Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Vergelijkbare documenten
RICHTLIJN 2009/62/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

F1 71 PE T4.3 TREKKERS

Ontwerp. VERORDENING (EU) Nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van...

VERORDENINGEN. L 291/22 Publicatieblad van de Europese Unie

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 157/ 106. RICHTLIJN 2004/76/EG VAN DE RAAD van

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72.

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1

(Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 26 juni 1975

1 PB nr. C 24 van , blz PB nr. C 240 van , blz PB nr. C 159 van , blz. 32.

MEDEDELING AAN DE LEDEN

(Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN 93 / 59/EEG VAN DE RAAD

RICHTLIJN 2001/111/EG VAN DE RAAD van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde suikers (PB L 10 van , blz.

PROVINCIALE THEMA-ACTIE MOTORFIETSEN

Brussel, 26 juli 2012 (27.07) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 12921/12 TRA S 256

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Geconsolideerde TEKST

Geconsolideerde TEKST

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

GEMEENSCHAPPELIJKE BELEIDSLIJNEN Aanvraagtermijn overleg:

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

1990L0269 NL

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juni 2006 (08.06) (OR. fr) 10260/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0059 (COD) CODIF 20 ENT 90 CODEC 603

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 175, lid 1,

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23

RICHTLIJN 96/8/EG VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 29/45 RICHTLIJNEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 april 2016 (OR. en)

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 oktober 2014 (OR. en)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...]

L 291/36 Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8694/02 UD 31

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Individuele goedkeuringseisen en wijze van keuren

1997R0258 NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

(1999/C 55/06) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 118 A,

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 februari 2002 (01.03) (OR.en) 6445/02. Interinstitutioneel dossier: 2000/0236 (COD) 2000/0237 (COD)

opgenomen formulier gebruikt overeenkomstig de in de volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2006 (21.11) (OR. en) 15383/06. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0165 (CNS) FISC 140

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 april 2009 (OR. en) 8558/09 LIMITE TRA S 145

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

Hierbij gaat voor de delegaties document D043090/01.

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 157/ 87. RICHTLIJN 2004/74/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004

Geconsolideerde TEKST

15495/1/10 REV 1 VP/lg DG G1

RICHTLIJN 96/8/EG VAN DE COMMISSIE. van 26 februari 1996

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Geconsolideerde TEKST

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE 97/0155 (COD) PE-CO S 3608/99 C4-0172/99 ECO 106 UD 43 CODEC 147

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120

Geconsolideerde TEKST

***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

Transcriptie:

1993L0094 NL 26.05.1999 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen "B RICHTLIJN 93/94/EEG VAN DE RAAD van 29 oktober 1993 betreffende de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen (PB L 311 van 14.12.1993, blz. 83) Gewijzigd bij: Publicatieblad nr. blz. datum "M1 Richtlijn 1999/26/EG van de Commissie van 20 april 1999 L 118 32 6.5.1999

1993L0094 NL 26.05.1999 001.001 2 RICHTLIJN 93/94/EEG VAN DE RAAD van 29 oktober 1993 betreffende de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichtingen van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 110 A, Gelet op Richtlijn 92/61/EEG van de Raad van 30 juni 1992 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen ( 1 ), Gezien het voorstel van de Commissie ( 2 ), In samenwerking met het Europees Parlement ( 3 ), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 4 ), Overwegende dat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen omvat waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd; dat er maatregelen moeten worden vastgesteld met het oog op de goede werking van de interne markt; Overwegende dat in elke Lid-Staat twee- of driewielige motorvoertuigen, wat de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat betreft, bepaalde technische kenmerken moeten vertonen die zijn vastgelegd in dwingende voorschriften welke van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen; dat deze verschillen het handelsverkeer binnen de Gemeenschap belemmeren; Overwegende dat deze belemmeringen voor de werking van de interne markt kunnen worden opgeheven, indien alle Lid-Staten dezelfde voorschriften aannemen ter vervanging van hun nationale regelgeving; Overwegende dat het noodzakelijk is geharmoniseerde voorschriften inzake de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen vast te stellen om voor elk type van de genoemde voertuigen de goedkeuringsprocedures van Richtlijn 92/61/EEG te kunnen toepassen; Overwegende dat deze richtlijn niet ten doel heeft de afmetingen van de in de verschillende Lid-Staten gebruikte kentekenplaten te harmoniseren; dat het derhalve de taak van de Lid-Staten is erop toe te zien dat uitstekende kentekenplaten geen gevaar voor de gebruikers vormen, zonder dat zulks evenwel wijzigingen in de constructie van de voertuigen vergt; Overwegende dat vanwege de omvang en de gevolgen van het overwogen optreden in de betrokken sector de met deze richtlijn beoogde communautaire maatregelen noodzakelijk en zelfs onontbeerlijk zijn om het gestelde doel, namelijk de communautaire goedkeuring per type voertuig, te bereiken, en dat dit niet voldoende door de Lid-Staten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Deze richtlijn en haar bijlage zijn van toepassing op de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van elk type voertuig als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 92/61/EEG. Artikel 2 De procedure voor het verlenen van de goedkeuring wat de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van een type twee- of driewielig motorvoertuig betreft, alsmede de voorwaarden voor het vrije verkeer van deze voertuigen zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/61/EEG, respectievelijk in hoofdstuk II en hoofdstuk III. ( 1 ) PB nr. L 255 van 10. 8. 1992, blz. 72. ( 2 ) PB nr. C 293 van 9. 11. 1992, blz. 38. ( 3 ) PB nr. C 337 van 21. 12. 1992, blz. 104 en besluit van 27 oktober 1993 (nog niet verschenen in het Publikatieblad ( 4 ) PB nr. C 73 van 15. 3. 1993, blz. 22.

