CLASSIFICATIERAPPORT 2012-A Rev. 1

Vergelijkbare documenten
CLASSIFICATIERAPPORT 2016-A-052

CLASSIFICATIERAPPORT 2012-A Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2017-A-002

CLASSIFICATIERAPPORT 2014-A Rev. 2

CLASSIFICATIERAPPORT 2014-A-034 Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2017-A Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2015-A Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2016-A Rev. 4

op basis van een analyse van beproevingsresultaten

CLASSIFICATIERAPPORT 2016-A-035

CLASSIFICATIERAPPORT 2016-A Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2014-A-033 Rev. 4

op basis van een analyse van beproevingsresultaten

CLASSIFICATIERAPPORT 2015-A-035

CLASSIFICATIERAPPORT 2015-A Rev. 1

op basis van een analyse van beproevingsresultaten

S B 2015-A-028 CLASSIFICATIERAPPORT INSTITUT DE SECURITE INCENDIE A.S.B.L. die leidt tot een welbepaald toepassingsdomein

S B TECHNISCH ADVIES 2014-A-013. op basis van een analyse van beproevingsresultaten INSTITUT DE SECURITE INCENDIE A.S.B.L.

S B TECHNISCH ADVI ES 2014-A-OO3. op basis van een analyse van beproevingsresultaten INSTITUT DË SECURITE INCENDIE A.S.B.L.

S B. TECHNISCH ADVI ES 2010-A Rev. 2. op basis van een analyse van beproevingsresultaten INSTITUT DË SECURITE INCENDIE A.S.B.L.

Brandwerende Deuren. ir. Edwin Van Wesemael (ISIB) Brandwerende deuren EW/1

Uitbreiding van het toepassingsgebied van het Rockfon Sonar systeemplafond in vloerplafond constructies

1392 S N. Pagina 1 van 7

ROCKFON. Albert RICOUR Account Manager. Brandveilige plafondoplossingen

Classificatie rapport voor daken/dakbedekkingen blootgesteld aan externe brand nr B. Onderhavig classificatie rapport bevat 5 bladzijden

Horizontale compartimentering Getest volgens EN of EN Classificatie volgens EN

Rockfon System Bandraster A

Laboratorium voor Brandveiligheid. Classificatierapport

ROCKFON SYSTEM BANDRASTER A

Classificatie rapport nr:

Overzicht. Brandwerende deuren. Rookwerende deuren. Productnorm CE-markering Samenvatting. Beproeving Klasseringen Bouwvoorschriften (basisnormen)

Infosessie brand: Brandwerende deuren

Brandwerendheid van stalen ventilatiekanalen zonder brandkleppen voorzien van een steenwol bekleding type Conlit Ductrock

T24 - Zichtb. Stootvast Syst. Vlak Inleg Kl. 2A en 3A

QUICK-LOCK. Een compleet assortiment ophangsystemen voor akoestische plafonds

CLASSIFICATIE VAN DE BRANDWERENDHEID VOLGENS EN : 2007

Eigenaar van het classificatierapport SQR Products Nijverheidsstraat AJ Uden Nederland

Horizontale compartimentering Getest volgens EN of EN Classificatie volgens EN

Pascal van den Heuvel. wetgevend kader voor brandbare afdichtingen bijlage 7 type-oplossingen

MG2-A U. Brandwerende opbouwmanchetten geschikt voor geventileerde afvoerleidingen. M4-A 12/2016

Permoxx Nederland B.V. Kadijkselaan CG BERGAMBACHT. Postbus CB RIJSWIJK. Notified Body Nr.: Project nummer:

Rockfon B.V. Postbus KD ROERMOND

Olympia Plus Sportplafond montagehandleiding

CLASSIFICATIE VAN DE BRANDWERENDHEID VOLGENS EN :2007+A1:2009 VAN EEN MULTIGIPS GIPSBLOKWAND 70 MM

Afdichtingstape. 3. Breng op één lijn 5 mm overlapping aan de voorkant. 1. Snij. 2. Meet rand + 10 mm en pel af. 4. Druk. 5. Draai tegel om. 6.

vloerplaten P3 Vloerplaten

Olympia Plus Sportplafond Impactklasse 1A

Pagina's : 6 Tabellen : 1 Figuren : 11 Bijlagen : -

Brandwerend PUR-schuim met pipet of voor pistool

Part of the ROCKWOOL Group. Z-edge. Geef een akoestisch plafond richting met de strakke lijnen van een paneel met een Z-edge

Rockfon System Bandraster Dznl/AEX

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit

Basisnormen Europese klassering

GZ60. Esthetisch brandwerend rooster tot 60 minuten in wanden, vloeren en deuren. G2-NL-D 03/2018

Semi-verdekt/uitneembaar bandrastersysteem

24 & 30 november Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er? Bijlage 7 Gemeenschappelijke bepalingen

Brandrapport. 60 brandwerend, dubbele deur, volgens NEN-EN

ROCKFON BLANKA WAS ALLES WAT WIT IS, MAAR ZO HELDER

Gyprex, de praktische keuze

BIJLAGE 7: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Eisen met betrekking tot de brandwerendheid van vloerconstructies met zeer hoge akoestische eisen

Rockwool Soundmaxx akoestisch isolatiesysteem

3 Metal Stud-plafonds

ROCKFON SYSTEM BANDRASTER Dznl/AEX

ROCKFON minerale panelen & ophangsystemen

CLASSIFICATIE, VOLGENS EN :2007+A1: 2009, VAN DE BRANDWERENDHEID VAN EEN WANDCONSTRUCTIE, OPGEBOUWD UIT VULCASTEEL 80 MM SANDWICHPANELEN

P Inleiding tot bestekteksten, plaatsingsvoorschriften en uitvoeringsdetails

Rockfon System T24 M. Systeembeschrijving. Semi-verdekt plafondsysteem Esthetisch. Part of the ROCKWOOL Group. Kantafwerking M.

