing van gecombineerde luchtwassers worden voor maximaal 35% gesubsidieerd. De extra investering bedraagt daarom ongeveer het drievoudige van de 20 miljoen euro die aanvullend beschikbaar is gesteld voor het stimuleren van de plaatsing van gecombineerde luchtwassers. 13 Richt het SBIR (Small Business Innovation and Research Programma) zich alleen op agrologistiek en biobased economy, wat zijn de randvoorwaarden voor deelname en kunnen bedrijven zich aanmelden die al ervaringen hebben met dergelijke activiteiten? Het SBIR richt zich niet alleen op biobased economy en agrologistiek. Vanuit het ministerie van LNV zijn ook SBIR-tenders gestart voor de thema's Biodiversiteit en Vervangers van dierlijke eiwitten. De nieuwe SBIR-tender in het kader van de stimuleringsmaatregelen van LNV richt zich specifiek op biobased economy en agrologistiek. SBIR kan in principe worden ingezet op elk maatschappelijk probleem, dat een oplossing vraagt via innovatieve producten en diensten. De SBIR wordt uitgevoerd volgens de regels van de Europese aanbesteding. Elk bedrijf kan meedoen, ook zij die eerder ervaring met het betreffende thema hadden. Per tender worden specifieke criteria ontwikkeld waarop de ingediende projecten worden beoordeeld door een onafhankelijke commissie. De beste projecten kunnen vervolgens in aanmerking komen voor financiering. 14 Hoe wordt gemonitord of extra inzet op SBIR daadwerkelijk leidt tot een impuls aan economische structuurversterking en aan nieuwe werkgelegenheid en duurzaamheidsvoordelen, en wat is vernieuwde werkgelegenheid? SenterNovem monitort alle SBIR-tenders die SenterNovem uitvoert voor de rijksoverheid. De financiële bijdrage van de overheid stopt na de R&D-fase. Het is de verantwoordelijkheid van het bedrijf zelf om het product in de markt te zetten. Resultaten uit de Verenigde Staten, waar men al 25 jaar ervaring met SBIR heeft, laten zien dat er positieve effecten zijn op de economische groei en werkgelegenheid die ontstaan na de R&D-fase. Pagina 4 van 7

Vernieuwende werkgelegenheid heeft in dit geval betrekking op werkgelegenheid op het terrein van R&D, de productie van innovatieve producten en het creëren van nieuwe diensten. 15 Welke inspanningen op de verwijdering van verspreid liggend glas zijn er al ondernomen en in hoeverre is de genoemde extra bijdrage aanvullend/ vernieuwend? Op dit moment bereiden mijn collega Cramer en ik een Kamerbrief voor waarin onze aanpak voor verspreid liggend glas wordt toegelicht. Tijdens de voorbereiding van deze brief is met IPO, VNG, landbouwbedrijfsleven en SNM een analyse gemaakt van het areaal verspreid glas. Tevens is een inventarisatie gemaakt van de knelpunten en oplossingsrichtingen om verspreid glas op te ruimen of te verplaatsen. Deze brief is de invulling van het beleidsvoornemen uit Agenda Landschap/Mooi Nederland en bouwt voort op het beleid van de beleidsbrief Nadere uitwerking ruimtelijk beleid voor glastuinbouw van 13 september 2005. Na deze beleidsbrief hebben de provincies in hun ruimtelijk beleid vastgelegd waar de glastuinbouw zich kan ontwikkelen (de bundelingslocaties). Glas buiten deze gebieden wordt verspreid glas genoemd. De extra bijdrage die nu beschikbaar is gekomen, dient nadrukkelijk als cofinanciering voor middelen van de provincie en gemeenten, zodat versneld sanering van verspreid liggend glas tot stand komt. Met deze middelen wordt versterking van de ruimtelijke structuur voor de glastuinbouw versneld gerealiseerd. 16 Wat is de huidige werkgelegenheid bij deze opruimende bedrijven, en hoeveel werkopdrachten hebben deze bedrijven op dit moment? Op dit moment hebben de kassensloopbedrijven (die tegelijk kassenbouwbedrijven zijn) het moeilijk. Exacte cijfers over werkgelegenheid en werkopdrachten zijn niet te geven. Sloop van kassen vormt voor deze bedrijven werk dat op korte termijn kan beginnen, omdat de plannen al klaar liggen. Maar het gaat ook om de spin-off op de korte en langere termijn. Dit betreft de bouw van nieuwe en/of verplaatsing van bestaande kassen naar elders. Daarnaast worden op de vrijkomende percelen nieuwe economische activiteiten ontwikkeld, zoals recreatieve voorzieningen, voorzieningen op het gebied van de vrijetijdsindustrie en initiatieven op het gebied van zorg. Ook kunnen de bestaande bedrijfswoningen benut worden voor kleinschalige bedrijvigheid, bijvoorbeeld op het terrein van de zakelijke dienstverlening. 17 Wat is de relatie van het programma opruimen verspreid glas, wat een gevolg is van bestaand beleid, met dit stimuleringspakket voor duurzame en innovatie economie? Pagina 5 van 7

