Brochure Loopbaanoriëntatie HAVO-VWO

Vergelijkbare documenten
KEUZEBEGELEIDING & PROFIELKEUZE KLAS 3

Ouderavond profielkeuze 3 havo 16 januari 2019 Op naar 4 havo!

Brochure Loopbaanoriëntatie HAVO-VWO

KEUZEBEGELEIDING KLAS 3

Brochure Loopbaanoriëntatie HAVO-VWO

BROCHURE LOOPBAANORIËNTATIE HAVO-VWO

KIESWIJZER LAAR & BERG Stroomkeuze vwo en MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo

Brochure Loopbaanoriëntatie HAVO-VWO

Decanen. Uitgebreide informatie rondom studie-/profielkeuze via ouderportal naar

KIESWIJZER Laar & Berg STROOMKEUZE VWO EN MYP PROFIELKEUZE HAVO PROFIELKEUZE VWO

Aan de ouder(s)/verzorger(s) van de leerlingen uit het derde leerjaar tvwo

Profielkeuze M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

Lessentabellen brugklassen

Profielkeuze 3 VWO. 6 december 2017

KEUZE PROCES. havo 3 en vwo november 2017

KIESWIJZER LAAR & BERG

De Tweede Fase en Profielkeuze HAVO op het SMC

Profielkeuze-test (PKT)

Informatieavond Klas 3 Welkom

Profielkeuze 3 (t) VWO. 22 november 2018

Informatieboekje profielkeuze

KIESWIJZER LAAR & BERG

Ouderavond Profielkeuze 3 VWO

Kiezen voor de toekomst! 2e fase havo

Profielkeuze klas

INFORMATIEAVOND PROFIEL- EN PAKKETKEUZE LEERJAAR III WELKOM!!

Ouderavond profielkeuze 3 havo 16 januari 2017

Informatieboekje Profielkeuze klas 3

Kiezen voor de toekomst!

Informatie Profielkeuze Vernieuwde Tweede Fase cohort

Wat te kiezen? De tweede fase Welke profielen en vakken zijn er?

KIESWIJZER '17-'18. Voor leerlingen uit vwo 4

Ouderavond profielkeuze 3 havo

Informatieavond klas 3 Profielkeuze

Inleiding. Veel succes met het maken van jouw profielkeuze! S. Koningsveld, decaan Havo H. Lubberdink, decaan Vwo - 1 -

Kiezen voor de toekomst!

Kiezen voor de toekomst! 2e fase havo

Bedoeling infoavond. Welkom INFORMATIEAVOND 3 HAVO de Tweede Fase. Historische achtergronden. Tweede fase. Veranderingen door invoering

voorlichtingsavond 3v

Ouderavond Profielkeuze 3 HAVO

Profielkeuze 3 Havo. 22 november 2018

Hartelijk welkom op de profielkeuzeouderavond van klas 3. Maandag 26 november 2018

Informatieavond profielkeuze 3 vwo. 19 januari 2015

PROFIELKEUZE. Voorlichting. 12 en 18 december Decaan vwo: dhr. J.W. Kortleven

Informatieboekje Profielkeuze klas 3

PROFIELKEUZE (T)VWO 3. Dinsdag 31 januari 2017

Informatieavond klas 3 Profielkeuze

Tweede Fase Profielkeuze VWO 4

Profielkeuze 3 vwo

Profielkeuze VWO. Decanenbegeleiding: Klas 3v1 Eibergen mevrouw M. Lamars Klas 3v1 Neede de heer D. Stevens

OP WEG NAAR KLAS 4HAVO

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium

PROFIELKEUZE havo (presentatie van de voorlichtingsavond)

Profielkeuzevoorlichting 3 Havo 27 november 2014

Profielkeuze 3 HAVO / 3 VWO Daniël Kers, decaan Veluws College Twello

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium

Profielkeuze. Beste leerlingen van vwo-3 en hun ouders/verzorgers,

Lessentabel vestiging Buitenpost. Lessentabel klas 1 en 2 VMBO. VMBO Leerjaar 1 Leerjaar 2

Bedoeling infoavond. Welkom INFORMATIEAVOND 3 vwo de Tweede Fase. Historische achtergronden. Tweede fase. Merkbare veranderingen

Informatiebrochure. Ouders 3 VMBO-T Leerlingen. Vakkenpakket 4 vmbo -T

Wijze besluiten worden slechts genomen met het overzicht van het geheel

KIEZEN VOOR DE TOEKOMST

WP 31 augustus Welkom

Informatieavond 10 januari Profielkeuze VWO

KIEZEN VOOR DE TOEKOMST

Hartelijk welkom. Ouderavond profielkeuze klas 3 4 november 2015

Profielkeuze 3 HAVO / 3 VWO Daniël Kers, decaan Veluws College Twello

WP 3 September Welkom

Welkom op de ouderavond over de profielkeuze. Klas 3 havo/vwo 21 januari 2016

Ouderavond november Profielkeuze klas 3

PROFIELKEUZE (T)VWO 3. Dinsdag 23 januari 2018

Onderzoeken Ontwerpen Logisch denken Be(rekenen) Bouwkundige Industrieel ontwerper Natuur- en sterrenkundige Aardwetenschapper. Natuur en Techniek

Hartelijk welkom. Ouderavond profielkeuze klas 3 8 november 2016

Profielkeuze voorlichting

Handboek Loopbaanoriëntatie en Profielkeuze Havo/Vwo

DUS BEWAAR ELK KATERN GOED!

Het belang van goed en verstandig kiezen!!

Nu alleen nog even een profiel kiezen

VWO 3. profielkeuze Vakkenpakket VWO bovenbouw

OUDERAVOND PROFIELKEUZE 3 HAVO en VWO, inclusief TTO. 16 oktober 2018

PROFIELKEUZE TWEEDE FASE

Profiel boekje gymnasium

Ouderavond HAVO / VWO 2 nov november 2016

Profielkeuze M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

Kiezen voor de toekomst!

Ouderavond leerjaar 3

Ouderavond 3HAVO 12 januari 2016

Programma. Twee sprekers. Mevr. Van t Hof. Vragen?? De Tweede fase en wat daar allemaal bij hoort. Keuzeproces Vervolgopleidingen

EXAMEN HAVO/VWO 2015

Van mavo-4 naar havo R. Schouten sectordirecteur havo

Deze presentatie kunt u terug vinden op onze site

Welk profiel past bij mij?

Voorlichtingsavond Atheneum 3

EXAMEN 2017 HAVO/ATHENEUM/ GYMNASIUM

KIESWIJZER '17-'18. Voor leerlingen uit vwo 4

de Tweede Fase op Beekvliet ouderavond klas 4

Profielkeuze in VWO 3. Gonnie Zegers Decaan Havo/VWO 3, 4, 5 en 6

algemene natuurwetenschappen Weging Deeltoets biologie Weging Deeltoets

Welkom op deze ouderavond!

