opleiding Wiskunde en Statistiek UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Onderwijsinstituut Exacte Wetenschappen studiejaar 2003-2004 DEEL B DE INHOUD VAN DE OPLEIDING HET DOCTORAALPROGRAMMA VAN DE VIJFJARIGE OPLEIDING WISKUNDE EN STATISTIEK Artikel 3.1 Inrichting doctoraalfase 1. Het programma heeft een studielast van 120 ECTS-studiepunten (EC). 2. In het programma worden vier varianten onderscheiden: een onderzoeksvariant (O-variant), een communicatieve en educatieve variant (CE-variant), een maatschappelijke variant (M-variant), en een duale-variant volgens de inrichting in tabel 1. 3. Het doctoraal programma van de opleiding Wiskunde en Statistiek kent een studierichting wiskunde met de afstudeerrichtingen - Mathematics - Mathematics and Science Education - Mathematical Physics (alleen O-variant) En een studierichting statistiek met de afstudeerrichting - Stochastics and Financial Mathematics. 4. Ieder studieprogramma dient door de student ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de examencommissie van de opleiding. 5. De student heeft de mogelijkheid om een afwijkend samenhangend vakkenpakket met een omvang van 120 EC op het gebied van de wiskunde en statistiek aan de examencommissie ter goedkeuring voor te leggen. Tabel 1 Onderdeel O Duaal CE/M Verplichte kernvakken 24-30 Keuzevakken discipline 12-18 Seminaria en/of projecten en/of keuze 12 Totaal 36 Totaal 24 Voorbereiding onderzoeksproject 12 Onderzoeksproject 30-42 30 30 Studentenseminarium en afstudeerverslag 6 6 6 Leer-werk-traject 30 Keuzeruimte / deficiënties 12 12 CE/M-deel 6 6 Totaal 60 Totaal EC 120 120 120 Onderwijs- en examenregeling 2003-04 1
opleiding Wiskunde en Statistiek Artikel 3.2 Samenstelling programma 1. Het programma omvat verplichte onderdelen met een maximale omvang van 30 EC. In de studiegids worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheidene programma s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis die gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. 2. De student wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan projecten met een studielast van tenminste 12 EC. 3. Het programma omvat onderzoeksgerelateerde onderdelen met een studielast van tenminste 48 EC. De onderzoeksgerelateerde onderdelen omvatten in elk geval de volgende verplichte onderdelen: - een onderzoekopdracht met een omvang van tenminste 30 EC; - een afsluitend verslag en een wetenschappelijke voordracht (colloquium) met een omvang van 6 EC. 4. De examencommissie kan, ter compensatie van deficiënties, een student toestaan bepaalde onderdelen, aangewezen uit de desbetreffende kandidaats/bacheloropleiding, in het programma op te nemen. Dit gaat ten laste van, maar is nooit meer dan, de vrije keuzeruimte. Artikel 3.3 - Keuzeonderdelen 1. Een student kan examenonderdelen met een studielast van tenminste 12 EC kiezen op het gebied van de discipline. 2. Voor keuze komen in aanmerking examenonderdelen op het gebied van de discipline die in de studiegids van de opleiding zijn opgenomen, en onderdelen verzorgd door een andere Nederlandse of een buitenlandse universiteit die naar het oordeel van de examencommissie van vergelijkbaar niveau zijn. 3. Een student kan examenonderdelen met een studielast van 12 EC vrij kiezen. Deze onderdelen dienen op 2ejaarsniveau of hoger te liggen naar het oordeel van de examencommissie. 4. Een student kan daarop in mindering te brengen de reeds aan deficiënties besteedde studiepunten. Artikel 3.4 CE/M deel in de O-variant en Duale-variant 1. De beoordeling van dit onderdeel vindt plaats op basis van een door de student gevulde portfolio. 