houdende regels voor een referendum met betrekking tot de staatkundige status van Curaçao na 10 oktober 2010.

Vergelijkbare documenten
Conclusies van de Toetsings-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 15 december 2008 te Willemstad, Curaçao

Conclusies van de Slot-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 9 september 2010 te Den Haag, Nederland

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

PUBLICATIEBLAD IN DE NAAM VAN DE KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen juni 2007

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

MOTIE. Overwegende dat: Gelezen: het de Staten vanwege de Regering bekomen Manifest, zoals. aangevuld;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk?

Toelichting stappenplan Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 10, 11 FIN i.v.m. agendapunt 6 JUST i.v.m. agendapunt 2, 3, 4, 5, 13

2017 no. 56 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Spreekpunten van de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties over staatkundige verhoudingen en democratisch deficit

Nota naar aanleiding van de verslagen van de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

IN NAAM DER KONINGIN! stellen inzake het beheer van domein gronden en van andere domaniale rechten;

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Besluitenlijst. 1. De politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen, waarin vertegenwoordigd zijn:

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Tevens bieden wij u de hierdoor gewijzigde versie van de memorie van toelichting aan.

Aan de Voorzitter van het Bestuurscollege van het openbaar lichaam Sint Eustatius Van Tonningenweg z/n Oranjestad Sint Eustatius Caribisch Nederland

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen

Het Statuut voor het Koninkrijk

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2018 no. 39 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2013 no. 96 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Conclusies van de Toetsings-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 15 december 2008 te Willemstad, Cura~ao

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

A 2016 N 47 PUBLICATIEBLAD

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds kandidaat-minister-president en kandidaat-gevolmachtigde Minister;

Voorwoord 5. Leeswijzer 13. Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2

1/7 MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen deel

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Referendumverordening provincie Limburg 2018

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van vul in datum advies RvS, no. vul in nummer advies RvS);

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit

TOELATINGSBELEID CURACAO 2016

2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden Geldend van t/m heden

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Wat is een constitutie?

VERSTERKING VAN DE DEMOCRATISCHE LEGITIMATIE OP KONINKRIJKSNIVEAU

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijzigingen: AB 2009 no. 75; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ====================================================================== Artikel 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

1.1 Wet basisregistratie personen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

A 2013 N 9 PUBLICATIEBLAD

Eerste Kamer der Staten-Generaal

1. Verdovende middelen en alcoholische dranken. 2. Loterijen. Hazardspelen. 3. Bestrijding onzedelijkheid. 4. Handel in vrouwen en meisjes

Identificatie hoofdketen en bedrijfsprocessen KABGA

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2012 NR.: 19

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

A 2016 N 74 PUBLICATIEBLAD

ECLI:NL:OGHACMB:2011:BV2060

1. In het tweede lid, derde volzin, vervalt: en aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 2. Het derde lid komt te luiden:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015

A 2017 N 70 PUBLICATIEBLAD. In naam van de Koning! De Gouverneur van Curaçao,

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87)

