LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Vergelijkbare documenten
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-11

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-08

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Jaarverslag 2011 en Landelijke Klachtencommissie voor het Algemeen Bijzonder Onderwijs

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-11

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-09

DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-04

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 10-15

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over niet rechtsgeldige inschrijving, niet meewerken aan uitschrijving en inadequate informatievoorziening; BVE

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Jaarverslag Landelijke Klachtencommissie voor het Algemeen Bijzonder Onderwijs

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Het is raadzaam desgevraagd het onderwijskundig rapport ter inzage aan ouders te geven voordat het wordt verstuurd aan de nieuwe school.

Beoordeling Bevindingen

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING. inzake de klacht van: de heer A te B, vader van C, D, E en F A, klager. tegen

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

de heer [verweerder], waarnemend directeur van openbare basisschool [de school] (hierna: de school) te [vestigingsplaats], verweerder

DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

ADVIES. het D, gevestigd te B, vertegenwoordigd door de heer E, directeur, verweerder

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

Uitspraaknr

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-01

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

Nederlandse Vereniging Psychomotorische kindertherapie. KLACHTENREGLEMENT Herziene versie januari 2007

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

SAMENVATTING klacht over beslissing directeur om geen verlof te verlenen aan leerling; PO

SAMENVATTING Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, wonende te B, vader van C, klager. tegen. D College, locatie E, te B, verweerster

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

het bestuur van Stichting x te P, (hierna te noemen: verweerster), inzake de klacht van mevrouw K (hierna te noemen: klaagster) moeder van L.

16.039T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

DE PROCEDURE BIJ DE KLACHTENCOMMISSIE

Het bevoegd gezag van de Stichting Openbaar Onderwijs PRESENT

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-6

16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Klacht betreffende pestgedrag, intimidatie door de leerkracht en schorsing

Klachtenreglement Halt

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

ADVIES. mevrouw [klager I] en de heer [klager II] te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers gemachtigde: mevrouw mr. A.H.M.

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

SAMENVATTING Klacht over optreden tegen pesten, onderwijskundige begeleiding en communicatie rond besluit dat leerling van school moest; VO

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

Coöperatieve Rabobank Dommelstreek U.A., gevestigd te Geldrop, hierna te noemen Aangeslotene.

Het bevoegd gezag van de VCOG wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder, dhr. E. Vredeveld.

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2015-06 22 juli 2015 School en klager verschillen van mening in die zin dat de klager de neiging heeft de schuld van alle problemen aan de moeder van de leerling toe te wijzen terwijl de school het ruimer ziet. School heeft de problematiek rondom de leerling tijdig ingebracht in het Zorg Advies Team (ZAT). Vandaaruit is de problematiek doorgeleid naar Jeugdzorg. Daarmee heeft de school gedaan wat van haar verwacht en verlangd mag worden. De commissie heeft niet kunnen vaststellen dat de aangeklaagde directeur de leerkracht heeft geïnstrueerd klager geen informatie te verschaffen over het welzijn van de leerling; niet kunnen vaststellen dat zulks zou zijn gebeurd om de moeder te bevoordelen. Geen nader bewijs. De klager stelt geen inzage te krijgen in het volledige leerling dossier. In hun verweer hebben aangeklaagden gesteld dat zij in mei 2014 bewust geen gehoor hebben gegeven aan het verzoek om informatie over de leerling te verstrekken. Dit is een onjuiste gang van zaken en in strijd met het recht. Uitgangspunt is dat in geval zoals hier van co-ouderschap, beide ouders evenveel recht hebben op inzage in het volledige dossier. De advocaat van klager heeft inzage gevraagd in het dossier. Het dossier dient voor beide ouders gelijkelijk toegankelijk te zijn. Indien de school om enige reden toch de stukken niet aan de advocaat had willen toezenden, had zij deze aan klager moeten zenden, waarna klager de keuze had een en ander al dan niet door te zenden aan zijn advocaat. De advocaat heeft tevens om een rapportage verzocht. De school is niet op dat laatste verzoek ingegaan. De commissie acht dat terecht. Zoals de school dat in haar afwijzing heeft gemotiveerd, is sprake van een juiste zienswijze. Indien de school ingaat op verzoeken van partijen om het geven van een zienswijze, loopt de school het risico haar onpartijdige positie te verliezen. Gelet op het feit dat er duidelijke signalen waren dat voor de leerling de situatie ten opzichte van de moeder gevoelig en bovendien gespannen was, mag van aangeklaagde als professional worden verwacht dat zij zich om Pagina 1 van 8