Transcriptie:

Brochure Loopbaanoriëntatie HAVO-VWO 2014-2015 1

VOORWOORD Deze brochure gaat over loopbaanoriëntatie. Onder loopbaanoriëntatie valt alles wat te maken heeft met je (studie-)loopbaan op het PCC en met je (studie-) loopbaan na het PCC als je gaat studeren. De informatie in deze brochure heb je nodig om een goede keuze te kunnen maken voor een profiel. De informatie die je in deze brochure leest komt ook uitgebreid aan bod in de LOBlessen die je dit jaar krijgt van je decaan en je mentor. Uiteraard praat je ook met je ouders over het keuzeproces. Om ook hen te informeren zijn er speciale ouderavonden. Natuurlijk kunnen jij en je ouders altijd contact opnemen met de mentor of decaan om over de keuzemogelijkheden te praten. In de Tweede Fase kies je in principe geen vakken maar een profiel. Er zijn vier profielen. Daarnaast kies je één profielkeuzevak binnen dit profiel en één vak in het vrije deel. In theorie bestaan er veel keuzevakken. In de praktijk wordt het aanbod per school vastgesteld, afgestemd op de mogelijkheden van die school. Dit geldt voor het gehele voortgezet onderwijs in Nederland. Het komt regelmatig voor dat de eerste keuze voor een vak niet kan worden gehonoreerd, bijvoorbeeld in verband met financiële beperkingen. Zo ontvangt een school te weinig geld om een vak aan te bieden aan minder dan 16 leerlingen. Je wordt dan bij je tweede keuzevak ingedeeld. We adviseren je dan ook met nadruk om je tweede (reserve-)keuzevak met zorg te kiezen. De kans bestaat dat je dat vak ook daadwerkelijk gaat volgen. De decaan zal je over de mogelijkheden informeren. De vakken in de Tweede Fase kennen een studielast. Daarmee wordt de gemiddelde hoeveelheid tijd in klokuren bedoeld die een leerling zal besteden aan dat vak. Een deel van de studielast wordt ingevuld tijdens lesuren, projecttijd en studie-uren. De rest van de studielast besteedt je naar eigen inzicht. In de loop van 2015 worden wijzigingen in de profielen ingevoerd, die door het Ministerie van Onderwijs worden vastgesteld. Daarom beraden we ons op meer definitieve wijzigingen van het profielkeuze-aanbod. Voor leerlingen die in 2015 aan de Tweede Fase beginnen en dit jaar hun profiel kiezen, zullen eventuele wijzigingen vooralsnog geen hele grote gevolgen hebben. Het schooljaar erna zal het aanbod definitief gewijzigd zijn. Ik wens jullie veel sterkte bij deze belangrijke keuze! Dhr. J. Hoogenhout, Vestigingsdirecteur November 2014 2

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 2 INHOUDSOPGAVE 3 KIEZEN 4 KEUZEBEGELEIDING 5 INSTITUUT VOOR BEROEPSKEUZE 5 LITERATUUR 6 KEUZEPROCEDURE 6 DECANAAT NA DE DERDE KLAS 7 SECTOREN en toelatingseisen 8 PROFIELEN 8 DE TWEEDE FASE 9 Afkortingen 12 VERDELING VAN DE STUDIELAST 13 AARDRIJKSKUNDE 19 ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPENFout! Bladwijzer niet gedefinieerd. BIOLOGIE Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. BEWEGEN, SPORT EN MAATSCHAPPIJFout! Bladwijzer niet gedefinieerd. CULTURELE EN KUNSTZINNIGE VORMING 21 DUITS 22 ECONOMIE Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. ENGELS Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. FRANS Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. GESCHIEDENIS 25 INFORMATICA 26 KLASSIEKE CULTURELE VORMING 27 KLASSIEKE TALEN (LATIJN EN/OF GRIEKS)Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. LEVENSBESCHOUWELIJKE VORMING 28 LICHAMELIJKE OPVOEDING 28 LOOPBAANORIËNTATIE 29 MAATSCHAPPIJLEER 30 MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN 31 MANAGEMENT EN ORGANISATIE 32 NATUURKUNDEFout! Bladwijzer niet gedefinieerd. NATUUR, LEVEN EN TECHNOLOGIE (NLT) 33 NEDERLANDS Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. REIS EN PROJECTWEKEN 35 SCHEIKUNDE 35 TEKENEN 36 WISKUNDE Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3

KIEZEN Nu je in 3 havo of 3 vwo zit, zal je een profiel moeten kiezen. De eerste vragen die dan bij je opkomen zijn: Wat valt er te kiezen? Welke mogelijkheden zijn er? Om daar achter te komen heb je informatie nodig; je vindt die in dit boekje of je vraagt ernaar bij je mentor of bij de decaan. Wat wil jij zelf, wat zijn jouw voorkeuren? Om dat te weten heb je wat zelfkennis nodig. De volgende vijf vragen spelen daarbij steeds weer een rol. 1. Wat vind je leuk? Je hebt vaak wel voorkeur voor bepaalde vakken, bepaalde beroepen of studies. "Het leuk vinden", of "er zin in hebben" is bij je keuze erg belangrijk. 2. Wat kun je? Waar ben je goed in en waarin niet? Je kunt dat afmeten aan je cijfers, maar ook aan de hoeveelheid tijd die je aan een bepaald vak moet besteden. 3. Wat vind je belangrijk? Deze vraag is misschien wel het moeilijkst te beantwoorden. Je kunt het belangrijk vinden om naast je studie nog tijd voor hobby s te hebben, je kunt het belangrijk vinden om een zo hoog mogelijk diploma te halen, je kunt het belangrijk vinden om later veel geld te verdienen, enz. 4. Wat durf je? Ben je bereid door te zetten, ook als het even tegen zit? Ben jij iemand die bereid is het risico te nemen om met een moeilijk profiel eventueel een keer te blijven zitten, of speel je liever op veilig? 5. Wat vinden anderen ervan? Wat zullen je ouders, vrienden, leraren, mentor, decaan van die keuze vinden, en hoeveel trek je je daarvan aan? Alle vijf vragen zijn belangrijk, maar de één zal het antwoord op een bepaalde vraag zwaarder laten wegen dan de ander. Verantwoord kiezen betekent dat je zoveel mogelijk vragen serieus gaat bekijken. 4

KEUZEBEGELEIDING De keuzebegeleiding in de derde klassen ligt in de handen van de mentoren en de decanen: De heer W.E. van der Helm en de heer B. Warners De mentor zal in de derde klassen met jullie aan de keuze werken. Dit gebeurt met behulp van het programma keuzeweb. Aan dit programma kun je deels op school werken maar je kunt ook thuis opdrachten maken. Ook je ouders kun je betrekken bij het maken en beantwoorden van de vragen. De mentoren worden bij dit programma ondersteund door de heer Van der Helm. Nadat de voorlopige keuze is gemaakt kun je voor individuele vragen over je profiel, al of niet met je ouders, een afspraak maken met de heer Warners. In de derde klas wordt ook nauw samengewerkt met de afdelingscoördinator mevr. L. van de Kerke (3e klassen) en met de mentoren van deze klassen, die de algemene studie- en keuzebegeleiding verzorgen: 3H1 3H2 3H3 3H4 3H5 3A1 3A2 dhr. R. Myner dhr. Th. Spaargaren dhr. F. Hendriks mevr. A. Baltus dhr. A. Dekker dhr. G. van Faassen dhr. C. Bonnie INSTITUUT VOOR BEROEPSKEUZE Als ouders gebruik willen maken van de begeleidingsmogelijkheden van een beroepskeuzebureau, dan kunnen zij daarvoor contact opnemen met de decaan. Zij zijn op de hoogte van bureaus die een goede ondersteuning kunnen bieden. Op de site www.beroepskeuze.nl worden een aantal erkende en geregistreerde bureaus voor studie- en beroepskeuze aangegeven. 5

LITERATUUR Naast alle digitale informatie via de websites van Hogescholen en Universiteiten kunnen leerlingen ook bij het informatiecentrum van het decanaat terecht om folders en brochures in te zien. Ook onderstaande uitgaven zijn in te zien of te lenen via het decanaat. * Keuzeweb, het begeleidingsprogramma waar de leerlingen met hun mentor mee werken * Keuzegids Hoger Onderwijs, laatste editie) HBO en Universitair, met informatie over de karakteristieken van studies en een oordeel (op basis van enquêtes) over de kwaliteit van opleidingen Meer informatie, en links van interessante websites, kun je vinden op de eigen decanenwebsite van PCC Het Lyceum: PCC.dedecaan.net zoals alle relevante links en de laatste nieuwtjes op opleidingengebied. KEUZEPROCEDURE Oktober 2014 januari 2015 LOB-lessen Je krijgt lessen van je mentor. Tijdens deze lessen word je bewust gemaakt van je keuzeproces met betrekking tot een profiel en een vervolgstudie. 29 oktober 2014 Vakkenvoorlichting LOB Tijdens de activiteitenweek is een dagdeel ingepland waarin de leerling in carrouselvorm voorlichting krijgt over die vakken die wèl gekozen kunnen worden maar niet in de derde klas worden gegeven. 30 oktober 2014 de DAT-test (capaciteitentest) 19, 20 en 21 november 2014 Stagedagen Je doet een 3-daagse snuffelstage. De voorbereidingen voor deze stage starten in oktober. 7 januari 2015 Ouderavond 3 vwo 12 januari 2015 Ouderavond 3 havo Op deze avonden worden de ouders van de leerlingen voorgelicht over de profielkeuze m.b.t. de vervolgopleiding in de Tweede Fase 26 januari 2015 Voorlopige keuze Je maakt een voorlopige keuze voor een profiel Februari 2015 Docentenadvies De docenten brengen een advies uit m.b.t. de kansen die zij jou als leerling toedichten voor hun vak in de Tweede Fase Februari 2015 Schooladvies De ouders ontvangen per post het advies m.b.t. de profielkeuze dat vanuit de school gegeven wordt Februari - maart 2015 Mentorgesprekken Alle leerlingen hebben een kort gesprek met hun mentor over de gemaakte voorlopige keuze (eventueel met ouders erbij) 9 maart 2015 Definitieve keuze 6

