Examenreglement van Het Baarnsch Lyceum

Vergelijkbare documenten
1. INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN Afnemen eindexamen Indeling eindexamen Onregelmatigheden... 3

HET EXAMENREGLEMENT. Artikel 1. Algemeen

EXAMENREGLEMENT VMBO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

1 INHOUDSOPGAVE PTA TWEEDE FASE VWO VAN CHR. COLLEGE DE POPULIER 1. INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN... 3

EXAMENREGLEMENT VWO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

EXAMENREGLEMENT. HAVO - 5 en VWO - 6 SCHOOLJAAR SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWALD. Z:\WORD\JAF\EX.REGL.TF doc 1

Examen Reglement Postbus AS Groningen groepgroningen.nl K.v.K Datum

Examen 2018 Reglement

EXAMENREGLEMENT VMBO T-K-B SCHOOLJAAR SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWALD. Z:\WORD\JAf\EX.REGL.VMBO doc 1

Hofstad Lyceum. Examenreglement VWO / HAVO. Hofstad Lyceum Colijnplein HA Den Haag

1 Algemeen Regeling schoolexamen 2014/2015

B. Eindexamenreglement VMBO

Examenreglement

Examenreglement. Stichting V.O. Amsterdam-Zuid

Kader examenreglementen

Examenreglement

Examenreglement Havo CSG Het Streek

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA), regeling Schoolexamen leerjaar 4 Vwo Het College WEERT versie 1 september 2016

Examenreglement. Stedelijk Gymnasium Schiedam. schooljaar

BERTRAND RUSSELL COLLEGE HAVO en VWO

Algemene regels schoolexamens & PTA d Oultremontcollege

UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING. Artikel 23 Eindcijfer eindexamen

Examenreglement Havo CSG Het Streek

EXAMENREGLEMENT VMBO- SLINGE

Examenreglement HAVO/VWO/VMBO. BC Broekhin Roermond. Schooljaar BC Broekhin Roermond

Examenreglement en Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Varendonck-College VWO-HAVO

I. Examencommissie pag. 2. II. Reglement : Begrippen pag Algemene bepalingen pag Overige bepalingen pag. 6

Examenreglement. Sint Annaparochie

EXAMENREGLEMENT. Dit Reglement wordt voor 1 oktober ter kennis gebracht aan de Inspecteur, belast met het toezicht op de OSG Schoonoord.

Examenreglement VO

Examenreglement. Leeuwarden

Schoolexamenreglement havo / vwo. Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken

Examenreglement Stichting Het Baken Almere

Kader examenreglementen

Examenreglement

Examenreglement Het Baken Almere Colofon:

Schoolexamenreglement

EXAMENREGLEMENT. Examen Havo 2013

Examenreglement vmbo , osg Piter Jelles, locatie YnSicht basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs te Haarlem

EXAMENREGLEMENT HAVO/VWO/VMBO

Examenreglement Hyperion Lyceum

EXAMENREGLEMENT VMBO BB/KB

Reglement Centraal Examen

EINDEXAMENREGLEMENT HAVO/VWO OPENBAAR VOORTGEZET ONDERWIJS ZAANSTAD

Examenreglement VMBO en MAVO

EXAMENREGLEMENT HAVO/VWO/VMBO

Examenregelement Dit reglement geldt m.i.v. 1 augustus 2012 voor alle leerlingen van de leerjaren 4, 5 en 6

EXAMENREGLEMENT GOMARUS COLLEGE

College voor Toetsen en Examens; waarborgt de kwaliteit en de organisatie van de examens.

Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs (VIA)

Examenreglement

Examenreglement. voor de eindexamens vwo, havo en vmbo Connect College Echt

Examenreglement HAVO. Cohort Leerjaar 4 schooljaar

Namens het gehele docententeam wens ik jullie veel succes bij je studie.

EXAMENREGLEMENT. Examenreglement

Examenreglement HAVO/VWO/VMBO. BC Broekhin Roermond. Schooljaar Voor de leerlingen van 3- en 4 vmbo 4- en 5 havo 4-, 5- en 6 vwo

REGELING SCHOOLEXAMEN TWEEDE FASE HAVO en VWO versie 31 juli Begripsbepaling Organisatie van het schoolexamen 2

Examenreglement MAVO Koning Willem ll College. Archiefcode 18-32

De tekst van dit examenreglement is gebaseerd op het eindexamenbesluit geldend van

Examenreglement VMBO

EXAMENREGLEMENT. CSG LIUDGER Locatie Raai HAVO/VWO TWEEDE FASE

Examenreglement Scheldemond College

Voor 1 oktober van het cursusjaar waarin het CE plaatsvindt, bepalen de kandidaten in welke (keuze)vakken zij examen wensen af te leggen.