die reden terughoudend opstelt in deze en de leerling niet informeert over enige uitlating van de moeder die met die situatie in verband kan worden gebracht. OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 15-06 De Landelijke Klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs (verder: de commissie) heeft op 10 februari 2015 een klacht ontvangen van de heer A. (hierna te noemen: klager). Klager is vader van B. (8 jaar), leerling van school C. te Huizen (hierna: de school). De klacht, geregistreerd onder nummer 15-06, is gericht tegen de heer D., directeur; mevrouw E., adjunct-directeur en mevrouw F., leerkracht van de school, hierna te noemen: aangeklaagden. Procedure De commissie die de klacht heeft behandeld, bestond uit mr. C. Sjenitzer, voorzitter, de heer mr. J.H.A. Teulings, lid en de heer mr. A.H. Westendorp, lid. De commissie heeft op 10 februari 2015 het door klager ingevulde vragenformulier ontvangen. De klacht was in eerste instantie alleen gericht tegen de directie. Op 6 april 2015 heeft klager nogmaals een vragenformulier ingediend en daarbij de leerkracht tevens bij de klacht betrokken. In de loop van de tijd zijn diverse nadere stukken ingediend. Aangeklaagden zijn in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk te verweren. Op 1 mei 2015 heeft de commissie een verweerschrift ontvangen. Bij e-mail van 1 mei 2015 heeft klager een korte reactie op het verweerschrift gestuurd. Nadat de commissie daarom heeft verzocht, heeft klager bij e-mailbericht van 12 mei 2015 een nader stuk ingediend. Klager heeft bij e-mail van 14 mei 2015 nog een nader stuk ingediend. Pagina 2 van 8

Klager en aangeklaagde zijn daarnaast in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten op een op 19 mei 2015 te Utrecht gehouden besloten hoorzitting. Klager was daarbij aanwezig. De aangeklaagden waren eveneens aanwezig, vergezeld van de heer G., voorzitter Vereniging X, de heer H., bestuurslid en mevrouw mr. I., advocaat. Naar aanleiding van de hoorzitting heeft de commissie klager verzocht om een nader stuk. De reactie van klager dateert van 22 mei 2015. Ontvankelijkheid De school was ten tijde van de voorgevallen feiten en de indiening van de klacht aangesloten bij de commissie. De zoon van klager was op voornoemde momenten leerling van de school. De klacht is ontvankelijk. Korte inhoud van de klacht 1. Aangeklaagden ontkennen dat er problemen zijn tussen de leerling en zijn moeder, die zich uiten in het weglopen van de leerling van school; 2. De aangeklaagden houden informatie achter in het voordeel van moeder hetgeen mede blijkt uit het feit dat de aangeklaagde directeur de leerkracht zou hebben geïnstrueerd geen informatie te verschaffen over het welzijn van de leerling; 3. De aangeklaagden willen niet meewerken met de advocaat van de klager. De informatie die aan Jeugdzorg is verstrekt, is te beperkt en te eenzijdig geweest; 4. De leerkracht heeft een grens overschreden daar waar zij heeft gezegd dat de leerling lief is naar zijn moeder. Bovendien heeft de leerkracht de problemen met de leerling in de klas niet opgemerkt. Ad 1. De ouders van de leerling zijn gescheiden. De moeder van de leerling heeft in 2014 een auto ongeluk veroorzaakt en bevindt zich in een zorgelijke situatie. De leerling is niet graag bij zijn moeder die op dit moment bij haar ouders woont. Zodra de leerling naar zijn moeder moet, loopt hij weg. Diverse andere ouders hebben dat ook waargenomen. Een tweetal Pagina 3 van 8

