Horizontale compartimentering Getest volgens EN of EN Classificatie volgens EN

Transcriptie

1 Horizontale compartimentering Getest volgens EN of EN Classificatie volgens EN Fire Protection Versie 11. Colofon Dit Handboek werd met de nodige zorg en aandacht opgesteld. Ondanks deze zorg en aandacht is het altijd mogelijk dat de inhoud onjuistheden en/of onvolkomenheden bevat. Op het ogenblik van zijn raadpleging verdient het aanbeveling om bij Promat International te informeren of de opgenomen constructies en systemen nog steeds beantwoorden aan de laatste trends inzake de ontwikkeling van wetenschap en techniek. De digitale versie van dit Handboek op onze website wordt regelmatig bijgewerkt. De informatie, aanbevelingen en meningen in dit Hand boek worden te goeder trouw weer- gegeven en zijn uitsluitend bedoeld te uwer informatie, overwegingen en verificatie. Zij zullen noch geheel noch gedeeltelijk worden opgevat als een waarborg of een voorstelling van zaken, waarvoor wij aansprakelijkheid aanvaarden. Met het oog op een goede uitvoering zal de installateur de constructie uitvoeren volgens de beschrijving van het proefverslag, beoordelingsrapport of classificatiedocument waarnaar in dit Handboek wordt verwezen. De voorgestelde knowhow en technologie blijven steeds eigendom van Promat International. -1

2 Betonnen vloeren Horizontale compartimentering met beton volgens EN of EN Beton brandt niet. Traditionele betonconstructies hebben echter een ontgoochelende brandweerstand. Bij blootstelling aan een sterk ontwikkelde brand springt het beton af en geeft aanleiding tot zware herstellingskosten. Bovendien treden er in de betonplaten thermische vervormingen op die zeer snel aanleiding geven tot een vrij grote doorbuiging. De brandweerstand van beschermde dragende betonplaten kan aangetoond worden door een brandproef volgens EN Volgens een andere invalshoek vertrekt men van de Eurocodes en de bijdrage van een beschermingsproduct tot de brandweerstand van het beton. De equivalente betondikte van een beschermingsmateriaal kan getest worden volgens EN , met de minimale en maximale beschermingsdikte, en resulteert in een Europees beoordelingsrapport. Bij betonnen vloeren is de ligging van de wapening kritiek voor de stabiliteit in geval van brand (R 60, R 90 of R 10). De dikte van het beton (en de eventuele onbrandbare afwerkingslagen) is dan weer bepalend voor de compartimenteringseis (EI 60, EI 90 of EI 10). De horizontale compartimentering gaat steeds gepaard met het criterium R. Wij spreken dan over betonnen vloeren met een brandweerstand REI 30, REI 60 of REI 90. Hierna volgt een schematische weergave van de verschillende mogelijkheden. Wij verwijzen verder naar Hoofdstuk 1 Draagconstructies volgens EN reeks voor de details van deze oplossingen. Bescherming van betonnen vloeren met PROMATECT -H, PROMATECT -100 of PROMATECT -T Bescherming van betonnen vloeren met PROMASPRAY -C450 of PROMAPAINT -SC3 Brandbescherming van houten vloerconstructies volgens EN met PROMATECT -H en PROMATECT -100 tegen de balken, op een structuur of bovenop de vloer Houten vloeren zijn scheidende elementen in de brandcompartimentering van het gebouw, maar hebben meestal ook een dragende functie. In de Europese terminologie worden ze dan ook geklasseerd als REI 30, REI 60 of REI 10. Ze komen vooral in renovatiewerken voor, maar ook nieuwe projecten worden op deze basis ontworpen. De in het Promat Handboek opgenomen constructies uitgevoerd met PROMATECT -100 of PROMATECT -H zijn speciaal gericht op de eenvoud van het concept. Men kan rechtstreeks tegen de balken aan werken of het plafond verlagen met éénlaagse constructies (REI 30 en 60). De afwerking van het plafond gebeurt door eenvoudig opplamuren en schilderen (zie blz. 0-16). In bijzondere gevallen kan men de brandweerstand tegen een brandaanval van onder naar boven ook bekomen door bovenop de bestaande houten vloer een PROMATECT -H plaat aan te brengen of van bovenuit tussen de balken te werken. Hierdoor kunnen de onderliggende sierbalken of pleisterlaag behouden en zichtbaar blijven. Wanneer er ook gedacht wordt aan een brandaanval in neerwaartse zin, vindt u de oplossing op blz. -1/. -