HAVO. Examenreglement

Examenreglement VO

Programma van toetsing en afsluiting

A. Algemene bepalingen B. Het schoolexamen C. Het centraal examen D. Uitslag, herkansing en diplomering... 12

Koudum. Schooljaar 2014 / 2015 VMBO 3T. Programma van Toetsing en Afsluiting

REGELING EXAMENS EXAMEN 2014

Examenreglement VMBO-T / MAVO

Eindexamenreglement HAVO/VWO

Examenreglement. Scheldemond College

Examenreglement VO

Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland

Examenreglement Schooljaar

Examenreglement Havo CSG Het Streek

Examenreglement vmbo / mavo CSG Het Streek

EXAMENREGLEMENT HAVO/VWO/VMBO

Examenreglement. (Dit examenreglement geldt voor zowel het schoolexamen als het centraal examen.) van het. Rietveld Lyceum SCHOOLJAAR

EXAMENREGLEMENT INHOUD EXAMENREGLEMENT 1. ALGEMEEN 2. BEGRIPSBEPALINGEN 3. HET EXAMEN

Christelijk College Groevenbeek Postbus AE Ermelo E X A M E N R E G L E M E N T I.1 ALGEMENE BEPALINGEN

Deze regels gelden zowel voor het SE als voor het CE

EXAMENREGLEMENT HAVO/VWO/VMBO

EXAMENREGLEMENT 2COLLEGE

Reglement Schoolexamen & Centraal Examen. Lyceum Ypenburg

EXAMENREGLEMENT HAVO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

MAVO. Examenreglement

Examenreglement VO

Examenreglement Karel de Grote College. Scholengemeenschap voor voortgezet vrijeschoolonderwijs

Examenreglement vmbo

EXAMENREGLEMENT

EXAMENREGLEMENT STEDELIJKE SCHOLENGEMEENSCHAP NIJMEGEN Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen

1. Begripsbepaling Organisatie van het schoolexamen Algemene bepalingen Verschillende soorten toetsen

EXAMENREGLEMENT VMBO-T, HAVO EN VWO CURSUS Vastgesteld door het bevoegd gezag op grond van art. 31 Eindexamenbesluit vwo/havo/vmbo-t

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA), regeling Schoolexamen Tweede Fase Havo en Vwo. Philips van Horne S.G. WEERT versie 1 september 2013

Het college van bestuur en docentenexaminatoren van het Scala College voor gymnasium-atheneumhavo-vmbo te Alphen aan den Rijn,

Examenreglement. Theoretische Leerweg HAVO Atheneum. cursus

PROGRAMMA van TOETSING en AFSLUITING

Examenreglement. Ubbo Emmius. Ingangsdatum: Scholengemeenschap voor: vmbo havo atheneum gymnasium

Transcriptie:

Examenreglement van A. Algemene bepalingen 3 B. Inhoud van het eindexamen 6 C. Regeling van het eindexamen 6 Afd. 1 Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting 6 Afd. 2 Schoolexamen 7 Afd. 3 Nadere bepalingen over het schoolexamen 9 D. Centraal examen 11 E. Rekentoets 13 F. Uitslag, herkansing en diplomering 14 G. Overige bepalingen 17 H. Commissie van Beroep 18 Reglement voor de Commissie van Beroep 19 1

Examenreglement van (vastgesteld door de rector op 1 oktober 2016) Dit reglement geeft een voor geldende uitwerking van het eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.. Indien achter een artikel van dit reglement tussen haakjes verwezen wordt naar een genummerd artikel, heeft dit betrekking op een artikel van voornoemd examenbesluit. De gehele examenregeling bestaat uit: het door de minister vastgestelde Eindexamenbesluit VO (vwo-havo-vmbo (mavo en vbo)); het door het bevoegd gezag vastgestelde Examenreglement (een algemeen gedeelte waarin regels staan voor het schoolexamen (SE), de rekentoets en het Centraal Examen (CE); het jaarlijks ook door het bevoegd gezag vastgestelde Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) (een vakinhoudelijk gedeelte, waarin de leerstof voor alle vakken is beschreven met daarbij de wijze van toetsen van alle onderdelen van het schoolexamen en hun weging, almede de herkansingsregels); zo nodig door de schoollocatie vastgestelde praktische (huis)regels en protocollen die gelden als aanvullende regeling voor de examens. Het Examenreglement en het PTA staan vanaf 1 oktober 2016 op de website van de school. Hiermee voldoen we aan de verplichting uit het Eindexamenbesluit VO, artikel 31, lid 1. Het examenreglement vormt de verbinding tussen wet- en regelgeving en overheidsvoorschriften enerzijds en de schoolinterne regelgeving anderzijds. Het is als zelfstandig document leesbaar, maar in geval van onduidelijkheid of waar het leidt tot interpretaties strijdig met de betreffende wet - en regelgeving, zijn de teksten van de overheidsvoorschriften bepalend. In alle gevallen waarin noch de Wet, noch het Eindexamenbesluit, noch dit Examenreglement voorziet, beslist de rector. 2

A. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: De wet: Onze Minister: DUO: Inspectie: Bevoegd gezag: Rector: Plaatsvervangend rector: Kandidaat: Gecommitteerde: School: Examinator: Vakken: Profielwerkstuk: Toets: Handelingsdeel: Eindexamen: Staatsexamencommissie: Herkansing: Examenstof: Combinatiecijfer: Eindexamenbesluit VO (EVO); Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; Dienst Uitvoering Onderwijs; DUO is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. de inspectie van het voortgezet onderwijs, belast met het toezicht op ; de rector/bestuurder van de stichting ""; de rector van ; plaatsvervangend rector van ; ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten; een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van het eindexamenbesluit; ; degene die is belast met het afnemen van het examen in een vak; vakken, deelvakken en andere programma-onderdelen; het in artikel 4 bedoelde profielwerkstuk; een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten, of een praktische opdracht; onderdeel van een vak, dat naar behoren gedaan moet worden en dat niet met een cijfer beoordeeld wordt; een examen in het geheel van de voor het desbetreffende eindexamen voorgeschreven vakken; een commissie als bedoeld in artikel 60 van de Wet op het voortgezet onderwijs; het opnieuw dan wel alsnog deelnemen aan een toets van het centraal examen of het schoolexamen; de aan de kandidaat te stellen eisen. één cijfer op de cijferlijst, samengesteld uit: profielwerkstuk en maatschappijleer 3

Artik el 2 Toelating tot het eindexamen (art. 2 EVO) 1. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. 2. Het bevoegd gezag kan kandidaten tot het eindexamen toelaten, die niet als leerling van de school zijn ingeschreven, met inachtneming van art. 2 van het Eindexamenbesluit VO. Artik el 3 Afnemen eindexamen 1. De rector en de examinatoren nemen het eindexamen a f. (art. 3.1 EVO) 2. De rector wijst één van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. (art. 3.2 EVO) Artikel 4 Indeling eindexamen; profielwerkstuk 1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen dan wel uit een schoolexamen en een centraal examen. (art. 4.1 EVO) 2. Het schoolexamen bevat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder inbegrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. (art. 4.2 EVO) 3. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen, uitgezonderd: CKV, maatschappijleer en LO. Artikel 5 Onregelmatigheden 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de rector maatregelen nemen. (art. 5.1 EVO). Het betreft hier zowel onregelmatigheden, fraude als ongeoorloofd verzuim. 2. De maatregelen bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in a. combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: b. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, c. het toekennen van een aangepast cijfer, d. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, e. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, f. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. (art. 5.2 EVO) 4

3. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de rector de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De rector deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijk mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vierde lid. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift gezonden aan de inspectie en aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is. (art. 5.3 EVO) 4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de rector in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen Commissie van Beroep. (zie bladzijde daar) Het beroep wordt binnen vijf werkdagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk en gemotiveerd bij de Commissie van Beroep ingesteld. De Commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De Commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De Commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers indien deze minderjarig is, aan de rector en aan de inspectie. (art. 5.4 EVO). De kandidaat kan gedurende de procedure deelnemen aan verdere examentoetsen. Deze kunnen op basis van het besluit van de commissie achteraf alsnog ongeldig worden verklaard. 5

B. INHOUD VAN HET EINDEXAMEN Artik el 6 Examenprogramma 1. Onze Minister stelt, behalve voor door het bevoegd gezag vast te stellen vakken en programma-onderdelen die onderdeel zijn van het eindexamen, examenprogramma's vast, waarin zijn opgenomen: a. een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak, b. welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt, en c. het aantal en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen. (art. 7.1 EVO) 2. Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak of per groep van vakken. (art. 7.2 EVO) Artikel 7 Keuze van eindexamenvakk en 1. De kandidaten kiezen in welke vakken zij examen willen afleggen conform het aanbod van de school en de wettelijke bepalingen in deze. 2. De kandidaten kunnen voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken examen afleggen dan in de vakken die ten minste tezamen een eindexamen vormen. (art. 8.2 EVO) 3. De kandidaat kan ook aangeven in meer vakken dan het wettelijk minimum examen te willen doen, dan wel één of meer vakken op een hoger niveau te willen afsluiten dan wel eerder te willen afsluiten. Deze keuze geldt voor zover het bevoegd gezag hen op basis van interne afwegingen en regels in de gelegenheid stelt zich op het examen in die vakken al of niet op het gewenste niveau dan wel vroegtijdig voor te bereiden. (art. 8.1 EVO e.a.) C. REGELING VAN HET EINDEXAMEN Afd. 1 Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting Artikel 8 1. Het bevoegd gezag stelt een examenreglement vast. Het bevat in elk geval informatie over de maatregelen, bedoeld in artikel 5 van het Examenbesluit, en de toepassing daarvan, en regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen, de gang van zaken tijdens het eindexamen, de herkansing van het schoolexamen en de samenstelling en het adres van de Commissie van Beroep. (art. 31.1) 2. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks voor 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast, dat in elk geval betrekking heeft op het desbetreffende schooljaar. In het programma wordt in elk geval aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst, de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen, de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen aanvangen, de herkansingsregeling, alsmede de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. (art. 31.2 EVO) 3. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de rector voor 1 oktober van enig jaar toegezonden aan de inspectie en staan op de website. (art. 31.3 EVO) 6