verklaringen zit in het dossier. De directie heeft de leerkracht geïnstrueerd de leerling op weg naar zijn moeder te begeleiden zodat de leerling niet wegloopt. Ondanks dat lijkt de school de problemen niet te willen zien. De aangeklaagden hebben geen idee wat de daadwerkelijke situatie is waarin de leerling zich bevindt. De opstelling van de school is gevaarlijk. Ad 2. Dit in het kader van een rechtszaak tussen de ouders van de leerling. De klager en de leerling hebben er belang bij dat duidelijk wordt dat contact en verblijf bij de vader een positief effect heeft op de leerling. Ad 3. Het betreft de inzage in het dossier van de leerling. De inzage is beperkt tot hetgeen betrekking heeft op de klager. De rest van het dossier is niet beschikbaar. De informatie aan Jeugdzorg was te beperkt en daarmee ten voordele van de moeder. De school wil geen partij kiezen tussen de ouders van de leerling maar doet dat ondertussen wel. Ad 4. De leerkracht heeft de leerling verteld dat zijn moeder had gezegd dat hij zo lief naar haar deed. De leerling heeft niets tegen de leerkracht gezegd en heeft vervolgens drie dagen niet kunnen slapen. Het zat de leerling dwars dat zijn moeder had gelogen. Bovendien was de leerling bang dat hij straf zou krijgen als hij iets zou zeggen. De vraag is waarom de leerkracht dergelijke dingen de leerling vertelt. De leerkracht was immers op de hoogte van het feit dat de leerling problemen met zijn moeder heeft en dat de leerling niet graag naar haar toe gaat. De leerkracht heeft zogenaamd niets gezien van de problemen van de leerling in de klas. De leerling sabbelde op zijn t shirts totdat ze kapot waren. Tevens ontkent de leerkracht dat de leerling problemen (ook met andere kinderen) had en wegrende. De leerkracht omschreef hem juist als vrolijk. De klager heeft de leerkracht diverse malen gewezen op het weglopen hetgeen voor de deur van de sportzaal plaatsvond. Pagina 4 van 8

Verweer Ad 1. Er zijn geen concrete omstandigheden dan wel aanwijzingen voor de stelling van de klager. De klager onderbouwt het klachtpunt niet. Klager noemt geen omstandigheden en feiten waaruit zou blijken dat de school had moeten bemerken dat het niet goed ging met de leerling en op grond waarvan men had moeten concluderen dat dat verband hield met de moeizame relatie tussen de ouders en het vermeende gedrag van moeder. Met uitzondering van het vermeende incident van het weglopen. De leerling is nooit van school weggelopen. De problemen die klager noemt, vinden plaats na schooltijd. Het weglopen is door de klager gemeld maar niet door de aangeklaagden zelf waargenomen. De leerkracht is op eigen initiatief een aantal keren met de groep meegelopen tijdens het uitgaan van de school. Daarbij waren er geen zichtbare problemen. Op vrijdag 13 februari 2015 was dit anders. De leerkracht heeft de leerling rustig kunnen krijgen en kunnen overdragen aan opa. De ouders van de leerling zijn hiervan op de hoogte gebracht, zo ook de Jeugd en Gezinsbeschermer. Aangeklaagden hebben hieruit niet behoeven af te leiden dat het gedrag van de leerling te maken had met het gedrag van moeder. De e-mails en informatie van andere ouders in dit kader zijn door de aangeklaagden nooit ontvangen. De aangeklaagden hebben zich naar behoren in het kader van hun zorgplicht opgesteld. In de discussies tussen ouders dient de school zich niet te mengen. Ad 2. Een duidelijke onderbouwing van deze stelling ontbreekt. Onduidelijk is welke informatie wel en/of niet had moeten worden verstrekt. In mei 2014 hebben aangeklaagden bewust geen gehoor gegeven aan het verstrekken van informatie over de leerling. De school kon niet bevestigen dat het met de leerling slechter ging als gevolg van zijn contacten met moeder. Bovendien zou de school dan eerst een gesprek aangaan met beide ouders. Vervolgens zou de school zich tot de geëigende instanties wenden. De school dient neutraal te blijven. In oktober 2014 heeft de klager de door hem gewenste verslagen van gesprekken ontvangen. Van achterhouden van informatie is dan ook geen sprake. Ad 3. De school heeft primair het belang van het kind voor ogen en is onpartijdig ten aanzien van problematiek die met scheiding van ouders te maken heeft. De aangeklaagden mochten niet zonder toestemming van de moeder informatie verstrekken aan de advocaat van de Pagina 5 van 8