Laboratorium voor Brandveiligheid

Brandrapport. 60 brandwerend, enkele deur, volgens NEN-EN

Brandreactie en Brandweerstand HVAC brandwerende isolatie Bijlage 7 KB 12 juni mei 2018, Pascal van den Heuvel

Classificatie van de brandwerendheid volgens EN :2007+A1:2009 van lineaire voegen afgedicht met Würth Purplus Fireblock brandwerend PU schuim

Akoestisch Isolatiesysteem

Krios. Het egaal witte plafondpaneel met de beste prijs/kwaliteitsverhouding en meest uitgebreide mogelijkheden.

T24 - Zichtb. Stootvast Syst. Vlak Inleg Kl. 2A en 3A

GYPTONE D2 SYSTEEM MONTAGEHANDLEIDING. Zeker. BRANDVEILIGHEID Brandklasse A2-s1, d0.

Postbus AB GORINCHEM. Lange Kleiweg 5 Postbus BC RIJSWIJK. Notified Body Nr.: Niet-dragende wand met Attema hollewanddozen

Gyproc brandwerende systemen. volgens de nieuwe Europese brandnormen

Verzamelrapport - brandwerendheid in de zin van NEN 6069:2011 van doorvoeringen met de FP Pipe Collar en FP Pipe Collar Bracket

Rockfon System Olympia Plus A Impact 1A

ROCKFON SYSTEM T24 X. Systeembeschrijving. Volledig verdekt plafondsysteem Ononderbroken uiterlijk KANTAFWERKING X. Elegant, ononderbroken uiterlijk

GEWAPEND BETONSTAAL GELASTE WAPENINGSNETTEN

Verdekt uitneembaar Systeem 900 x 900

ROCKWOOL SOUNDMAXX Akoestisch isolatiesysteem

Van Rf naar REI in Wat betekent dit in praktijk? Hoe vind ik mijn weg in alle regels en documenten?

ATG 09/2287 Addendum 1

Geef een akoestisch plafond richting met de strakke lijnen van een paneel met een Z-edge. Z-edge

ROCKFON System Mono Acoustic

Rockfon System T24 X. Systeembeschrijving. Volledig verdekt plafondsysteem Ononderbroken uiterlijk. Part of the ROCKWOOL Group.

ISOCAB Treurnietstraat 10 B-8531 HARELBEKE (Bavikhove) België

Systeem S 9a / S 9b VERDEKT UITNEEMBAAR. OWAlifetime collection

Postbus ZN Bleiswijk Brandpuntlaan Zuid NZ Bleiswijk

T15 - Zichtbaar Systeem Vlak Inleg

Brandweer Haarlemmermeer T.a.v. dhr. G. van Ommeren Postbus AA HOOFDDORP 2130AA41. Geachte heer Van Ommeren,

T24 - Zichtbaar Systeem Vlak Inleg

MG2-A. Brandwerende opbouwmanchetten. M2-NL-B 09/2018

Postbus ZN Bleiswijk Brandpuntlaan Zuid NZ Bleiswijk

Transcriptie:

INSTITUT DE SECURITE INCENDIE A.S.B.L. ISIB INSTITUUT VOOR BRANDVEILIGHEID V.Z.W. CLASSIFICATIERAPPORT 2012-A-017 - Rev. 1 met betrekking tot de brandwerendheid die leidt tot een welbepaald toepassingsgebied AANVRAGER ROCKFON ROCKWOOL BVBA Oud Sluisstraat 5 2110 WIJNEGEM ONDERWERP Evaluatie van de stabiliteit bij brand volgens de Belgische norm NBN 713.020 (uitgave 1968) van een opgehangen plafond, opgebouwd uit plafondtegels van het type ROCKFON db, en van de brandweerstand volgens de Europese norm EN 13501-2:2016 van een vloer/plafondconstructie. Dit document werd opgesteld in het kader van een analyse van beproevingsresultaten zoals beschreven in 2.1-2 -a) 4) van het KB van 13/06/2007. rue Belvaux 87 (1er étage) Ottergemsesteenweg-Zuid 711 B - 4030 LIEGE B - 9000 GENT Tél. 04 340 42 70 Tel. 09 240 10 80 Fax: 04 340 42 79 www.isibfire.be Fax: 09 240 10 85 Siège social / Sociale zetel: rue Belvaux 87 (1er étage) - 4030 Liège RPR/RPM Luik / Liège BTW/TVA BE 0434.019.867 BNP Paribas Fortis Liège / Luik BE86 2400 0158 5750 BIC GEBABEBB