2. Het portfolio van de student dient naar het oordeel van de examencommissie voldoende bewijzen te bevatten van de CE/M vaardigheden van de student, als beschreven in de eindtermen (zie de doelstellingen en eindtermen van de desbetreffende masteropleiding), i.h.b.: - Communicatie- en educatievaardigheden - Samenwerkingsvaardigheden - voorbereiding de arbeidsmarkt of onderzoekersopleiding - inzicht in de plaats en rol van de discipline binnen de wetenschap en de samenleving. 3. De student kan het portfolio vullen door deel te nemen aan de desbetreffende examenonderdelen zoals vermeld in de studiegids, waaronder in ieder geval een cursus English speaking and writing skills met een omvang van 2 EC. 4. De student kan aan de examencommissie ook een op andere wijze gevulde portfolio voorleggen om te voldoen aan de vereisten. Artikel 3.5 Inrichting Duale variant 1. De duale variant bevat een leer-werk-traject van een jaar bij een bedrijf of instelling en vergt een totale studieduur van twee-en-een-half jaar. De coördinator van de duale-variant houdt toezicht op het leer-werk-traject en de studieduur. Onderwijs- en examenregeling 2003-04 2
opleiding Wiskunde en Statistiek 2. Het leer-werk-traject wordt afgesloten met een verslag. Als dit naar het oordeel van de examencommissie voldoet aan de vereisten, wordt het leer-werk-traject geteld als een examenonderdeel met een omvang van 30 EC. 3. Het afstudeerproject bestaat uit een onderzoekopdracht bij een bedrijf of instelling. Artikel 3.6 Inrichting CE- en M-variant van de FNWI De CE-variant richt zich op de educatieve en communicatieve beroepen. Er zijn vier uitstroomprofielen: - Leraar, - Voorlichter of wetenschapsjournalist, - Multi-media ontwerper, - Vakdidakticus. De M-variant is gericht op - verbreding van kennis, ten dele interdisciplinair, - integratie van verschillende vakgebieden, - werken in (bredere) projecten, - het vervullen van een maatschappelijke functie gelieerd aan fundamenteel of toegepast onderzoek Artikel 3.6.1 Het disciplinaire deel Het disciplinaire deel bestaat uit een keuze van vakken en een onderzoeksproject binnen een van de afstudeerrichtingen wiskunde en statistiek, m.u.v. mathematische fysica. studielast semester *Keuze uit: 24 EC I,II - Kernvakken - Seminarium/project - Keuze discipline Onderzoeksproject 30 EC I,II Colloquium en afstudeerverslag 6 EC II *: In overleg met de coördinator van de afstudeerrichting. Artikel 3.6.2. Het CE-deel Het CE-deel heeft een omvang van 60 EC bestaande uit de volgende onderdelen: studielast semester *Oriëntatie op de CE-variant 6 EC I,II Didactiek en Communicatie 6 EC I of II Bèta-didactiek 6 EC I Didactiek eigen discipline 3 EC I of II Communicatie en interactie 3 EC I of II Ontwerp of onderzoeksproject 15 EC I, II **Externe stage of leerwerkplek 12 EC I, II **Specialisatie 9 EC I, II *: Als de student deze oriëntatie in de kandidaatsfase heeft gevolgd, dan 6 EC **keuze. **: In overleg met de coördinator van de CE-variant. Artikel 3.6.3 Het M-deel De M-variant heeft een omvang van 60 EC verdeeld over de volgende onderdelen: studielast semester *Oriëntatie op de M-variant 6 EC I,II Basismodule PGO 20 EC I **Keuze werkgroepen of interdisciplinaire scriptie 12 EC I of II Onderwijs- en examenregeling 2003-04 3
