Weersafhankelijke regelaar

Vergelijkbare documenten
Weersafhankelijke regelaar

Weersafhankelijke regelaar

Weersafhankelijke regelaar met tapwaterbereiding en ketelvoorregeling

Verwarmingsregelaar. voor toepassing met partnerregelaar

RVL480. Verwarmingsregelaar

Bestelling. Apparatencombinaties. Techniek

RVL482. Verwarmingsregelaar. met ketelvoorregeling en warm tapwater bereiding

QAW70. Ruimte-apparaat. Siemens Building Technologies HVAC Products. voor verwarmingsregelaars VILLAGYR RVP102 en SIGMAGYR RVL4

Verwarmingsregelaar. Siemens Building Technologies Landis & Staefa Division

G2478. Montage. Inbedrijfstelling

Verwarmingsregelaar. Siemens Building Technologies Landis & Staefa Division

RVL469 G nl Installatievoorschriften Weersafhankelijke regelaar. 1 Montage. 2 Inbedrijfstelling

RVL470. Weersafhankelijke regelaar. G2522nl. Installatievoorschriften. 1 Montage. 2 Inbedrijfstelling

RVL471. Weersafhankelijke regelaar. G2524nl. Installatievoorschriften. 1 Montage. 2 Inbedrijfstelling

RVP3... G Montage

Dompeltemperatuurregelaar

Gebruiksaanwijzing. Siemens Building Technologies AG c 1/24

Gebruiksaanwijzing Weersafhankelijke regelaar RVL472

RVP34.. RVP G2545. Montage. Bepalen van de montageplaats. Elektrische installatie. Toelaatbare leidinglengten

Ruimteapparaat voor Synco 700 regelaar

RVL472. Weersafhankelijke regelaar. G2526nl. Installatievoorschriften. 1 Montage. 2 Inbedrijfstelling

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

RVL472. Weersafhankelijke regelaar. G2526nl. Installatievoorschriften. 1 Montage. 2 Inbedrijfstelling

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Servomotoren voor kleine afsluiters

Ruimtetemperatuurregelaar

Ruimtethermostaat met LCD

Ruimtetemperatuurregelaar

Ruimtetemperatuurregelaar

QXA2000. Condensbeveiliging. Siemens Building Technologies HVAC Products

Ruimtetemperatuurregelaar. voor verwarmings- en koelsystemen

Itho Daalderop VAG5000-Basic weersafhankelijke ketelregelaar

Ruimtethermostaat met weekschakelklok en LCD

Installatiehandleiding VAG5000-Basic. Weersafhankelijke ketelregelaar

Elektrische servomotoren

Dompeltemperatuurregelaar

Ruimtetemperatuurregelaar met weekschakelklok, LCD en opt. externe temperatuuropnemer

Multizone-modules MZ003 en MZ004

Ruimtetemperatuurregelaar

Kanaaltemperatuurregelaar

Dompeltemperatuurverschilregelaar

Ruimtetemperatuurregelaar

7 INSTELLING EN AFREGELING

Weersafhankelijke regelaar SAM 2003

Ruimtethermostaat met handschakelaar AAN/UIT Tweepunts regelalgoritme

Datablad ECL Comfort V ac en 24 V ac

MGC OpenTherm regelaar

Weersafhankelijke regelaar SAM91

Kabeltemperatuuropnemer

Regeling van de varimat WR I.7.3. Systeeminformatie

Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann

Vorstbeveiligingsthermostaat. Vorstbeveiligingsthermostaat met 6 m capillairlengte

Draadloze ruimtetemperatuurregelaar met dagklok en groot LCDdisplay

Ruimtetemperatuurregelaar met. dagklok en groot LCD-display Voor verwarmingsbedrijf

Ruimtetemperatuurregelaar

Cenvax ComfortControl 6320

Itho Daalderop VAG5000-Floor weersafhankelijke ketel- en vloerverwarmingsregelaar. installatiehandleiding

Elektronische module EK002 voor het sturen van twee ketels in cascade

Elektromotorische servomotoren

Ruimtetemperatuurregelaar

Ruimtetemperatuurregelaar RLA162.1

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

installatiehandleiding VAG5000-Basic weersafhankelijke ketelregelaar

Voor de communicatie tussen een PC-bedienstation en een verwarmingsinstallatie. Voor de melding van alarmen naar de alarmerings-software ACS900.

