Zienswijzen netbeheerders Schadevergoedingsregeling Zaansland 0.2 Opmerkingen belanghebbenden Artikel Opmerking PWN Algemeen Er is geen aanleiding om de contractuele verlegkostenregeling met een staffel van vijf jaar te vervangen door de Schadevergoedingsregeling. Voor de participerende gemeenten is deze aanleiding er wel. Vanwege de rechtsgelijkheid wordt gestreefd naar één uniforme regeling voor alle netbeheerders, hetgeen zodoende ook voor PWN dient te gaan gelden. Ten overvloede kan worden gemeld dat voor PWN de nieuwe regeling een positieve werking heeft, aangezien op basis van de privaatrechtelijke afspraken nu voor PWN een ongunstigere vergoedingsregime geldt. In dat kader wordt het door PWN aangevoerde bezwaar tegen het invoeren van een nieuwe regeling niet gevolgd. PWN Algemeen Het onderwerp schadevergoeding dient in bredere context bezien te worden. Dus bij werkzaamheden in en boven de grond kijken naar totale kosten en overlast voor alle partijen (gemeente, burgers, netbeheerders) en scenario s (maatschappelijk laagste kosten). Zowel gemeenten als netbeheerders worden in de Schadevergoedingsregeling aangespoord om de maatschappelijke kosten mee te wegen bij aanpassingen aan kabels en leidingen. Impliciet is dit opgenomen in artikel 2.5 lid 1. De toelichting bij dit artikel en bij artikel 2.6 benoemt dit uitgangspunt expliciet. Er is daarmee een basis voor het afwegen van meerdere scenario s bij projecten in de openbare ruimte. HHNK 1 Algemeen Het uitgangspunt van toekenning van nadeelcompensatie op basis van een staffel van 15 jaar wordt door HHNK als zeer nadelig ervaren. Gesteld wordt dat de regeling impliceert dat een leiding die 15 jaar of langer in de grond ligt in principe niets meer waard is, terwijl de leidingen van HHNK veelal een technische levensduur kennen van 100 jaar. Door toekomstige vergoedingensystematiek voor verleggingen van kabels en leidingen die 15 jaar of langer in de grond liggen, brengt voor ons een zeer grote kostenpost mee. Dit omdat de HHNK dan leidingen van 15 jaar of ouder vervroegd moet afschrijven, terwijl daar, zoals het HHNK stelt, een zeer beperkte/geen vergoeding tegenover staat. Dit wordt ervaren als zeer onredelijk. De Schadevergoedingsregeling is gebaseerd op de beginselen van nadeelcompensatie, waarin het begrip voorzienbaarheid een sleutelrol heeft. De termijn van vijftien jaar is gebaseerd op de voorzienbaarheid van ontwikkelingen in de openbare 1 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 1
ruimte in de gemeente. Op dit punt is aangesloten op het bepaalde in de NKL 99, de adviezen van de Commissie Burgering en jurisprudentie op dit vlak (Rechtbank Den Haag 04-04-2000, ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6953). Dit is nadrukkelijk een ander uitgangspunt dan de technische levensduur van leidingen. Dit betekent echter niet dat er na vijftien jaar verleggingen dienen plaats te vinden. Door de proactieve regie zal er reeds in de fase van de planvorming partijen worden betrokken, zodat de belangen van alle spelers in de ondergrond meegewogen kunnen worden. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan het uitvoeren van een project tegen de laagst maatschappelijke kosten. Dit betekent tevens dat er getracht wordt om zo min mogelijk kabels en leidingen te moeten verleggen. De angst dat er de mogelijkheid wordt geschapen om kabels en leidingen rücksichtslos vanwege een gemeentelijk project te moeten verleggen is dan ook niet gerechtvaardigd. HHNK Algemeen HHNK heeft geen commercieel oogmerk. Elke kostenverhoging bij HHNK, betekent een belastingverhoging voor de inwoners binnen het gebied van HHNK en daarmee ook inwoners van alle bij deze regeling betrokken gemeenten. De gemeenten en waterschappen streven er gezamenlijk naar om de stijgende kosten voor de veiligheid en waterbeheer voor burgers en bedrijven te beperken en de publieke taak maatschappelijk verantwoord uit te voeren. Dit met als doel lastenverlichting, zoals verwoord in het Bestuursakkoord Water. Als er al sprake zou zijn van een kostenverhoging voor het Hoogheemraadschap, hetgeen ten zeerste wordt betwist (met de invoering van het Handboek Kabels en Leidingen wordt ook gestreefd naar verduurzaming en het zoveel mogelijk voorkomen van aanpassingen aan kabels en leidingen), is het de keuze van HHNK om over te gaan tot een belastingverhoging. Ten aanzien van de stelling van HHNK aangaande het doel van het Bestuursakkoord Water ten aanzien van lastenverlichting, kan het volgende worden gemeld. Onlangs