Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen, gelieve contact op te nemen met uw RVA-kantoor. De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site : www.rva.be Infoblad werkgevers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden preliminaire voorwaarden Opmerking voor ondernemingen die reeds gebruik gemaakt hebben van de regeling crisis-schorsing-bedienden Vanaf 01.01.2012 treedt een nieuwe regeling van schorsing van de arbeidsovereenkomst voor bedienden in werking. Deze regeling treedt in de plaats van de regeling van de crisisschorsing bedienden die afloopt op 31.12.2011, en herneemt in grote lijnen de regeling van de crisisschorsing-bedienden. Aangezien het om een nieuwe maatregel gaat, moet de onderneming die reeds gebruikt gemaakt heeft van de regeling crisis-schorsing bedienden, opnieuw aantonen dat zij aan de preliminaire voorwaarden voldoet (via een nieuw formulier C106A). De onderneming moet onder meer aantonen dat er een nieuwe sectorale of ondernemings-cao s werd afgesloten of een nieuw ondernemingsplan werd erkend, gebaseerd op de nieuwe wetgeving. Vervolgens moet de onderneming een nieuwe kennisgeving betreffende de schorsing overmaken aan de bediende en een nieuwe elektronische mededeling overmaken aan de RVA. De bediende die in 2011 reeds een crisis-schorsing-bedienden kende, moet geen nieuwe uitkeringsaanvraag indienen (behoudens in geval van verandering van werkgever of van arbeidsregeling). Inleiding De schorsing van de arbeidsovereenkomst voor bedienden ingevolge werkgebrek is voorzien in de artikelen 77/1 tot 77/7 van de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en geldt vanaf 01.01.2012 De schorsing bedienden ingevolge werkgebrek mag slechts toegepast worden indien de onderneming voldoet aan preliminaire voorwaarden. Dit moet blijken uit een formulier C106A (zie www.rva.be > formulieren) dat wordt overgemaakt aan de RVA minstens 14 dagen voor de eerste elektronische mededeling schorsing bedienden ingevolge werkgebrek". Dit formulier wordt per aangetekend schrijven verstuurd naar de dienst tijdelijke werkloosheid van het werkloosheidsbureau van de RVA bevoegd voor de maatschappelijke zetel van de onderneming of voor de technische bedrijfseenheid (zie www.rva.be > de RVA > RVA-kantoren). De onderneming die een formulier C106A heeft overgemaakt aan de RVA ontvangt in principe binnen de twee weken na de verzending: een positief antwoord indien de voorwaarden zijn vervuld, een negatief antwoord indien dit niet het geval is. Ten vroegste 14 dagen na de verzending van het formulier C106A waaruit blijkt dat de onderneming aan de voorwaarden voldoet, kan de werkgever gebruik maken van de regeling schorsing bedienden ingevolge werkgebrek. Voor meer inlichtingen lees het infoblad nr. E55 schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden uitleg over de schorsingsregeling. Dit infoblad kunt u krijgen bij het werkloosheidsbureau van de RVA of downloaden via www.rva.be > documentatie > infobladen. bijgewerkt op 13.12.2011 E 54 - p. 1
Welke ondernemingen kunnen gebruik maken van de schorsing bedienden ingevolge werkgebrek? De onderneming moet cumulatief aan de volgende preliminaire voorwaarden voldoen: de onderneming valt onder het toepassingsgebied van de wet van 05.12.1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Het betreft dus voornamelijk ondernemingen uit de privé-sector; het gebruik van deze crisismaatregel is voorzien in een sectorale CAO, een ondernemings- CAO of een goedgekeurd ondernemingsplan (zie verder). Het toepasselijke kader wordt vermeld in rubriek II van het formulier C106A; de onderneming is in moeilijkheden ingevolge een daling van minimum 10% van de omzet (volgens de BTW-aangifte), de productie of de bestellingen of ingevolge een graad van tijdelijke werkloosheid van minstens 10% (zie verder). Meer uitleg omtrent de sectorale CAO, de bedrijfs-cao of het ondernemingsplan Algemene uitleg Het gebruik van de schorsing bedienden ingevolge werkgebrek moet