Schakelkasten voor installaties met één ketel

QAA910. Siemens Building Technologies HVAC Products. Synco living Ruimtetemperatuuropnemer

Regelingen. Regelingen 7. 1

Gewenste waarde-vorming voor regeling en besturing van het ketelcircuit op basis van warmtevraag vanuit de groepen welke kan bestaan uit:

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

Ruimtetemperatuurregelaar RCU50...

AQ2000 OPTIMALISATIE/COMPENSATIE REGELAAR

Espace bedrade regeling (230 volt)

Productinformatie. ORION-VA Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS)

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic

Itho Daalderop Klokthermostaat ComfortControl CC5000. handleiding

I.9.4. Regeling van de varimat WR. Systeeminformatie

Ruimteapparaat met PPS2-interface

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Thermostaten en weersafhankelijke regelaars. Ervaar het optimale verwarmingscomfort.

Ruimtetemperatuurregelaar

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING

Ruimteopnemer. In ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties voor het meten van de relatieve ruimtevochtigheid en de ruimtetemperatuur

Productinformatie. ORION-VS Klimaatcomputer met centrale regelingen (SIRIUS)

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Elektromotorische servomotoren voor afsluiters

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN VITOTRONIC 100. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 100

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

Uitgebreide uitleg instellingen SR5851 Bediening Cenvax VAG Inhoudsopgave

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic. Gebruiker. Weersafhankelijke ketelregelaar

Thermostaten en Comfort systemen. Ervaar het optimale verwarmingscomfort. DANFOSS HET GEVOEL VAN PERFECTIE

Technische gegevens. Schakelklok D21-1 kanaal / 32 / / 63 / Algemene informatie. Overzicht.

Elektromotorische servomotoren

De PS 005 op z'n duimpje kennen

Zo kiest u de juiste thermostaat

Transcriptie:

2 524 Weersafhankelijke regelaar Serie C RVL471 Met tapwaterbereiding Multifunctionele verwarmingsregelaar voor gebouwen, die wel of niet voor bewoning zijn bestemd; Geschikt voor: - weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling van verwarmingsgroepen met of zonder ruimtebeïnvloeding - belastingafhankelijke regeling van de hoofd- / secundaire aanvoertemperatuur (voorregeling) - belastingafhankelijke keteltemperatuurregeling. Keteltemperatuurregeling met een- of tweetrapsbranders Besturing van de tapwaterregeling Geschikt voor communicatie 29 voorgeprogrammeerde installatietypen met automatische toewijzing van de per installatiesoort benodigde functies Analoge of digitale instelling van de stooklijn, analoge ruimtetemperatuurcorrectie, bedienregelprincipe voor alle overige parameters Instelbare spanningsuitgang DC 0...10 V voor het doorgeven van de warmtevraag Multifunctioneel relais Bedrijfsspanning AC 230 V, CE-conform Toepassing Toepassingen in gebouwen: Wooncomplexen, winkels en warenhuizen Kantoor- en administratiegebouwen Scholen, fabrieken en werkplaatsen 20.11.2002 HVAC Products