Afd. 2 Schoolexamen Artikel 9 Schoolexamen 1. Het schoolexamen begint in de voorexamenklas. Daarbij telt het gemiddelde van alle toetsen in havo 4 en vwo 5 conform PTA/PTD mee als SE 1 (art. 32.1 EVO). In bijzondere gevallen kan het schoolexamen al eerder beginnen. 2. Het schoolexamen wordt uiterlijk een week voor begin van het centraal examen afgesloten door het formeel insturen van de schoolexamengegevens aan DUO. (art. 32.2 EVO). Dit geldt ook voor de onderdelen die niet van een cijfer worden voorzien. 3. Het bevoegd gezag kan in afwijking van het tweede lid een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten voor de aanvang van het eerste tijdvak, in de gelegenheid stellen het schoolexamen in een vak af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. (art. 32.3 EVO) Artikel 10 Mededeling beoordeling schoolexamen Voor de aanvang van het centraal examen maakt de rector aan de kandidaat bekend: a. welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen, en b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld. (art. 33.1 EVO) Artikel 11 Cijfer schoolexamen 1. Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10, rekenkundig op één decimaal nauwkeurig afgerond (bijv. 5,45 wordt 5,5; 5,44 wordt 5,4). De behaalde resultaten uit de voorexamenklas worden rekenkundig op één decimaal nauwkeurig afgerond en gelden als SE 1 conform PTA.(art. 35.1). 2. Indien er geen centraal examen voor een vak is, wordt eerst rekenkundig afgerond op één decimaal. Daarna wordt er in een tweede afronding op een geheel cijfer afgerond (5,45 naar 5,5; 5,5 vervolgens naar 6). 3. In afwijking van het eerste lid, worden het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel, beoordeeld met 'voldoende' of 'goed'. (art. 35.3 EVO) Artikel 13 Herkansen en inhalen toetsen schoolexamen 1. Iedere kandidaat heeft met inachtneming van het derde lid het recht op één herkansing per periode van in het PTA als herkansbaar gemarkeerde toetsen van het schoolexamen die in de examenklas worden afgenomen en worden beoordeeld door een cijfer. Herkansingen kunnen niet over meer periodes opgespaard worden. 2. Toetsen uit de voorexamenklas zijn niet herkansbaar. 3. Iedere kandidaat heeft met inachtneming van het vijfde lid het recht om alsnog deel te nemen aan toetsen van het schoolexamen, indien hij door ziekte of ten gevolge van een 7

bijzondere, van zijn wil onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest aan de desbetreffende toets deel te nemen. 4. Het bevoegd gezag stelt regels vast voor de toepassing van het eerste en derde lid. 5. Deze regels zijn vastgelegd in het Programma van Toetsing en Afsluiting als herkansingsregeling in de tweede fase. 6. Indien een kandidaat meent bijzondere omstandigheden te kunnen aanvoeren om van de in lid 4 genoemde herkansingsregeling af te wijken, kan hij bij rector een met redenen omkleed verzoek daartoe indienen. De rector neemt na de kandidaat, de afdelingsleider en de betrokken examinator(en) gehoord te hebben een besluit. 7. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij de eerder afgelegde toets van het schoolexamen geldt als definitief cijfer voor die toets. Artik el 14 Examendossier Het schoolexamen bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm. (art. 35c EVO) 8

Afd. 3 Nadere bepalingen over het schoolexamen Artikel 15 Van iedere beoordeling die bij het bepalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis. Artikel 16 1. Het schoolexamen wordt tenminste één week voor de aanvang van de centrale examens afgesloten. 2. Een kandidaat heeft het schoolexamen afgerond indien: a. de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding zijn beoordeeld met 'voldoende' of 'goed' en b. de praktische opdrachten en toetsen van alle te examineren vakken als aangegeven in het Programma van Toetsing en Afsluiting, zijn afgelegd en voor deze vakken een eindcijfer is en c. de handelingsdelen van de door de kandidaat gevolgde vakken naar behoren zijn afgerond. d. Het profielwerkstuk is afgerond en van een cijfer voorzien. e. De rekentoets is afgenomen. 3. Een kandidaat kan niet aan het centraal examen deelnemen, indien een of meer onderdelen als genoemd in het tweede lid niet zijn afgerond, behoudens toepassing van artikel 9.3 Artikel 17 1. Het cijfer voor het schoolexamen is het gewogen rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen die voor de toetsen van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven, afgerond op één cijfer achter de komma. 2. Indien een kandidaat in een vak door twee of meer leraren wordt geëxamineerd bepalen zij in onderling overleg het cijfer voor de betreffende toetsen van het schoolexamen. 3. Indien en voor zover het schoolexamen in een vak op een schriftelijke wijze plaatsvindt, worden de opgaven, het werk van de kandidaten, de beoordelingsnormen - zo die er zijn - en de voor het werk toegekende cijfers bewaard door de rector tot zes maanden na afloop van het examen. Het werk ligt ter inzage voor belanghebbenden. Artikel 18 1. Een kandidaat die zich aan het schoolexamen onttrekt of zich aan bedrog of enige andere onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, valt onder artikel 4 van dit examenreglement. 2. Van een beslissing, ingevolge het vermelde in lid 1. stelt de rector de kandidaat, de inspectie en bij minderjarigen, de ouders schriftelijk in kennis. 3. Kandidaten kunnen tegen een beslissing van de rector in beroep gaan bij de Commissie van Beroep (art. 5.4 EVO). Zie voor de samenstelling en de werkwijze van deze commissie art. 5.4 van dit examenreglement en het reglement van de Commissie van Beroep (zie daar). 4. Bij onregelmatigheden tijdens het schoolexamen, die zijn terug te voeren op de handelwijze 9