2012-A-017 - Rev. 1 2 1. BEPROEVINGSVERSLAGEN 1.1. Rapporten Naam van het laboratorium Nummer van het beproevingsverslag Datum van het beproevingsverslag Eigenaar van het beproevingsverslag Beproevingsnorm Efectis Nederland BV 2009-Efectis- R0539[Rev.1] 2009-Efectis- R0541[Rev.1] november 2009 november 2009 Rockwool / Rockfon BV EN 1363-1:1999 EN 1365-2:1999 WFRGENT nv 15303A 31/01/2012 Rockwool / Rockfon nv NBN 713.020 (1968) 1.2. Beschrijving van de geteste elementen Beproevingsverslag nr. 2009-Efectis-R0539[Rev.1] geeft de beschrijving en de resultaten van een brandweerstandsproef uitgevoerd volgens de Europese normen EN 1363-1:1999 en EN 1365-2:1999 op een belaste vloer, opgebouwd uit cellenbetonnen vloerplaten (dikte: 150 mm) opgelegd op stalen IPE 140 liggers en langs de onderzijde beschermd door middel van een opgehangen plafond (afmetingen: ca. 4000 x 3200 mm). Het opgehangen plafond werd opgebouwd uit een metalen raamwerk (huidige commerciële benaming volgens uw verklaringen: Chicago Metallic Bandraster; bandrasterprofielen: max. 1800 mm (gemiddeld: 1450 mm); dwarsprofielen: 600 mm) en semi-verdekte plafondpanelen van het type ROCKFON Sonar db44 Dznl/A (dikte: 50 mm; afmetingen: 1800 x 600 mm; gemeten volumemassa: ca. 193 kg/m³; gemeten oppervlaktegewicht: ca. 9,7 kg/m²). Tijdens de proef werd een uniforme lijnlast van ca. 1,32 kn/m aangebracht op de stalen liggers. Beproevingsverslag nr. 2009-Efectis-R0541[Rev.1] geeft de beschrijving en de resultaten van een brandweerstandsproef uitgevoerd volgens de Europese normen EN 1363-1:1999 en EN 1365-2:1999 op een belaste vloer, opgebouwd uit cellenbetonnen vloerplaten (dikte: 150 mm) opgelegd op stalen IPE 140 liggers en langs de onderzijde beschermd door middel van een opgehangen plafond (afmetingen: ca. 4000 x 3200 mm). Het opgehangen plafond werd opgebouwd uit een metalen raamwerk (huidige commerciële benaming volgens uw verklaringen: Chicago Metallic T24 Hook 850; hoofddraagprofielen: max. 1800 mm (gemiddeld: 1450 mm); dwarsprofielen: 600 mm) en inlegplafondpanelen van het type ROCKFON Sonar db44 A24 (dikte: 50 mm; afmetingen: 1800 x 600 mm; gemeten volumemassa: ca. 193 kg/m³; gemeten oppervlaktegewicht: ca. 9,7 kg/m²). Tijdens de proef werd een uniforme lijnlast van ca. 1,32 kn/m aangebracht op de stalen liggers.

2012-A-017 - Rev. 1 3 Beproevingsverslag nr. 15303A geeft de beschrijving en de resultaten van een oriënterende brandweerstandsproef uitgevoerd volgens de Belgische norm NBN 713.020 (uitgave 1968) op twee opgehangen plafonds. Het eerste opgehangen plafond (afmetingen: ca. 4000 x 3000 mm) werd opgebouwd uit een metalen raamwerk (huidige commerciële benaming volgens uw verklaringen: Chicago Metallic T24 Hook 850; hoofddraagprofielen: 1200 mm; dwarsprofielen: 600 mm; ophangers: 1200 mm) en inlegplafondtegels van het type ROCKFON db44 (dikte: 50 mm; afmetingen: 1200 x 600 mm; gemeten volumemassa: ca. 176 kg/m³; gemeten oppervlaktegewicht: ca. 8,8 kg/m²). Het tweede opgehangen plafond (afmetingen: ca. 1720 x 3000 mm) werd opgebouwd uit een metalen raamwerk (huidige commerciële benaming volgens uw verklaringen: Chicago Metallic T24 Hook 850; hoofddraagprofielen: 1200 mm; dwarsprofielen: 600 mm; ophangers: 1200 mm) en inlegplafondtegels van het type ROCKFON db35 (dikte: 25 mm; afmetingen: 1200 x 600 mm; gemeten volumemassa: ca. 144 kg/m³; gemeten oppervlaktegewicht: ca. 3,6 kg/m²). Beide plafonds werden aangebracht onder een onbelaste cellenbetonnen vloer.

2012-A-017 - Rev. 1 4 2. RESULTATEN De resultaten bekomen tijdens de bovenstaande proeven worden weergegeven in onderstaande tabel: Beproevingsverslag nr. 2009-Efectis- R0539[Rev.1] 2009-Efectis- R0541[Rev.1] 15303A Type plafondtegels ROCKFON Sonar db44 Dznl/A ROCKFON Sonar db44 A24 ROCKFON db44 ROCKFON db35 Randafwerking Dznl/A (semi-verdekt) A24 (inleg) A24 (inleg) A24 (inleg) Afmetingen plafondtegels 1800 x 600 mm 1800 x 600 mm 1200 x 600 mm 1200 x 600 mm Dikte plafondtegels 50 mm 50 mm 50 mm 25 mm Volumemassa plafondtegels Oppervlaktegewicht plafondtegels ca. 193 kg/m³ ca. 193 kg/m³ ca. 176 kg/m³ ca. 144 kg/m³ ca. 9,7 kg/m² ca. 9,7 kg/m² ca. 8,8 kg/m² ca. 3,6 kg/m² Type metalen raamwerk Chicago Metallic Bandraster Chicago Metallic T24 Hook 850 Chicago Metallic T24 Hook 850 Chicago Metallic T24 Hook 850 Type vloerconstructie cellenbeton cellenbeton cellenbeton cellenbeton Karakteristieke temperatuur in het plenum na 30 minuten Criteria ca. 250 C ca. 440 C ca. 875 C ca. 545 C Tijd in minuten Opgehangen plafond (volgens de criteria van de referentiedocumenten beschreven in 3.1) Vallen van het 1 e plafondelement 29 (1) 25 (1) 15 (2) 30 Stabiliteit van het plafond NIET CONFORM NIET CONFORM CONFORM CONFORM Vloer/plafondconstructie (volgens de criteria van de Europese norm EN 13501-2:2016) Thermische isolatie (I) 32 33 nvt nvt Vlamdichtheid (E) 32 33 nvt nvt Stabiliteit (R) 32 33 nvt nvt Duur van de proef 32 33 30 30 (1) (2) De afmetingen (en het oppervlaktegewicht) van de stukken die vallen zijn groter dan de afmetingen (en het oppervlaktegewicht) toegelaten volgens paragraaf 4 van het document 1392 SN Stabiliteit bij brand van verlaagde plafonds, goedgekeurd door de Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing tijdens hun vergadering op 15 september 2011. De afmetingen (en het oppervlaktegewicht) van de stukken die vallen zijn kleiner dan de afmetingen (en het oppervlaktegewicht) toegelaten volgens paragraaf 4 van het document 1392 SN Stabiliteit bij brand van verlaagde plafonds, goedgekeurd door de Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing tijdens hun vergadering op 15 september 2011.