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

ONTWERP LANDSVERORDENING houdende regels voor een referendum met betrekking tot de staatkundige status van Curaçao na 10 oktober 2010. DE STATEN VAN CURACAO, Overwegende: dat in het referendum, gehouden op 8 april 2005, de bevolking van Curaçao zich uitgesproken heeft voor de staatkundige status van Curaçao als autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden; dat in het besluit van de eilandsraad van het toen nog bestaande eilandgebied Curaçao, van 15 april 2005 (2005/12727), is beslist dat het resultaat van de Ronde Tafel Conferentie bij referendum ter goedkeuring zou worden voorgelegd aan de bevolking van Curaçao; dat tijdens de start-ronde Tafel Conferentie van 26 november 2005, de delegaties van de eilandgebieden, die toen nog bestonden en deel uitmaakten van de eveneens inmiddels ontbonden Nederlandse Antillen, de Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland afspraken hebben gemaakt over het beoogde eindperspectief voor de nieuwe staatkundige structuur van onder andere Curaçao; dat in het kader van het vorenstaande, in 2006, tussen de vertegenwoordigers van de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten en de regeringen van de Nederlandse Antillen en Nederland een bestuurlijk overleg is geweest en overeenstemming werd bereikt ten aanzien van de inhoud van de toekomstige staatkundige structuur van Curaçao, waaronder ten aanzien van de rechtspraak, het openbaar ministerie, de politie, het toetsen van de rechtshandhaving, het financieel beheer en het toezicht daarop en de monetaire zaken; dat in de Slotverklaring van dat bestuurlijk overleg van 2 november 2006 is vastgelegd dat de rechtspraak, het openbaar ministerie, de politie en het toetsen van de rechtshandhaving, het financieel beheer en het toezicht daarop en de monetaire zaken voor Curaçao worden geregeld bij rijkswet of onderlinge regeling, zoals bedoeld in artikel 38 van het Statuut; dat de Eilandsraad van Curaçao destijds, in eerste instantie, met een meerderheid van 13 van zijn leden, de Slotverklaring van 2 november 2006 verwierpen, onder meer, omdat onderkend werd dat de ontwikkeling van de staatkundige structuur van Curaçao niet vertroebeld mocht zijn met de behoefte van Curaçao aan schuldsanering alsook omdat Curaçao, op basis van die slotverklaring en het Statuut, geen formele bevoegdheden zou hebben tot zelfstandige of autonome besluitvorming over de Pagina 1 van 6/Ontwerp landsverordening evaluatie consensusrijkswetten Curaçao 2018 300517

inhoud en/of het voortbestaan van de toen beoogde consensusrijkswetten of onderlinge regelingen, zoals bedoeld in artikel 38 van het Statuut en, als afzonderlijk land binnen het Koninkrijk der Nederlanden, geen eigen openbaar ministerie en politie zou hebben alsook eigen toezicht en/of beheer op zijn financiële en monetaire zaken zou hebben; dat, na een wisseling van een coalitie in de Eilandsraad van Curaçao, de eerder door deze raad verworpen Slotverklaring van november 2006 weer ter tafel werd gebracht en met de kleinst mogelijke meerderheid van de leden van deze raad, alsnog in ongewijzigde vorm werd aanvaard; dat door de verwerping gevolgd door de aanvaarding van de Slotverklaring van 2 november 2006 de kiem voor de tweespalt onder de bevolking van Curaçao werd gelegd tussen hen, die bereid zijn om, in ruil voor schuldsanering voor Curaçao, afstand te doen van de verdere emancipatie van Curaçao en zijn bevolking en, in dat kader, ook van de staatsrechtelijke bevoegdheden, die eigen zijn aan autonome landen, en zij die het dekolonisatieproces niet wensen te vertroebelen met enige, al dan niet mede, door de kolonisatie van Curaçao gecreëerde, schuldenproblematiek en evenmin bereid zijn om krachtens het Statuut autonome bevoegdheden van de landen in het Koninkrijk der Nederlanden prijs te geven; dat in de transitieperiode sedert de aanvaarding van de Slotverklaring van 2 november 2006 naar de nieuwe staatkundige structuur van Curaçao per 10 oktober 2010, de regeringen van het Eilandgebied Curaçao en de Nederlandse Antillen beheerst werden door hen die de politieke opvatting hebben dat de verdere emancipatie van Curaçao en zijn bevolking niet vereist dat Curaçao, als afzonderlijk land binnen het Koninkrijk der Nederlanden, de autonome bevoegdheden heeft van de landen op het gebied van het openbaar ministerie, de politie en het toezicht op en het beheer van de financiële en monetaire zaken en bereid waren om, in ruil voor schuldsanering voor Curaçao door Nederland, onder meer, een drietal concepten van rijkswetten en een concept onderlinge regeling, in de zin van artikel 38 van het Statuut, te aanvaarden voor Curaçao, zijnde: 1. de ontwerp Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba; 2. de ontwerp Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba; 3. de ontwerp Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en 4. het ontwerp Centrale Bank-Statuut voor Curaçao en Sint Maarten; dat, krachtens de vorenbedoelde ontwerpen van rijkswetten en onderlinge regeling, Curaçao niet autonoom bevoegd is in de regeling van en/of het beheer en/of de leiding Pagina 2 van 6/Ontwerp landsverordening evaluatie consensusrijkswetten Curaçao 2018 300517