van de school, kan de rector beslissen dat het gemaakte werk moet worden overgemaakt. Artikel 19 1. Indien een toets van het schoolexamen mondeling of door middel van een practicum wordt afgenomen, maakt de examinator en/of de bijzitter schriftelijk een protocol van de toets op. 2. Het opstellen en de beoordeling van een schriftelijk toets dient door de examinator zo mogelijk na overleg met een vakcollega te geschieden. Artikel 20 1. Een toets die ingehaald wordt, kan niet opnieuw herkanst worden. 2. Een herkansing, in de zin van het opnieuw afleggen van een toets van het schoolexamen, vervalt bij ziekte in de door het bevoegd gezag bepaalde herkansingsperiode. Artikel 21 Indien een kandidaat door ziekte of andere zeer bijzondere omstandigheden niet in de gelegenheid is één of meer toetsen van het schoolexamen af te leggen, moeten ouders of voogden van deze kandidaat onmiddellijk contact opnemen met een afdelingsleider van de bovenbouw. Bij afwezigheid van beiden moet contact worden opgenomen met de plaatsvervangend rector of rector. Artikel 22 Beroep cijfers en beoordelingen schoolexamen. Eventuele bezwaren tegen in het kader van het schoolexamen toegekende cijfers en beoordelingen dienen, wat betreft de verschillende periodes zo spoedig mogelijk, maar in elk geval uiterlijk één week na bekendmaking van het resultaat kenbaar gemaakt te worden bij de examinator en de afdelingsleider. De rector neemt de bezwaren in behandeling en hoort de kandidaat en de betreffende examinator. In overleg met de examinator - of indien hij zulks wenselijk acht na raadpleging van een tweede beoordelaar - neemt hij een beslissing. Na deze termijnen is eventuele correctie van de toegekende cijfers of beoordelingen niet meer mogelijk. Tegen een beoordeling is geen beroep mogelijk bij de commissie van beroep. Artikel 23 De kandidaten en hun ouders worden online via SOMtoday op de hoogte gehouden van de deel- en eindcijfers van het schoolexamen. Gemaakte toetsen van het schoolexamen worden bewaard tot 6 maanden na het CE. 10

D. CENTRAAL EXAMEN Artikel 24 Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 t/m 45 van het eindexamenbesluit. Van extra belang zijn de artikelen 31 t/m 34 van het examenreglement van de school. Beoordeling centraal examen (art. 41 EVO) 1. De directeur doet het gemaakte werk van het centraal examen met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en met het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator in het desbetreffende vak. De examinator beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de beoordelingsnormen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet College voor examens toe. De examinator drukt zijn beoordeling uit in de score, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet College voor examens. De examinator zendt de score en het beoordeelde werk aan de rector. 2. De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score, bepaald in het eerste lid, onverwijld aan de directeur van de school, bedoeld in artikel 36, tweede lid, toekomen. Deze stelt het ter hand aan de gecommitteerde. 3. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij toe de beoordelingsnormen en de daarbij behorende scores, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet College voor examens. Daarnaast voegt de gecommitteerde bij het gecorrigeerde werk, de in artikel 36, vierde lid, bedoelde verklaring mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Artikel 25 Vaststelling cijfer centraal examen (art. 42 EVO) De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een onafhankelijke corrector aanwijzen. De beoordeling van deze corrector komt in de plaats van de eerdere beoordelingen. Artikel 26 Regels omtrent het centraal examen 1. Het examenwerk wordt, niet met potlood, gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school. De school verstrekt eveneens gewaarmerkt kladpapier. Het gebruik van correctielak is niet toegestaan. 11