Toepassingen in installaties: verwarmingsgroepen en tapwaterbehandeling met eigen warmte-opwekking verwarmingsgroepen en tapwaterregeling met stadsverwarmingsaansluiting gecombineerde installaties, bestaande uit warmte-opwekking, meerdere verwarmingsgroepen, evenals centrale of decentrale tapwaterregeling Verwarmingssoort: Radiator-, convector-, vloer-, plafond- en stralingsverwarmingen Functies Verwarmingsgroepenregeling Voorregeling Bedrijfssoorten Andere functies Bestelling Weersafhankelijke regeling van de aanvoertemperatuur door besturing van het corrigerend orgaan in een verwarmingsgroep Weersafhankelijke regeling van de aanvoertemperatuur door besturing van de brander in een verwarmingsgroep Weersafhankelijke regeling van de aanvoertemperatuur door besturing van de afsluiter in de primaire retour van een verwarmingsgroep met stadsverwarmingsaansluiting (overdrachtstation). Belastingafhankelijke regeling van de hoofdaanvoertemperatuur door besturing van het corrigerend orgaan in de hoofdaanvoer, warmtevraag via de data-bus Belastingafhankelijke regeling van de keteltemperatuur door besturing van de brander; warmtevraag via de data-bus Belastingafhankelijke regeling van de secundaire aanvoertemperatuur door besturing van de afsluiter in de primaire retour van een stadsverwarmingsaansluiting; warmtevraag via de data-bus. door besturing van de laadpomp door besturing van de omloopafsluiter door besturing van het corrigerend orgaan met warmtewisselaar door besturing van de afsluiter in de primaire retour Besturing van de tapwaterpomp en eventueel een elektrisch verwarmingselement. Automatisch bedrijf Automatische omschakeling tussen de normale en de gereduceerde temperatuur volgens weekprogramma, automatisch omschakelen op vakantiebedrijf, belastingafhankelijk besturen van de verwarming (ECO-functie) Gereduceerd bedrijf Continu verwarmen op gereduceerde temperatuur, met ECO-functie Comfortbedrijf Continu verwarmen op normale temperatuur, geen ECO-functie Paraat (Stand-by) Automatische tapwaterregeling De vorstbeveiliging is in alle bedrijfssoorten gewaarborgd. De regelaar kan op handbedrijf worden omgezet. Optimaliseringsfuncties Beveiligingsfuncties Afstandsbediening Hulpfuncties bij de inbedrijfstelling Communicatiefuncties De type-aanduiding RVL471 moet worden aangegeven. De opnemers, evenals, indien nodig, het ruimte-apparaat, de servomotor en het corrigerend orgaan moeten afzonderlijk worden besteld. 2/10

Apparatencombinatie Toepasbare opnemers en ruimte-apparaten Toepasbare servomotoren Communicatie Aanvoer-, retour- en tapwatertemperatuur: alle opnemers met LG-Ni 1000 Ω bij 0 C, dus. b.v. klemopnemer QAD22 dompelopnemer QAE22... en QAP21.3 Ruimtetemperatuur: ruimtebedieningsapparaat QAW50 en QAW70 ruimteopnemer QAA24 Buitentemperatuur: buitenopnemer QAC22 Toepasbaar zijn alle elektromotorische en elektrohydraulische servomotoren voor driepuntsbesturing van HVAC Products. Zie hiervoor de apparatenbladen 4500...4599. De communicatie is mogelijk met: Alle voor LPB geschikte apparaten van HVAC Products SYNERGYR gebouwcentrale OZW30 Doorgeven van de warmtevraag Via het instelbare DC 0...10 V (komt overeen met 0...x C) signaal kan de warmtevraag aan UNIGYR, RVL55, VISONIK, INTEGRAL RS of externe regelaars, zoals modulerende ketels, worden doorgegeven. De waarde x is instelbaar in een gebied van 30...130 C. 3/10