voorzien zijn in een sectorale CAO, een ondernemings-cao of een goedgekeurd ondernemingsplan. De onderneming moet dus gebonden zijn door : een CAO gesloten in het bevoegde paritaire comité voor ondernemingen met een syndicale delegatie die niet vallen onder een sectorale CAO: een bedrijfs-cao of een ondernemingsplan. Indien binnen de twee weken na het opstarten van de onderhandelingen voor het sluiten van een bedrijfs-cao geen resultaten worden bereikt, kan de werkgever de schorsing bedienden ingevolge werkgebrek toch nog toepassen voor zover hij een ondernemingsplan opstelt dat het gebruik van deze maatregel voorziet en dat goedgekeurd werd (zie verder); voor ondernemingen zonder syndicale delegatie die niet vallen onder een sectorale CAO: een CAO of een ondernemingsplan opgesteld door de werkgever, dat het gebruik van de schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voorziet en dat goedgekeurd werd (zie verder). De CAO s en ondernemingsplannen moeten neergelegd worden ter griffie van de Directie collectieve arbeidsbetrekkingen van de Federale overheidsdienst Werk, Arbeid en sociaal overleg, Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel. Voor meer uitleg omtrent de opstelling en neerlegging van deze CAO's en ondernemingsplannen: zie www.werk.belgie.be. Procedure voor het goedkeuren van een ondernemingsplan Het ondernemingsplan moet door de onderneming samen met een gemotiveerde aanvraag bij aangetekend schrijven overgemaakt worden aan de Directeur-generaal van de dienst Collectieve arbeidsbetrekkingen van de Federale overheidsdienst Werk, Arbeid en sociaal overleg, Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel, die het ondernemingsplan ter beslissing voorlegt aan de Commissie. De Commissie neemt binnen de 2 weken een beslissing op basis van volgende criteria: is de onderneming in moeilijkheden? voldoet het ondernemingsplan aan alle wettelijke bepalingen; leidt de toepassing van het ondernemingsplan tot het vermijden van ontslagen. De gemotiveerde beslissing wordt overgemaakt aan de onderneming. Voor meer uitleg omtrent de goedkeuring van de ondernemingsplannen: zie www.werk.belgie.be. Inhoud van de CAO en het ondernemingsplan? De CAO of het ondernemingplan moet volgende vermeldingen bevatten: de vermelding dat ze gesloten is in uitvoering van Hoofdstuk II/1 (Regeling van schorsing van uitvoering van de overeenkomst en regeling van gedeeltelijke arbeid) van de wet van 03 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten); bijgewerkt op 13.12.2011 E 54 - p. 2
maatregelen tot het maximaal behoud van de tewerkstelling; het bedrag van het supplement dat de werkgever betaalt boven op de werkloosheidsuitkering (zie verder); de maximale duurtijd van de volledige schorsing of van de regeling van gedeeltelijke arbeid per kalenderjaar (ten hoogste 16 weken volledige schorsing of 26 weken gedeeltelijke arbeid). Deze CAO s of ondernemingsplannen kunnen geen supplementaire voorwaarden of modaliteiten opleggen die door de RVA moeten worden gecontroleerd of die een invloed kunnen hebben op de vergoedbaarheid. Verlenging van de ondernemingsplannen na 31.12.2011? De ondernemingsplannen die goedgekeurd werden in het kader van de regeling van crisisschorsing bedienden, kunnen niet verlengd worden voor de toepassing van de nieuwe regeling schorsing bedienden ingevolge werkgebrek. De onderneming moet een nieuw ondernemingsplan opstellen en ter goedkeuring voorleggen. Bedrag van het supplement ten laste van de onderneming? De werkgever moet voor elke werkloosheidsdag ingevolge schorsing bedienden ingevolge werkgebrek een supplement betalen ter aanvulling van de werkloosheidsuitkering. Het bedrag van dit supplement wordt vastgesteld door een CAO of door het goedgekeurd ondernemingsplan. Het moet minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement toegekend aan arbeiders die bij dezelfde werkgever tijdelijk werkloos zijn ingevolge werkgebrek; het supplement voorzien bij CAO gesloten in het paritair orgaan