2. De kandidaat vermeldt linksboven op het papier zijn examennummer, rechtsboven zijn naam. 3. Na het openen van de enveloppe met opgaven is het verboden enige mededeling of inlichting over het werk aan de kandidaten te verstrekken. (art. 40.3) 4. Het is verboden anders dan toegestane boeken, tabellen en andere hulpmiddelen mee te nemen. 5. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende het examen niet verwijderen uit de examenruimte. 6. Indien een kandidaat te laat komt bij een examenzitting krijgt hij geen extra examentijd toegewezen; komt een kandidaat meer dan een half uur te laat, dan mag hij niet deelnemen aan de betreffende examenzitting. (art. 40.6) 7. Een kandidaat mag zijn werk niet eerder dan een uur na aanvang van de examenzitting inleveren. 8. Voor het einde van de examenzitting mogen geen opgaven of ook kladpapier buiten de examenruimte worden gebracht. (art. 40.7) 9. Eenmaal gemaakt werk kan niet meer ongeldig worden verklaard. 10. Bij bedrog, geconstateerd voor, tijdens of na een zitting van het centraal examen wordt de kandidaat de deelneming of verdere deelneming aan het centraal examen ontzegd of handelt de rector conform artikel 4 van dit examenreglement. 11. Indien een kandidaat in enig ander opzicht handelt in strijd met de voorschriften handelt de rector conform artikel 4 van dit examenreglement 12. Bij onregelmatigheden tijdens het Centraal Examen, die zijn terug te voeren op de handelwijze van de school, kan de rector de onderwijsinspectie verzoeken, het gemaakte werk ongeldig te verklaren en de kandidaat opnieuw in de gelegenheid te stellen het examen in de tweede of derde periode te maken. Artik el 27 Verhindering centraal examen (art. 45 EVO) 1. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de rector, is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. 2. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinde rd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. 3. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de rector aan bij de voorzitter van de staatsexamencommissie. In dat geval deelt de rector aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft behaald. 4. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de rector. 12

E. REKENTOETS Artikel 28 Rekentoets (art. 46 EVO) 1. Het College voor examens stelt regels voor de uitvoering van de rekentoets. Het College voor examens stelt in ieder geval een regeling vast voor de uitvoering van de correctie voor zover de rekentoets bestaat uit open vragen. 2. De rekentoets dient voor havo te zijn afgelegd (van toepassing bij het examen van 2017; daarna is wet- en regelgeving onzeker); voor vwo dient hiervoor minimaal het cijfer 5 behaald te zijn, om aan de zak/slaag-regeling te voldoen. 3. Bij doubleren of zakken dient de rekentoets opnieuw afgelegd te worden. 4. De rekentoets wordt afgenomen in het voorlaatste en/of laatste leerjaar. F. UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING Artik el 29 Eindcijfer eindexamen (art. 47 EVO) 1. Het eindcijfer voor de rekentoets en alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. (art. 47.1 EVO) 2. De rector bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. (art. 47.2 EVO) 3. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden wordt het op rekenkundig op één decimaal afgeronde cijfer voor het schoolexamen in tweede instantie nogmaals rekenkundig op een geheel eindcijfer afgerond. 4. Het cijfer voor de rekentoets is tevens het eindcijfer. (art. 47.4 EVO) 5. De afronding van het combinatiecijfer vindt als volgt plaats: Het cijfer voor een vak dat deel uitmaakt van het combinatiecijfer wordt op één decimaal vastgesteld. Daarna wordt dit cijfer op een geheel getal rekenkundig afgerond. Van de aldus op een geheel getal afgeronde vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer wordt het gemiddelde bepaald door rekenkundig af te ronden op een geheel getal. Artikel 30 Vaststelling uitslag (art. 48 EVO) 1. De rector en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in artikel 37 van dit reglement. 2. De uitslag luidt geslaagd voor het eindexamen of afgewezen voor het eindexamen. 3. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de rector en de secretaris van het eindexamen één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een geldig eindexamen te vormen. 13

Artik el 31 Uitslag (art. 50 EVO) o o o o o 1. De kandidaat die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd indien: a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,50 is; b. hij voor: 1. één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en hij voor de rekentoets (alleen VWO) en het andere vak dan wel vakken, genoemd in dit subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of voor 2. de rekentoets als eindcijfer 5 heeft behaald (alleen VWO) en voor de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; Voor havo volstaat bij het examen 2017 dat de rekentoets is afgelegd. c. hij onverminderd onderdeel b: 1. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 2. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; 3. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; of 4. voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; d. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in het tweede lid, lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald; en e. hij voor de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel alsmede voor de maatschappelijke stage, de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald. 2. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer en het profielwerkstuk. 3. De directeur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het tweede lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 4. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag zijn vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan de kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid, geen toepassing vindt. 5. Cum laude: een kandidaat is cum laude geslaagd als: Voor Havo moet het gemiddelde van minimaal 8,0 zijn. Geen eindcijfer mag lager zijn dan een 6. Voor deze bepaling worden eventuele extra vakken buiten beschouwing gelaten. Een 5 voor een extra vak vormt geen probleem voor cum laude. Het 14