opleiding Wiskunde en Statistiek **Externe stage, minimaal 22 EC I of II *: Als de student deze oriëntatie in de kandidaatsfase heeft gevolgd, dan 6 EC **keuze. **: In overleg met de coördinator van de M-variant. Artikel 3.7 Toelatingsprocedure 1. De coördinator van de studie- of afstudeerrichting voert met de studenten die zich aanmelden voor de studie- of afstudeerrichting een intakegesprek. Daarbij komen ook de toelatingseisen aan de orde. 2. In overleg met de coördinator van de studie- of afstudeerrichting wordt de invulling van het vakkenpakket (kernvakken en specialisatie) bepaald. Dit geldt voor alle studie- en afstudeerrichtingen 3. De afspraken met een aspirant-student worden door de coördinator van de studieof afstudeerrichting vastgelegd in het studiebegeleidingsplan. Daarbij wordt vermeld hoe eventuele studieachterstand en deficiënties worden weggewerkt. Een kopie van het studiebegeleidingsplan wordt aan de examencommissie en de studieadviseur gestuurd. 4. De examencommissie beslist over toelating van de student. De coördinator houdt toezicht op de studievoortgang van de studenten. Aanhangsel Lijst van curriculum onderdelen behorende bij de doctoraalfase van de opleiding Wiskunde en Statistiek (academisch jaar 2003-2004 is te vinden in de masterstudiegids 2003/2004. Onderwijs- en examenregeling 2003-04 4
Mathematics DE MASTEROPLEIDING MATHEMATICS Hoofdstuk 1. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 3.8 Doelstellingen De doelstellingen van de opleiding zijn: - Het verkrijgen van brede wiskundige basiskennis en een verdieping van kennis en inzicht in tenminste één specialisatierichting. - Het aanleren van een zelfstandige wetenschappelijke werkwijze en houding. Hieronder wordt ook verstaan dat een student leert omgaan met moderne bronnen van vakkennis, en op de hoogte raakt van enige vakspecifieke culturele waarden en historische ontwikkelingen. - Het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden. Studenten leren mondeling en schriftelijk resultaten voor een wiskundig publiek te presenteren, werken in groepsverband en formuleren in niet-vakspecifieke taal. Zij krijgen inzicht in de arbeidsmarkt. Artikel 3.9 Eindtermen 1. Afgestudeerden beschikken over: - Een gedegen kennis van de wiskunde en het wiskundig denken; - Grondige kennis in een deelgebied van de wiskunde, alsmede enige kennis van één of meer toepassingsgebieden van de wiskunde; - Onderzoekservaring in een deelgebied van de wiskunde en bekendheid met internationale vakliteratuur; - Enig inzicht in de plaats en rol van de wiskunde binnen de wetenschap en de samenleving. 2. De masteropleiding Wiskunde kent vier varianten: een onderzoeksvariant (Ovariant), een communicatieve en educatieve variant (CE-variant), een maatschappelijke variant (M-variant) en een Duale variant. De specifieke eindtermen die betrekking hebben op deze varianten zijn: O-variant: - Ruime ervaring in het zelfstandig verwerven van nieuwe vakkennis en het uitvoeren van wiskundig onderzoek - Ervaring in het schriftelijk en mondeling communiceren hierover met vakgenoten. CE-variant: - Vaardigheid in het zelfstandig verwerven van nieuwe vakkennis, alsmede kennis op het gebied van communicatie en educatie - Vaardigheid in het overdragen van verworven kennis en inzicht in woord en geschrift zowel in een onderwijssituatie als naar een breder publiek. M-variant: - Vaardigheid in het uitvoeren van projecten, zelfstandig of in teamverband - Vaardigheid in het rapporteren hierover zowel in een multidisciplinair werkverband als voor een maatschappelijk gehoor. Duale variant: - Vaardigheid in het uitvoeren van projecten, zelfstandig of in teamverband, in een bedrijfsmatige context. - In staat zijn theoretische kennis in een praktijksituatie te gebruiken. Onderwijs- en examenregeling 2003-04 5