over diens openbaar ministerie, politie en financiële en monetaire zaken, doch daarbij en/of daarin afhankelijk is van besluitvorming door een of meer andere landen van het Koninkrijk der Nederlanden, namelijk de landen Nederland en Sint Maarten; dat, conform de voormelde beslissing van de eilandsraad van het eilandgebied Curaçao van 15 april 2005 (2005/12727), voormelde ontwerpen, middels een referendum, ter goedkeuring werden voorgelegd aan de bevolking van Curaçao; dat in het op 15 mei 2009 in Curaçao gehouden referendum, waarin 67,09 % van alle stemgerechtigden een stem heeft uitgebracht, slechts 51,99 % van de uitgebrachte stemmen - en dus slechts 34,88 % of ongeveer 1/3 de deel van de gehele stemgerechtigde bevolking van Curaçao - een stem heeft uitgebracht voor de optie tot invulling van de staatkundige status van Curaçao conform de voormelde concepten van rijkswetten en onderlinge regeling op het gebied van het openbaar ministerie, de politie en de financiële en monetaire zaken van Curaçao in afhankelijkheid van besluitvorming door en in andere landen van het Koninkrijk der Nederlanden, zijnde de landen Nederland en Sint Maarten; dat het minieme verschil in ondersteuning van die optie tot de invulling van de staatkundige status van Curaçao conform de voormelde concept rijkswetten en onderlinge regeling op de gebieden van respectievelijk het openbaar ministerie, de politie en de financiële en monetaire zaken van Curaçao in afhankelijkheid van de landen Nederland en/of Sint Maarten, die met de slogan ganá ta ganá daarna werd doorgedrukt, er nog meer tweespalt is ontstaan binnen de Curaçaose samenleving tussen hen, die de voormelde slogan onderschreven, en degenen, die een, ten opzichte van de andere landen in het Koninkrijk der Nederlanden, autonome positie van Curaçao bij die invulling op de gebieden van respectievelijk het openbaar ministerie, de politie en de financiële en monetaire zaken van Curaçao voorstaan en dus een positie voor Curaçao in het Koninkrijk der Nederlanden wensen die gelijk is aan die van Aruba en Nederland; dat de uitslag van het referendum van 15 mei 2009 gecontamineerd werd door de financiering van de aanbeveling van de eerstbedoelde optie onder de bevolking van Curaçao met zonder een wettelijke grondslag en dus op onrechtmatige wijze uit de kas van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten onttrokken publieke middelen en het laten meestemmen van personen met de Nederlandse nationaliteit, van wie, vanwege de zeer korte duur van hun verblijf in Curaçao voorafgaande aan en/of na het referendum en het afwezig zijn van iedere andersoortige binding met Curaçao, geen enkele reële binding hadden met Curaçao; dat, niettegenstaande de enorme tweespalt onder de Curaçaose bevolking, die is veroorzaakt door de gang van zaken op weg naar de totstandkoming van Curaçao als afzonderlijk land in het Koninkrijk der Nederlanden en de daarmede gepaard gaande Pagina 3 van 6/Ontwerp landsverordening evaluatie consensusrijkswetten Curaçao 2018 300517