combinatiecijfer mag niet lager zijn dan 6, maar de samenstellende onderdelen mogen wel lager zijn dan 6. Een 5 voor maatschappijleer, een 9 voor het profielwerkstuk levert gemiddeld een 7 op. Door de 5 voor maatschappijleer wordt de cum laude vermelding niet getorpedeerd. Gezien de status van de rekentoets is deze cum-lauderegeling voor havo vooralsnog alleen voor het examen 2017 van toepassing. Voor Vwo komt het neer op een gemiddelde van minimaal 8,0. Bij 7,99 gemiddeld is er geen sprake van cum laude. Geen eindcijfer mag lager zijn dan een 7. Voor deze bepaling worden eventuele extra vakken buiten beschouwing gelaten. Een 6 voor een extra vak vormt geen probleem voor cum laude. Het combinatiecijfer mag niet lager zijn dan 7 maar ook hier geldt dat het cijfer voor de samenstellende onderdelen wel lager mag zijn dan 7. Een 9 voor maatschappijleer, een 5 voor ANW en een 7 voor het profielwerkstuk levert gemiddeld een 7 op. Door de 5 voor ANW wordt de cum laude vermelding niet getorpedeerd. Op Vwo telt de rekentoets mee in de uitslagbepaling. Daarom telt het rekentoetscijfer ook mee voor cum laude. Artik el 32 Herk ansing (art. 51 EVO) 1. Iedere kandidaat heeft het recht in het tweede tijdvak deel te nemen aan de herkansing van het centraal examen in één vak dat bij de bepaling van de uitslag is betrokken. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. 2. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de rector voor een door de rector te bepalen dag en tijdstip. Door het vragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige uitslag. 3. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 37 van dit reglement en wordt deze aan de kandidaat meegedeeld. 15

Artikel 33 Herkansing rekentoets (51.a EVO) 1. De kandidaat heeft recht op één herkansing in de rekentoets binnen de periode waarin de rekentoets wordt afgenomen, bedoeld in artikel 46, vierde en vijfde lid. 2. Artikel 51, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. Artik el 34 Diploma en cijferlijst (art. 52 EVO) 1. De rector reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een voorlopige cijferlijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen, het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk, de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding, de eindcijfers voor de examenvakken met inbegrip van het cijfer bepaald op grond van art. 37 lid 2 van dit reglement, het cijfer voor de rekentoets. 2. De rector reikt aan elke kandidaat die het eindexamen heeft afgesloten een definitieve cijferlijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen, het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk, de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding, de eindcijfers voor de examenvakken met inbegrip van het cijfer bepaald op grond van art. 37 lid 2 van dit reglement, het cijfer voor de rekentoets 3. De rector reikt, op grond van de definitieve uitslag, aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop het profiel of de profielen zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. 4. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken, die ten minste samen een eindexamen vormen, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. Dit geldt ook voor vakken die met een cijfer lager dan 6 zijn afgesloten. 5. Onze Minister stelt het model van de cijferlijst vast. 6. De rector en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma's en de cijferlijsten. 7. a. Duplicaten van diploma s en definitieve cijferlijsten worden niet verstrekt. (art. 54.1 EVO) 7. b. Een schriftelijke verklaring dat een in lid 7a bedoeld document is afgegeven, welke verklaring dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door de Dienst Uitvoering Onderwijs worden verstrekt. (art. 54.2 EVO) 16

G. OVERIGE BEPALINGEN Artik el 35 Afwijking wijze van examineren 1. De rector kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de rector de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet daarvan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. De in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren is vastgelegd in artikel 55, lid 2, van het eindexamenbesluit. 3. Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die, met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit reglement. Het bevoegd gezag doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 4. De in het derde lid bedoelde afwijking is beschreven in artikel 55, lid 3 en 4, van het eindexamenbesluit. Artik el 36 Bewaren examenwerk (art. 57 EVO) Het werk van het centraal examen der kandidaten en de lijsten bedoeld in artikel 56 van het eindexamenbesluit, alsmede een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven, worden gedurende zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de rector, ter inzage voor belanghebbenden. Artikel 37 Spreiding voltooiing eindexamen 1. Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, het eindexamen gespreid over twee opeenvolgende schooljaren wordt afgelegd. Ditzelfde geldt ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen. De inspectie wordt daarover geïnformeerd 2. Nadere bepalingen van het in lid 1 vermelde zijn terug te vinden in artikel 59 van het eindexamenbesluit VO. Artikel 38 In gevallen waarin dit reglement en het eindexamenbesluit niet voorzien, beslist de rector. 17

H.. COMMISSIE VAN BEROEP De in dit reglement vermelde Commissie van Beroep is als volgt samengesteld: Leden 1. Plaatsvervangende leden: De Commissie bestaat uit 3 leden. Er zijn 5 plaatsvervangende leden. 2. De leden en plaatsvervangende leden worden aangewezen door: - het bevoegd gezag : 1 lid en 1 plaatsvervangend lid; - het deel van de medezeggenschapsraad dat door de ouders/leerlingen is gekozen: 1 lid en 1 plaatsvervangend lid; - het deel van de medezeggenschapsraad dat door het personeel is gekozen: 1 lid en 3 plaatsvervangend leden uit verschillende vaksecties. 3. Niet tot lid of plaatsvervangend lid van de Commissie kunnen worden aangewezen de rector en de leerlingen. 4. De Commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan. Een kandidaat kan tegen de uitspraak van de rector inzake onregelmatigheden in beroep gaan bij de Commissie van Beroep. Dit beroep moet binnen vijf dagen nadat de rector zijn uitspraak aan de kandidaat heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend bij Commissie van Beroep van Torenlaan 83 3742 CS Baarn 18