2012-A-017 - Rev. 1 5 3. REFERENTIEDOCUMENTEN 3.1. Basisdocumenten NBN 713.020 (uitgave 1968). Document 1392 SN Stabiliteit bij brand van verlaagde plafonds, goedgekeurd door de Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing tijdens hun vergadering op 15 september 2011. Dit document interpreteert de specifieke beoordelingscriteria voor de stabiliteit bij brand van verlaagde plafonds waar deze voor interpretatie vatbaar zijn in de Belgische norm NBN 713.020 (uitgave 1968). 3.2. Bijkomend document Classificatierapport 2016-A-035, betreffende de evaluatie van de stabiliteit bij brand volgens de Belgische norm NBN 713.020 (uitgave 1968) van een opgehangen plafond, opgebouwd uit inlegplafondtegels van het type ROCKFON Vlakke Inleg, en van de brandweerstand volgens de Europese norm EN 13501-2:2016 van een vloer/plafondconstructie

2012-A-017 - Rev. 1 6 4. TOEPASSINGSDOMEIN 4.1. Stabiliteit bij brand van een opgehangen plafond Op basis van de resultaten vermeld in 2, de referentiedocumenten beschreven in 3 en de informatie i.v.m. de huidige commerciële benamingen van de geteste constructie-elementen die door u aan onze diensten meegedeeld werd, zijn wij van oordeel dat de stabiliteit bij brand van een opgehangen plafond, opgebouwd zoals hieronder beschreven, niet minder dan 30 minuten zal bedragen volgens de Belgische norm NBN 713.020 (uitgave 1968). 4.1.1. Vloerconstructie Het opgehangen plafond wordt aangebracht onder één van de volgende types vloeren, opgelegd op de draagbalken vermeld in onderstaande tabel, indien van toepassing. De hoogte van het plenum, d.w.z. de afstand tussen de onderzijde van de vloer en de bovenzijde van de plafondtegels, bedraagt minimum 365 mm. Type draagbalken Type vloer Cellenbeton Grindbeton Staal/beton composiet Hout Grindbeton X X X* - Warm gewalst staal X* X* X* - Koud gevormd staal X* X* X* - Hout - - - X* Geen draagbalken X X X* - * Enkel toegelaten op voorwaarde dat de draagcapaciteit van de vloerconstructie niet minder dan R 30 bedraagt volgens de Europese norm EN 13501-2:2016. Belangrijke opmerking: De stabiliteit bij brand geeft geen evaluatie van de brandweerstand van de vloer/plafondconstructie.

2012-A-017 - Rev. 1 7 4.1.2. Opgehangen plafond 4.1.2.1. Metalen raamwerk één van de onderstaande types randprofielen, langs de volledige omtrek van het plafond aangebracht en om de max. 270 mm aan een draagconstructie uit steenachtig materiaal (vb. beton, cellenbeton, metselwerk ) bevestigd door middel van stalen spanhulzen (min. 6 x 30 mm): CM 1420 (stalen L-profiel; sectie: 24 x 24 mm; materiaaldikte: 0,5 mm). Facultatief kan een kantlat uit calciumsilicaat van het type ROCKFON (sectie (breedte x hoogte): 20 x 40 mm; volumemassa: ca. 1030 kg/m³) aangebracht worden. De kantlat wordt om de max. 450 mm aan de draagconstructie uit steenachtig materiaal (vb. beton, cellenbeton, metselwerk ) bevestigd door middel van spijkerpluggen (min. 3,5 x 65 mm) en bijhorende pluggen. Het randprofiel van het type CM 1420 (L-profiel) wordt dan om de max. 270 mm in de kantlat bevestigd door middel van stalen schroeven (min. 3,9 x 19 mm); CM 1461 (stalen W-profiel; sectie: 15 x 8 x 12 x 15 mm; materiaaldikte: 0,5 mm); een metalen raamwerk, opgebouwd als volgt (zie ook Tabel 1): hoofddraagprofielen van het type CM 850 (stalen T-profiel; T24; sectie: 24 x 38 mm; materiaaldikte: 0,4 mm; en : zie Tabel 1), voorzien van een firebreak en opgehangen zoals beschreven in 4.1.2.2. Aanliggende hoofddraagprofielen worden in elkaar geschoven en aan elkaar gekoppeld door het omplooien van de verbindingsclip. De uiteinden van de hoofddraagprofielen aan de rand van het plafond rusten op de randprofielen; één van de onderstaande types (primaire) dwarsprofielen (stalen T-profiel; lengte, en : zie Tabel 1), dwars tussen de hoofddraagprofielen aangebracht en in de voorziene openingen in de hoofddraagprofielen gehaakt: - CM 854 (T24; sectie: 24 x 38 mm; materiaaldikte: 0,4 mm); - CM 852 (T24; sectie: 24 x 38 mm; materiaaldikte: 0,4 mm). De uiteinden van de (primaire) dwarsprofielen aan de rand van het plafond rusten op de randprofielen; indien de nominale afmetingen van de plafondtegels max. 600 x 600 mm bedragen: secundaire dwarsprofielen van het type CM 852 (stalen T-profiel; T24; sectie: 24 x 38 mm; materiaaldikte: 0,4 mm; lengte: ; en afstand tot aan de rand van het plafond: zie Tabel 1), dwars tussen de primaire profielen aangebracht en in de voorziene openingen in de primaire profielen gehaakt. De uiteinden van de dwarsprofielen aan de rand van het plafond rusten op de randprofielen; facultatief kunnen de dwarsprofielen geschrankt aangebracht worden op voorwaarde dat de hoofddraagprofielen om de aangebracht worden.

