Inspectierapport BSO De Telgenkamp (Luxemburgstraat 95) (BSO) Luxemburgstraat 100 7559NB Hengelo Registratienummer 232013263 Toezichthouder: GGD Twente In opdracht van gemeente: Hengelo (O) Datum inspectie: 15-06-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 28-06-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle domeinen en de daarbij behorende inspectie-items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). De domeinen en de daarbij behorende inspectie-items die bij deze inspectie worden getoetst richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Beschouwing Buitenschoolse opvang (BSO) 'De Telgenkamp' is onderdeel van koepelorganisatie 'Kindercentrum.nl Overijssel Oost'. BSO 'De Telgenkamp' is gevestigd aan de Luxemburgstraat 95/100 te Hengelo. Hier is ook kinderdagverblijf 'De Telgenkamp' en basisschool 'De Telgenkamp' gevestigd. Deze BSO heeft de mogelijkheid voor 30 kinderen en is geopend op maandag, dinsdag en donderdag van 15.00 tot 18.30 uur. Inspectiegeschiedenis Op 10 februari 2014 heeft een jaarlijks onderzoek plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek heeft de houder niet aan de getoetste eisen voldaan (het betrof inspectie-item 'personeel en groepen'). Op 25 augustus 2014 heeft een nader onderzoek plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek heeft de houder aan de getoetste eisen voldaan. Op 11 augustus 2015 en op 18 februari 2016 heeft een jaarlijks onderzoek plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek heeft de houder aan de getoetste eisen voldaan. Bevindingen op hoofdlijnen huidige inspectie Tijdens dit jaarlijks onderzoek heeft de houder aan de getoetste eisen voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het onderzoek is geobserveerd of de beroepskrachten handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek. De pedagogische basisdoelen zijn: de emotionele veiligheid; de persoonlijke competentie; de sociale competentie; de overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk Tijdens het interview en de observatie blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Voor de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar' (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie januari 2015). De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Tijdens het onderzoek was het volgende van toepassing: Omdat de kinderen een kinderfilm gingen kijken heeft de toezichthouder de observatie van de pedagogische praktijk wat aan moeten passen. Er heeft een beperkte beoordeling van de pedagogische basisdoelen plaatsgevonden. Emotionele veiligheid De kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Observatie: Tijdens het onderzoek is aan het gedrag van de kinderen te zien dat de beroepskrachten bekende gezichten voor de kinderen zijn. Een kind gaat bijvoorbeeld bij de beroepskracht op schoot zitten. De beroepskrachten kennen de kinderen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden. Er is sprake van continuïteit in het rooster van de beroepskrachten. Er zijn vaste invallers aanwezig. Aan de kinderen is te merken dat zij vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep hebben. De kinderen zijn ontspannen en zoeken elkaar op. Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie: De kinderen hebben de mogelijkheid om zich te ontspannen. Omdat de kinderen een drukke dag hebben gehad en veel kinderen mee hebben gedaan aan de avondvierdaagse, heeft de beroepskracht een uitzondering gemaakt en waren de kinderen rond 16.30 uur gezamenlijk een kinderfilm aan het kijken. De beroepskracht heeft het 'crackermoment' gebruikt om onderdelen uit de film te bespreken. Sociale competentie De kinderen zijn deel van de groep. Observatie: 4 van 11
De beroepskracht draagt uit dat de inbreng van alle kinderen en henzelf ertoe doet in de groep. Tijdens het crackermoment hebben de kinderen de ruimte om vragen te stellen of iets te vertellen over de kinderfilm. De beroepskracht vertelt zelf ook iets over de film. Overdracht van normen en waarden De beroepskracht vervult een voorbeeldfunctie in spreken en handelen. Observatie: De beroepskracht geeft na aanleiding van de kinderfilm het goede voorbeeld door onder andere uit te leggen waarom schelden pijn kan doen. Conclusie De emotionele veiligheid, de persoonlijke competentie, de sociale competentie en de overdracht van normen en waarden worden voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskracht) Observaties 5 van 11
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de beroepskrachten getoetst op het hebben van een passende beroepskwalificatie en een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Eventuele stagiaire(s) en vrijwilligers zijn ook getoetst op het hebben van een geldige VOG. De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn gecontroleerd door middel van een observatie, presentielijsten en personeelsroosters. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens het onderzoek bij het kinderdagverblijf 'De Telgenkamp' op 2 mei 2017 zijn de VOG's van de betrokken beroepskrachten en de stagiaire van de BSO beoordeeld en goed bevonden. Er is geen uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Tijdens het onderzoek bij het kinderdagverblijf 'De Telgenkamp' op 2 mei 2017 zijn de beroepskwalificaties van de werkzame beroepskrachten bij de BSO beoordeeld. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarde. Opvang in groepen De opvang kan plaatsvinden in twee basisgroepen. Tijdens het onderzoek was er sprake van één basisgroep voor maximaal 20 kinderen, in de leeftijd van 4-12 jaar. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden, horende bij de 'opvang in groepen'. Beroepskracht-kindratio Voor het berekenen van de beroepskracht-kindratio wordt gebruik gemaakt van de rekentool: 1ratio.nl (in opdracht van het ministerie van SZW ontwikkeld op basis van afspraken tussen de Brancheorganisatie Kinderopvang en de belangenvereniging van ouders: BOinK). Uit de observatie, de presentielijst (kindlijsten) en de personeelsroosters blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet in relatie tot het aantal aanwezige kinderen. Tijdens het onderzoek waren er in eerste instantie 12 kinderen met twee beroepskrachten aanwezig. Tegen het einde van de middag zijn een aantal kinderen vanwege de avondvierdaagse eerder weggegaan en waren er minder dan 10 kinderen aanwezig. Daarom ging één beroepskracht weg en bleef er één beroepskracht met de stagiaire in de groep. Conclusie De houder voldoet aan de getoetste voorwaarden, horende bij de 'beroepskracht-kindratio'. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskracht) Observaties Plaatsingslijsten (week 24) 6 van 11
Presentielijsten (week 24) 7 van 11
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 11
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO De Telgenkamp (Luxemburgstraat 95) Website : http://www.kindercentrum.nl Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Kindercentrum.nl Overijssel-Oost B.V. Adres houder : Deventerstraat 218 Postcode en plaats : 7321DB Apeldoorn KvK nummer : 58006168 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Twente Adres : Postbus 1400 Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE Telefoonnummer : 053-4876700 Onderzoek uitgevoerd door : Tiziana Kruiswegt Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Hengelo (O) Adres : Postbus 18 Postcode en plaats : 7550AA HENGELO OV Planning Datum inspectie : 15-06-2017 Opstellen concept inspectierapport : 21-06-2017 Zienswijze houder : 26-06-2017 Vaststelling inspectierapport : 28-06-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 28-06-2017 Verzenden inspectierapport naar : 28-06-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 19-07-2017 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Houder Kindercentrum nl BSO De Telgenkamp Door: Thijs Blenke Naam locatie: BSO De Telgenkamp Datum: 26 juni 2017 Naar aanleiding van het conceptrapport van de GGD Twente van het inspectiebezoek op 15 juni 2017, heeft het Kindercentrum nl geen verdere opmerkingen. Wij kunnen ons vinden in het verslag zoals deze door de GGD is opgesteld. 11 van 11