Mathematics Hoofdstuk 2. Toelatingseisen Artikel 3.10 - Vooropleidingseisen De volgend diploma s geven rechtstreekse toelating: - Het kandidaatsdiploma Wiskunde en Statistiek of Wiskunde verleend door een Nederlandse universiteit. - Het bachelordiploma Wiskunde verleend door een Nederlandse universiteit. Artikel 3.11 Toelatingsprocedure 1. De coördinator van de masteropleiding voert met de studenten die zich aanmelden voor de masteropleiding een intakegesprek. Daarbij komen ook de toelatingseisen aan de orde. 2. In overleg met de coördinator van de masteropleiding wordt de invulling van het vakkenpakket (verplichte vakken en specialisatie) bepaald. 3. De afspraken met een aspirant-student worden door de coördinator van de masteropleiding vastgelegd in het studiebegeleidingsplan. Daarbij wordt vermeld hoe eventuele studieachterstand en deficiënties worden weggewerkt. Een kopie van het studiebegeleidingsplan wordt aan de examencommissie en de studieadviseur gestuurd. 4. De examencommissie beslist over toelating van de student. De coördinator houdt toezicht op de studievoortgang van de studenten. Hoofdstuk 3. Opbouw van het curriculum Artikel 3.12 - Voltijds / Deeltijds /Duaal De opleiding wordt zowel voltijds als deeltijds als duaal verzorgd. Artikel 3.13 Inrichting 1. Het programma heeft een studielast van 120 ECTS-studiepunten (EC). 2. Het programma wordt gezamenlijk verzorgd met de Vrije Universiteit. 3. De inhoud van de boven genoemde masteropleiding en varianten komt overeen met de inhoud van de gelijknamige afstudeerrichting en varianten van de vijfjarige opleiding. 4. Ieder studieprogramma dient door de student ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de examencommissie van de opleiding. 5. De student heeft de mogelijkheid om een afwijkend samenhangend vakkenpakket met een omvang van 120 EC op het gebied van de wiskunde aan de examencommissie ter goedkeuring voor te leggen. Hoofdstuk 4. Beschrijving van de inhoud en omvang van de onderdelen Lijst van curriculum onderdelen behorende bij de masteropleiding Mathematics (academisch jaar 2003-2004); zie studierichting wiskunde. Onderwijs- en examenregeling 2003-04 6
Stochastics and Financial Mathematics DE MASTEROPLEIDING STOCHASTICS AND FINANCIAL MATHEMATICS Hoofdstuk 1. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 3.14 Doelstelling Met de opleiding wordt beoogd: - Gedegen kennis, vaardigheid en inzicht van de mathematische statistiek, de kansrekening, de stochastische besliskunde of de financiële wiskunde bij te brengen; - Voorbereiding te geven op de beroepsuitoefening op het gebied van de stochastiek en financiële wiskunde; - Inzicht in de rol en betekenis van het vak en zijn beoefenaren in de maatschappij bij te brengen; - Aanbrengen van vaardigheid in het mondeling en schriftelijk rapporteren. Artikel 3.15 Eindtermen 1. Afgestudeerden hebben/kunnen: - een gedegen inzicht in de denk- en werkwijze van de moderne stochastiek - deze denk- en werkwijze toepassen, - zelfstandig de relevante literatuur bestuderen, - communiceren met experts op hun eigen terrein en met experts op de vakgebieden waarop de stochastische denkwijze van nut kan zijn. 2. De masteropleiding Stochastics and Financial Mathematics kent vier varianten: een onderzoeksvariant (O-variant), een educatieve en communicatieve variant (CEvariant), een maatschappelijke variant (M-variant) en een Duale variant. De specifieke eindtermen die betrekking hebben op deze varianten zijn: O-variant - een ruime ervaring in het zelfstandig verwerven van nieuwe vakkennis en het uitvoeren van onderzoek op het terrein van de stochastiek en financiële wiskunde - ervaring in het schriftelijk en mondeling communiceren hierover met vakgenoten. CE-variant - Vaardigheid in het zelfstandig verwerven van nieuwe vakkennis, alsmede kennis op het gebied van communicatie en educatie - Vaardigheid in het overdragen van verworven kennis en inzicht in woord en geschrift zowel in een onderwijssituatie als naar een breder publiek. M-variant: - Vaardigheid in het uitvoeren van projecten, zelfstandig of in teamverband - Vaardigheid in het rapporteren hierover zowel in een multidisciplinair werkverband als voor een maatschappelijk gehoor. Duale variant: - Vaardigheid in het uitvoeren van projecten, zelfstandig of in teamverband, in een bedrijfsmatige context. - In staat zijn theoretische kennis in een praktijksituatie te gebruiken. Onderwijs- en examenregeling 2003-04 7