2012-A-017 - Rev. 1 8 Tabel 1: Metalen raamwerk voor een opgehangen plafond van het type Systeem A24 Maximum afmetingen van de plafondtegels: 1200 x 600 mm Hoofddraagprofielen Dwarsprofielen lengte CM 850 max. 300 mm CM 854 max. 500 mm CM 850 max. 300 mm CM 852 max. 500 mm Maximum afmetingen van de plafondtegels: 600 x 600 mm Hoofddraagprofielen (Primaire) dwarsprofielen lengte Secundaire dwarsprofielen lengte CM 850 max. 300 mm CM 854 max. 500 mm CM 852 CM 850 max. 300 mm CM 852 max. 500 mm - 4.1.2.2. Ophangers de hoofddraagprofielen, beschreven in 4.1.2.1, worden om de opgehangen door middel van stalen snelophangers van het type CM 11000, opgebouwd uit een bovendeel ( draad 4 mm) dat aan een onderdeel ( draad 4 mm) bevestigd wordt door middel van een veerklem (materiaaldikte: 0,8 mm); de afstand van de snelophangers tot aan de rand van het plafond bedraagt max. 200 mm; de stabiliteit bij brand van de bevestiging van het opgehangen plafond aan de bovenliggende constructie dient minstens 30 minuten te bedragen.

2012-A-017 - Rev. 1 9 4.1.2.3. Plafondtegels De inlegplafondtegels van de onderstaande types (dikte: 25 mm, 30 mm, 40 mm of 50 mm; nominale volumemassa (dikte: 25 mm, 30 mm of 40 mm): 145 kg/m³; nominale volumemassa (dikte: 50 mm): 175 kg/m³; nominale afmetingen: 1200 x 600 mm en 600 x 600 mm) worden in het metalen raamwerk, beschreven in 4.1.2.1, aangebracht en vierzijdig ondersteund door de profielen van het metalen raamwerk: ROCKFON Blanka db35 A24; ROCKFON Blanka db40 A24; ROCKFON Blanka db42 A24; ROCKFON Blanka db44 A24; ROCKFON Krios db35 A24; ROCKFON Krios db40 A24; ROCKFON Krios db42 A24; ROCKFON Krios db44 A24; ROCKFON Sonar db35 A24; ROCKFON Sonar db40 A24; ROCKFON Sonar db42 A24; ROCKFON Sonar db44 A24. De randafwerking van het plafond wordt gerealiseerd door middel van afgesneden plafondtegels. De afgesneden rand van de plafondtegel rust op de randprofielen, beschreven in 4.1.2.1. We zijn eveneens van oordeel dat het gebruik van identieke plafondtegels op uitzondering van de kleur en/of de structuurafwerking aan de zichtzijde, de stabiliteit bij brand van het opgehangen plafond, opgebouwd zoals hierboven beschreven, niet negatief zal beïnvloeden. 4.1.2.4. Accessoires in het opgehangen plafond Het is mogelijk om accessoires in het opgehangen plafond aan te brengen, op voorwaarde dat deze geen negatieve invloed hebben op de bekomen klassering van het hierboven beschreven opgehangen plafond en dat dit aangetoond wordt door middel van bijkomende brandweerstandsproeven. 4.1.2.5. Accessoires boven het opgehangen plafond Het is mogelijk om accessoires boven het opgehangen plafond aan te brengen, op voorwaarde dat de hieronder vermelde voorschriften worden gerespecteerd: de accessoires worden onafhankelijk van het opgehangen plafond geïnstalleerd, d.w.z. de accessoires maken geen deel uit van het opgehangen plafond; de stabiliteit bij brand van de accessoires en van de bevestiging van deze accessoires aan de bovenliggende constructie bedraagt minstens 30 minuten.

2012-A-017 - Rev. 1 10 4.2. Brandweerstand van een vloer/plafondconstructie 4.2.1. Brandweerstand REI 30 Op basis van bovenvermelde resultaten en de informatie i.v.m. de huidige commerciële benamingen van de geteste constructie-elementen die door u aan onze diensten meegedeeld werd, zijn wij van oordeel dat de brandweerstand van een vloer/plafondconstructie, opgebouwd zoals hieronder beschreven, niet minder dan REI 30 zal bedragen volgens de Europese norm EN 13501-2:2016. 4.2.1.1. Vloerconstructie Het opgehangen plafond wordt aangebracht onder één van de volgende types vloeren, opgelegd op de draagbalken vermeld in onderstaande tabel, indien van toepassing. De hoogte van het plenum, d.w.z. de afstand tussen de onderzijde van de vloer en de bovenzijde van de plafondtegels, bedraagt minimum 400 mm. Type draagbalken Type vloer Cellenbeton 1 Grindbeton 2 Grindbeton X X Warmgewalst staal X* X* Geen draagbalken X X 1 dikte: min. 150 mm; volumemassa: min. 650 kg/m³ 2 dikte: min. 60 mm; volumemassa: min. 2300 kg/m³ * Enkel toegelaten indien aan een van de onderstaande voorwaarden voldaan is: - de plafondtegels van het type ROCKFON db44 dienen toegepast te worden en de sectiefactor van de stalen liggers bedraagt maximum 291 m -1 ; - de draagcapaciteit van de vloerconstructie bedraagt niet minder dan R 30 volgens de Europese norm EN 13501-2:2016.