DECANAAT NA DE DERDE KLAS De school gaat ervan uit dat je steeds meer zelf zult moeten werken aan je keuze voor de toekomst. Ouders en de decaan kunnen vooral zorgen dat aan alle randvoorwaarden is voldaan. Tot die randvoorwaarden behoren bezoeken aan voorlichtingsdagen en open dagen. In 4-Havo en 4-Vwo loop je drie dagen stage in een bedrijf. In december kun je naar de jaarlijkse voorlichting over diverse HBO- en WO-opleidingen die in Alkmaar wordt gehouden( RvA). Heel veel informatie over vervolgstudies is te vinden op pcc.dedaan.net. Zowel leerlingen als ouders hebben hier toegang toe. In de (voor-)examenklassen ga je open dagen bijwonen. Het kan zijn dat je daarvoor lessen moet verzuimen. Iedere leerling in 4/5 havo en in 5/6 vwo mag per schooljaar twee keer naar een open dag tijdens schooltijd, mits * het bezoek vóóraf met een ondertekende groene kaart bij de decaan en (soms) de afdelingsleider is aangekondigd, en bij de balie ingeleverd, * er die dag geen proefwerk o.i.d. is afgesproken, * van het bezoek een kort verslag wordt gemaakt dat moet worden geüpload in je eigen portfolio in pcc.dedecaan.net. Wanneer je meer dan die twee keer per jaar in schooltijd naar een open dag wilt, moet je dit aan de decaan melden, die dit per geval beoordeelt. Ook in de (voor-)examenklas kan je een afspraak maken voor een gesprek met de decaan. In het kader van de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de leerling ga je in principe alleen naar dat gesprek, maar je ouders zijn zeker ook welkom. 7

SECTOREN en toelatingseisen Voor de overzichtelijkheid worden in het HBO en WO wel sectoren onderscheiden, d.w.z. groepen opleidingen die bij elkaar horen. Veel ouders en leerlingen denken dat je al in de 3 e klas moet weten welke studie of welk beroep je later kiest. Toch kun je heel goed een keuze maken voor een richting of profiel, wanneer je aan kunt geven in welke richting of sector je interesse gaat, zonder dat je precies weet welk beroep het wordt. Het Hoger Onderwijs (HBO + WO) kent de volgende sectoren: - Gezondheidszorg - Techniek - Natuur & milieu - Gedrag & maatschappij - Economie & rechten - Taal & cultuur - Onderwijs - Kunst De precieze toelatingseisen zijn in keuzeweb of via pcc.dedecaan.net te vinden. In andere gevallen vraag het je decaan! PROFIELEN We zeiden het al: je hoeft niet precies te weten welk beroep je later wilt uitoefenen. Toch kun je meestal al heel goed aangeven welke richting, welk profiel het beste bij jou past. Op weg naar het vervolgonderwijs moet je halverwege de 3 e klas kiezen voor een profiel. Zowel in de havo als het vwo kennen we vier profielen: - cultuur en maatschappij (CM) - economie en maatschappij (EM) - natuur en gezondheid (NG) - natuur en techniek (NT) 8

DE TWEEDE FASE Wanneer je aan het eind van dit schooljaar over bent naar de vierde klas, van de Havo of het Vwo heb je de Eerste Fase, de onderbouw, afgesloten en kom je in de Tweede Fase. Dit jaar moet je een aantal keuzes maken voor die Tweede Fase. Iedereen krijgt een aantal vakken die behoren tot het verplichte, gemeenschappelijke deel. Daarnaast kies je voor: Een profiel met een profieldeel dat hetzelfde is voor alle leerlingen in dat profiel Een profielkeuzedeel waarin je een keuze hebt uit twee vakken waarvan je er één moet kiezen (CM-leerlingen uit vier vakken, waarvan er twee moeten worden gekozen) Een vrij deel waarin het totale pakket van vakken nog moet worden aangevuld met een keuze voor één vak uit een aantal andere vakken. Daarnaast moet je ook een reservevak kiezen voor het geval een keuzevak niet door kan gaan. Het woord vrij is enigszins misleidend, want je kunt niet alles kiezen. Per profiel heeft de school een selectie van mogelijkheden gemaakt. Je kiest één vak in het vrije deel. Het is niet altijd zeker dat dit vak door kan gaan omdat dit met name afhankelijk is van het aantal leerlingen dat het vak kiest. Er kunnen geen groepen van minder dan 16 leerlingen worden aangeboden. In het geval een vak niet doorgaat komt automatisch het reservevak hiervoor in de plaats. Ook het reservevak moet je dus bewust en weloverwogen kiezen. Leerlingen die, na het behalen van het Havo- diploma mogelijk door willen stromen naar het Vwo, worden sterk geadviseerd vanaf 4-Havo een 2 e moderne vreemde taal en wiskunde te kiezen. In een aantal schema s verderop, zie je welke vakken voor alle leerlingen verplicht zijn. Welke vakken in het profieldeel en in het profielkeuzedeel zitten. Er zijn ook vakken die in het vrije deel gekozen mogen worden. Het PCC heeft ervoor gekozen een stukje van dat vrije deel te reserveren voor levensbeschouwelijke vorming, loopbaanoriëntatie en reizen & projecten. Wat wordt bedoeld met het studiehuis? Met de term studiehuis hebben de ontwerpers van de Tweede Fase willen aangeven, dat leren een actief proces is waarin je als leerling zelfstandig moet onderzoeken, informatie moet verwerven en kennis moet toepassen. Van jou wordt verwacht dat je zelf verantwoordelijkheid voelt voor wat je leert. De hogescholen en universiteiten verwachten van jou een dergelijke houding. Actief leren kan veel leuker zijn dan alleen maar aanhoren wat de docenten te vertellen hebben. Hoe stimuleert het PCC dat zelfstandig en actief leren? We kunnen natuurlijk niet van je verwachten dat je dat zonder voorbereiding zomaar kunt, ook al heb je dat in de onderbouw al een beetje geleerd. Daarom spreken wij 9

