Inspectierapport BOEIenD op de Arnhorst () Dillenburglaan 688NV VELP GLD Registratienummer 989785 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Rheden Datum inspectie: 26-02-205 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 07-04-205
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 0 Gegevens toezicht... 0 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 2 van
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Tijdens het onderzoek heeft er een gesprek plaatsgevonden met de locatie directeur en een administratief medewerkster. Beschouwing Buitenschoolse opvang BOEIenD op de Arnhorst is onderdeel van kinderopvang BOEIenD B.V. Buitenschoolse opvang BOEIenD op de Arnhorst heeft een registratie voor 80 kindplaatsen. Op dit moment wordt er opvang geboden in 6 basisgroepen met maximaal 0 kinderen per basisgroep en pedagogisch medewerker. De buitenschoolse opvang is gevestigd in De buitenschoolse opvang is gevestigd in de P.C. Basisschool "De Arnhorst". Inspectiegeschiedenis Naar aanleiding van de inspectie d.d. -03-204 heeft er een nader onderzoek plaatsgevonden op de beroepskracht-kindratio. Tijdens het nader onderzoek d.d. 9-05-204 is vastgesteld dat de beroepskracht-kindratio wordt ingepland conform de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder voldoet aan alle getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Uit de ingevulde vragenlijst van de oudercommissie, ontvangen d.d. 3-03-205 blijkt dat zij tevreden zijn over de samenwerking met de houder en de kwaliteit van de opvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 3 van
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie Januari 205). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. De observatie vindt plaats aan het begin van de middag op twee basisgroepen. De kinderen zitten aan tafel en er wordt gegeten (o.a. fruit) en gedronken. De beroepskrachten praten met de kinderen over wat er die middag gaat gebeuren. Kinderen kunnen uit verschillende activiteiten kiezen o.a. buiten spelen of zeepjes maken. Een van de kindjes is ziek. Zij wordt op een bank gelegd, lekker toegestopt en een contactpersoon wordt gebeld om haar op te halen. Pedagogische praktijk Pedagogisch Beleidsplan De beroepskrachten weten wat de vier pedagogische basisdoelen inhouden. Ze weten in grote lijnen wat hierover in het pedagogisch beleid staat. Uit het interview blijkt dat de beroepskrachten (2) op de hoogte zijn van de inhoud van het pedagogisch beleids- en werkplan. Emotionele veiligheid Contact/affectie (4-2) De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Een kindje in de groep reageert teruggetrokken en neemt niet deel aan het groepsgebeuren. De beroepskracht neemt het kindje bij de hand en geeft het extra aandacht. Er verschijnt een glimlach op het gezicht en het kindje toont interesse voor de aangeboden activiteit binnen het groepsproces. Persoonlijke competentie Voorspelbaarheid (4-2) De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk. Kinderen kunnen kiezen voor het maken van zeepjes. De beroepskracht legt uit dat er eerst buiten wordt gespeeld en dat iedereen die zeepjes wil maken geroepen wordt. Sociale competentie Samen spelen samen leren (4-2) De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars kennis en kunde. Voor het maken van zeepjes wordt er gewerkt in groepjes van twee. De beroepskrachten laten de kinderen zelf groepjes maken. Een jonger kindje blijft over en twee oudere kindjes bieden aan om in een groepje van drie samen te werken. De beroepskracht geeft de oudere kinderen een compliment dat zij op deze manier samenwerken. Overdracht van normen en waarden Eenduidig handelen (4-2) Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 4 van
Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. Kinderen rouleren bij het uitdelen van het drinken. Een van de kindjes wil per se nu uitdelen, maar is niet aan de beurt. De beroepskracht legt duidelijk en rustig uit dat iedereen aan de beurt komt, maar dat nu een ander kindje aan de beurt is. Op basis van deze observaties is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Locatie Directeur) Interview anderen (Beroepskrachten (2) en Administratief medewerker) Observaties (Groepen (4)) Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 5 van
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag Er zijn 6 verklaringen omtrent gedrag ingezien. Deze verklaringen omtrent gedrag voldoen aan de gestelde eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Passende beroepskwalificatie Er zijn 6 diploma's bekeken. Deze diploma's voldoen aan de gestelde eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Opvang in groepen Op dit moment zijn er 6 basisgroepen van maximaal 0 kinderen. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie waren aanwezig: Datum 26-02-205 Aantal kinderen Aantal aanwezige beroepskrachten beroepskrachten Groep 0 8 7 8 VSO 7 9 9 Steekproef: Datum 05-0-205 Aantal kinderen Aantal aanwezige beroepskrachten beroepskrachten Groep 9 Groep 2 8 - - - Groep 4 - - - Groep 5 VSO 0 Groep 6 - - - Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 6 van
Datum 20-0-205 Aantal kinderen Aantal aanwezige beroepskrachten beroepskrachten Groep 9 9 Groep 3 8 Groep 4 9 Groep 5 VSO 6 Groep 6 - - - De conclusie uit deze observaties zijn dat de beroepskracht-kindratio ingepland wordt conform de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Locatie Directeur) Interview anderen (Beroepskrachten (2) en Administratief medewerker) Observaties (Groepen (4)) Verklaringen omtrent het gedrag (afgegeven d.d. 06-02-205; 28-0-205; 2-09-203;06-2-203; 03-09-203 en 24--204.) Plaatsingslijsten (week 2; week 4 en week 9.) Presentielijsten (week 2; week 4 en week 9.) Personeelsrooster (week 2; week 4 en week 9.) Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 7 van
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na maart 203. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór maart 203 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art.50 lid 3 en art 3.8g lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 8 van
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - beroepskracht per 0 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - beroepskracht per 0 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art.49 lid en.50 lid en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 9 van
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BOEIenD op de Arnhorst Aantal kindplaatsen : 80 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang BOEIenD Adres houder : Zwanensingel 5 Postcode en plaats : 6883GE VELP GLD Website : www.boeiend-kinderopvang.nl KvK nummer : 5254654 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Hanneke Negenborn Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Rheden Adres : Postbus 90 Postcode en plaats : 6994ZJ DE STEEG Planning Datum inspectie : 26-02-205 Opstellen concept inspectierapport : 8-03-205 Zienswijze houder : 3-03-205 Vaststelling inspectierapport : 07-04-205 Verzenden inspectierapport naar houder : 08-04-205 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 08-04-205 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 5-04-205 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 0 van
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Velp, 3 maart 205 Wij gaan akkoord met het rapport van de GGD. Met vriendelijke groet, Mieke Snijders Locatie directeur Boeiend op De Arnhorst Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-205 van