1993L0094 NL 26.05.1999 001.001 3 Artikel 3 De wijzigingen die noodzakelijk zijn om de in de bijlagen neergelegde voorschriften aan te passen aan de vooruitgang van de techniek, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Richtlijn 70/156/EEG ( 1 ). Artikel 4 1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 mei 1995 aan deze richtlijn te voldoen en maken die bepalingen bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten. Vanaf de in de eerste alinea genoemde datum mogen de Lid-Staten het voor het eerst in het verkeer brengen van voertuigen die aan deze richtlijn voldoen niet verbieden om redenen die met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat verband houden. Zij passen de in de eerste alinea bedoelde bepalingen toe vanaf 1 november 1995. 2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst mede van de bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied aannemen. Artikel 5 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. ( 1 ) PB nr. L 42 van 23. 2. 1970, blz. 1. Richtlijn laatselijk gewijzigd bij Richtlijn 92/53/EEG (PB nr. L 225 van 10. 8. 1992, blz. 1).

1993L0094 NL 26.05.1999 001.001 4 BIJLAGE 1. AFMETINGEN De afmetingen van de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van motorvoertuigen ( 1 ) zijn als volgt: 1.1. Bromfietsen en lichte vierwielers zonder carrosserie 1.1.1. breedte: 100 mm; 1.1.2. hoogte: 175 mm; of 1.1.3. breedte: 145 mm; 1.1.4. hoogte: 125 mm. 1.2. Motorfietsen, driewielers met een maximumvermogen tot 15 kw en andere vierwielers dan lichte vierwielers, zonder carrosserie 1.2.1. breedte: 280 mm; 1.2.2. hoogte: 210 mm. 1.3. Driewielers met een maximumvermogen van meer dan 15 kw, lichte vierwielers met carrosserie en andere vierwielers dan lichte vierwielers met carrosserie 1.3.1. De voorschriften voor personenauto s zijn van toepassing (Richtlijn 70/222/ EEG). 2. ALGEMENE PLAATSING 2.1. De plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat moet zich aan de achterzijde van het voertuig bevinden, zodanig dat: 2.1.1. de plaat geplaatst kan worden tussen de langsvlakken die gaan door de punten waar het voertuig het breedst is. 3. HELLING 3.1. De achterste kentekenplaat: 3.1.1. moet loodrecht staan op het middenlangsvlak van het voertuig; 3.1.2. mag een helling van ten hoogste 30º ten opzichte van de verticaal hebben wanneer het voertuig niet beladen is, indien de van het kenteken voorziene zijde naar boven gekeerd is; 3.1.3. mag een helling van ten hoogste 15º ten opzichte van de verticaal hebben wanneer het voertuig niet beladen is, indien de van het kenteken voorziene zijde naar beneden gekeerd is. 4. MAXIMUMHOOGTE 4.1. Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van meer dan 1,50 m boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig niet beladen is. 5. MINIMUMHOOGTE 5.1. Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van minder dan 0,20 m of de straal van het wiel, indien deze minder bedraagt dan 0,20 m, boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig niet beladen is. ( 1 ) Voor bromfiesten gaat het om de kentekenplaat en/of de eventuele identificatieplaat.

1993L0094 NL 26.05.1999 001.001 5 6. GEOMETRISCHE ZICHTBAARHEID 6.1. De plaats voor de montage van de kentekenplaat moet zichtbaar zijn binnen een ruimte die wordt begrensd door twee tweevlakshoeken: één met een horizontale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de boven- en onderrand van de plaats voor de montage van de plaat gaan en onder de in figuur 1 aangegeven hoeken ten opzichte van de horizontaal staan; de andere met een vrijwel verticale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de zijranden van de plaat gaan en die onder de in figuur 2 aangegeven hoeken ten opzichte van het middenlangsvlak staan. Figuur 1 Geometrische zichtbaarheidshoek (tweevlakshoek met horizontale ribbe) Figuur 2 Geometrische zichtbaarheidshoek (tweevlakshoek met horizontale ribbe)

1993L0094 NL 26.05.1999 001.001 6 Aanhangsel 1 Inlichtingenformulier wat betreft de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van een twee- of driewielig motorvoertuig (bij de goedkeuringsaanvraag te voegen ingeval deze los van de aanvraag om goedkeuring van het voertuig wordt ingediend) Volgnummer (door de aanvrager toegekend): Bij de aanvraag om goedkeuring wat betreft de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van een twee- of driewielig motorvoertuig moeten de inlichtingen worden verstrekt als bedoeld in de volgende punten in bijlage II, deel A, van Richtlijn 92/61/ EEG: 0.1, 0.2, 0.4 tot en met 0.6, 2.2, 2.2.1, 9.6, 9.6.1.

1993L0094 NL 26.05.1999 001.001 7 Aanhangsel 2