heeft de rechter geoordeeld over het standpunt aangaande het voornoemde doel in een vergelijkbare situatie tussen de netbeheerder Vitens en de gemeente Voorst (ECLI:NL: RBGEL:2015:6155). Hierbij is het volgende geoordeeld: De verwijzing naar afspraken die in het Bestuursakkoord Water zijn gemaakt door (onder andere) Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Vereniging van waterbedrijven in Nederland (VEWIN) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) kan Vitens - nog daargelaten dat de gemeente onweersproken heeft gesteld dat zij niet gebonden is aan de inhoud van dat akkoord - niet baten. Naast evengenoemde partijen hebben ook het Rijk en de Unie van Waterschappen dit akkoord ondertekend. Uit de inhoud van het akkoord blijkt het volgende. Het doel van het akkoord is te blijven zorgen voor veiligheid tegen overstromingen, een goede waterkwaliteit en voldoende zoet water. Voormelde vijf partijen willen dit doel bereiken door doelmatiger te werken, 2
waarmee bedoeld wordt goede kwaliteit tegen lagere kosten en minder bestuurlijke drukte. De verwachting is dat door efficiënter te werken met andere organisaties structureel kan worden bespaard op de stijgende kosten voor veiligheid en waterbeheer, waardoor de waterlasten voor burgers en bedrijven maar beperkt hoeven te stijgen, ondanks de grote investeringen die overheden moeten doen in het waterbeheer. Het hoofddoel van het akkoord is derhalve niet het waarborgen van een lage prijs voor drinkwater. Dat de prijs voor drinkwater relatief laag kan blijven door efficiënter te werken is een nevenaspect. Het opzeggen van de overeenkomst leidt niet tot een verhoging van de totale maatschappelijke kosten zoals bedoeld in het Bestuursakkoord Water. Al met al kan gesteld worden dat het invoeren van een schadevergoedingsregeling niet leidt tot een verhoging van de totale maatschappelijke kosten. Daarbij komt dat eventuele tariefstijgingen geen rechtstreeks en onvermijdelijk gevolg is van het invoeren van een schadevergoedingsregeling, maar het gevolg van de keuze van de netbeheerder om bedoelde kostenposten door te berekenen. Wel dient er gemeld te worden dat de gemeenten natuurlijk ook de doelstellingen naleven van het HHNK om zo verantwoord mogelijk en tegen de laagst maatschappelijke kosten de projecten uit te voeren. HHNK Algemeen De regeling is niet van toepassing op netten die in beheer zijn bij de gemeente, zoals de gemeentelijke riolering. Onze persleidingen zijn een verlenging van de gemeentelijke rioleringen. HHNK heeft in de afgelopen jaren zelfs diverse persleidingen van de gemeenten kosteloos overgenomen. Dat in aanmerking genomen en maatschappelijk belang van onze afvalwatertransportleidingen, verzoekt HHNK de gemeente om een afwijkende regeling dan wel vrijstelling voor HHNK op te nemen. Er is gekozen om een uniforme regeling voor alle netbeheerders op te stellen waarin geen uitzondering voor een bepaalde partij wordt gemaakt. Door deze uniformiteit wordt er voor alle partijen rechtsgelijkheid en -zekerheid geboden. Het instellen van een afwijkende regeling voor HHNK staat derhalve haaks op de gedachte van de regeling. Het feit dat de regeling niet van toepassing wordt verklaard op netten die in beheer zijn van de gemeente is vanwege het feit dat de gemeente logischerwijs niet zichzelf nadeelcompensatie uitkeert. Stedin Algemeen Wij missen een genuanceerder toepassing van de regeling in gevallen waarin sprake is van grotere en belangrijkere infrastructuur. Vitale infrastructuur verdient een afwijkende benadering. Onderscheid dat wel door heel veel andere gemeenten wordt gemaakt. Sommige gemeenten maken inderdaad een onderscheid in vitale en normale kabels en leidingen. Ons inziens leidt een voorafgaande zorgvuldige belangenafweging en aandacht voor de laagste maatschappelijke kosten (zoals neergelegd in de (toelichting bij de) regeling) tot dezelfde uitkomst, 3