2012-A-017 - Rev. 1 11 4.2.1.2. Opgehangen plafond van het type systeem A24 Een opgehangen plafond, opgebouwd zoals hieronder beschreven, wordt aangebracht onder de vloerconstructie beschreven in 4.2.1.1. 4.2.1.2.1. Metalen raamwerk één van de onderstaande types randprofielen, langs de volledige omtrek van het plafond aangebracht en om de max. 270 mm aan een draagconstructie uit steenachtig materiaal (vb. beton, cellenbeton, metselwerk ) bevestigd door middel van stalen spanhulzen (min. 6 x 30 mm): CM 1420 (stalen L-profiel; sectie: 24 x 24 mm; materiaaldikte: 0,5 mm). Facultatief kan een kantlat uit calciumsilicaat van het type ROCKFON (sectie (breedte x hoogte): 20 x 40 mm; volumemassa: ca. 1030 kg/m³) aangebracht worden. De kantlat wordt om de max. 450 mm aan de draagconstructie uit steenachtig materiaal (vb. beton, cellenbeton, metselwerk ) bevestigd door middel van spijkerpluggen (min. 3,5 x 65 mm) en bijhorende pluggen. Het randprofiel van het type CM 1420 (L-profiel) wordt dan om de max. 270 mm in de kantlat bevestigd door middel van stalen schroeven (min. 3,9 x 19 mm); CM 1461 (stalen W-profiel; sectie: 15 x 8 x 12 x 15 mm; materiaaldikte: 0,5 mm); een metalen raamwerk, opgebouwd als volgt (zie ook Tabel 1): hoofddraagprofielen van het type CM 850 (stalen T-profiel; T24; sectie: 24 x 38 mm; materiaaldikte: 0,4 mm; en : zie Tabel 2), voorzien van een firebreak en opgehangen zoals beschreven in 4.2.1.2.2. Aanliggende hoofddraagprofielen worden in elkaar geschoven en aan elkaar gekoppeld door het omplooien van de verbindingsclip. De uiteinden van de hoofddraagprofielen aan de rand van het plafond rusten op de randprofielen; één van de onderstaande types (primaire) dwarsprofielen (stalen T-profiel; lengte, en : zie Tabel 2), dwars tussen de hoofddraagprofielen aangebracht en in de voorziene openingen in de hoofddraagprofielen gehaakt: - CM 8856 (T24; sectie: 24 x 75 mm; materiaaldikte: 0,4 mm); - CM 854 (T24; sectie: 24 x 38 mm; materiaaldikte: 0,4 mm); - CM 852 (T24; sectie: 24 x 38 mm; materiaaldikte: 0,4 mm). De uiteinden van de (primaire) dwarsprofielen aan de rand van het plafond rusten op de randprofielen; indien de nominale afmetingen van de plafondtegels max. 600 x 600 mm bedragen: secundaire dwarsprofielen van het type CM 852 (stalen T-profiel; T24; sectie: 24 x 38 mm; materiaaldikte: 0,4 mm; lengte: ; en afstand tot aan de rand van het plafond: zie Tabel 2), dwars tussen de primaire profielen aangebracht en in de voorziene openingen in de primaire profielen gehaakt. De uiteinden van de dwarsprofielen aan de rand van het plafond rusten op de randprofielen;

2012-A-017 - Rev. 1 12 facultatief kunnen de dwarsprofielen geschrankt aangebracht worden op voorwaarde dat de hoofddraagprofielen om de aangebracht worden. Tabel 2: Metalen raamwerk voor een opgehangen plafond van het type Systeem A24 Maximum afmetingen van de plafondtegels: 1800 x 600 mm Hoofddraagprofielen Dwarsprofielen lengte CM 850 max. 1800 mm max. 1100 mm CM 8856 max. 1800 mm max. 400 mm Maximum afmetingen van de plafondtegels: 1200 x 600 mm Hoofddraagprofielen Dwarsprofielen lengte CM 850 max. 300 mm CM 854 max. 500 mm CM 850 max. 300 mm CM 852 max. 500 mm Maximum afmetingen van de plafondtegels: 600 x 600 mm Hoofddraagprofielen (Primaire) dwarsprofielen lengte Secundaire dwarsprofielen lengte CM 850 max. 300 mm CM 854 max. 500 mm CM 852 CM 850 max. 300 mm CM 852 max. 500 mm -

2012-A-017 - Rev. 1 13 4.2.1.2.2. Ophangers de hoofddraagprofielen, beschreven in 4.2.1.2.1, worden om de opgehangen door middel van stalen snelophangers van het type CM 11000, opgebouwd uit een bovendeel ( draad 4 mm) dat aan een onderdeel ( draad 4 mm) bevestigd wordt door middel van een veerklem (materiaaldikte: 0,8 mm); de afstand van de snelophangers tot aan de rand van het plafond bedraagt max. 200 mm; de stabiliteit bij brand van de bevestiging van het opgehangen plafond aan de bovenliggende constructie dient minstens 30 minuten te bedragen. 4.2.1.2.3. Plafondtegels De inlegplafondtegels van de onderstaande types (dikte: 25 mm, 30 mm, 40 mm of 50 mm; nominale volumemassa (dikte: 25 mm, 30 mm of 40 mm): 145 kg/m³; nominale volumemassa (dikte: 50 mm): 175 kg/m³; nominale afmetingen: 1800 x 600 mm, 1200 x 600 mm en 600 x 600 mm) worden in het metalen raamwerk, beschreven in 4.2.1.2.1, aangebracht en vierzijdig ondersteund door de profielen van het metalen raamwerk: ROCKFON Blanka db35 A24; ROCKFON Blanka db40 A24; ROCKFON Blanka db42 A24; ROCKFON Blanka db44 A24; ROCKFON Krios db35 A24; ROCKFON Krios db40 A24; ROCKFON Krios db42 A24; ROCKFON Krios db44 A24; ROCKFON Sonar db35 A24; ROCKFON Sonar db40 A24; ROCKFON Sonar db42 A24; ROCKFON Sonar db44 A24. De randafwerking van het plafond wordt gerealiseerd door middel van afgesneden plafondtegels. De afgesneden rand van de plafondtegel rust op de randprofielen, beschreven in 4.2.1.2.1. We zijn eveneens van oordeel dat het gebruik van identieke plafondtegels op uitzondering van de kleur en/of de structuurafwerking aan de zichtzijde, de brandweerstand van de vloer/plafondconstructie, opgebouwd zoals hierboven beschreven, niet negatief zal beïnvloeden. 4.2.1.2.4. Accessoires in het opgehangen plafond Het is mogelijk om accessoires in het opgehangen plafond aan te brengen, op voorwaarde dat deze geen negatieve invloed hebben op de bekomen klassering van het hierboven beschreven vloer/plafondconstructie en dat dit aangetoond wordt door middel van bijkomende brandweerstandsproeven.