3 3 Houten vloeren REI 30 REI 60 REI 90 REI 10 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd p. -6 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd p. -10 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een dubbele laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd p. -17 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt glaswol-, rotswol- of celluloseisolatie aangebracht gw-e-i.30 p. -7 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt glaswol-, rotswol- of celluloseisolatie aangebracht gw-e-i.60 p. -11 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een dubbele laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt rotswolisolatie aangebracht e.10 p. -18 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd f.30 p. -8 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd f.60 p. -1 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een dubbele laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd f.90 p. -16 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een dubbele laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd f.10 p. -19 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt glaswol-, rotswol- of celluloseisolatie aangebracht f-gw-e-i.30 p. -9 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt glaswol-, rotswol- of celluloseisolatie aangebracht f-gw-e-i.60 p. -13 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een dubbele laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt rotswolisolatie aangebracht fe.10 p. 0 Onder de houten vloer wordt op een uitlijningslatwerk een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd h.60 p. -14 Onder de houten vloer wordt op een dubbele verlaagde ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. In de spouw voorziet men rotswol FJI.60 p. -14 Onder de houten vloer worden tussen de balken een laag PROMATECT -H platen 10 mm en rotswol bevestigd. 1.3cL.60 p

4 3 Bezwijkingspunten bij houten vloeren - algemene theorie Houten vloeren zijn meestal compartimentscheidingen met een dragende functie. Ze moeten dus voldoen aan de classificatie REI gedurende een bepaalde tijd. Zoals eerder vermeld, observeert men dus bovenop de vloer de beperking van de temperatuurstijging tot 140 C gemiddeld of 180 C in één punt (het I-criterium), de vlamdichtheid van het geheel (het E-criterium) en de stabiliteit onder de gebruiksbelasting (het R-criterium). Uit de brandproeven van de in dit hoofdstuk vermelde constructies blijkt, dat houten vloeren in principe drie zwakke punten vertonen. Houten vloeren zullen steeds op één van die drie punten falen. Het zal dus volstaan om voldoende aandacht aan deze punten te besteden om de doorbranding van de houten vloer te vermijden. De randaansluiting. Het zwakste punt is de randaansluiting. Daarom wordt in alle hierna beschreven constructies de ruimte tussen de langsbalk en de muur opgestopt met rotswol (max. 65 mm). De dwarse aansluiting wordt op diverse wijzen afgedicht, zoals in de afzonderlijke constructies vermeld. Dit kan dus gebeuren met PROMASEAL -S brandwerend silicone, met een PROMATECT -H of PROMATECT -100 lat of met een houten lat. Doorbranden van tand en groef. De tand-en groefaansluitingen van de vloerplanken gaan vrij snel doorbranden (bij een spouwtemperatuur van ± 400 C). Als men dus een vloer brandwerend wil beschermen, moet men dit moment uitstellen zolang als nodig is door het aanbrengen van een brandwerend scherm onder de vloer. De dikte van dit brandwerende scherm is vanzelfsprekend evenredig met de gewenste graad van brandweerstand. Promat heeft aangetoond dat de spouwtemperatuur voldoende laag blijft wanneer de voorgestelde bescherming wordt toegepast, om vrij de keuze te kunnen maken tussen klassieke vloerdelen (met dikte mm), spaanplaten (met dikte mm) of multiplexplaten (met dikte 18 mm). Bij die platen bevinden de voegen zich op de balken, de dwarsnaden worden onderaan afgedekt door een keper (min. sectie 38 x 4 mm). Men kan ook verdeelplaten met een tand- en groefsysteem gebruiken. De draagbalken. Bij beschermde balklagen is dit criterium zelden een oorzaak van falen, vermits dit pas optreedt bij hogere spouwtemperaturen. Let op voor inbranding van de houten vloer langs boven! Traditioneel wordt ervan uitgegaan dat de vuurbelasting aan de onderzijde van het plafond plaatsgrijpt. Hitte stijgt heet het dan. Bijgevolg waren alle oplossingen erop gericht de brandweerstand van houten vloeren te verhogen door een bescherming aan te brengen bij middel van een beplating onderaan. Dit wordt onder meer in de hand gewerkt door het feit dat de Belgische brandproeflaboratoria niet over de nodige uitrusting beschikken om een brandproef met brandaanval in de andere richting uit te voeren en de Europese normen evenmin in een beschrijving van een proefscenario voorzien. De werkelijkheid leert ons nochtans dat inbranding van de houten vloer van boven naar beneden wel degelijk voorkomt. Een brandende matras of een smeulend voorwerp brandt zich zeer snel een weg doorheen de plankenvloer. Men ondervindt dus dat de brandweerstand van een houten vloer, in geval van brand in de ruimte erboven, niet gewaarborgd is tegen inbranding van de plankenlaag zonder bijkomende bescherming. Een afdekking bovenop de houten vloer dringt zich dan ook op. Promat heeft testen uitgevoerd op belaste houten vloeren met een bescherming tegen een brandaanval aan de bovenzijde van de vloer. Het ISIB heeft de resultaten van deze brandproeven geëvalueerd en opgenomen in een Technisch Advies. Meer hierover leest u verder in dit Handboek (zie blz. -1/). -4