waaronder de werkgever zou ressorteren indien hij arbeiders zou tewerkstellen, indien de werkgever geen arbeiders tijdelijk werkloos stelt. Bij afwezigheid van een CAO moet het bedrag van dit supplement minstens 5 euro per werkloosheidsdag bedragen. De commissie "ondernemingsplannen" kan een afwijking toestaan op het minimumbedrag van het supplement voorzien in het ondernemingsplan. Het bedrag van het supplement mag dan niet minder bedragen dan 2 euro per dag. De betaling van het supplement kan, door een algemeen verbindend verklaarde CAO, ten laste gelegd worden van een Fonds voor bestaanszekerheid. Is de onderneming in moeilijkheden ingevolge daling van de omzet? Is er een vermindering in de omzet van minstens 10%? Voor de toepassing van dit criterium wordt rekening gehouden met de omzet volgens de ingediende BTW-aangiften. De omzet wordt bekomen door de bedragen overeenstemmend met de navermelde codes van de BTW-aangifte te totaliseren: (00 + 01 + 02 + 03 + 44 + 45 + 46 + 47) (48 + 49) De omzet van het refertekwartaal moet minstens 10% lager zijn dan de omzet van het corresponderend kwartaal in 2008. Er wordt dus altijd rekening gehouden met het corresponderend kwartaal in 2008, ook al ligt het refertekwartaal in 2011 of 2012. (omzet refertekwartaal) (0,9 * "omzet corresponderende kwartaal in 2008") Het REFERTEKWARTAAL stemt overeen met één van de vier kwartalen voorafgaand aan de REFERTEDATUM (= de voorziene datum van de eerste kennisgeving schorsing bedienden ingevolge werkgebrek). Het refertekwartaal = het recentst ingediende kwartaal In dit geval moet de omzet van de recentst ingediende kwartaalaangifte minstens 10% lager zijn dan de omzet van het corresponderende kwartaal in 2008. De onderneming die het recentst ingediende kwartaal als refertekwartaal kiest, vult rubriek III, A1 van het formulier C106A in. Aangezien de indiening van de BTW-aangifte gebeurt uiterlijk de 20e volgend op het kwartaal, mag de onderneming bij verzending van het formulier C106A in de loop van de eerste 20 dagen van het nieuwe kwartaal, het kwartaal voorafgaand aan het beëindigde kwartaal beschouwen als de recentst ingediende kwartaalaangifte. Een kopie van de BTW-aangiften betreffende het refertekwartaal en het corresponderende kwartaal in 2008 moet toegevoegd worden bij het formulier C106A. Voorbeeld: Voorziene datum van eerste kennisgeving schorsing bedienden ingevolge werkgebrek: 02.01.2012. bijgewerkt op 13.12.2011 E 54 - p. 3
Omzet in refertekwartaal (3/2011): 998 876 EUR Omzet in corresponderende kwartaal in 2008 (3/2008): 1 300 678 EUR 998 876 EUR [0,9 * (1 300 678 EUR)] 998 876 EUR 1 170 610 EUR bijlagen: BTW aangiften van 3/2011 en 3/2008 (+ evt. bijlage rubriek II) Het refertekwartaal = het 2e, 3e of 4e kwartaal voorafgaand aan de refertedatum In dit geval mag de onderneming het tweede, derde of vierde kwartaal voorafgaand aan de voorziene datum van de eerste kennisgeving schorsing bedienden ingevolge werkgebrek, kiezen als refertekwartaal. De omzet van dat refertekwartaal moet minstens 10% lager zijn dan de omzet van het corresponderende kwartaal in 2008. Bovendien moet ook de omzet in de daaropvolgende kwarta(a)l(en) lager zijn (zonder dat de 10% moet bereikt worden) dan de omzet van dezelfde kwartalen, volgend op het corresponderende kwartaal in 2008. Bij verzending van het formulier C106A in de loop van de eerste 20 dagen van het nieuwe kwartaal moet met het beëindigde nog niet ingediende kwartaal geen rekening gehouden worden. De onderneming die een kwartaal voorafgaand aan het recentst ingediende kwartaal als refertekwartaal kiest, vult rubriek III, A2 van het formulier C106A in. Een kopie van de ingediende BTW-aangiften betreffende het corresponderende kwartaal in 2008 en alle recentere kwartalen moet toegevoegd worden bij het formulier C106A. Voorbeeld: Voorziene datum van eerste kennisgeving schorsing bedienden ingevolge werkgebrek: 02.07.2012. Gekozen refertekwartaal 3/2011 1e rij tabel: 3/2011 3/2008 998 876 EUR [(0,9 * 1 300 