klager. Zie artikel 1:377c BW. De aangeklaagden verwijzen vervolgens naar de inhoud van een brief van de directeur. Het leerling dossier is strikt vertrouwelijk (zie artikel 42 WPO, artikel 35 en 39 Wbp en artikel 1:247 BW). Er is aangegeven dat het dossier van de leerling kon worden ingezien. De informatie die aan Jeugdzorg is gegeven was niet meer en niet minder dan bij aangeklaagden bekend was. Van concrete voorbeelden door de klager aangedragen is ook hier geen sprake. Ad 4. De aangeklaagde leerkracht herkent zich niet in het beeld dat klager van haar schetst. De problemen zijn na het indienen van de klacht ontstaan. Het rapportgesprek op 17 maart 2015 verliep nog goed. Nadat de leerkracht op 19 maart 2015 het rapport met de moeder telefonisch heeft besproken, heeft de leerkracht de leerling een compliment gegeven naar aanleiding van hetgeen zij van de moeder had vernomen over haar positieve contact met de leerling. De geconstateerde problemen van de leerling in de klas pasten in zijn eerdere profiel. Het constateren van weglopen is eenmaal geconstateerd en vervolgens gemeld. Oordeel Ad 1 en ad 4, tweede gedeelte. De commissie constateert dat de school wel erkent dat er problemen zijn rondom de leerling. Dat blijkt uit diverse rapportages. Echter, de school heeft de problemen zoals geschetst door de klager in mindere mate opgemerkt dan door de klager geschetst. De commissie merkt op dat het gedrag van kinderen op school anders kan zijn dan het gedrag van kinderen thuis. De school en klager verschillen van mening in die zin dat de klager de neiging heeft de schuld van alle problemen aan de moeder van de leerling toe te wijzen terwijl de school het ruimer ziet. De school relateert de problemen niet aan een bepaalde oorzaak maar heeft wel de nodige procedures in gang gezet. De school heeft de problematiek rondom de leerling tijdig ingebracht in het Zorg Advies Team (ZAT). Vandaaruit is de problematiek doorgeleid naar Jeugdzorg. Met het onderbrengen van deze problematiek bij Jeugdzorg heeft de school gedaan wat van haar verwacht en verlangd mag worden. De commissie acht deze klachtonderdelen ongegrond. Pagina 6 van 8