Stochastics and Financial Mathematics Hoofdstuk 2. Toelatingseisen Artikel 3.16 - Vooropleidingseisen 1. Studenten hebben rechtstreekse toegang tot de masteropleiding Stochastiek en financiële Wiskunde indien zij in het bezit zijn van een: - Kandidaatsexamen Wiskunde en Statistiek of Wiskunde behaald aan een Nederlandse universiteit, - Bachelordiploma Wiskunde behaald aan een Nederlandse universiteit, en basiskennis van de Maat- en Integratietheorie, van de Kansrekening en van de Statistiek hebben verworven. 2. Een student die in het bezit is van een kandidaats- of bachelordiploma Econometrie of Bedrijfswiskunde en Informatica, kan worden toegelaten, onder voorwaarde dat de deficiënties in de Maat- en Integratietheorie en andere onderdelen van de analyse zijn weggewerkt doordat de student heeft voldaan aan inhoudelijk vergelijkbare eisen. Artikel 3.17 Toelatingsprocedure 1. De coördinator van de masteropleiding voert met de studenten die zich aanmelden voor de opleiding een intakegesprek. Daarbij komen ook de toelatingseisen aan de orde. 2. In overleg met de coördinator van de masteropleiding wordt de invulling van het vakkenpakket (kernvakken en specialisatie) bepaald. 3. De afspraken met een aspirant-student worden door de coördinator van de masteropleiding vastgelegd in het studiebegeleidingsplan. Daarbij wordt vermeld hoe eventuele studieachterstand en deficiënties worden weggewerkt. Een kopie van het studiebegeleidingsplan wordt aan de examencommissie en de studieadviseur gestuurd. 4. De examencommissie beslist over toelating van de student. De coördinator houdt toezicht op de studievoortgang van de studenten. Hoofdstuk 3. Opbouw van het curriculum Artikel 3.18 - Voltijds / Deeltijds / Duaal De opleiding wordt zowel voltijds als deeltijds als duaal (M-variant) verzorgd. Artikel 3.19 Inrichting 1. Het programma heeft een studielast van 120 ECTS-studiepunten (EC). 2. Het programma wordt gezamenlijk verzorgd met de Vrije Universiteit en de Universiteit van Utrecht. 3. De inhoud van de boven genoemde masteropleiding en varianten komt overeen met de inhoud van de gelijknamige afstudeerrichting en varianten van de vijfjarige opleiding. 4. Ieder studieprogramma dient door de student ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de examencommissie van de opleiding. 5. De student heeft de mogelijkheid om een afwijkend samenhangend vakkenpakket met een omvang van 120 EC op het gebied van de statistiek en financiële wiskunde aan de examencommissie ter goedkeuring voor te leggen. Hoofdstuk 4. Beschrijving van de inhoud en omvang van de onderdelen Lijst van curriculum onderdelen behorende bij de masteropleiding Stochastics and Financial Mathematics (academisch jaar 2003-2004); zie afstudeerrichting stochastiek en financiële wiskunde. Onderwijs- en examenregeling 2003-04 8
Stochastics and Financial Mathematics Onderwijs- en examenregeling 2003-04 9