Techniek Installatietypen 1 Ruimteverwarming met menggroep. Driepuntsregeling, op afsluiter werkend Installatietypen verwarmingsgroep B7 A6/B5 Installatietypen tapwatergroep 0 Geen tapwaterregeling 2524S01 tapwatercombinaties: 1, 2, 4 0, 5 2 Ruimteverwarming met eigen ketel. Tweepuntsregeling, op brander werkend A6/B5 M3 B31 M4 1 door besturing van de laadpomp K6 2524S02 B32 2524S07 tapwatercombinaties: 1, 2 3 0, 5 3 Ruimteverwarming met stadsverwarming. Driepuntsregeling op afsluiter werkend Y1 B7 B71 N1 A6/B5 tapwatercombinaties: 2, 4 1 3 0, 5 4 Voorregeling met menggroep, warmtevraagmelding vanaf de data-bus B7 2524S04 2524S03 Y7 Y3 B3 M3 K6 K6 B31 B32 B31 B32 M4 M4 2524S09 2524S08 2 door besturing van de afsluiter 3 door besturing van de omloop-afsluiter tapwatercombinaties: 1, 2 0, 5 5 Voorregeling met ketel, warmtevraagmelding vanaf de data-bus B7 2524S05 Y7 B3 M4 2524S10 4 vanaf de warmtewisselaar door besturing van de afsluiter tapwatercombinaties: 1, 2, 4 0, 5 6 Voorregeling met stadsverwarming, warmtevraagmelding vanaf de data-bus Y1 B7 B71 N1 2524S06 K6 M4 2524S11 5 door besturing van elektrisch verwarmingselement tapwatercombinaties: 1, 2 0, 5 A6 Ruimte-apparaat QAW50 c.q. QAW70 B71 Retouropnemer (secundair) M3 Laadpomp B1 Aanvoer-/ketelopnemer B9 Buitenopnemer M4 Tapwaterpomp B3 Aanvoeropnemer tapwater E1 Warmte-opwekker ( ketel/omvormer) N1 Regelaar RVL471 B31 Boileropnemer / thermostaat 1 E2 Verbruiker (ruimte) Y1 Corrigerend orgaan verwarmingsgroep B32 Boileropnemer / thermostaat 2 LPB Data-bus Y3 Wisselklep B5 Ruimte-opnemer K6 Elektrisch verwarmingselement Y7 Corrigerend orgaan tapwater B7 Retouropnemer (primair) M1 Circulatiepomp 4/10