678 EUR) = 1 170 610 EUR] 2e rij tabel: 4/2011 4/2008 990 345 EUR 1 200 776 EUR 3e rij tabel: 1/2012 1/2009 980 111 EUR 1 000 897 EUR 4e rij tabel: blanco aangezien BTW-aangifte 2/2012 nog niet ingediend is. bijlagen: BTW aangiften van 3/2011, 3/2008, 4/2011, 4/2008, 1/2012 en 1/2009 (+ evt. bijlage rubriek II) Met welke entiteit kan er rekening gehouden worden? Wordt gebruik gemaakt van het criterium "daling van de BTW-omzet", dan wordt rekening gehouden met de onderneming als "juridische entiteit" of als "technische bedrijfseenheid" samengesteld uit meerdere juridische entiteiten. De aanvraag betreft de juridische entiteit (al of niet met meerdere technische bedrijfseenheden) of categorieën van werknemers van de juridische entiteit. Dit wordt aangeduid bovenaan in rubriek I van het formulier C106A, samen met het adres van de maatschappelijke zetel. De juridische entiteit is in moeilijkheden. De gegevens van de BTW-aangifte voor het betreffende ondernemingsnummer worden vermeld in rubriek III A. De aanvraag betreft een technische bedrijfseenheid, samengesteld uit meerdere juridische entiteiten of categorieën van werknemers van de technische bedrijfseenheid, samengesteld uit meerdere juridische entiteiten. Voor elke juridische entiteit wordt een formulier C106A ingevuld, vermeldend dezelfde refertemaand; het adres en het ondernemingsnummer van de betreffende juridische entiteit; bijgewerkt op 13.12.2011 E 54 - p. 4
dat de bedrijfseenheid is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten; de omzet volgens de BTW-aangifte voor het betreffende ondernemingsnummer, in rubriek III A (de omzet van deze entiteit moet niet voldoen aan de vereiste daling met 10%). Bovendien wordt een extra formulier opgesteld voor de technische bedrijfseenheid, vermeldend het adres van de technische bedrijfseenheid; dat de technische bedrijfseenheid is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten; de getotaliseerde bedragen inzake omzet volgens de BTW-aangiften voor de ondernemingsnummers van de juridische entiteiten, in rubriek III A. (de getotaliseerde omzet moet voldoen aan de vereiste daling met 10%). Is de onderneming in moeilijkheden ingevolge de graad van tijdelijke werkloosheid van de arbeiders? Is de graad van tijdelijke werkloosheid minstens 10%? Voor de toepassing van dit criterium wordt rekening gehouden met de graad van tijdelijke werkloosheid van arbeiders volgens de DMFA-aangifte. De onderneming is in moeilijkheden indien het aantal dagen van tijdelijke werkloosheid ingevolge werkgebrek van de arbeiders, minstens 10% bedraagt van het totaal aantal aan de RSZ aan te geven dagen voor arbeiders en bedienden. De graad van tijdelijke werkloosheid wordt bekomen door de verhouding te berekenen tussen de dagen "tijdelijke werkloosheid ingevolge werkgebrek in hoofde van arbeiders" (DMFAaangifte aan de RSZ, code 71); alle andere dagen opgenomen in de DMFA-aangifte (DMFA-code 1, 2, 3, 4, 5, 10, 11, 12, 13, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 30, 50, 51, 52, 60, 61, 70, 71, 72, 73, 74 en 75). (uitleg omtrent de DMFA-codes is opgenomen op www.socialezekerheid.be ---> werkgevers --- > [3] DMFA ---> Administratieve instructies RSZ: Go! ---> Het invullen van de DMFA: Richtlijnen om de aangifte in te vullen ---> Aangifte van prestaties ---> Codering arbeidstijdgegevens). Er wordt, ook voor deeltijdse werknemers, rekening gehouden met het aantal dagen (en dus niet met het aantal uren). De graad bedraagt minstens 10% indien: (0,1 * "aantal dagen andere codes") (aantal dagen code 71). Er wordt rekening gehouden met het aantal dagen tijdens het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal van de verzending van het formulier C106A (zelfs indien de DMFA-aangifte nog niet werd ingediend). Voorbeeld: Verzending formulier C106A" op 16.01.2012. Refertedatum 30.01.2012. RSZ-kwartaal: 4/2011 (RSZ-kwartaal voorafgaand aan de verzending van het formulier C106A) tabel: 4/2011: [0,1 * (3120 dagen) = 312] 765 dagen evt. bijlage