5 Profielensystemen voor plafonds -3 Brandbescherming van houten of betonnen vloeren met verlaagde plafonds met PROMATECT -H of PROMATECT -100 volgens EN Ophangsystemen Bij gebruik van verlaagde plafonds doen we voor het ophangen van die plafonds beroep op diverse ophangsystemen, geleverd door gespecialiseerde bedrijven. De beperkingen die op het vlak van belasting voor deze ophangsystemen gelden, zijn hier ook van toepassing. Bij het uitvoeren van brandproeven gebruiken we afstanden tussen de ophangers en tussen de ophangprofielen die eventueel groter zijn dan de voorgeschreven maximumafstanden. Belasting van de ophangsystemen Het volledige gewicht van het plafond wordt langs de ophangprofielen overgedragen naar de ophangers, die de belasting op hun beurt overdragen naar de achterliggende ruwbouwdraagstructuur. De eerste kracht is dus het gewicht dat in het ophangpunt zelf aangrijpt. Hier dienen dus bevestigingsmiddelen gebruikt te worden die voor het medium geschikt zijn (beton, hout of staal) en ook in geval van brand een bepaalde weerstand behouden. Dan komt de ophanger. Er zijn diverse modellen op de markt beschikbaar, gaande van zeer stijve naar zeer flexibele systemen, van snel te monteren naar omslachtiger bevestigingssystemen. De waarde van de gebruikskracht (met inbegrip van een zekere veiligheid) is voor elk systeem gekend en schommelt bij een ideale ophanging rond de 5 kg per ophanger. Dit dient geverifieerd te worden. Type ophangsystemen Een profielensysteem bestaat dus uit een reeks profielen, mooi uitgelijnd en op regelmatige afstanden opgehangen. Zoiets zal men een enkelvoudig systeem noemen. Men kan ook een dubbel rooster voorzien. Dan gaat men het primaire rooster verder uit mekaar hangen (indien de krachtverdeling dat toelaat) en het plaatdragende rooster gaat men dan op dezelfde korte afstand als het enkelvoudige rooster voorzien. In beide gevallen bevestigt men de platen direct tegen het plaatdragende rooster. De plaatnaden vallen dan in één richting op de profielen. In de andere richting is de plaatnaad dan niet afgedekt. De enige bedoeling hiervan is om aan te tonen dat de brandweerstand zelfs in dat geval behouden blijft, zodat op die wijze een zekere veiligheid ingebouwd wordt. Ook bij de keuze van de ophangers, waar we meestal een staaldraad met diameter mm gebruiken, moet men dit op dezelfde wijze bezien. Indien de belastingsaard dit vereist, dienen er zwaardere ophangers te worden gebruikt, en/of hun aantal te worden verhoogd (bv. bij over- of onderdruk). De volgende parameter is de afstand tussen de ophangers. Die heeft opnieuw alles te maken met de stijfheid van het ophangprofiel en de totale belasting (plaatgewicht + externe belasting). Deze zal meestal schommelen tussen de 800 en 100 mm. Tenslotte is er nog de onderlinge afstand tussen de profielen. Deze afstand wordt meestal geïnspireerd door de plaatbreedte of -lengte, maar beïnvloedt ook het totale gewicht per ophanger. Even nadenken dus! Wanneer er een extra belasting onder deze structuur wordt voorzien, dient dit afzonderlijk te worden bestudeerd. Let erop dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen gelijkmatig verdeelde belastingen en puntlasten (bij de te voorziene technische uitrustingen). De verdeling van het gewicht over het volledige oppervlak en bijgevolg de overdracht van de kracht naar de ophangers toe, wordt hier sterk beïnvloed. Er zijn ook tweedimensionale systemen op de markt beschikbaar. Hierbij wordt een echt raster gevormd, waarbij de profielen in beide richtingen in hetzelfde horizontale vlak liggen. Op die manier worden de plaatnaden wel afgedicht en kan men in geval van brand dus betere resultaten verwachten. Deze ontwikkeling is aan gang. -5

6 3 Plafond met PROMATECT -100 dikte 10 mm REI A-039 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd. Supplementair gewicht: ± 8 kg/m PROMATECT -100, d = 10 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 45 mm Naaldhouten draagbalken, om de max. 600 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ Houten lat, min. 38 x 4 mm Houten lat, min. 44 x 34 mm min. 500 kg/m³ Sterkteklasse C18 C4 Sectie (b x h) 63 x 175 mm 69 x 169 mm Normaalspanning* 8,7 N/mm² 15,6 N/mm² Schuifspanning* 0,4 N/mm² 0,7 N/mm² Figuur A Figuur B Figuur C Figuur A: De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. Figuur B: De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. Figuur C: De PROMATECT -100 platen kunnen eveneens bevestigd worden op houten latten min. 44 x 34 mm (voor platen met rechte boorden) of min. 60 x 34 mm (voor platen met afgeschuinde boorden), die om de 400 mm dwars onder de houten draagbalken worden bevestigd met schroeven lengte 50 mm. De langse voegen bevinden zich op de houten latten. De dwarse voegen dienen niet te worden afgedekt. Bij plaatsing op de houten draagbalken met een h.o.h. afstand van 600 mm bevinden de dwarse voegen zich ter plaatse van de balken. De langse voegen worden afgedekt met bijkomende houten latten min. 44 x 34 mm. Indien de houten draagbalken geplaatst zijn met een h.o.h. afstand van 400 mm moeten de langse voegen zich ter plaatse van de balken bevinden. De dwarse voegen worden dan niet afgedekt. De randaansluiting van de PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Er kan ook gebruik worden gemaakt van platen met of 4 afgeschuinde boorden. In dat geval dienen de naden en bevestigingspunten te worden afgewerkt met Promat Gebruiksklare Plamuur. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz

7 3 Plafond met PROMATECT -100 dikte 10 mm en isolatie REI gw-e-i A-039 Figuur A Figuur B ❼ Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt er glaswol-, rotswolof cellulose-isolatie aangebracht. Supplementair gewicht: ± 13 kg/m PROMATECT -100, d = 10 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 45 mm Glaswolisolatie, volumieke massa: min. 0 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m² (Figuur A) Rotswolisolatie, volumieke massa: min. 45 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m² (Figuur B) Cellulose-isolatie, volumieke massa: min. 50 kg/m³ en drie lagen dampscherm, d = 0, mm, aangebracht met nieten. De randaansluitingen en voegen van het dampscherm worden afgewerkt door middel van de daartoe geschikte voegband en afdichtingsproduct (Figuur C) Naaldhouten draagbalken, om de max. 500 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa min. 500 kg/m³ Sterkteklasse C18 C4 Sectie (b x h) 63 x 175 mm 69 x 169 mm Normaalspanning* 8,7 N/mm² 15,6 N/mm² Schuifspanning* 0,4 N/mm² 0,7 N/mm² * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ ❼ Houten latten, min. 70 x 44 mm, die om de max. 400 mm dwars onder de houten draagbalken worden aangebracht en (met een max. tussenafstand van 400 mm) worden bevestigd met schroeven 70 mm. Alle richtlijnen m.b.t. de afwerking en randaansluitingen, vermeld in constructie , zijn ook hier van toepassing. Figuur C -7

8 3 Verlaagd plafond met PROMATECT -100 dikte 10 mm REI f A-039 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd. Supplementair gewicht: ± 9 kg/m PROMATECT -100, d = 10 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 35 mm Naaldhouten draagbalken, om de max. 600 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Enkele C 60/7/0,6 ophangstructuur: profielen om de 400 mm, opgehangen om de 800 mm of Dubbele C 60/7/0,6 ophangstructuur: hoofddraagprofielen om de 900 mm, opgehangen om de 900 mm en plaatdragende profielen om de 400 mm, om de 900 mm aan de hoofddraagprofielen bevestigd. Ophanger van het type veerklemplafondhanger, noniushanger, plafondhanger, universele plafondhanger of verbindingsruiter, bevestigd met schroeven 40 mm. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ min. 500 kg/m³ Sterkteklasse C18 C4 Sectie (b x h) 63 x 175 mm 69 x 169 mm Normaalspanning* 8,7 N/mm² 15,6 N/mm² Schuifspanning* 0,4 N/mm² 0,7 N/mm² Figuur A Figuur B De langse voegen tussen de platen bevinden zich ter plaatse van de plaatdragende profielen. De dwarse voegen dienen niet bijkomend afgedekt te worden. Figuur A: De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. Figuur B: De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. De randaansluiting van de PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Er kan ook gebruik worden gemaakt van platen met of 4 afgeschuinde boorden. In dat geval dienen de naden en bevestigingspunten te worden afgewerkt met Promat Gebruiksklare Plamuur. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz

9 3 Verlaagd plafond met PROMATECT -100 dikte 10 mm en isolatie REI f-gw-e A-039 ❼ ❽ Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt glaswol- of rotswolisolatie aangebracht. Supplementair gewicht: ± 1 kg/m² PROMATECT -100, d = 10 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 35 mm Glaswolisolatie, volumieke massa: min. 0 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m², aangebracht tussen de balken of op het metalen raamwerk (Fig. A + B) Rotswolisolatie, volumieke massa: min. 45 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m² aangebracht tussen de balken of volumieke massa: min. 35 kg/m³, oppervlaktegewicht: max.,7 kg/m² aangebracht op het metalen raamwerk (Fig. C + D) Naaldhouten draagbalken, om de max. 600 mm geplaatst en met volgende Figuur A - glaswol tussen de balken ❼ Volumieke massa min. 500 kg/m³ Sterkteklasse C18 C4 Sectie (b x h) 63 x 175 mm 69 x 169 mm Figuur B - glaswol op het metalen raamwerk ❼ Normaalspanning* 8,7 N/mm² 15,6 N/mm² Schuifspanning* 0,4 N/mm² 0,7 N/mm² eigenschappen: * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Enkele C 60/7/0,6 ophangstructuur: profielen om de 400 mm, opgehangen om de 800 mm of Dubbele C 60/7/0,6 ophangstructuur: hoofddraagprofielen om de 900 mm, opgehangen om de 900 mm en plaatdragende profielen om de 400 mm, om de 900 mm aan de hoofddraagprofielen bevestigd. Ophanger van het type veerklemplafondhanger, noniushanger, plafondhanger, universele plafondhanger of verbindingsruiter, bevestigd met schroeven 40 mm. ❼ Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ ❽ Houten lat, min. 70 x 44 mm, om de 400 mm bevestigd met schroeven 70 mm Figuur C - rotswol tussen de balken Figuur D - rotswol op het metalen raamwerk ❼ De langse voegen tussen de platen bevinden zich ter plaatse van de plaatdragende profielen. De dwarse voegen dienen niet bijkomend afgedekt te worden. Figuur A: De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. Figuur B: De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. De randaansluiting van de PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Er kan ook gebruik worden gemaakt van platen met of 4 afgeschuinde boorden. In dat geval dienen de naden en bevestigingspunten te worden afgewerkt met Promat Gebruiksklare Plamuur. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz

10 3 Plafond met PROMATECT -100 dikte 15 mm REI A-039 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Supplementair gewicht: ± 13 kg/m PROMATECT -100, d = 15 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 55 mm Naaldhouten draagbalken, om de max. 600 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ Houten lat, min. 38 x 4 mm Houten lat, min. 70 x 44 mm min. 500 kg/m³ Sterkteklasse C18 C4 Sectie (b x h) 63 x 175 mm 69 x 169 mm Normaalspanning* 8,7 N/mm² 15,6 N/mm² Schuifspanning* 0,4 N/mm² 0,7 N/mm² Figuur A Figuur B Figuur C Bij plaatsing op de houten draagbalken met een h.o.h. afstand van max. 600 mm bevinden de dwarse voegen zich ter plaatse van de balken. De langse voegen worden afgedekt met bijkomende houten latten min. 70 x 44 mm, behalve indien de h.o.h. afstand van de houten draagbalken max. 500 mm bedraagt. Figuur A: De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. Figuur B: De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. Figuur C: De PROMATECT -100 platen kunnen eveneens bevestigd worden op houten latten min. 70 x 44 mm, die om de max. 400 mm dwars onder de houten draagbalken worden bevestigd met schroeven lengte 70 mm. In dit geval bedraagt de tussenafstand van de naaldhouten draagbalken max. 500 mm. De langse voegen bevinden zich op de houten latten. De dwarse voegen dienen niet te worden afgedekt. De randaansluiting van de PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Er kan ook gebruik worden gemaakt van platen met of 4 afgeschuinde boorden. In dat geval dienen de naden en bevestigingspunten te worden afgewerkt met Promat Gebruiksklare Plamuur. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz

11 3 Plafond met PROMATECT -100 dikte 15 mm en isolatie REI gw-e-i A-039 Figuur A Figuur B ❼ Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt er glaswol-, rotswolof cellulose-isolatie aangebracht. Supplementair gewicht: ± 13 kg/m PROMATECT -100, d = 15 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 55 mm Glaswolisolatie, volumieke massa: min. 0 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m² (Figuur A) Rotswolisolatie, volumieke massa: min. 45 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m² (Figuur B) Cellulose-isolatie, volumieke massa: min. 50 kg/m³ en drie lagen dampscherm, d = 0, mm, aangebracht met nieten. De randaansluitingen en voegen van het dampscherm worden afgewerkt door middel van de daartoe geschikte voegband en afdichtingsproduct (Figuur C) Naaldhouten draagbalken, om de max. 500 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa min. 500 kg/m³ Sterkteklasse C18 C4 Sectie (b x h) 63 x 175 mm 69 x 169 mm Normaalspanning* 8,7 N/mm² 15,6 N/mm² Schuifspanning* 0,4 N/mm² 0,7 N/mm² * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ ❼ Houten latten, min. 70 x 44 mm, die om de max. 400 mm dwars onder de houten draagbalken worden aangebracht en (met een max. tussenafstand van 400 mm) worden bevestigd met schroeven 70 mm. Alle richtlijnen m.b.t. de afwerking en randaansluitingen, vermeld in constructie , zijn ook hier van toepassing. Figuur C -11

12 3 Verlaagd plafond met PROMATECT -100 dikte 15 mm REI f A-039 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Supplementair gewicht: ± 14 kg/m PROMATECT -100, d = 15 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 35 mm Naaldhouten draagbalken, om de max. 600 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Enkele C 60/7/0,6 ophangstructuur: profielen om de 500 mm, opgehangen om de 800 mm of Dubbele C 60/7/0,6 ophangstructuur: hoofddraagprofielen om de 900 mm, opgehangen om de 900 mm en plaatdragende profielen om de 500 mm, om de 900 mm aan de hoofddraagprofielen bevestigd. Ophanger van het type veerklemplafondhanger, noniushanger, plafondhanger, universele plafondhanger of verbindingsruiter, bevestigd met schroeven 40 mm. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ min. 500 kg/m³ Sterkteklasse C18 C4 Sectie (b x h) 63 x 175 mm 69 x 169 mm Normaalspanning* 8,7 N/mm² 15,6 N/mm² Schuifspanning* 0,4 N/mm² 0,7 N/mm² Figuur A Figuur B De dwarse voegen tussen de platen bevinden zich ter plaatse van de plaatdragende profielen. De langse voegen dienen niet bijkomend afgedekt te worden. Figuur A: De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. Figuur B: De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. De randaansluiting van de PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Er kan ook gebruik worden gemaakt van platen met of 4 afgeschuinde boorden. In dat geval dienen de naden en bevestigingspunten te worden afgewerkt met Promat Gebruiksklare Plamuur. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz

13 3 Verlaagd plafond met PROMATECT -100 dikte 15 mm en isolatie REI f-gw-e A-039 ❼ ❽ Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt glaswol- of rotswolisolatie aangebracht. Supplementair gewicht: ± 17 kg/m² PROMATECT -100, d = 15 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 35 mm Glaswolisolatie, volumieke massa: min. 0 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m², aangebracht tussen de balken of op het metalen raamwerk Rotswolisolatie, volumieke massa: min. 45 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m² aangebracht tussen de balken of volumieke massa: min. 35 kg/m³, oppervlaktegewicht: max.,7 kg/m² aangebracht op het metalen raamwerk Naaldhouten draagbalken, om de max. 600 mm geplaatst en met volgende Figuur A - glaswol tussen de balken ❼ Volumieke massa min. 500 kg/m³ Sterkteklasse C18 C4 Sectie (b x h) 63 x 175 mm 69 x 169 mm Figuur B - glaswol op het metalen raamwerk ❼ Normaalspanning* 8,7 N/mm² 15,6 N/mm² Schuifspanning* 0,4 N/mm² 0,7 N/mm² eigenschappen: * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Enkele C 60/7/0,6 ophangstructuur: profielen om de 500 mm, opgehangen om de 800 mm of Dubbele C 60/7/0,6 ophangstructuur: hoofddraagprofielen om de 900 mm, opgehangen om de 900 mm en plaatdragende profielen om de 500 mm, om de 900 mm aan de hoofddraagprofielen bevestigd. Ophanger van het type veerklemplafondhanger, noniushanger, plafondhanger, universele plafondhanger of verbindingsruiter, bevestigd met schroeven 40 mm. ❼ Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ Figuur C - rotswol tussen de balken Figuur D - rotswol op het metalen raamwerk ❼ Figuur A: De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. Figuur B: De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. De dwarse voegen tussen de platen bevinden zich ter plaatse van de plaatdragende profielen. De langse voegen dienen niet bijkomend afgedekt te worden. De randaansluiting van de PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Er kan ook gebruik worden gemaakt van platen met of 4 afgeschuinde boorden. In dat geval dienen de naden en bevestigingspunten te worden afgewerkt met Promat Gebruiksklare Plamuur. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz

14 3 Plafond met PROMATECT -100 dikte 1 mm REI Efectis-R9138J [Rev. 1] 100.3h.60 Onder de houten vloer wordt op een uitlijningslatwerk een laag PROMATECT -100 platen 1 mm bevestigd. Supplementair gewicht: ± 11 kg/m PROMATECT -100, d = 1 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 55 mm Houten regel 44 x 70 mm, om de 400 mm op de kopse naden geplaatst en in de houten balken bevestigd met schroeven 70 mm Houten balken min. 69 x 169 mm met een max. h.o.h. afstand van 600 mm; max. moment en max. dwarskracht kleiner dan getest Verdeelplaat De ruimte tussen langsbalk en muur wordt opgestopt met rotswol. Aan de andere muuraansluiting gebeurt de afdichting met PROMASEAL -S brandwerende siliconekit of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Er kan ook gebruik worden gemaakt van platen met of 4 afgeschuinde boorden. In dat geval dienen de naden en bevestigingspunten te worden afgewerkt met Promat Gebruiksklare Plamuur. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz Promat constructie 100.3he.60 Het toevoegen van 90 mm glaswolisolatie tussen de balken heeft geen nadelig effect op de brandweerstand REI 60 (013-Efectis-R0166b). Verlaagd plafond met PROMATECT -100 dikte 15 mm REI FJI A-039 Onder de belaste houten vloer wordt op een verlaagde, dubbele ophangstructuur een laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. In de spouw voorziet men rotswol. Supplementair gewicht: ± 30 kg/m PROMATECT -100, d = 15 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 35 mm FJI-ligger C 60/7/0,6 ophangstructuur, hoofddraagprofielen om de 900 mm, opgehangen om de 900 mm C 60/7/0,6 ophangstructuur, plaatdragende profielen om de 500 mm, opgehangen om de 900 mm. De randprofielen worden om de 300 mm aan de ruwbouw bevestigd met schroeven 45 mm en plastic pluggen. Rotswol, d = 60 mm. Volumieke massa: ± 45 kg/m³ Verdeelplaat Er wordt geen gebruik gemaakt van voegdekkers of dwarsafsluitende latten. De randaansluitingen, de naden en de bevestigingspunten worden geplamuurd. De zichtbare plaat heeft afgeschuinde boorden. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz Het type FJI-ligger, de overspanning en de tussenafstand worden bepaald in functie van de maximale buiging, de trek- en de schuifspanning zoals weergegeven in het Technisch Advies. Hou ook rekening met onze opmerkingen op blz. -5 in verband met het gekozen ophangsysteem. -14