2012-A-017 - Rev. 1 14 4.2.1.2.5. Accessoires boven het opgehangen plafond Het is mogelijk om accessoires boven het opgehangen plafond aan te brengen, op voorwaarde dat de hieronder vermelde voorschriften worden gerespecteerd: de accessoires worden onafhankelijk van het opgehangen plafond geïnstalleerd, d.w.z. de accessoires maken geen deel uit van het opgehangen plafond; de stabiliteit bij brand van de accessoires en van de bevestiging van deze accessoires aan de bovenliggende constructie bedraagt minstens 30 minuten.

2012-A-017 - Rev. 1 15 4.2.1.3. Opgehangen plafond van het type systeem Dznl/A Een opgehangen plafond, opgebouwd zoals hieronder beschreven, wordt aangebracht onder de vloerconstructie beschreven in 4.2.1.1. 4.2.1.3.1. Metalen raamwerk één van de onderstaande types randprofielen, langs de volledige omtrek van het plafond aangebracht en om de max. 270 mm aan een draagconstructie uit steenachtig materiaal (vb. beton, cellenbeton, metselwerk ) bevestigd door middel van stalen spanhulzen (min. 6 x 30 mm): CM 1420 (stalen L-profiel; sectie: 24 x 24 mm; materiaaldikte: 0,5 mm). Facultatief kan een kantlat uit calciumsilicaat van het type ROCKFON (sectie (breedte x hoogte): 20 x 40 mm; volumemassa: ca. 1030 kg/m³) aangebracht worden. De kantlat wordt om de max. 450 mm aan de draagconstructie uit steenachtig materiaal (vb. beton, cellenbeton, metselwerk ) bevestigd door middel van spijkerpluggen (min. 3,5 x 65 mm) en bijhorende pluggen. Het randprofiel van het type CM 1420 (L-profiel) wordt dan om de max. 270 mm in de kantlat bevestigd door middel van stalen schroeven (min. 3,9 x 19 mm); CM 1461 (stalen W-profiel; sectie: 15 x 8 x 12 x 15 mm; materiaaldikte: 0,5 mm); een metalen raamwerk, opgebouwd als volgt: hoofddraagprofielen van één van de onderstaande types (stalen TT-bandraster; hoogte: 35,4 mm; materiaaldikte: 0,6 mm; : max. 1800 mm), opgehangen zoals beschreven in 4.2.1.3.2: - CM 3050 (breedte : 50 mm); - CM 3075 (breedte : 75 mm) ; - CM 3100 (breedte : 100 mm). Aanliggende hoofddraagprofielen worden aan elkaar gekoppeld door middel van een stalen verbindingsstuk (lengte: 200 mm; materiaaldikte: 0,6 mm) van het type CM 3051, CM 3076 of CM 3101 voor respectievelijk bandrasters met een breedte van 50 mm, 75 mm of 100 mm. De afstand van de hoofddraagprofielen tot de rand van het plafond bedraagt max. 1100 mm. De uiteinden van de hoofddraagprofielen worden aan de aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal bevestigd door middel van bevestigingsprofiel (materiaaldikte: 1 mm) van het type CM 3054, CM 3079 of CM 3104 voor respectievelijk bandrasters met een breedte van 50 mm, 75 mm of 100 mm. Het bevestigingsprofiel wordt in het bandraster geschoven en aan de aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal bevestigd door middel van stalen nagels (min. 3,5 x 60 mm);

2012-A-017 - Rev. 1 16 dwarsprofielen van één van de onderstaande types (stalen Z-profiel; sectie: 19 x 70 mm; materiaaldikte: 0,6 mm; lengte: max. 1800 mm; : ), dwars tussen de hoofddraagprofielen aangebracht: - dwarsprofielen voorzien van een haak van het type CM Z70H; - dwarsprofielen (zonder een haak) van het type CM Z70. De bovenstaande dwarsprofielen dienen alternerend aangebracht te worden. De afstand van de dwarsprofielen tot de rand van het plafond bedraagt max. 400 mm. De uiteinden van de dwarsprofielen aan de rand van het plafond rusten op de randprofielen. 4.2.1.3.2. Ophangers de hoofddraagprofielen, beschreven in 4.2.1.3.1, worden om de opgehangen door middel van stalen noniusophangers van het type Chicago Metallic, opgebouwd uit een onderdeel (materiaaldikte: min. 1 mm) dat aan een bovendeel (materiaaldikte: min. 1 mm) wordt bevestigd door middel van twee stalen borgpennen ( draad min. 2,5 mm). Het onderdeel van de noniusophanger dient geschikt te zijn voor de toepassing bij de hoofddraagprofielen, beschreven in 4.2.1.3.1; de afstand van de noniushangers tot aan de rand van het plafond bedraagt max. 300 mm; de stabiliteit bij brand van de bevestiging van het opgehangen plafond aan de bovenliggende constructie dient minstens 30 minuten te bedragen. 4.2.1.3.3. Plafondtegels De semi-verdekte plafondtegels van de onderstaande types (dikte: 25 mm, 30 mm, 40 mm of 50 mm; nominale volumemassa (dikte: 25 mm, 30 mm of 40 mm): 145 kg/m³; nominale volumemassa (dikte: 50 mm): 175 kg/m³; nominale afmetingen: 1800 x 600 mm en 1200 x 600 mm) worden in het metalen raamwerk, beschreven in 4.2.1.3.1, aangebracht en vierzijdig ondersteund door de profielen van het metalen raamwerk: ROCKFON Blanka db35 Dznl/A; ROCKFON Blanka db40 Dznl/A; ROCKFON Blanka db42 Dznl/A; ROCKFON Blanka db44 Dznl/A; ROCKFON Krios db35 Dznl/A; ROCKFON Krios db40 Dznl/A; ROCKFON Krios db42 Dznl/A; ROCKFON Krios db44 Dznl/A; ROCKFON Sonar db35 Dznl/A; ROCKFON Sonar db40 Dznl/A; ROCKFON Sonar db42 Dznl/A; ROCKFON Sonar db44 Dznl/A. De randafwerking van het plafond wordt gerealiseerd door middel van afgesneden plafondtegels. De afgesneden rand van de plafondtegel rust op de randprofielen, beschreven in 4.2.1.3.1. We zijn eveneens van oordeel dat het gebruik van identieke plafondtegels op uitzondering van de kleur en/of de structuurafwerking aan de zichtzijde, de brandweerstand van een vloer/plafondconstructie, opgebouwd zoals hierboven beschreven, niet negatief zal beïnvloeden.