Reglement voor de Commissie van Beroep van (Vastgesteld door de rector op 27 september 2014) Artikel 1 Algemene bepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. bevoegd gezag: De rector/bestuurder van de Stichting b. school: c. eindexamenbesluit: het eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. (versie bijgewerkt t/m 29 september 2014) d. Commissie: de Commissie van Beroep als bedoeld in het eindexamenbesluit e. voorzitter: de voorzitter van de Commissie van Beroep f. kandidaat: degene die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten en tegen een beslissing in beroep komt bij de Commissie van beroep g. rector: de rector van h. examinator: degene die belast is met het afnemen van het eindexamen i. eindexamen: een eindexamen in de voorgeschreven vakken j. medezeggenschapsraad: de op grond van de Wet Medezeggenschap Onderwijs aan de school verbonden raad k. medezeggenschapsreglement: het door het bevoegd gezag met toepassing van de Wet Medezeggenschap Onderwijs aan de school vastgestelde reglement l. reglement: het reglement van de Commissie van Beroep Artikel 2 Bevoegdheid 1. De Commissie is bevoegd kennis te nemen van een door de kandidaat ingesteld beroep dat zich richt tegen een met betrekking tot de kandidaat genomen beslissing van de rector: - het zich onttrekken aan het schoolexamen; - onwettig verzuim van lessen, ter voorbereiding op enig deel van het schoolexamen; - enige onregelmatigheid ten aanzien van enig deel van het examen. 2. Indien de Commissie zich ambtshalve onbevoegd verklaart stelt zij de kandidaat hiervan onverwijld schriftelijk op de hoogte. Artikel 3 Samenstelling Commissie 5. De Commissie bestaat uit 3 leden. Er zijn 5 plaatsvervangende leden. 6. De leden en plaatsvervangende leden worden aangewezen door: - het bevoegd gezag : 1 lid en 1 plaatsvervangend lid; - het deel van de medezeggenschapsraad dat door de ouders/leerlingen is gekozen: 1 lid en 1 plaatsvervangend lid; - het deel van de medezeggenschapsraad dat door het personeel is gekozen: 1 lid en 3 plaatsvervangend leden uit verschillende vaksecties. 7. Niet tot lid of plaatsvervangend lid van de Commissie kunnen worden aangewezen de rector en de leerlingen. 8. De Commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan. 9. De leden van de Commissie treden na 3 jaar af. 19

Artikel 4 Beroepschrift Het beroep wordt binnen 7 dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk en gemotiveerd bij de Commissie ingesteld. Artikel 5 Zitting 1. De zitting vindt plaats zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen 7 dagen na ontvangst van het beroepschrift. 2. De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het uur van de zitting. 3. De zitting is openbaar tenzij de Commissie, al dan niet op verzoek, anders beslist. Artikel 6 Onderzoek 1. De Commissie kan al dan niet op verzoek getuigen of deskundigen horen. 2. Alvorens tot een uitspraak te komen hoort de Commissie in ieder geval: de rector de betrokken examinator(en) de kandidaat 3. De kandidaat kan zich gedurende het onderzoek van de Commissie door een door hem aan te wijzen meerderjarig persoon laten bijstaan. 4. De Commissie betrekt in haar onderzoek de, na het verweer als bedoeld in het eindexamenbesluit, aan de kandidaat toegezonden mededeling en zo mogelijk het van dat verweer opgemaakte procesverbaal. Artikel 7 Besluitvorming Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen door alle leden (3), die aan de behandeling van de zaak hebben deelgenomen. 20

Artikel 8 Uitspraak 1. De Commissie kan het bij haar ingestelde beroep: - niet-ontvankelijk verklaren; - ongegrond verklaren; - gegrond verklaren. In het laatste geval kan de Commissie een eindbeslissing nemen in plaats van of ter bevestiging van het gewraakte besluit. 2. De Commissie deelt haar beslissing onverwijld mede aan de kandidaat, de inspectie en aan degene(n) tegen wiens beslissing het beroep zich richt, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. 3. De schriftelijke bekendmaking van de uitspraak vindt in ieder geval plaats binnen 14 dagen na ontvangst van het beroepschrift. De Commissie kan met redenen omkleed besluiten, deze termijn met ten hoogste 14 dagen te verlengen. 4. In haar schriftelijke uitspraak motiveert de Commissie haar beslissing en stelt ze zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het schoolexamen of het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen of opnieuw af te leggen. 5. De uitspraak van de Commissie is voor alle betrokkenen bindend. Artikel 9 Wijziging en aanvulling reglement 1. Het reglement kan met inachtneming van de bepalingen van het betrokken eindexamenbesluit door het bevoegd gezag worden gewijzigd en aangevuld. Onverminderd het bepaalde in het medezeggenschapsreglement, legt het bevoegd gezag een voorstel tot wijziging en/of aanvulling van het reglement voor advies voor aan de Commissie. 21