Bedrijfsprincipe Instellingen eindgebruiker Temperatuurmeting Ruimteverwarming Driepuntsregeling Keteltemperatuurregeling In de RVL471 zijn 6 installatietypen voor verwarmingsgroep- en voorregeling, evenals 5 installatietypen voor de tapwaterregeling geprogrammeerd. Door combinaties kunnen 29 installaties worden geconfigureerd. Bij de inbedrijfstelling moeten de betreffende installatietypen voor verwarmingsgroep-/voorregeling en voor tapwaterregeling worden ingevoerd. Daardoor worden alle functies geactiveerd, die voor het gekozen installatietype benodigd zijn; de instellingen bevatten op de praktijk gerichte waarden. Alle voor het gekozen installatietype niet benodigde functies zijn geblokkeerd en uitgeschakeld. Bij de weersafhankelijke regeling wordt de gewenste aanvoertemperatuur bepaald op basis van de heersende buitentemperatuur via de stooklijn. De basisinstelling van de stooklijn wordt met de stooklijn-schuifpotentiometers of op een bedienregel ingesteld; de correctie van de ruimtetemperatuur geschiedt met de draaiknop. De eindgebruiker kan bovendien ingeven: de gewenste waarden voor de ruimtetemperatuur voor normaal bedrijf, gereduceerd bedrijf en vorstbewaking/vakantie gewenste tapwatertemperatuur twee onafhankelijke weekklokprogramma s, evenals max. acht vakantieperioden per jaar bedrijfswijze tijd en datum. aanvoertemperatuur: met één of twee opnemers (vorming gemiddelde waarde) buitentemperatuur: met Ni-opnemer. In gecombineerde installaties kan bovendien de leverancier van de buitentemperatuur worden vastgelegd ruimtetemperatuur: met een ruimtetemperatuuropnemer of met een ruimtebedienapparaat of met beide (vorming gemiddelde waarde). De ruimtetemperatuur wordt betrokken in de regeling. Deze kan met een opnemer worden gemeten of door een ruimtemodel met instelbare gebouwtijdconstante worden gesimuleerd. Met een opnemer is de invloed op de regeling instelbaar. Eveneens instelbaar is dan de maximale begrenzing van de ruimtetemperatuur. De verwarming wordt belastingafhankelijk in- en uitgeschakeld (ECO-functie). Uitschakeling vindt plaats als de door het gebouw geaccumuleerde warmte voldoende is voor het in stand houden van de gewenste ruimtetemperatuur. Daarvoor houdt de regelaar rekening met het verloop van de buitentemperatuur, evenals het warmteaccumulatie-vermogen van het gebouw. Instelbaar zijn twee verwarmingsgrenzen; voor normaal verwarmen en voor gereduceerd verwarmen. De regeling is geoptimaliseerd; het inschakelen en opwarmen, evenals het uitschakelen worden zodanig gestuurd, dat tijdens de gebruikstijden altijd de gewenste ruimtetemperatuur heerst. Aan het einde van iedere gebruikstijd schakelt de verwarming (circulatiepomp) uit, tot de gewenste ruimtewaarde voor buiten-gebruikstijd is bereikt (versnelde verlaging, uitschakelbaar). Bij het opstoken kan de gewenste ruimtewaarde worden verhoogd (versneld opstoken). Instelbaar zijn de maximale grenswaarden voor opstooktijd en vervroegd uitschakelen. De driepuntsregeling werkt als weersafhankelijke c.q. door de warmtevraag beïnvloede aanvoertemperatuurregeling. De P-band en de integratietijd zijn instelbaar. De aanvoertemperatuur wordt door modulerend besturen van het corrigerend orgaan (regelafsluiter of mengkraan) geregeld. Voor de aanvoertemperatuur zijn de minimum en maximum begrenzing instelbaar, evenals de maximum begrenzing van de verhoging van de gewenste waarde (opstookbegrenzing). De weersafhankelijke resp.belastingafhankelijke keteltemperatuurregeling vindt plaats via een tweepuntsregeling. De keteltemperatuur wordt door het in- en uitschakelen van de een- of tweetrapsbrander geregeld (directe branderbesturing). Het vrijgeven van de tweede trap geschiedt bij het bereiken van de inschakelintegraal van brandertrap 2; deze wordt weer geblokkeerd bij het bereiken van de uitschakelintegraal van brandertrap 2. De integralen zijn instelbaar. Zonder warmtevraag wordt de ketel uitgeschakeld of op de 5/10