2012-A-017 - Rev. 1 17 4.2.1.3.4. Accessoires in het opgehangen plafond Het is mogelijk om accessoires in het opgehangen plafond aan te brengen, op voorwaarde dat deze geen negatieve invloed hebben op de bekomen klassering van het hierboven beschreven vloer/plafondconstructie en dat dit aangetoond wordt door middel van bijkomende brandweerstandsproeven. 4.2.1.3.5. Accessoires boven het opgehangen plafond Het is mogelijk om accessoires boven het opgehangen plafond aan te brengen, op voorwaarde dat de hieronder vermelde voorschriften worden gerespecteerd: de accessoires worden onafhankelijk van het opgehangen plafond geïnstalleerd, d.w.z. de accessoires maken geen deel uit van het opgehangen plafond; de stabiliteit bij brand van de accessoires en van de bevestiging van deze accessoires aan de bovenliggende constructie bedraagt minstens 30 minuten.

2012-A-017 - Rev. 1 18 4.2.2. Brandweerstand REI 60 Op basis van de Europese norm EN 1992-1-2:2004 zijn wij van oordeel dat de brandweerstand van een vloer/plafondconstructie, opgebouwd zoals hieronder beschreven, niet minder dan REI 60 zal bedragen volgens de Europese norm EN 13501-2:2016. In dit geval wordt de brandweerstand van de vloer/plafondconstructie, opgebouwd zoals hieronder beschreven, enkel gerealiseerd door de grindbetonnen vloerconstructie. 4.2.2.1. Vloerconstructie Het opgehangen plafond wordt aangebracht onder een grindbetonnen vloerconstructie (dikte: min. 80 mm; volumemassa: min. 2300 kg/m³; betondekking: min. 20 mm). Indien de grindbetonnen vloerconstructie opgelegd is op stalen draagbalken, dient de draagcapaciteit van de stalen draagbalken minstens R 60 te bedragen volgens de Europese norm EN 13501-2:2016. 4.2.2.2. Opgehangen plafond Een opgehangen plafond, opgebouwd zoals beschreven in 4.2.1.2 of in 4.2.1.3, wordt aangebracht onder de vloerconstructie beschreven in 4.2.2.1.

2012-A-017 - Rev. 1 19 5. VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN ONDERHAVIG ADVIES Onderhavig classificatierapport is enkel geldig voor zover de stabiliteit van de constructie, opgebouwd zoals beschreven in 4, gegarandeerd is bij omgevingsvoorwaarden volgens de geldende normen. Onderhavig classificatierapport is enkel geldig in geval van een gesloten opgehangen plafond, d.w.z. zonder openingen in het plafond. Dit classificatierapport is enkel geldig voor zover de samenstelling van de producten niet is gewijzigd ten opzichte van deze van de producten getest tijdens bovenvermelde proeven. Onderhavig classificatierapport is uitsluitend geldig in samenhang met bovengenoemde beproevingsverslagen. Onderhavig classificatierapport kan niet worden gecombineerd met enig ander classificatierapport, tenzij uitdrukkelijk vermeld. Dit classificatierapport wordt uitgegeven op basis van de testgegevens en informatie overhandigd op het moment van de aanvraag door de aanvrager. Indien nadien tegenstrijdig bewijs beschikbaar wordt, zal het classificatierapport onvoorwaardelijk teruggetrokken worden en zal de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht worden. De geldigheid van onderhavig classificatierapport is beperkt tot 5 jaar na afleveringsdatum vermeld in onderhavig classificatierapport en kan na gunstig onderzoek verlengd worden. De aanvrager heeft het recht op het gebruik van bovenvermelde beproevingsverslagen en heeft eveneens bevestigd dat hij niet op de hoogte is van eender welke niet openbare informatie die de beoordeling in dit classificatierapport zou kunnen beïnvloeden en bijgevolg de bekomen conclusies. Indien de aanvrager naderhand op de hoogte wordt gesteld van dergelijke informatie, gaat deze akkoord om bovenvermeld classificatierapport en het gebruik voor gereglementeerde doeleinden - indien van toepassing - uit circulatie te halen. Dit document is de originele versie van dit classificatierapport en is opgemaakt in het Nederlands. Dit classificatierapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel voor publicitaire doeleinden worden gebruikt. Teksten, bestemd voor publiciteit en waarin dit technisch advies wordt vermeld, dienen voorafgaandelijk aan de goedkeuring van ISIB te worden onderworpen. Onderhavig classificatierapport vervangt Classificatierapport 2012-A-017. Onderhavig classificatierapport bevat 19 bladzijden. Datum: 16 maart 2017 Uiterste geldigheidsdatum: 16 maart 2022 OPGESTELD DOOR NAGEZIEN DOOR Signature 1 Signature 2 De authenticiteit van deze elektronische handtekeningen wordt verzekerd door Belgium Root CA.