Ad 2a. De commissie heeft niet kunnen vaststellen dat de aangeklaagde directeur de leerkracht heeft geïnstrueerd aan klager geen informatie te verschaffen over het welzijn van de leerling; de commissie heeft ook niet kunnen vaststellen dat zulks zou zijn gebeurd om de moeder te bevoordelen. De commissie stelt vast dat klager voor dit klachtpunt geen nader bewijs ter ondersteuning heeft aangedragen Klachtonderdeel 2 is in zoverre niet gegrond. Ad 2b. De klager stelt geen inzage te krijgen in het volledige leerling dossier. In hun verweer hebben aangeklaagden gesteld dat zij in mei 2014 bewust geen gehoor hebben gegeven aan het verzoek om informatie over de leerling te verstrekken. Dit acht de commissie niet alleen een onjuiste gang van zaken maar ook in strijd is met het recht. Uitgangspunt is dat in geval zoals hier van co-ouderschap, beide ouders evenveel recht hebben op inzage in het volledige dossier. Klachtonderdeel 2 is in zoverre gegrond. Ad 3a. De advocaat van klager heeft inzage gevraagd in het dossier. Het dossier dient voor beide ouders gelijkelijk toegankelijk te zijn. De klager had in ieder geval een kopie van het volledige, dus niet deels afgeplakte, dossier moeten krijgen. De commissie wijst er in dit verband op dat zelfs als klager niet met het gezag bekleed zou zijn, hij recht op informatie heeft (zie 1: 377c BW). De advocaat treedt op namens zijn cliënt, klager. Het verzoek van de advocaat moet daarom worden aangemerkt als een verzoek van klager. Indien de school om enige reden toch de stukken niet aan de advocaat had willen toezenden, had zij deze aan klager moeten zenden, waarna klager de keuze had een en ander al dan niet door te zenden aan zijn advocaat. De commissie acht klachtonderdeel 3 in zoverre gegrond. Ad 3b. De advocaat heeft tevens om een rapportage verzocht. De school is niet op dat laatste verzoek ingegaan. De commissie acht dat terecht. Zoals de school dat in haar afwijzing heeft gemotiveerd, is sprake van een juiste zienswijze. Indien de school ingaat op verzoeken van partijen om het geven van een zienswijze, loopt de school het risico haar onpartijdige positie te verliezen. De commissie acht klachtonderdeel 3 in zoverre ongegrond. Ad 4. Tijdens de hoorzitting is besproken het incident rondom het doorgeven van de informatie van de moeder van de leerling aan de leerling. Daarbij is gebleken dat nadat de leerkracht een rapportgesprek met klager had gehad, zij telefonisch contact heeft gehad over datzelfde rapport met de moeder van de leerling. De moeder van de leerling heeft in dat gesprek verteld dat de omgang met de leerling plezierig was. De leerkracht heeft dat kort Pagina 7 van 8

daarna aan de leerling kenbaar gemaakt omdat zij dacht daarmee een positief compliment aan de leerling te maken. De commissie gaat er van uit dat de leerkracht met de beste bedoelingen de uitlating van de moeder van de leerling over hun samenzijn aan de leerling heeft verteld. Maar gelet op het feit dat er duidelijke signalen waren dat voor de leerling de situatie ten opzichte van de moeder juist gevoelig en bovendien gespannen was, mag van aangeklaagde als professional worden verwacht dat zij zich om die reden terughoudend opstelt in deze en de leerling niet informeert over enige uitlating van de moeder die met die situatie in verband kan worden gebracht. De commissie acht dit klachtonderdeel gegrond. Tot slot en ambtshalve De commissie heeft ambtshalve nog geconstateerd dat de klachtenregeling van de school onvoldoende toegankelijk is. De commissie zal ter zake een aanbeveling doen. Aanbeveling De commissie beveelt het bevoegd gezag van de school aan de klachtenregeling van de school toegankelijk te maken via de website van de school en/of door deze op te nemen in de schoolgids. Het belang dat hij of zij die de mogelijkheid overweegt tot indiening van een klacht bij de LKC, zonder tussenkomst van derden in vrijheid de beschikking kan krijgen over deze gegevens, wordt daarmee gewaarborgd. Den Haag, 22 juli 2015, C. Sjenitzer, D.H.C. Dane-Peeters Voorzitter Secretaris Pagina 8 van 8