minimale grenswaarde geregeld (naar keuze). De minimum- en maximum begrenzing van de keteltemperatuur zijn instelbaar. Stadsverwarming Minimum begrenzing retourtemperatuur Blokkeerfuncties Schakelklokken Tapwaterbereiding Afstandsbediening Communicatie 6/10 De secundaire aanvoertemperatuur wordt door besturing van de afsluiter in de primaire retour weersafhankelijk c.q. belastingafhankelijk geregeld. De maximumbegrenzingen werken op: de primaire retourtemperatuur; daarbij zijn instelbaar: de wijze van de beïnvloeding (plaatselijke buitentemperatuuropnemer of bussignaal), de steilheid van de begrenzingskarakteristiek en het begin van de beïnvloeding. het verschil tussen de primaire retour- en de secundaire retourtemperatuur (DRT) Een minimale begrenzing van de slag («Y min -functie») verhindert bij kleine doorstromingshoeveelheden meetfouten bij de warmtemeting. De integratietijd van de begrenzingsfuncties is instelbaar. De minimum begrenzing van de retourtemperatuur werkt bij de driepuntsregelingen, evenals bij de belastingafhankelijke regeling van de keteltemperatuur en beschermt de ketel tegen rookgascorrosie. Alle instellingen kunnen software-matig worden geblokkeerd tegen verstellen. De stadsverwarmingsinstellingen kunnen aanvullend hardware-matig worden geblokkeerd. De RVL471 heeft 3 van elkaar onafhankelijke weekschakelklokken met instelbare toewijzing. Met iedere weekschakelklok zijn dagelijks 3 gebruiksperioden mogelijk; daarbij kan iedere weekdag verschillende gebruiksperioden hebben. De verwarmingsgroep, de tapwaterbereiding, de circulatiepomp en het multifunctionele relais kunnen afzonderlijk aan één van de drie weekschakelklokken worden toegewezen. Voor de invoer van maximaal acht vakantieperioden heeft de RVL471 een jaarschakelklok met automatische zomertijd-/wintertijd-omschakeling. De tapwaterbereiding wordt onafhankelijk van de verwarmingsgroep bestuurd. De lading op de gewenste tapwatertemperatuur COMFORT resp. GEREDUCEERD kan naar behoefte worden aangepast: volgens een eigen weekprogramma volgens het klokprogramma van de verwarmingsgroepsregeling (vrijgave 1 uur voor de verwarmingsgroep) volgens de klokprogramma s van de groepsregelaars op de data-bus altijd (24 h). De tapwaterbereiding heeft een uitschakelbare legionella -functie. De legionella - beveiliging vindt plaats met instelbare cyclus, op het gekozen tijdstip en overeenkomstig de wachttijd. De meting van de tapwatertemperatuur kan plaatsvinden met 1 of 2 opnemers met 1 of 2 thermostaten De tapwaterregeling omvat bovendien de besturing van een tapwaterpomp en een elektrisch verwarmingselement. De werking van de legionella -functie op de tapwaterpomp kan worden uitgeschakeld. De warm wateropslag kan dagelijks eenmaal gedwongen worden geladen. omschakelen van de bedrijfswijze met het ruimte-apparaat QAW50 oversturen van de belangrijkste regelaarfuncties met het ruimte-apparaat QAW70 keuze van een andere bedrijfswijze (programmeerbaar) met een extern contact. De communicatie met andere apparaten geschiedt via de databus (LPB) en maakt het volgende mogelijk: melden van de warmtevraag aan de warmte-opwekker uitwisseling van blokkeer- en dwangsignalen uitwisseling van meetwaarden zoals buitentemperatuur, retourtemperatuur en aanvoertemperatuur, evenals van de kloktijd ontvangst van de warmtevraag van de SYNERGYR-gebouwcentrale OZW30 uitwisseling van foutmeldingen.