eigenlijk liever van "begeleid zelfstandig leren". We helpen je door te werken met studiewijzers, waarin je zelf leert plannen, je krijgt samenwerkingsopdrachten en opdrachten waarbij je met behulp van de mediatheek en de computer informatie moet kunnen opzoeken en problemen moet oplossen, je zult vaker praktische opdrachten en werkstukken moeten maken. Ook bezoek aan musea en theaters en het lezen van boeken spelen een belangrijke rol. Wat is studielast? Studielast (of studiebelastingsuren = slu) is de gemiddelde tijd in klokuren die de gemiddelde leerling aan het schoolwerk besteedt. Daar valt onder de uitleg en instructie van de docent, het uitvoeren van de opdrachten die moeten worden gemaakt, het huiswerk dat je moet leren en de toetsen die je moet maken. Het betreft dus alle tijd die je thuis en op school aan schoolwerk moet besteden. De slu voor een bepaald vak is dus groter dan het aantal lesuren dat op het rooster staat. Bij slu gaan we altijd uit van eenheden van 40 uur. Hoeveel slu heeft een leerling? Een leerling heeft ongeveer 1600 uur aan slu per jaar. Voor de leerling op de Havo betekent dit dus over twee jaar 3200 uur, voor de leerling op het Vwo 4800 uur in drie jaar. Als je dat doorrekent kom je op zo'n veertig weken per jaar van veertig uur per week. Dat is wel een gemiddelde. De een zal het wat sneller kunnen, de ander zal wat meer tijd nodig hebben. Mag je boven de minimale slu uitkomen met je invulling van het vrije deel? Overschrijding van de slu kan alleen worden toegestaan na overleg met de decaan en na goedkeuring door de schoolleiding. Wanneer begint het examen? In mei van het laatste schooljaar (5 HAVO en 6VWO) is het Centraal Schriftelijk Examen. Dit is eigenlijk de afsluiting van de gehele examenperiode die al start bij aanvang in de vierde klas. Je bouwt vanaf dat jaar al aan je examendossier en ook veel cijfers tellen vanaf dat moment al mee. Sommige vakken, die niet centraal schriftelijk worden geëxamineerd, sluiten het vak in een vóór-examenjaar al af. De behaalde resultaten tellen echter wel mee bij het totale examencijfer! Wat is het verschil tussen een Schoolexamen en een Centraal Examen? De meeste vakken kennen een Centraal Examen en een Schoolexamen. Het Centraal Examen wordt landelijk afgenomen met opgaven die door commissies namens de minister worden gemaakt. Het Schoolexamen wordt door de school opgesteld volgens strenge richtlijnen van het ministerie van onderwijs. Hoe wordt er in de Tweede Fase in het Schoolexamen getoetst? Voor iedere leerling wordt voor het Schoolexamen een examendossier aangelegd. Daarin staan alle prestaties die jij voor het Schoolexamen hebt geleverd. Mocht je denken dat het examen alleen in het laatste jaar plaatsvindt, dan heb je het mis. Het examendossier leg je al aan vanaf de vierde klas. Je kunt die prestaties en activiteiten voor het Schoolexamen onderverdelen in vier 10

categorieën: * toetsen met gesloten of open vragen. Denk hierbij maar aan proefwerken en andere overhoringen. * praktische opdrachten, waarbij je kennis en vaardigheden toepast. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een interview voor het vak maatschappijleer of een verslag van een onderzoekje bij biologie. * het handelingsdeel. Daar valt bijvoorbeeld museumbezoek en het lezen van boeken onder. * het profielwerkstuk. In ieder profiel ben je verplicht om een profielwerkstuk te maken. Dat is een werkstuk waarin minimaal één profielvak voorkomt. Een profielvak is een vak dat voorkomt in het profieldeel dat door de leerling is gekozen. Voor Cultuur en Maatschappij kun je bijvoorbeeld denken aan een werkstuk over een bepaalde schilder in een bepaalde stroming, waarbij het vak tekenen is betrokken. Voor het profiel Natuur en Gezondheid zou je kunnen denken aan een onderzoek naar de invloed van de vervuiling van de Waddenzee op de zeehondenstand, waarbij zowel biologie als scheikunde zijn betrokken. Verder kan het nog voorkomen dat je "diagnostische toetsen" moet maken. Dat zijn tussentijdse toetsen die je aflegt om te kijken of je de lesstof onder de knie hebt. Welke vakken worden er in de Tweede Fase aangeboden? In deze brochure staat een overzicht van de vakken die in de Tweede Fase worden aangeboden. Je zult ontdekken dat daar een aantal nieuwe vakken bij is. Vakken met alleen SE en geen CE Havo Vwo Maatschappijleer Maatschappijleer Lichamelijke Opvoeding Lichamelijke Opvoeding Culturele en kunstzinnig Culturele en kunstzinnig vorming vorming Natuur, Leven en Natuur, Leven en Technologie Technologie Informatica Informatica Bewegen, Sport en Bewegen, Sport en maatschappij maatschappij Klassieke culturele vorming Algemene natuurwetenschappen 11

Afkortingen Vakken ak anw biol bsm ckv dutl econ entl fatl grtl ges in kcv latl lo lob levo maat maw m&o nat netl nlt schk te wisa wisb wisc Aardrijkskunde Algemene Natuur Wetenschappen Biologie Bewegen, Sport & Maatschappij Culturele Kunstzinnige Vorming Duitse taal en literatuur Economie Engelse taal en literatuur Franse taal en literatuur Griekse taal en literatuur Geschiedenis Informatica Klassieke Culturele Vorming Latijnse taal en literatuur Lichamelijke Opvoeding Loopbaanoriëntatie Levensbeschouwelijke Vorming Maatschappijleer Maatschappijwetenschappen Management en Organisatie Natuurkunde Nederlandse taal en literaratuur Natuur, Leven & Technologie Scheikunde Tekenen Wiskunde A Wiskunde B Wiskunde C Overige afkortingen CE Centraal Examen CM Profiel Cultuur en Maatschappij EM Profiel Economie en Maatschappij HBO Hoger Beroeps Onderwijs ICT Informatie- en Communicatietechnologie NG Profiel Natuur en Gezondheid NT Profiel Natuur en Techniek R&P Reizen en Projecten SE Schoolexamen SLU Studielasturen WO Wetenschappelijk Onderwijs 12

VERDELING VAN DE STUDIELAST ATHENEUM NT Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 480 Engels 400 Frans of Duits 480 Maatschappijleer 120 Lichamelijke Opvoeding 160 CKV 160 ANW* 120 Profieldeel verplicht Wiskunde B 600 Natuurkunde 480 Scheikunde 440 Profielkeuzevak (1 kiezen) NLT 440 Biologie 480 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 440 BSM 440 Tekenen 480 Economie 480 M&O 440 NLT 440 Biologie 480 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 160 Profielwerkstuk 80 ATHENEUM NG Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 480 Engels 400 Frans of Duits 480 Maatschappijleer 120 Lichamelijke Opvoeding 160 CKV 160 ANW* 120 Profieldeel verplicht Wiskunde B of 600 Wiskunde A 520 Scheikunde 440 Biologie 480 Profielkeuzevak (1 kiezen) NLT 440 Natuurkunde 480 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 440 BSM 440 Tekenen 480 Economie 480 M&O 440 Aardrijkskunde 440 NLT 440 Natuurkunde 480 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 160 Profielwerkstuk 80 13

ATHENEUM EM Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 480 Engels 400 Frans of Duits 480 Maatschappijleer 120 Lichamelijke Opvoeding 160 CKV 160 ANW* 120 Profieldeel verplicht Wiskunde A 520 Geschiedenis 440 Economie 480 Profielkeuzevak (1 kiezen) Aardrijkskunde 440 Maatschappijwetenschappen 440 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 440 BSM 440 Tekenen 480 M&O 440 Frans of Duits 480 Aardrijkskunde 440 Maatschappijwetenschappen 440 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 160 Profielwerkstuk 80 ATHENEUM CM Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 480 Engels 400 Frans òf Duits 480 Maatschappijleer 120 Lichamelijke Opvoeding 160 CKV 160 ANW* 120 Profieldeel verplicht Wiskunde A of 520 Wiskunde C 480 Geschiedenis 480 Profielkeuzevak (1 kiezen) Aardrijkskunde 440 Maatschappijwetenschappen 440 Profielkeuzevak (1 kiezen) Tekenen 480 Frans òf Duits 480 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 440 BSM 440 Tekenen 480 Economie 480 M&O 440 Aardrijkskunde 440 Maatschappijwetenschappen 440 Frans òf Duits 480 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 160 Profielwerkstuk 80 14