RUBRIEK II Met welke entiteit kan er rekening gehouden worden? Wordt gebruik gemaakt van het criterium "graad van tijdelijke werkloosheid", dan wordt rekening gehouden met de onderneming als "juridische entiteit" of als "technische bedrijfseenheid" samengesteld uit meerdere juridische eenheden of als "technische bedrijfseenheid" (vestigingsplaats) die een onderdeel is van een juridische entiteit. De aanvraag betreft de juridische entiteit (al of niet met meerdere technische bedrijfseenheden) of categorieën van werknemers van de juridische entiteit. Dit wordt aangeduid bovenaan in rubriek I van het formulier C106A, samen met het adres van de maatschappelijke zetel. De juridische entiteit is in moeilijkheden. De DMFA-gegevens voor het betreffende ondernemingsnummer worden vermeld in rubriek III B. bijgewerkt op 13.12.2011 E 54 - p. 5
De aanvraag betreft een technische bedrijfseenheid, samengesteld uit meerdere juridische entiteiten of categorieën van werknemers van de technische bedrijfseenheid, samengesteld uit meerdere juridische entiteiten. Voor elke juridische entiteit wordt een formulier C106A ingevuld, vermeldend dezelfde refertemaand; het adres en het ondernemingsnummer van de betreffende juridische entiteit; dat de bedrijfseenheid is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten; de DMFA-gegevens voor het betreffende ondernemingsnummer, in rubriek III B (de graad van tijdelijke werkloosheid van deze entiteit moet geen 10% bedragen). Bovendien wordt een extra formulier opgesteld voor de technische bedrijfseenheid, vermeldend het adres van de technische bedrijfseenheid; dat de technische bedrijfseenheid is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten; de getotaliseerde DMFA-gegevens voor de ondernemingsnummers van de juridische entiteiten (de getotaliseerde gegevens moeten aantonen dat de graad van tijdelijke werkloosheid minstens 10% bedraagt). De aanvraag betreft een technische bedrijfseenheid (vestigingsplaats) die een onderdeel is van een juridische entiteit of categorieën van werknemers van de technische bedrijfseenheid, die een onderdeel is van een juridische entiteit. Voor de technische bedrijfseenheid wordt een formulier C106A ingevuld, vermeldend het adres en het ondernemingsnummer van de betreffende juridische entiteit; dat de bedrijfseenheid een onderdeel is van een juridische entiteit; een extractie uit de DMFA-gegevens voor het betreffende ondernemingsnummer, overeenstemmend met de werknemers werkzaam in de technische bedrijfseenheid, in rubriek III B (de graad van tijdelijke werkloosheid van deze extractie moet minstens 10% bedragen). De werkgever houdt gedurende 5 jaar een dossier ter beschikking van de RVA, dat toelaat de extractie te contoleren. Is de onderneming in moeilijkheden ingevolge substantiële daling van de productie? Is er een substantiële daling in de productie van minstens 10%? De substantiële daling van 10% in de productie moet betrekking hebben op de volledige productie van de onderneming, bekomen worden door een weging in functie van de belangrijkheid van de diverse producten in het productieproces en aanleiding geven tot een daaraan gerelateerde daling aan productieve arbeidsuren van de werknemers en bewezen worden door de indiening van een dossier dat, naast de BTW-aangiften van alle betreffende kwartalen, ook documenten bevat die de vereiste daling inzake productie aantonen en de gevolgde berekeningswijze toelichten, zoals boekhoudkundige stukken en verslagen overgemaakt aan de ondernemingsraad. De gewogen productie in het refertekwartaal moet minstens 10% lager zijn dan de gewogen productie van het corresponderende kwartaal in 2008. Het refertekwartaal stemt overeen met één van de vier kwartalen voorafgaand aan de voorziene datum van de eerste kennisgeving schorsing bedienden ingevolge werkgebrek. bijgewerkt op 13.12.2011 E 54 - p. 6