Foutmeldingen en aanvoeralarm Verdere functies Uitvoering foutmelding bij opnemerstoringen foutmelding bij data-bus- en ruimte-apparaatstoringen aanvoeralarm; instelbaar is een periode, gedurende welke de aanvoertemperatuur buiten de ingestelde grenswaarde mag blijven. Na afloop hiervan vindt een foutmelding plaats. 1 multifunctioneel relais. Functiemogelijkheden: buitentemperatuurschakelaar, AAN/UIT volgens schakelklok, alarmcontact bij foutmeldingen, AAN/UIT volgens gebruikstijd, AAN/UIT volgens gebruikstijd inclusief optimalisering, AAN/UIT volgens warmtevraag, AAN/UIT handmatig DC 0...10 V-uitgang voor het doorgeven van de warmtevraag weergave van de parameters, gemeten waarden, bedrijfstoestanden en foutmeldingen simulatie van de buitentemperatuur relaistest; alle relais kunnen handmatig afzonderlijk worden bediend opnemertest; alle meetwaarden van opnemers kunnen worden opgeroepen test van de contacten aan de klemmen H1 M, H3 M en H4 M buitentemperatuur-afhankelijke vorstbeveiliging van de installatie; er wordt een minimale aanvoertemperatuur aangehouden; de gewenste waarde ervan en de aanspreekdrempel zijn instelbaar nadraaien van de pomp(en) als beveiliging tegen warmte-stuw pomp-kick tegen het vastzitten van de pomp in de zomer bedrijfsurenteller van de regelaar Uitvoerige informatie over de techniek en de functies, evenals over de data-bus (LPB), is opgenomen in de documenten: basisinfo RVL471: CE1P2524 apparatenblad systeemgrondslagen LPB: CE1N2030 apparatenblad LPB: CE1N2032 De RVL471 bestaat uit het regelaarinzetstuk, dat de elektronica, het netvoedingsgedeelte, de uitgangsrelais en aan de frontzijde alle bedieningselementen bevat, evenals de sokkel, die ook de aansluitklemmen omvat. De bedieningselementen bevinden zich onder een afsluitbaar, transparant deksel. In het transparante deksel wordt de bedieningshandleiding gestoken. Het inzetstuk van de regelaar wordt met twee schroeven aan de sokkel bevestigd; één daarvan kan worden verzegeld. Bovendien kan het deksel worden verzegeld. 2524Z02 1 Toetsen voor de keuze van de bedrijfssoort (de gekozen toets brandt) 2 Toetsen voor het bedienen van het weergaveveld Prog = bedienregel kiezen - + = weergegeven waarde wijzigen 3 Handleiding voor de bediening 4 Toets voor «afsluiter sluiten» c.q. brandertrap 2 AAN/UIT in het handbedrijf 5 Toets voor «afsluiter openen» in het handbedrijf 6 Toets voor handbedrijf 7 Lichtdiodes voor: handbedrijf afsluiter opent / brandertrap 1 AAN afsluiter sluit / brandertrap 2 AAN pomp draait 7/10

8 Toets voor tapwaterregeling AAN/UIT (AAN = toets brandt) 9 Verzegelmogelijkheid deksel 10 Infotoets voor weergeven gemeten waarden 11 Display (LCD) 12 Instelschuif voor de gewenste waarde van de aanvoertemperatuur bij 5 C buitentemperatuur 13 Instelschuif voor de gewenste waarde van de aanvoertemperatuur bij 15 C buitentemperatuur 14 Draaiknop voor de correctie van de ruimtetemperatuur 15 Bevestigingsschroef met verzegelmogelijkheid De RVL471 is geconstrueerd voor drie manieren van montage: wandmontage (aan een wand, in het regelpaneel enz.) railmontage (op een rail klikken) frontmontage (regelpaneeldeur enz.) Analoge bedieningselementen Digitale bedieningselementen Aanwijzingen Projectering Inbedrijfstelling druktoetsen voor de keuze van de gewenste bedrijfswijze druktoets voor tapwaterregeling AAN/UIT INFO-toets directe instelling van de stooklijn (alleen als analoge instelling is gekozen) draaiknop voor de handmatige correctie van de ruimtetemperatuur drie toetsen voor handbedrijf en voor handmatige besturingscommando s Het invoeren c.q. wijzigen van alle instelparameters, het activeren van de keuzefuncties en het aflezen van gemeten waarden en toestanden vindt plaats volgens het bedienregelprincipe. Aan iedere parameter, iedere gemeten waarde en iedere keuzefunctie is een bedienregel met een bijbehorend nummer toegewezen. Het kiezen van een bedienregel en het verzetten van de weergave geschiedt met een toetsenpaar. De leidingen van de meetcircuits voeren veiligheidslaagspanning. De leidingen naar de servomotor en naar de pomp voeren AC 24...230 V. Rekening dient te worden gehouden met de plaatselijke voorschriften voor elektrische installaties. Het parallel leggen van opnemerleidingen met netleidingen met belastingen zoals servomotor, pomp, brander enz. dient te worden vermeden. Het installatietype moet worden geconfigureerd. Bij toepassingen in stadsverwarmingsinstallaties kunnen de stadsverwarmingsparameters worden geblokkeerd. Aan ieder apparaat is een handleiding voor montage en inbedrijfstelling toegevoegd. Technische gegevens -conformiteit volgens Beschermingsgraad (deksel gesloten) IP42 EN 60529 EMC-richtlijn 89/336/EWG Beveiligingsklasse II EN 60730 immuniteit EN 50082-2 Toelaatbare omgevingstemperatuur emissies EN 50081-1 bij transport en opslag 25...+65 C laagspanningsrichtlijn 73/23/EWG tijdens bedrijf 0...50 C veiligheid EN 60730-1 Toelaatbare leidinglengten naar de opnemers, Nominale bedrijfsspanning AC 230 V thermostaten en externe contacten Frequentie 50 Hz Cu-kabel 0,6 mm Ø 20 m Opgenomen vermogen 9 VA Cu-kabel 1,0 mm 2 80 m Uitgangsrelais Cu-Kabel 1,5 mm 2 120 m nominale spanning AC 230 V Toelaatb. leidinglengten naar ruimte-apparaat nominale stroom 2 (2) A Cu-kabel 0,25 mm 2 25 m contactstroom bij AC 24...90 V 0,1...2 A, cos ϕ >0,6 Cu-kabel vanaf 0,5 mm 2 50 m contactstroom bij AC 90...250 V 0,02...2 A, cos ϕ >0,6 Kengetal busbelasting E (LPB) 7 nominale stroom ontstekingstrafo max. 1 A gedurende max. 30 s Gangreserve min. 12 h inschakelstroom ontstekingstrafo max. 10 A gedurende max. 10 ms Gewicht (netto) 1,2 kg 8/10