invoering van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en het Centrale Bank-Statuut voor Curaçao en Sint Maarten, deze wettelijke regelingen enkel voorzien in een evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van deze rijkswetten in de praktijk door politieke organen van de respectieve bij de uitvoering van die wetten betrokken landen en niet in een evaluatie door degene die, per slot van rekening, heeft ingestemd met hun invoering, namelijk de stemgerechtigde bevolking van Curaçao; dat het, voor de opheffing van de tweedeling van de Curaçaose bevolking als direct gevolg van de ontwikkelingen in de aanloop naar de verkrijging door Curaçao van de status van afzonderlijk land binnen het Koninkrijk der Nederlanden zonder de autonome bevoegdheden tot de eigen regeling van en/of het beheer en/of de leiding over zijn openbaar ministerie, politie en financiële en monetaire zaken, noodzakelijk is dat de bevolking van Curaçao zich kan uitspreken over de wenselijkheid van de handhaving van de per 10 oktober 2010 voor Curaçao geïntroduceerde Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en het Centrale Bank- Statuut voor Curaçao en Sint Maarten; dat derhalve sprake is van een onderwerp van groot maatschappelijk belang, waarover de regering of de Staten een beslissing dienen te nemen; dat het daarom wenselijk is om aan de bevolking van Curaçao de vraag voor te leggen of de per 10 oktober 2010 voor Curaçao geïntroduceerde Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en Centrale Bank-Statuut voor Curaçao en Sint Maarten voor Curaçao gehandhaafd dienen te blijven; Gelet op: Artikel 60 van de Staatsregeling van Curaçao; BESLUIT: vast te stellen de volgende landsverordening: Artikel 1 Er vindt op 30 mei 2018 een referendum plaats over de wel of niet wenselijkheid van Pagina 4 van 6/Ontwerp landsverordening evaluatie consensusrijkswetten Curaçao 2018 300517

handhaving van de per 10 oktober 2010 voor Curaçao geïntroduceerde Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en Centrale Bank- Statuut voor Curaçao en Sint Maarten voor Curaçao. Artikel 2 Aan het referendum kan worden deelgenomen door degenen, die gedurende vijf jaren voor de datum van het referendum ingezetenen van Curaçao zijn, mits zij Nederlander zijn en op de dag van het referendum de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt. Artikel 3 Bij het referendum worden aan de stemgerechtigden twee opties in de Papiamentse onderscheidenlijk de Nederlandse taal voorgelegd, die als volgt luiden: Mi ke pa mantené e leinan di konsenso, ku un prokurador general, un ministerio públiko, un areglo di polis, un banko sentral i un órgano pa supervishon finansiero komun huntu ku Sint Maarten i/òf Boneiru, Sint Eustatius i Saba (lesa: Hulanda) No Si Ik wil de consensusrijkswetten, met een gemeenschappelijke procureur generaal, openbaar ministerie, politieregeling, centrale bank en financieel toezichtsorgaan samen met Sint Maarten en/of Bonaire, Sint Eustatius en Saba (lees: Nederland) handhaven Nee Ja Artikel 4 Bij de stemming mag de stemgerechtigde, op straffe van de ongeldigheid van zijn stem, zich slechts in één taal voor één optie uitspreken. Artikel 5 1. Er is een Referendumcommissie die belast is met de organisatie en uitvoering van het referendum. 2. De samenstelling, de taak en de bevoegdheden van de Referendumcommissie, en voorts alle andere zaken, die betrekking hebben op het functioneren van deze Pagina 5 van 6/Ontwerp landsverordening evaluatie consensusrijkswetten Curaçao 2018 300517

commissie, worden door de Minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening geregeld. Artikel 6 Het Kiesreglement van Curaçao is zoveel als mogelijk van overeenkomstige toepassing in het referendum, met dien verstande dat in plaats van op kandidaten voor leden van de Staten op de twee opties bedoeld in artikel 3 gestemd wordt, Artikel 7 Het is verboden om in de aanloop naar het referendum publieke middelen en/of middelen afkomstig van niet ingezetenen van Curaçao aan te wenden ter aanbeveling van een der in artikel 3 genoemde opties onder de bevolking van Curaçao. Artikel 8 Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging en kan worden aangehaald als Landsverordening evaluatie consensusrijkswetten Curaçao 2018. Pagina 6 van 6/Ontwerp landsverordening evaluatie consensusrijkswetten Curaçao 2018 300517