Het refertekwartaal = het laatste kwartaal In dit geval moet de gewogen productie van het laatste kwartaal minstens 10% lager zijn dan de gewogen productie van het corresponderende kwartaal in 2008. De onderneming die het laatste kwartaal als refertekwartaal kiest, vult rubriek III, C van het formulier C106A in en voegt een dossier toe (zie hiervoor). Bovendien wordt een kopie van de BTW-aangiften betreffende het refertekwartaal en het corresponderende kwartaal in 2008 toegevoegd. Het refertekwartaal = het 2e, 3e of 4e kwartaal voorafgaand aan de refertedatum In dit geval mag de onderneming het tweede, derde of vierde kwartaal voorafgaand aan de voorziene datum van de eerste kennisgeving schorsing bedienden ingevolge werkgebrek, kiezen als refertekwartaal. De gewogen productie van dat refertekwartaal moet minstens 10% lager zijn dan de gewogen productie van het corresponderende kwartaal in 2008. Bovendien moet ook de gewogen productie in de daaropvolgende kwarta(a)l(en) lager zijn (zonder dat de 10% moet bereikt worden) dan de gewogen productie van dezelfde kwartalen, volgend op het corresponderend kwartaal in 2008. De onderneming vult rubriek III, C van het formulier C106A in en voegt een dossier toe (zie hiervoor). Bovendien wordt een kopie van de BTW-aangiften betreffende het refertekwartaal en het corresponderende kwartaal in 2008 en van de recentere relevante kwartalen toegevoegd. Met welke entiteit kan er rekening gehouden worden? Wordt gebruik gemaakt van het criterium "daling van de productie", dan wordt rekening gehouden met de onderneming als "juridische entiteit" of als "technische bedrijfseenheid" samengesteld uit meerdere juridische entiteiten. De aanvraag betreft de juridische entiteit (al of niet met meerdere technische bedrijfseenheden) of categorieën van werknemers van de juridische entiteit. Dit wordt aangeduid bovenaan in rubriek I van het formulier C106A, samen met het adres van de maatschappelijke zetel. De juridische entiteit is in moeilijkheden. De gegevens betreffende de gewogen productie en de BTW-aangiften voor het betreffende ondernemingsnummer worden opgenomen in de bijlage. De aanvraag betreft een technische bedrijfseenheid, samengesteld uit meerdere juridische entiteiten of categorieën van werknemers van de technische bedrijfseenheid, samengesteld uit meerdere juridische entiteiten. Voor elke juridische entiteit wordt een formulier C106A ingevuld, vermeldend dezelfde refertemaand; het adres en het ondernemingsnummer van de betreffende juridische entiteit; dat de bedrijfseenheid is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten. De voormelde gegevens betreffende de gewogen productie en de BTW-aangifte voor het betreffende ondernemingsnummer, worden opgenomen in de bijlage (de gewogen productie van deze entiteit moet niet voldoen aan de vereiste daling met 10%). Bovendien wordt een extra formulier opgesteld voor de technische bedrijfseenheid, vermeldend het adres van de technische bedrijfseenheid; dat de technische bedrijfseenheid is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten; De voormelde getotaliseerde gegevens betreffende de gewogen productie worden opgenomen in de bijlage (de getotaliseerde gewogen productie moet voldoen aan de vereiste daling met 10%). bijgewerkt op 13.12.2011 E 54 - p. 7
Is de onderneming in moeilijkheden ingevolge substantiële daling van de bestellingen? Is er een substantiële daling in de bestellingen van minstens 10%? De substantiële daling van 10% in de bestellingen moet betrekking hebben op alle bestellingen van de onderneming, bekomen worden door een weging in functie van de belangrijkheid van de diverse bestellingen en aanleiding geven tot een daaraan gerelateerde daling aan productieve arbeidsuren van de werknemers en bewezen worden door de indiening van een dossier dat, naast de BTW-aangiften van alle betreffende kwartalen, ook documenten bevat die de vereiste daling inzake bestellingen aantonen en de gevolgde berekeningswijze toelichten, zoals boekhoudkundige stukken en verslagen overgemaakt aan de ondernemingsraad. De gewogen bestellingen in het refertekwartaal moeten minstens 10% lager