Aansluitschema s Laagspanning Principiële aansluitingen LPB D1 D2 B3 DC 0...10 V B31 B32 B71 AC 230 V L N B9 B3 Ux B31 B7 B32 B5 B71 Netspanning Principiële aansluitingen voor de installatiesoorten met driepuntsregeling (mengkraan of afsluiter) 2524A01 AC 230 V F7 Q3/Y3 Q4 K6 Y7 Y8 F6 1 ) M3 Y3 M4 Y7 2524A02 Principiële aansluitingen voor installatiesoorten met tweepuntsregeling (ketel met tweetrapsbrander) AC 230 V F7 Q3/Y3 Q4 K6 Y7 Y8 F6 1 ) F1 F2 1. M3 Y3 M4 Y7 2. 2524A03 A6 Ruimte-apparaat QAW50 c.q. QAW70 LPB Data-bus B1 Aanvoer-/ketelopnemer M1 Verwarmingsgroepspomp/circulatiepomp B3 Aanvoeropnemer tapwater M3 Laadpomp B31 Boiler-opnemer/-thermostaat 1 M4 Circulatiepomp B32 Boiler-opnemer/-thermostaat 2 N1 Regelaar RVL471 B5 Ruimte-opnemer S1 Afstandsbediening bedrijfswijze B7 Retouropnemer (primair) Y1 Servomotor verwarmingsgroep, met contact voor B71 Retouropnemer (secundair) minimale slagbegrenzing B9 Buitentemperatuuropnemer Y3 Servomotor wisselklep E1 Tweetraps brander Y7 Servomotor tapwatergroep F1 Thermostaat * Draadbrug voor blokkering stadsverw.parameters F2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer 1 ) Multifunctionele uitgang 9/10

Maatschets 139 1,5 95 (42,5) 144 19 15 144 26 26 26 26 144 4,5 14 max. 3 18 106 50 39 39 35 36 29 138-0/+1 36 72 106 108 138-0/+1 Maten in mm 10/10 2001 AG www.siemens.nl/sbt wijzigingen voorbehouden