GYMNASIUM NT Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 480 Engels 400 Klassieke taal 600 Maatschappijleer 120 Lichamelijke Opvoeding 160 KCV** 160 ANW* 120 Profieldeel verplicht Wiskunde B 600 Natuurkunde 480 Scheikunde 440 Profielkeuzevak (1 kiezen) NLT 440 Biologie 480 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 440 BSM 440 Tekenen 480 Economie 480 M&O 440 Frans of Duits 480 NLT 440 Biologie 480 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 160 Profielwerkstuk 80 GYMNASIUM NG Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 480 Engels 400 Klassieke taal 600 Maatschappijleer 120 Lichamelijke Opvoeding 160 KCV** 160 ANW* 120 Profieldeel verplicht Wiskunde B of 600 Wiskunde A 520 Scheikunde 440 Biologie 480 Profielkeuzevak (1 kiezen) NLT 440 Natuurkunde 480 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 440 BSM 440 Tekenen 480 Economie 480 M&O 440 Aardrijkskunde 440 Frans of Duits 480 NLT 440 Natuurkunde 480 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 160 Profielwerkstuk 80 15

GYMNASIUM EM Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 480 Engels 400 Klassieke taal 600 Maatschappijleer 120 Lichamelijke Opvoeding 160 KCV** 160 ANW* 120 Profieldeel verplicht Wiskunde A 520 Geschiedenis 440 Economie 480 Profielkeuzevak (1 kiezen) Aardrijkskunde 440 Maatschappijwetenschappen 440 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 440 BSM 440 Tekenen 480 M&O 440 Frans of Duits 480 Aardrijkskunde 440 Maatschappijwetenschappen 440 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 160 Profielwerkstuk 80 Het vak ANW is geen verplicht vak meer voor het VWO. Er is nog geen besluit genomen wat het PCC met dit vak/uren wil gaan doen. Het van KCV wordt geïntegreerd in het vak Klassieke talen en culturen GYMNASIUM CM Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 480 Engels 400 Klassieke taal 600 Maatschappijleer 120 Lichamelijke Opvoeding 160 KCV** 160 ANW* 120 Profieldeel verplicht Wiskunde A of 520 Wiskunde C 480 Geschiedenis 480 Profielkeuzevak (1 kiezen) Aardrijkskunde 440 Maatschappijwetenschappen 440 Profielkeuzevak (1 kiezen) Tekenen 480 Frans of Duits 480 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 440 BSM 440 Tekenen 480 Economie 480 M&O 440 Frans of Duits 480 Aardrijkskunde 440 Maatschappijwetenschappen 440 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 160 Profielwerkstuk 80 16

HAVO NT Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 400 Engels 360 Maatschappijleer 120 Lichamelijke opvoeding 120 CKV 120 Profieldeel verplicht Wiskunde B 360 Natuurkunde 400 Scheikunde 320 Profielkeuzevak (1 kiezen) NLT 320 Biologie 400 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 320 Frans 400 Duits 400 BSM 320 M&O 320 Economie 400 Tekenen 320 NLT 320 Biologie 400 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 120 Profielwerkstuk 80 HAVO NG Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 400 Engels 360 Maatschappijleer 120 Lichamelijke opvoeding 120 CKV 120 Profieldeel verplicht Wiskunde B of 360 Wiskunde A 320 Biologie 400 Scheikunde 320 Profielkeuzevak (1 kiezen) NLT 320 Natuurkunde 400 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 320 Frans 400 Duits 400 BSM 320 M&O 320 Economie 400 Tekenen 320 Aardrijkskunde 320 NLT 320 Natuurkunde 400 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 120 Profielwerkstuk 80 17

HAVO EM Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 400 Engels 360 Maatschappijleer 120 Lichamelijke opvoeding 120 CKV 120 Profieldeel verplicht Wiskunde A 320 Economie 400 Geschiedenis 320 Profielkeuzevak (1 kiezen) Aardrijkskunde 320 Maatschappijwetenschappen 320 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 320 Frans 400 Duits 400 BSM 320 M&O 320 Tekenen 320 Aardrijkskunde 320 Maatschappijwetenschappen 320 Biologie 400 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 120 Profielwerkstuk 80 HAVO CM Gemeenschappelijk deel SLU Nederlands 400 Engels 360 Maatschappijleer 120 Lichamelijke opvoeding 120 CKV 120 Profieldeel verplicht Frans of Duits 400 Geschiedenis 320 Profielkeuzevak (1 kiezen) Aardrijkskunde 320 Maatschappijwetenschappen 320 Profielkeuzevak (1 kiezen) Tekenen 320 Frans 400 Duits 400 Keuze-examenvak (1 kiezen) Informatica 320 Frans 400 Duits 400 BSM 320 Biologie 400 M&O 320 Economie 400 Wiskunde A 320 Tekenen 320 Aardrijkskunde 320 Maatschappijwetenschappen 320 Schooldeel Levensbeschouwelijke vorming 120 Profielwerkstuk 80 18

AARDRIJKSKUNDE Waarom aardrijkskunde kiezen? Juist in een wereld die door technologische vooruitgang steeds kleiner en kwetsbaarder wordt, neemt het belang van geografisch inzicht toe. Meer dan ooit overspoelen krant, televisie en internet ons met nieuws over de aarde en haar bewoners. De uitbreiding van de Europese Unie, de dreiging van een klimaatverandering, conflicten in het Midden- Oosten, natuurrampen in Azië, de problemen van grote steden, vluchtelingen en asielzoekers uit verre landen we worden er dagelijks over geïnformeerd en hebben er vaak direct mee te maken. Zonder geografische kennis kom je in een globaliserende wereld niet erg ver. Kennis van die wereld is van groot belang voor internationale contacten tijdens je studie en in je latere carrière. Aardrijkskunde komt o.a. heel goed van pas bij studies als: ruimtelijke ordening en planologie, aarde en economie, journalistiek, milieukunde, culturele antropologie, aardwetenschappen, PABO, toerisme en recreatie, transport en logistiek, cultuurstudies en stedenbouwkunde. Wat leer je wanneer je voor aardrijkskunde kiest? Aardrijkskunde leert leerlingen zich een kritisch beeld te vormen van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de rest van de wereld. Je leert om je te oriënteren in een steeds veranderende wereld. Geografisch besef is heel wat méér dan topografische kennis. Bij aardrijkskunde in de bovenbouw havo/vwo gaat het over het klimaatvraagstuk, over de problematiek van de waterbeheersing zowel in Nederland als in de rest van de wereld, over migratie en mobiliteitsvraagstukken, over milieuproblematiek op nationale en mondiale schaal, over mondiale economische veranderingen zoals de opkomst van China en India als economische en politieke grootmachten. Onderzoeksvaardigheden en het op de juiste wijze omgaan met (geografische) informatie nemen bij aardrijkskunde een belangrijke plaats in. We maken in de bovenbouw, naast uiteraard boeken, veel gebruik van de Bosatlas, allerlei websites, statistieken, webquests, computerprogramma s als Google earth en remote sensingbeelden (= beelden vanuit satellieten). Aardrijkskunde op het PCC Je kunt aardrijkskunde in de profielen CM en EM volgen; daar is het een profielkeuzevak. In het profiel NG is aardrijkskunde een keuze-examenvak. Cijfers worden verkregen via tentamens en praktische opdrachten. In de bovenbouw HAVO komen o.a. de volgende onderwerpen aan bod: globalisering, platentektoniek en verschijnselen als vulkanisme en aardbevingen, klimaatverandering, migratie en economische ontwikkeling terwijl extra aandacht wordt besteed aan gebieden als Indonesië, de grenszone van de VS en Mexico, het Middellandse Zeegebied en de eigen leefomgeving. In de bovenbouw van het VWO gaat het eveneens over onderwerpen als klimaatverandering, platentektoniek, globalisering, internationale migratie en de eigen leefomgeving, maar ook over de problemen van grote steden en onze waterhuishouding. Bijzondere aandacht wordt daarbij geschonken aan Zuidoost Azië, de grote steden in de VS en het Middellandse Zeegebied. 19

ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPEN Om er voor te zorgen dat alle leerlingen uit het vwo inzicht krijgen in de samenhang tussen de natuurwetenschappen en de maatschappij is het vak Algemene Natuur Wetenschappen ingevoerd. Er is een zekere hoeveelheid kennis nodig, maar eerder in de breedte dan in de diepte t.o.v. de monovakken natuurkunde, scheikunde en biologie. Een belangrijk onderdeel van ANW is er op gericht inzicht te geven hoe de wetenschap en de wijze van wetenschapsbeoefening zich in de loop van eeuwen heeft ontwikkeld. Het is belangrijk dat je inziet, dat in de loop van de tijd onze visie op de waarheid kan veranderen, onder invloed van uiteenlopende ontwikkelingen. Voor ANW moet je schriftelijke toetsen (op de computer) afleggen en praktische opdrachten uitvoeren en webkwesties maken. Ook worden er natuurwetenschappelijk onderwerpen uitgewerkt, door middel van een presentatie of verslag. Uit al die activiteiten ontstaat een eindcijfer, dat meetelt voor het schoolexamen. ANW wordt in 4 VWO afgesloten. BIOLOGIE Bij biologie is kennis belangrijk, maar kunnis ook. Daarmee wordt bedoeld dat je allerlei proeven moet doen en dat je vaardigheid daarbij belangrijk is bij de beoordeling. Het vak sluit aan op kennis van biologie in de onderbouw. Er is samenwerking met andere natuurwetenschappelijke vakken als algemene natuurwetenschappen, NLT, scheikunde en natuurkunde, maar het is niet zo dat je zonder die vakken geen biologie kunt doen. Als je interesse hebt in de bouw en het functioneren van je eigen lijf, dat van andere organismen, moderne technieken als DNA-onderzoek, kloneren, in gedrag van dieren, de evolutie van het leven, milieuproblemen en -oplossingen en het zelf proberen en doen van dingen, dan is biologie iets voor jou. Kies je het profiel Natuur en Gezondheid, dan is biologie verplicht. Kies je voor Natuur en Techniek (vwo), dan kun je biologie als keuzeprofielvak volgen. Op havo kun je zowel bij Natuur en Techniek als bij de maatschappijprofielen biologie als keuzevak volgen, maar de praktijk wijst uit dat de laatste tijd het examen steeds meer 'beta' wordt, dus moet je je als CM-er of EM-er wel terdege afvragen of dit vak echt iets voor jou is. 20

BEWEGEN, SPORT EN MAATSCHAPPIJ Iets voor jou? Wil je straks naar een academie lichamelijke opvoeding, wil je later lesgeven? Ga je misschien naar de gezondheidszorg? Lijkt een baan als fysiotherapeut je wat? Overweeg je om bij de politie, brandweer of in het leger te gaan? Is een studie bewegingswetenschappen iets voor jou? sportmanagement, medicijnen, of sociale wetenschappen? Wil je later wel als trainer, begeleider of scheidsrechter aan de slag? Of vind je het gewoon alleen maar heel erg plezierig om met sport en alles wat daar mee te maken heeft bezig te zijn en zou je er best wat verder in willen verdiepen? In al die gevallen is het keuze vak Bewegen Sport en Maatschappij in het vrije deel van de tweede fase echt iets voor jou! Programma: Net als bij het gewone gymlessen in de tweede fase zijn er vier domeinen. Bij het domein bewegen vergroot je je vaardigheid in spelen, turnactiviteiten, dansvormen, atletiekonderdelen, keuzeactiviteiten en in een zelfverdedigingsonderdeel. Bij het bewegen en regelen gaat het om het leren vervullen van leidinggevende rollen als de zojuist genoemde. Bij bewegen en gezondheid en bij bewegen en samenleving doe je achtergrondkennis op over bewegen en sport. Bijvoorbeeld over het opzetten van een trainingsprogramma en over het verbeteren van je eigen fitheid. Supportersgeweld, sportspondering en EHBSO. Allemaal thema s waar je meer over komt te weten. Wat moet je kunnen: Het is natuurlijk belangrijk dat je geïnteresseerd bent in bewegen en sport en vooral ook de achtergronden hiervan. Je moet ook een redelijke sporter zijn voor dit vak. Vraag aan je LO docent of die vindt of je voldoende in je mars hebt. Het is een pittig vak maar wanneer je een ondernemende en onderzoekende houding hebt zal je bij dit vak goede resultaten halen. Hoe wordt het afgesloten? Het vak BSM wordt afgesloten met een schoolexamen. Hierin worden de eindtermen getoetst. Het schoolexamen krijgt de vorm van een examendossier. Het eindcijfer wordt voor 30% bepaald door cijfers voor schriftelijke toetsen en voor 70% door cijfers voor praktische opdrachten. De examenstof voor het havo en vwo programma vertoont in grote delen overeenkomsten Een verschil is dat je als vwo leerling een onderzoeksopdracht krijgt. CULTURELE EN KUNSTZINNIGE VORMING Met het vak Culturele kunstzinnige vorming ga je op culturele ontdekkingsreis. Je komt iets te weten over literatuur, beeldende kunst, bouwkunst, muziek, film, dans en theater. Het vak maakt deel uit van het verplichte deel. Culturele kunstzinnige vorming is een algemene oriëntatie op kunst en cultuur. Het stimuleert je zoveel mogelijk in contact te komen met allerlei vormen van kunst, iets wat je ook kunt gebruiken in beroepen met als onderdeel vormgeving, film, ontwerpen, grafische industrie, mode en bouwkunde. Bij die algemene kennismaking gaat het om een viertal hoofdzaken: 21

* Je ervaringen met culturele activiteiten: Je gaat een aantal keren naar een cultureel evenement: een museum, een galerie, een theater, of concertzaal. Ook kan er een culturele activiteit op school worden georganiseerd. * Je kennis van kunst en cultuur: Je geniet meer van een voorstelling of expositie als je wat kennis van zaken hebt. Je leert wat meer over vorm, functie, inhoud en historische achtergronden van de kunst en cultuur. Je werkt binnen bepaalde thema s. * Je praktische activiteiten op dat gebied: Het is de bedoeling dat je zelf ook actief wordt op het terrein van de kunsten, zoals het maken van een schilderij of tekening, een fotoreportage of bijvoorbeeld het schrijven en uitvoeren van een toneelstuk. * Je reflectie op deze algemene kennismaking: Je moet je ervaringen als bezoeker, toeschouwer, luisteraar of lezer vastleggen in een kunstdossier. Hierin schrijf je wat je gezien en gehoord hebt en wat je ervan vindt. Het vak Culturele kunstzinnige vorming wordt afgesloten met een Schoolexamen. Bij dat examen gaat het om twee zaken: * De inhoud van je kunstdossier. * De reflectie op het kunstdossier. De reflectie vindt plaats op basis van het kunstdossier, dat wordt geëvalueerd in de vorm van een gesprek, een presentatie of een schriftelijk verslag, een en ander door de school nader te bepalen. De examinator stelt aan de hand van de evaluatie van het kunstdossier vast of het vak naar behoren is afgesloten. DUITS Bij het leren van een vreemde taal horen natuurlijk verschillende vaardigheden. Het leuke van praten in een andere taal is, dat je contact kunt maken met mensen uit andere landen. Als je Duits in je vakkenpakket hebt, kun je allerlei dingen te weten komen over mensen uit Duitstalige landen zoals Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland. Je kunt praten over de muziek die je leuk vindt, over welke dingen je in je vrije tijd doet, over welke dingen je belangrijk vindt. Tijdens een vakantie kun je met leeftijdgenoten praten over van alles, zoals je hobby s en je kunt op die manier leuke buitenlandse contacten aan je vakanties overhouden. Bij het onderdeel spreekvaardigheid leer je steeds beter te praten in het Duits. Wat niet veel mensen weten, is dat Duits in Europa de meest gesproken taal is. Met Duitsland wordt veel handel gedreven; aardig wat bedrijven hebben dan ook banden met Duitstalige landen. Al heel lang komen veel Duits sprekende toeristen naar Noord- Holland: ook dan is het best leuk om je goed te kunnen redden in een gesprek. Natuurlijk is het ook belangrijk om anderen goed te kunnen verstaan. Daarom bekijken we bij het vak Duits ook films, tv-programma s etc. om steeds meer te wennen aan het luisteren naar de andere woorden en klanken. Dit onderdeel is luistervaardigheid. Ook is het zinvol om Duitse teksten te kunnen lezen. Bij teksten kun je denken aan vakantiefolders, tijdschriften, boeken etc.. Misschien moet je later tijdens je studie zelfs wel studieboeken in het Duits lezen. Bij het vak Duits leer je om allerlei soorten teksten te lezen en te snappen. Je bent daarmee je leesvaardigheid aan het opbouwen. Gelukkig mag je vaak een woordenboek of de computer als hulpmiddel gebruiken. 22