namelijk dat terughoudender zal worden omgegaan met het aanpassen van vitale kabels en leidingen, omdat dit leidt tot hoge maatschappelijke kosten. Stedin Algemeen Wij willen niet dat deze regeling wordt toegepast op zogenaamde commerciële projecten. Ook al heeft de gemeente daar zelf direct of indirect belang bij. Een werk moet worden veroorzaakt door een belang dat de gemeente op basis van het publiekrecht wordt geacht te dienen (en dan bedoelen we niet de uitvoering van een bestemmingsplan tot de bouw van een kantorencomplex op de plaats waar nu een hoge druk leiding ligt). Wanneer de gemeente puur handelt als private commerciële partij is er geen sprake van een publiekrechtelijke bevoegdheid of taak. Uit jurisprudentie blijkt echter wel dat een zeker commercieel belang niet in de weg staat aan de toepassing van een verlegregeling (ABRvS 5 december 2012, 201108899/1/A3, rechtsoverweging 6.1). In een dergelijke situatie dient derhalve op een zeer zorgvuldige wijze beoordeeld te worden of er sprake is van een privaat commercieel belang of een initiatief dat zijn oorsprong vindt in een publiek belang. Eneco Art. 2.1 lid 2 `De juridische grondslag(en) waarmee een kabel of leiding ligt dient te worden aangetoond door de belanghebbende' is voor ons onduidelijk. Wordt hiermee gedoeld op een vergunning of toestemming van de grondeigenaar? Wij verzoeken u dit te verduidelijken. Hiermee wordt gedoeld op de voor de vaststelling van nadeelcompensatie relevante grondslagen, namelijk vergunningen, zakelijke rechten of gedoogplichten. Dit wordt verduidelijkt in de toelichting bij dit artikel. Stedin Art. 2.4. De woorden in beginsel dienen te worden verwijderd. Deze woorden zijn opgenomen, omdat de mogelijkheid bestaat dat een netbeheerder, ondanks een zakelijk recht of gedoogplicht, niet de volledige verleggingskosten vergoed krijgt. Dat kan met name aan de orde zijn indien de omstandigheden van artikel 2.5 zich voordoen. Stedin Art. 2.5. Er kan niet akkoord gegaan worden met dit artikel om de volgende redenen: Veel punten zijn al onderdeel van de definitie van nadeelcompensatie. Nu wordt wederom bepaald of het redelijk is. Een nadeelcompensatieregeling is nu juist bedoeld om dit soort zaken te objectiveren en gewoon met normen te komen in plaats van afwegingen; lid 2 letter e wordt niet akkoord bevonden. Een leiding is aanwezig en er is nooit tegen opgetreden. Je mag er dan van uitgaan dat dit met de instemming van het bevoegd gezag is; lid 3 is subjectief en daarom niet akkoord bevonden. Wij zijn het eens met het principe maar dat is alleen op projectbasis te beoordelen. Het is juist dat in dit artikel veel algemeen geldende principes van nadeelcompensatie zijn opgenomen. Wij hebben gemeend deze voor de duidelijkheid ook hier uit te schrijven. 4
De concrete normen zijn opgenomen in de voorgaande artikelen. Wij bestrijden dat ervan uitgegaan mag worden dat een eenmaal foutief aangelegde leiding moet worden geacht met instemming van het bevoegd gezag te zijn aangelegd. Het is aan de netbeheerder om dit in een concreet geval aan te tonen. Daarnaast mag van de gemeente een zorgvuldige belangenafweging verwacht worden, waarin niet botweg nadeelcompensatie wordt afgewezen op deze grond. Ook ten aanzien van lid 3 geldt dat de toepassing door de gemeente niet ongefundeerd of onzorgvuldig zal plaatsvinden. In de toelichting bij dit artikel is vermeld op welke gronden dit kan: nieuw voor oud, verhoging capaciteit of drukklasse, of het herstellen van een evident verkeerde ligging, constructiefout, of onjuiste materiaalkeuze. Stedin Art. 3.1. Dit artikel stelt operationele regels in een schaderegeling. De termijnen zijn onduidelijk. Dit geldt tevens voor de gevolgen indien de termijnen niet worden gerealiseerd. Wij zien geen bezwaar in het opnemen van deze regels in de Schadevergoedingsregeling. De termijnen zijn ons inziens duidelijk. Het betreft een bestuursrechtelijk besluitvormingsproces waarop de termijnen en rechtsgevolgen van de Awb van toepassing zijn. Stedin Art 3.2 lid 1 letter b juncto art 3.3 Deze artikelen geven niet aan waarover advies wordt gevraagd. Beoordeelt de adviseur de projectkosten of de vraag of die voor vergoeding in aanmerking komen? Dat laatste staat reeds in de regeling zelf en is niet meer aan de adviseur. Een adviseur kan alleen beoordelen of kosten (in redelijkheid) zijn gemaakt en terecht bij een bepaalde kostensoort zijn opgevoerd. De rol en bevoegdheden van de adviseur moeten daarom verduidelijkt worden. Artikel 3.3 lid 2: advies over de aanvraag, met daarin tenminste antwoord op de vraag wat de omvang van het schadebedrag is en welk gedeelte hiervan voor vergoeding in aanmerking komt. Uiteraard zullen zich in de praktijk situaties voordoen waarin de algemene regels moeten worden toegepast op het specifieke geval. Vanwege het specialistische karakter van deze besluiten en potentieel grote bedragen die ermee zijn gemoeid, wordt in deze artikelen de mogelijkheid geschapen om een specialistisch adviseur in te schakelen, e.e.a conform de Awb. Wij zien niet in waarom op voorhand het onderwerp van advisering zeer beperkt afgebakend zou moeten worden. 5