Inspectierapport PSZ Pendula (PSZ) Sint Josephstraat 102 5017GK TILBURG Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: TILBURG Datum inspectie: 28-08-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 14-10-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Onderzoeksopzet: In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Het betreft een onaangekondigd onderzoek. Beschouwing Algemeen Peuterspeelzaal Pendula bevindt zich in het centrum van Tilburg en is onderdeel van Kinderstad. In het gebouw bevindt zich ook het kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Er is 1 groep peuters 2-4 jaar onder begeleiding van 2 gediplomeerde beroepskrachten. Inspectiegeschiedenis. Tijdens de inspectie van 24 april 2012 wordt de peuterspeelzaal opgenomen in het landelijk register. Domein 6 inhoud pedagogisch beleidsplan voldeed nog niet. Op 29 oktober 2013 is een nader onderzoek uitgevoerd. De peuterspeelzaal voldeed. Op 5 december 2013 stelt de toezichthouder vast dat de VVE methode niet wettelijk erkend is. Er wordt nog niet met deze methode gestart. Andere getoetste voorwaarden voldoen aan de wettelijke eisen. Inspectie 28 augustus 2014. De VVE methode puk & Ko is na de zomervakantie opgestart. Deze voldoet aan de wettelijke eisen. De speelzaal is opgenomen in het LRKP als een VVE locatie. Conclusie De VVe opleiding T3 wordt nu aangevuld met scholing Puk & Ko. De beroepskrachten zijn april 2015 klaar. Peuterspeelzaal Pendula voldoet nog niet aan art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, omdat nog niet alle beroepskrachten het juiste aanvullende VVe certificaat hebben behaald. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang; 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Uit gesprekken met de beroepskrachten en tijdens de inspectie blijkt dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan versie juni 2013. Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen. Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Voorbeeld: De pedagogisch medewerker gaat op de grond zitten tussen de kinderen en nodigt kinderen uit om te vertellen. Een kind komt bij haar zitten en de pedagogisch medewerker knuffelt haar. Tijdens het wc moment praat de pedagogisch medewerker tegen de kinderen en maakt ze grapjes. Conclusie: Bij peuterspeelzaal Pendula wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Persoonlijke competentie Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen. De beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties. Voorbeeld: In de kleine kring krijgen de peuters uitleg met Puk. Tijdens een liedje moeten de speelgoedjes teruggelegd worden op hun plek. Dit gaan ze oefenen. De kinderen worden gemotiveerd en krijgt aanwijzingen op positieve wijze waar het materiaal moet liggen. Daarna applaus als het gelukt is. Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Kinderen gaan dagelijks een deel van de tijd naar buiten. In de buitenruimte is spelmateriaal aanwezig; de inrichting biedt kinderen gelegenheid tot individueel en gezamenlijk spel. Voorbeeld: De zandbak en rollend materiaal wordt veelvuldig gebruikt. Tijdens het buitenspelen komen de de peuter en babygroep ook naar buiten. kinderen liggen heerlijk op het kunstgras, tijdens hun fantasyspel en er worden veel "taarten" gebakken in de zandbak. Conclusie Bij peuterspeelzaal Pendula wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. 4 van 10
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie In het LRKP staat de psz als VVe locatie benoemd. De peuterspeelzaal is in het begin van het schooljaar begonnen met de introductie van het VVE programma Puk & Ko. Deze methode is wel wettelijk erkend. De speelzaal is tenminste 10 dagdelen geopend. Alle beroepskrachten zijn nog niet in het bezit van het aanvullende certificaat VVE en worden momenteel extra geschoold voor de methode Puk & Ko. 2 van de 8 bijeenkomsten zijn al doorlopen. Deze scholing is opgenomen in het scholingsplan. Ondertussen wordt gestart met de introductie van Puk bij de kinderen. Dagritmekaarten zijn in de maak. De pedagogisch medewerkster was de terugkomende activiteiten aan het turven. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passende beroepskwalificatie Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Er worden 2 beroepskrachten per peuterspeelzaal-groep ingezet. Tijdens de inspectie stonden er 3 beroepskrachten op de peutergroep. 1 pedagogisch medewerkster stond boventallig omdat ze revaliderend was. Opvang in groepen Er is 1 peuterspeelzaal-groep boven in het pand naast de BSO ruimte. De peuterspeelzaal-groep vangt per groep maximaal 15 kinderen gelijktijdig op in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Er worden 2 vaste beroepskrachten en op 3 ochtenden een extra groepshulp. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit 7 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : PSZ Pendula Website : http://www.sbkinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 15 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Peuterspeelzalen Tilburg B.V. Adres houder : Postbus 769 Postcode en plaats : 5000AT TILBURG KvK nummer : 18077079 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA TILBURG Telefoonnummer : 073-6404515 Onderzoek uitgevoerd door : S van der Velden Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : TILBURG Adres : Postbus 90155 Postcode en plaats : 5000LH TILBURG Planning Datum inspectie : 28-08-2014 Opstellen concept inspectierapport : 11-09-2014 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 14-10-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 16-10-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 16-10-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 06-11-2014 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10