Brieven schrijven via de post is niet meer zo gangbaar, maar met andere mensen praten via msn of schrijven via de mail des te meer. En wie krijgt nou niet graag een compliment omdat hij of zij zich in een andere taal goed verstaanbaar kan maken. Het leren van goed schrijven is het ontwikkelen van schrijfvaardigheid. In de lessen ga je je schrijfvaardigheid zo goed mogelijk oefenen, zodat je het met anderen over allerlei onderwerpen kunt hebben. Daarnaast leer je bijvoorbeeld om een reservering te doen bij een hotel of pension. De leesvaardigheid wordt afgesloten met een centraal examen; de andere vaardigheden door middel van een schoolexamen. ECONOMIE Met de economie hebben we allemaal te maken. Je maakt dagelijks, vaak onbewust, allerlei keuzes bij de besteding van je (zak)geld. Je besteedt je geld op zo n manier dat je er het meest plezier van hebt. Maar wat voor jou geldt, geldt ook voor alle andere personen, of ze nu medeconsument, directeur van een bedrijf of minister zijn. Allen moeten ze zien uit te komen met een beperkte hoeveelheid geld. Ze zijn daarmee onderwerp van de economische theorie. Maar ook allerlei andere concrete (maatschappelijke) kwesties, zoals de situatie op de arbeidsmarkt, de crisis, het milieu, de aanleg van infrastructuur, sociale zekerheid, handel met het buitenland, de euro, enz. komen aan bod. Het zijn allemaal zaken waar je regelmatig over kunt lezen in de krant en die je op de televisie ziet. Door het vak economie leer je die dingen beter begrijpen. Niet alleen de theorie in het boek helpt je daarbij, maar ook bijvoorbeeld deelname aan klaslokaalexperimenten waarbij je ervaart welke economische gevolgen bepaald menselijk gedrag heeft. Het vak economie bevat een grote hoeveelheid theorie die geleerd moet worden. Leesvaardigheid is dus belangrijk. Het geleerde moet vervolgens in een nieuwe situatie worden toegepast. Je moet daarom logisch kunnen redeneren en stukken tekst, tabellen en grafieken kunnen interpreteren. Belangrijk is daarnaast nog dat bij economie vaak wiskundige en rekenkundige vraagstukken behandeld worden. Je hoeft niet heel goed te zijn in wiskunde, maar de ervaring leert wel dat leerlingen die niet goed zijn in wiskunde het vaak erg lastig hebben bij economie. De genoemde combinatie van onderwerpen en vereiste vaardigheden maakt economie een boeiend en uitdagend vak, waarmee je de wereld om je heen beter leert begrijpen. Een voordeel voor de rest van je leven! Daarnaast is het vak economie een goede basis voor veel opleidingen. Ook voor leerlingen die een natuur-profiel kiezen is het kiezen van het vak economie in de vrije ruimte een mogelijkheid om de opleidingskeuze breed te houden. ENGELS Het vak Engels is gericht op de vier vaardigheden: spreken, schrijven, luisteren en lezen. Het spreken zal je aan de hand van opdrachten oefenen in wisselende groepjes. Dit kan in de klas en daarbuiten gebeuren. De toetsen hebben de vorm van een gesprek, waarbij de leraar jouw bijdrage aan het gesprek beoordeelt. Deze vaardigheid sluit je af als onderdeel van het Schoolexamen. 23

Het schrijven oefen je aan de hand van geleide opdrachten. Dit wil zeggen dat je precies te horen krijgt wat er in de brief, het betoog of iets dergelijks moet staan. Het gaat er dan om dat je in goed en begrijpelijk Engels je verhaal doet. Deze vaardigheid sluit je af als onderdeel van het Schoolexamen. Het luisteren ga je oefenen aan de hand van gesproken Engels waar je vragen over moet beantwoorden. Deze vaardigheid sluit je af als onderdeel van het Schoolexamen. Het lezen oefen je aan de hand van allerlei soorten teksten. Je beantwoordt hierover meerkeuzevragen in het Engels of soms open vragen in het Nederlands. De vragen kunnen gaan over de betekenis van woorden of stukken tekst; je moet misschien aangeven waar iets in de tekst staat, of een relevant tekstgedeelte citeren. Deze vaardigheid wordt beoordeeld in een onderdeel van het schoolexamen. Verder sluit je dit onderdeel af tijdens het Centraal examen Het handelingsdeel in 5 vwo bestaat uit het in het Engels lezen van 5 boeken uit een gegeven lijst. Hierover word je in de loop van het 5 e jaar mondeling geëxamineerd in het Engels. Dit onderdeel moet tenminste met een voldoende worden afgesloten. FRANS In de vierde klas kun je het vak Frans als eindexamenvak kiezen. Frans kan een belangrijke taal voor je zijn. Frankrijk is een land waar je vast wel eens op vakantie geweest bent of in de toekomst nog eens naar toegaat. Frankrijk is tenslotte voor ons Nederlanders het meest populaire vakantieland. Niet alleen in Frankrijk wordt Frans gesproken maar ook in o.a. België (ons buurland!), Zwitserland, Noord-Afrika en Canada wordt er in het Frans gecommuniceerd. Het is dus zeer handig als je het Frans op een zeker niveau beheerst. Het zal je ook later van pas komen: er is een nijpend gebrek aan Franssprekende Nederlanders. Als je op een aardig niveau de Franse taal beheerst zal je later op bepaalde gebieden makkelijker een baan kunnen vinden. Denk aan het bedrijfsleven en het toerisme. Veel van bijv. de exportmogelijkheden van of naar Frankrijk blijven nu liggen omdat er een gebrek is aan mensen die de taal enigszins beheersen. Je leert in de Tweede Fase je Frans in al zijn vaardigheden verder te ontwikkelen. 1. Je leert je mondeling in het Frans beter uit te drukken. Wat is er niet leuker dan op de camping in Zuid-Frankrijk of onder de Eiffeltoren in Parijs, niet alleen met handen en voeten, of in het Engels, maar in het Frans contact te maken met die leuke Franse jongen of dat aardige Franse meisje!(gespreksvaardigheid) 2. Natuurlijk moet je naast Frans leren spreken ook Frans leren verstaan. Zonder dat is er geen gesprek mogelijk. Ook is het handig als je op stations, campings etc. begrijpt wat er omgeroepen wordt, of wat men op televisie over het nieuws vertelt. Door middel van films, tv-programma s en natuurlijk ook de computer zal je heel veel naar levensecht materiaal luisteren en kijken om zo deze vaardigheid te vergroten (luistervaardigheid) 3. Verder leer je ook brieven te schrijven. Eerst hele korte via e-mail bijvoorbeeld, later ook wat uitgebreidere tot zelfs sollicitatiebrieven aan toe. (schrijfvaardigheid) 4. Ook ga je iets over de literatuurgeschiedenis leren (VWO) en krijg je Franse literatuur te lezen (letterkunde) 5. Je leert ook beter in het Frans lezen. Van faits divers (korte berichtjes in kranten en tijdschriften) tot wat langere artikelen. (leesvaardigheid) 24