zijn dan de gewogen bestellingen van het corresponderende kwartaal in 2008. Het refertekwartaal stemt overeen met één van de vier kwartalen voorafgaand aan de voorziene datum van de eerste kennisgeving schorsing bedienden ingevolge werkgebrek. Het refertekwartaal = het laatste kwartaal In dit geval moeten de gewogen bestellingen van het laatste kwartaal minstens 10% lager zijn dan de gewogen bestellingen van het corresponderende kwartaal in 2008. De onderneming die het laatste kwartaal als refertekwartaal kiest, vult rubriek III, D van het formulier C106A in en voegt een dossier toe (zie hiervoor). Bovendien wordt een kopie van de BTW-aangiften betreffende het refertekwartaal en het corresponderende kwartaal in 2008 toegevoegd. Het refertekwartaal = het 2e, 3e of 4e kwartaal voorafgaand aan de refertedatum In dit geval mag de onderneming het tweede, derde of vierde kwartaal voorafgaand aan de voorziene datum van de eerste kennisgeving schorsing bedienden ingevolge werkgebrek, kiezen als refertekwartaal. De gewogen bestellingen van dat refertekwartaal moeten minstens 10% lager zijn dan de gewogen bestellingen van het corresponderende kwartaal in 2008. Bovendien moeten ook de gewogen bestellingen in de daaropvolgende kwarta(a)l(en) lager zijn (zonder dat de 10 % moet bereikt worden) dan de gewogen bestellingen van dezelfde kwartalen, volgend op het corresponderende kwartaal in 2008. De onderneming vult rubriek III, D van het formulier C106A in en voegt een dossier toe (zie hiervoor). Bovendien wordt een kopie van de BTW-aangiften betreffende het refertekwartaal en het corresponderende kwartaal in 2008 en van de recentere relevante kwartalen toegevoegd. Met welke entiteit kan er rekening gehouden worden? Wordt gebruik gemaakt van het criterium "daling van de bestellingen", dan wordt rekening gehouden met de onderneming als "juridische entiteit" of als "technische bedrijfseenheid" samengesteld uit meerdere juridische entiteiten. De aanvraag betreft de juridische entiteit (al of niet met meerdere technische bedrijfseenheden) of categorieën van werknemers van de juridische entiteit. Dit wordt aangeduid bovenaan in rubriek I van het formulier C106A, samen met het adres van de maatschappelijke zetel. De juridische entiteit is in moeilijkheden. De gegevens betreffende de gewogen bestellingen en de BTW-aangiften voor het betreffende ondernemingsnummer worden opgenomen in de bijlage. De aanvraag betreft een technische bedrijfseenheid, samengesteld uit meerdere juridische entiteiten of categorieën van werknemers van de technische bedrijfseenheid, samengesteld uit meerdere juridische entiteiten. bijgewerkt op 13.12.2011 E 54 - p. 8
Voor elke juridische entiteit wordt een formulier C106A ingevuld, vermeldend dezelfde refertemaand; het adres en het ondernemingsnummer van de betreffende juridische entiteit; dat de bedrijfseenheid is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten. De voormelde gegevens betreffende de gewogen bestellingen en de BTW-aangifte voor het betreffende ondernemingsnummer, worden opgenomen in de bijlage (de gewogen bestellingen van deze entiteit moeten niet voldoen aan de vereiste daling met 10%). Bovendien wordt een extra formulier opgesteld voor de technische bedrijfseenheid, vermeldend het adres van de technische bedrijfseenheid; dat de technische bedrijfseenheid is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten; De voormelde getotaliseerde gegevens betreffende de gewogen bestellingen worden opgenomen in de bijlage (de getotaliseerde gewogen bestellingen moeten voldoen aan de vereiste daling met 10%). Datum inwerkingtreding De regeling schorsing bedienden ingevolge werkgebrek treedt in werking op 01.01.2012. Ondernemingen kunnen reeds in het laatste kwartaal van 2011 het formulier C 106A indienen waarin ze aantonen dat ze aan de preliminaire voorwaarden voldoen zodat ze vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe regeling er gebruik van kunnen maken. bijgewerkt op 13.12.2011 E 54 - p. 9