Mathematical Physics DE MASTEROPLEIDING MATHEMATICAL PHYSICS Hoofdstuk 1. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 3.20 Doelstellingen De masteropleiding Mathematische Fysica wil drie doelgroepen aantrekken en verder opleiden: - Studenten met een bachelor natuurkunde die aan de moderne, wiskundig georiënteerde ontwikkelingen in dit vakgebied willen werken, met wiskundigen willen leren communiceren, en de essentie willen kunnen begrijpen van relevante wiskundige artikelen die ver buiten de traditionele wiskundige achtergrond van de theoretische fysica vallen. - Studenten met een bachelor wiskunde die vanuit een eigen optiek de basisprincipes van bijv. de quantumveldentheorie, de stringtheorie, of de statistische mechanica zover willen beheersen als nodig is om moderne ontwikkelingen in de wiskunde te kunnen volgen, en willen leren met theoretisch fysici te communiceren. - Studenten met een wiskundig georiënteerde belangstelling voor de grondslagen van de natuurkunde. Artikel 3.21 Eindtermen Degenen die de Masteropleiding met goed gevolg hebben doorlopen zullen: - een goed en breed overzicht hebben van problemen, technieken, en werkwijze van de moderne mathematische fysica; - in staat zijn zich zelfstandig in zowel de theoretisch-fysische als de wiskundige literatuur te oriënteren, en op grond daarvan zelfstandig onderzoek te verrichten naar òf een wiskundig probleem met een zeker fysisch karakter, òf een fysisch probleem met profilerende wiskundige inhoud; - met zowel wiskundigen als theoretisch fysici kunnen communiceren, zowel op schrift, in conversatie, als door het geven van voordrachten die voor beide geledingen begrijpelijk en aantrekkelijk zijn. Hoofdstuk 2. Toelatingseisen Artikel 3.22 - Vooropleidingseisen 1. De masteropleiding Mathematical Physics is een selectieve masteropleiding. 2. Tot de masteropleiding kunnen personen worden toegelaten die in het bezit zijn van een - Kandidaatsexamen Natuurkunde en Sterrenkunde - Kandidaatsexamen Wiskunde en Statistiek - Bachelordiploma Natuurkunde of Natuurkunde en Sterrenkunde - Bachelordiploma Wiskunde behaald aan een Nederlandse universiteit, met aantoonbare belangstelling voor de fysica (wiskundigen) of geavanceerde wiskunde (fysici). Het laatste moet blijken uit een sollicitatiebrief en het intakegesprek. Artikel 3.23 Toelatingsprocedure 1. Aanmeldingen voor de masteropleiding worden beoordeeld door een selectiecommissie. 2. De coördinator van de masteropleiding voert met de geselecteerde studenten een intakegesprek. Daarbij komen ook de toelatingseisen aan de orde. 3. In overleg met de coördinator van de masteropleiding wordt de invulling van het vakkenpakket (kernvakken en specialisatie) bepaald. 4. De afspraken met een aspirant-student worden door de coördinator van de masteropleiding vastgelegd in het studiebegeleidingsplan. Daarbij wordt vermeld hoe eventuele studieachterstand en deficiënties worden weggewerkt. Een kopie Onderwijs- en examenregeling 2003-04 10
Mathematical Physics van het studiebegeleidingsplan wordt aan de examencommissie en de studieadviseur gestuurd. 5. De examencommissie beslist over toelating van de student. De coördinator houdt toezicht op de studievoortgang van de studenten. Hoofdstuk 3. Opbouw van het curriculum Artikel 3.24 - Voltijds / Deeltijds De opleiding wordt voltijds verzorgd. Artikel 3.25 Inrichting 1. Het programma heeft een studielast van 120 ECTS-studiepunten (EC). 2. De inhoud van de masteropleiding komt overeen met de inhoud van de gelijknamige afstudeerrichting van de vijfjarige opleiding. 3. Ieder studieprogramma dient door de student ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de examencommissie van de opleiding. 4. De student heeft de mogelijkheid om een afwijkend samenhangend vakkenpakket met een omvang van 120 EC op het gebied van de wiskunde aan de examencommissie ter goedkeuring voor te leggen. Hoofdstuk 4. Beschrijving van de inhoud en omvang van de onderdelen Lijst van curriculum onderdelen behorende bij de masteropleiding Mathematical Physics (academisch jaar 2003-2004); zie afstudeerrichting mathematische fysica. Onderwijs- en examenregeling 2003-04 11