15 3 PROMATECT -H dikte 10 mm + rotswol tussen de balken, montage langs bovenzijde REI cL B Onder de houten vloer worden tussen de balken een laag PROMATECT -H platen 10 mm en rotswol bevestigd. Supplementair gewicht: ± 13 kg/m PROMATECT -H, d = 10 mm, om de 50 mm bevestigd met schroeven 5 mm De voegen worden afgedekt met een strook in PROMATECT -H, 10 x 100 mm, bevestigd met PROMACOL -K84/500 lijm en met enkele nieten Rotswol, d = 60 mm volumieke massa: ± 35 kg/m³ Stalen L-profiel 30 x 30 x 0,75 mm, om de 50 mm in de houten balken bevestigd met houtschroeven 50 mm ALSIJOINT strook 1 x 50 mm, samengedrukt tussen het L-profiel en de houten balken Houten balken min. 75 x 5 mm met een max. h.o.h. afstand van 500 mm; max. moment en max. dwarskracht kleiner dan getest Verdeelplaat De ruimte tussen langsbalk en muur wordt opgestopt met rotswol. De platen worden met rechte boorden tegen elkaar geplaatst zonder speling. De naden en de bevestigingspunten moeten dan niet geplamuurd worden om de vereiste brandweerstand te bereiken. Deze oplossing is ideaal voor renovaties waarbij er zich aan de onderzijde een decoratief (pleister)plafond bevindt, dat in zijn originele staat moet behouden blijven. -15

16 3 Verlaagd plafond met PROMATECT -100 dikte x 10 mm REI f A-039 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een dubbele laag PROMATECT -100 platen 10 mm bevestigd. Supplementair gewicht: ± 1 kg/m PROMATECT -100, d = x 10 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 45 mm voor de eerste laag en om de 00 mm met schroeven 55 mm voor de tweede laag. De plaatnaden verspringen t.o.v. elkaar Naaldhouten draagbalken, om de max. 600 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Enkele C 60/7/0,6 ophangstructuur: profielen om de 400 mm, opgehangen om de 800 mm of Dubbele C 60/7/0,6 ophangstructuur: hoofddraagprofielen om de 900 mm, opgehangen om de 900 mm en plaatdragende profielen om de 500 mm, om de 900 mm aan de hoofddraagprofielen bevestigd. Ophanger van het type veerklemplafondhanger, noniushanger, plafondhanger, universele plafondhanger of verbindingsruiter, bevestigd met schroeven 40 mm. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ De langse voegen tussen de platen bevinden zich ter plaatse van de plaatdragende profielen. De dwarse voegen dienen niet bijkomend te worden afgedekt. Figuur A: Volumieke massa min. 500 kg/m³ Sterkteklasse C18 C4 Sectie (b x h) 63 x 175 mm 69 x 169 mm Normaalspanning* 8,7 N/mm² 15,6 N/mm² Schuifspanning* 0,4 N/mm² 0,7 N/mm² De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. De randaansluiting van de PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz

17 3 Plafond met PROMATECT -100 dikte x 15 mm - REI A-039 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een dubbele laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Supplementair gewicht: ± 30 kg/m PROMATECT -100, d = x 15 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 55 mm voor de eerste laag en om de 00 mm met schroeven 75 mm voor de tweede laag. De plaatnaden verspringen t.o.v. elkaar. Naaldhouten draagbalken, om de max. 500 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa Sterkteklasse Sectie (b x h) Normaalspanning* Schuifspanning* * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ Houten lat, min. 38 x 4 mm min. 500 kg/m³ C18 63 x 175 mm 8,7 N/mm² 0,4 N/mm² Figuur A Figuur B De PROMATECT -100 platen worden geschrankt met de langse of de dwarse voegen op de balken geplaatst in functie van de tussenafstand van de draagbalken, die 400 mm, resp. 500 mm bedraagt. De andere plaatvoegen dienen niet te worden afgedekt. Figuur A: De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. Figuur B: De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. De PROMATECT -100 platen worden geschrankt met de langse of de dwarse voegen op de balken geplaatst in functie van de tussenafstand van de draagbalken, die 400 mm, resp. 500 mm bedraagt. De andere plaatvoegen dienen niet te worden afgedekt. De randaansluiting van de PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. -17