Het ruimtelijk beleid voor glas is gericht op gebundelde ontwikkeling. Op deze bundelingslocaties hebben de bedrijven ruimte om verder te groeien, kansen om gezamenlijk te werken aan energie-efficiency (WKK, warmte opslag, etc), afzet en logistiek en landschappelijke inpassing. Met de middelen van het stimuleringspakket wordt versterking van de ruimtelijke structuur voor de glastuinbouw versneld gerealiseerd. Middels sanering van verspreid liggend glas wordt er ruimte gemaakt voor investeringen in de bundelinglocaties. 18 Klopt het dat van de beschikbare 50 miljoen voor het onderdeel exportkredietverzekering geen budget meer over is na de verdeling van de eerdere vijf benoemd maatregelen in de brief? Waarom is deze maatregel dan toch opgevoerd? Ja, dit klopt. Het onderwerp exportkredietverzekering is in de brief opgenomen om aan te geven dat de overheid aandacht heeft voor de knelpunten op dit vlak. 19 In hoeverre heeft de minister de ammoniakregelgeving in een breder perspectief dan alleen dat van de kritische depositiewaarde in Europa besproken en indien u dat heeft gedaan, wat is uw huidige houding ten aanzien van het NEC-plafond, en kan deze visie van invloed zijn op de plaatsing van gecombineerde luchtwassers? Ik informeer uw Kamer hierover in de rek- en ruimtebrief die ik u voor 1 juli a.s. heb toegezegd. Overigens als reeds eerder aangegeven, is de inzet van dit kabinet gericht op een dalende lijn van de depositie van stikstof. 20 Hoe structureel zullen de SBIR-investeringen zijn en hoe groot is de wenselijkheid om subsidiestromen tussen twee ministeries (Economische en LNV) te vermengen? De SBIR-tender betreft een tijdelijke maatregel. Dit is in lijn met de tijdelijkheid van het merendeel van de stimuleringsmaatregelen in het kader van het aanvullend beleidsakkoord Werken aan Toekomst. Er is geen sprake van vermenging van subsidiestromen tussen EZ en LNV, omdat dit programma geheel uit de LNV-begroting wordt gefinancierd. 21 Is het niet beter om bedrijven die met onderzoek en de productie van algen bezig zijn zich verder te laten ontplooien, dan weer een nieuw onderzoekscentrum in het leven te roepen, en kunnen andere Nederlandse universiteiten in deze kwestie ook geen rol spelen? Voor bedrijven actief op het gebied van algen, zijn al andere stimuleringsmaatregelen voor innovaties in de biobased economy voorhanden. Te denken valt aan de twee afgelopen SBIR-tenders en de nog uit te werken nieuwe tender biobased economy, en ook generieke regelingen op het gebied van innovatie, zoals de Unieke Kansen Regeling en de Milieu en Technologie regeling. Pagina 6 van 7

Het onderzoekscentrum heeft juist tot doel om objectieve, wetenschappelijke kennis te ontwikkelen op basis waarvan bedrijven onderbouwde keuzes kunnen maken voor grootschalige investeringen in een bepaald kweeksysteem. 22 Wat is de stand van zaken van de exportkredietverzekeringen? 23 Op welke termijn kunnen de knelpunten met betrekking tot exportkredietbeperkingen in kaart gebracht worden? Eerder dit jaar bent u per brief d.d. 16 januari (Kamerstuk 2008-2009, 31371, nr. 88) geïnformeerd over enkele uitbreidingen van de exportkredietverzekeringsfaciliteit. De afgelopen maanden heeft het ministerie van Financiën, met betrokkenheid van EZ en LNV, overlegd met exporteurs, brancheorganisaties en verzekeraars. Er is geïnventariseerd wat de knelpunten zijn ten aanzien van exportkredietverzekeringen en hoe deze knelpunten met specifieke maatregelen zo adequaat mogelijk kunnen worden verholpen. Momenteel zit het overleg met deze partijen in de afrondende fase. Binnen enkele weken zal de minister van Financiën u informeren over aanvullende maatregelen op het terrein van de exportkredietverzekering. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, G. Verburg Pagina 7 van 7