De eerste vier vaardigheden worden afgesloten met een schoolexamen. In leesvaardigheid doe je een centraal landelijk examen. Je kunt ook een diploma behalen op erkend internationaal niveau: Het Delfscolaire. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Het examengeld is voor rekening van de leerling. GESCHIEDENIS Hoe zou je het heden kunnen begrijpen zonder het verleden erbij te betrekken? Geschiedenis gaat over mensen, over de dingen die mensen in andere tijden en culturen hebben gedaan en vooral waardoor ze goede, minder goede of juist foute dingen hebben gedaan. En daardoor kan je iets leren van de geschiedenis. Door het vak geschiedenis leer je bewuster je eigen plaats te kiezen in onze samenleving. Bij het vak geschiedenis is het van belang dat je goed geconcentreerd kunt lezen, dat je een goed tekstbegrip hebt, dat je goed aantekeningen maakt tijdens de uitleg van de stof door de docent en met name tijdens de colleges, maar bovenal is het van belang dat je nieuwsgierig bent naar die mensen en hun tijd. Daarnaast moet je ook vaardigheden toepassen, zoals het beoordelen van historisch bronnenmateriaal, o.a. met behulp van informatie- en communicatietechnologie. Je moet kunnen bepalen of de bron betrouwbaar en representatief is door feiten, meningen en vooroordelen van elkaar te onderscheiden, door oorzaken en gevolgen, verandering en continuïteit en de standplaatsgebondenheid van de maker van de bron te onderzoeken. Naast bekende activiteiten als teksten lezen en opdrachten maken, beeldbronnen bestuderen, bekijken van historische documentaires en speelfilms hoort daar ook bij het houden van presentaties en rollenspelen, op excursie gaan en discussiëren met gastsprekers. De stof voor het schoolexamen (SE) zal in 4 Havo en 4 VWO bestaan uit de oriëntatiekennis (kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken), en verder het thema: de geschiedenis van de rechtsstaat en van de parlementaire democratie in Nederland. In 5 VWO worden minimaal 3 andere thema s voor het schoolexamen behandeld. Deze thema s zijn meer gericht op mondiale geschiedenis en zullen je een bredere kijk geven op ontwikkelingen in de wereld, belangrijk als je gaat studeren. Het centraal examen geschiedenis voor de leerlingen van 5 Havo en 6 VWO is vernieuwd. Je zult naast de oriëntatiekennis je ook moeten verdiepen in 3 á 4 thema s, historische contexten genoemd. Voor de komende jaren zijn dat: de Opstand in de Nederlanden 1515-1648, Duitsland tussen 1871 en 1945 en de Koude Oorlog en voor VWO ook Verlichting en democratische revoluties 1750-1850. Zoals je nu gewend bent, krijg je voor het vak geschiedenis schriftelijke toetsen. Deze toetsen gaan wel over een veel grotere hoeveelheid stof, dus je moet niet opzien tegen flink studeren. Daarnaast zal je zelfstandig een tijdvakkendossier samenstellen, waarmee je je eigen geschiedenisboek zult maken. 25

INFORMATICA Informatica is in! Geen wonder want het is een cool en interessant vak. Het heeft te maken met de maatschappij van nu, waarin iedereen geniet van de laatste technische en digitale nieuwigheden (spelcomputers, tables, mobiele telefoons). Omdat iedereen wel met informatica te maken krijgt, is het belangrijk om het te begrijpen. Informatica heeft een nog steeds groeiende invloed op de wereld waarin we leven. Maar we zijn niet bang om stevige onderwerpen zoals, cybercrime en ons online gedrag aan de kaak te stellen. De taal van computers is over het algemeen het Engels en het zal je dus niet verbazen dat de onderdelen van het vak Informatica Engelse termen hebben. Game Making, Webdesign, Databases en AppMaking. Je leert apps te maken voor Android devices, je leert een beetje programmeren (GML, PHP en AppInventor). Door een frisse aanpak, vaak in groepjes leer je al doende verschillende deelgebieden van de informatica te verbinden. We proberen de werkelijkheid zoveel mogelijk te benaderen met de projecten, uiteraard ondersteund door de benodigde theorie. Je wordt getraind om je opgedane kennis effectief te delen met anderen. We kiezen voor deze aanpak, omdat je zo de gang van zaken in de dagelijkse praktijk het dichtst benadert. Want ook dan leer je samen en leer je van anderen om tot een effectieve oplossing te komen. Informatica is een algemeen vormend vak waarbij je niet technisch hoeft te zijn, maar wel nieuwsgierig, oplossingsgericht en praktisch ingesteld. Met een gezond verstand, met zin om dingen te onderzoeken en met een natuurlijke nieuws-gierigheid naar nieuwe uitvindingen (die zijn en komen er genoeg!) kun je met Informatica echt alle kanten op. Zoek je een spannend, afwisselend en creatief keuzevak, boordevol nieuwe ontwikkelingen, met ook veel humor en uitdaging, meld je dan aan voor het keuzevak Informatica. Tot ziens. 26

KLASSIEKE CULTURELE VORMING Als je gekozen hebt voor het gymnasium, ga je dit vak volgen in de vierde en vijfde klas in plaats van het vak CKV. Je kunt het ook kiezen als je geen gymnasium volgt. Wanneer iemand KCV kiest in het vrije deel, wordt het vak alleen aangeboden als zich genoeg leerlingen aanmelden. We worden nog dagelijks geconfronteerd met de klassieke oudheid. Soms bewust, als je bijvoorbeeld een tentoonstelling van klassieke kunst bezoekt of een klassieke tragedie bijwoont, maar meestal onbewust. De klassieke oudheid is op heel veel plaatsen aanwezig: niet alleen visueel (de architectuur, de beeldende kunst), maar ook in de moderne literatuur en de manier waarop mensen denken. Het vak klassieke culturele vorming heeft betrekking op de volgende vier gebieden: * het verhalengoed uit de Griekse/Romeinse mythologie en geschiedenis; * Griekse/Latijnse toneelstukken; * Griekse/Romeinse beeldende kunst; * Griekse/Romeinse bouwkunst; en vooral hoe dit alles terecht is gekomen in de latere Europese cultuur en het latere denken. Je bekijkt dus in hoeverre de Klassieke Oudheid invloed heeft gehad (of nog steeds heeft) op onze eigen cultuur en samenleving. Twee onderwerpen: het paleis op de Dam en de stad Rome worden uitgediept aan de hand van de bovenstaande gebieden. Elk onderwerp zal ongeveer 40 uur in beslag nemen. Bovendien moet je ongeveer 40 uur besteden aan het lezen van klassieke literatuur (in vertaling) en romans die spelen in de Griekse of Romeinse oudheid. Daarnaast doe je ook culturele activiteiten (bijvoorbeeld film, theater- of museumbezoek) waarvoor ongeveer 10 uur worden ingeruimd, inclusief voor- en nabereiding. De toetsing voor het Schoolexamen vindt plaats naar aanleiding van de twee onderwerpen. Naast schriftelijke toetsing is er ook een praktische opdracht verbonden met een studielast van ca. 20 uur. Het vak KCV heeft geen apart cijfer meer. Het eindcijfer van de behaalde resultaten telt voor 20% mee in het cijfer van het Schoolonderzoek Klassieke Taal en Cultuur (Latijn of Grieks). KLASSIEKE TAAL EN CULTUUR (LATIJN EN/OF GRIEKS) Als je in de onderbouw Latijn en Grieks hebt gevolgd, en je wilt later de school verlaten met een gymnasiumdiploma op zak, dan moet je in de Tweede Fase met tenminste één van beide klassieke talen verder gaan tot en met het eindexamen. In de vierde klas zal er in het begin niet zo heel veel veranderen in vergelijking met de onderbouw: je gaat verder met het aanleren van grammatica en vertaalvaardigheid. Aan het eind van de vierde klas heb je alle belangrijke grammatica gehad. In de vijfde klas stap je over op het lezen van originele teksten van beroemde schrijvers uit de Oudheid. We beginnen dan ook aan de stof voor het Schoolexamen. Deze teksten behandelen een thema (bijvoorbeeld Caesar) of geven een dwarsdoorsnede van het werk van één schrijver. Daarbij vertaal je zelf de teksten, of je leest ze in vertaling. Het is de bedoeling dat je, door die teksten te bestuderen, kennis opdoet van de ideeën en gebruiken die er waren in de Klassieke Oudheid. 27