18 3 Plafond met PROMATECT -100 dikte x 15 mm en rotswolisolatie - REI e A-039 Onder de houten vloer wordt rechtstreeks in de balken een dubbele laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt rotswolisolatie aangebracht. Supplementair gewicht: ± 30 kg/m PROMATECT -100, d = x 15 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 55 mm voor de eerste laag en om de 00 mm met schroeven 75 mm voor de tweede laag. De plaatvoegen verspringen t.o.v. elkaar. Rotswolisolatie, volumieke massa: min. 45 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m² Naaldhouten draagbalken, om de max. 500 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa Sterkteklasse Sectie (b x h) Normaalspanning* Schuifspanning* min. 500 kg/m³ C18 63 x 175 mm 8,7 N/mm² 0,4 N/mm² * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ Alle richtlijnen m.b.t. de afwerking en randaansluitingen, vermeld in constructie , zijn ook hier van toepassing. -18

19 3 Verlaagd plafond met PROMATECT -100 dikte x 15 mm REI f A-039 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een dubbele laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Supplementair gewicht: ± 30 kg/m PROMATECT -100, d = x 15 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 45 mm voor de eerste laag en om de 00 mm met schroeven 55 mm voor de tweede laag. De plaatvoegen verspringen t.o.v. elkaar. Naaldhouten draagbalken, om de max. 500 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa Sterkteklasse Sectie (b x h) Normaalspanning* Schuifspanning* * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Enkele C 60/7/0,6 ophangstructuur: profielen om de 500 m (of om de 400 mm), opgehangen om de 800 mm Ophanger van het type veerklemplafondhanger noniushanger, plafondhanger, universele plafondhanger of verbindingsruiter, bevestigd met schroeven 40 mm. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ min. 500 kg/m³ C18 63 x 175 mm 8,7 N/mm² 0,4 N/mm² Bij plaatsing van de profielen om de 500 mm bevinden de dwarse voegen tussen de platen zich ter plaatse van de plaatdragende profielen. De langse voegen dienen niet bijkomend te worden afgedekt. Wanneer de profielen om de 400 mm geplaatst worden, bevinden de langse voegen zich ter plaatse van de profielen. De dwarse voegen dienen dan niet bijkomend te worden afgedicht. Figuur A: De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. Figuur B: Figuur A Figuur B De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. De randaansluiting van PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz

20 3 Verlaagd plafond met PROMATECT -100 dikte x 15 mm en rotswolisolatie REI f-e A-039 Onder de houten vloer wordt op een verlaagde ophangstructuur een dubbele laag PROMATECT -100 platen 15 mm bevestigd. Tussen de houten draagbalken wordt rotswolisolatie aangebracht. Supplementair gewicht: ± 3 kg/m PROMATECT -100, d = x 15 mm, om de 00 mm bevestigd met schroeven 45 mm voor de eerste laag en om de 00 mm met schroeven 55 mm voor de tweede laag. De plaatvoegen verspringen t.o.v. elkaar. Rotswolisolatie, volumieke massa: min. 45 kg/m³, oppervlaktegewicht: max. 1,8 kg/m² Naaldhouten draagbalken, om de max. 500 mm geplaatst en met volgende eigenschappen: Volumieke massa Sterkteklasse Sectie (b x h) Normaalspanning* Schuifspanning* * De spanningen dienen te worden bepaald op basis van de accidentele belastingscombinatie in geval van brand volgens de betreffende Eurocode en bijhorende Nationale Bijlage. Enkele C 60/7/0,6 ophangstructuur: profielen om de 500 mm (of om de 400 mm), opgehangen om de 800 mm Ophanger van het type veerklemplafondhanger, noniushanger, plafondhanger, universele plafondhanger of verbindingsruiter, bevestigd met schroeven 40 mm. Verdeelplaat van één van de volgende types, bevestigd met nagels of schroeven: houten plankenvloer, d = min. mm. Volumieke massa: min. 500 kg/m³ multiplexplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ OSB-plaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 550 kg/m³ Duripanel - vezelcementgebonden houtvezelplaat, d = min. 18 mm. Volumieke massa: min. 150 kg/m³ min. 500 kg/m³ C18 63 x 175 mm 8,7 N/mm² 0,4 N/mm² Bij plaatsing van de profielen om de 500 mm bevinden de dwarse voegen tussen de platen zich ter plaatse van de plaatdragende profielen. De langse voegen dienen niet bijkomend afgedekt te worden. Wanneer de profielen om de 400 mm geplaatst worden, bevinden de langse voegen zich ter plaatse van de profielen. De dwarse voegen dienen dan niet bijkomend afgedicht te worden. De ruimte tussen de randbalken en een aanliggende draagconstructie uit steenachtig materiaal (max. 65 mm) wordt volledig opgevuld met rotswol van min. 45 kg/m³. De voegen van de verdeelplaat die niet voorzien zijn van een tand- en groefverbinding worden afgedekt met een bijkomende houten lat min. 38 x 4 mm of bevinden zich ter plaatse van de houten draagbalken. De randaansluiting van PROMATECT -100 platen met de ruwbouw wordt afgewerkt door middel van PROMASEAL -S brandwerend silicone of PROMASEAL -A brandwerende mastiek. Platen met rechte boorden worden tegen elkaar geplaatst zonder speling en zonder verdere afwerking. Voor de afwerking van de voegen en het schilderen, zie blz